Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Jantje van Huis – Kremer is ook mijn volledige naam. Ik ben op 3 februari 1951 geboren in Hoogkerk. Ik had nog een jongere zus maar zij is al overleden. Mijn vader was aanvankelijk vuilophaler bij de gemeente Hoogkerk waar hij onder andere met zijn vrachtwagentje de tonnen stront van de mensen leegde die bij de weg werden gezet.
Vooral bij grotere gezinnen, kon men niet een hele week met zo’n ton vooruit en zo halverwege de week werd die in een kuil achterin de tuin leeggegoten. ‘Krieg je dikke prei’n van’, zo zei men dan. Kom daar nu nog maar eens om. Later ging hij bij de suikerfabriek aan het werk en nog weer later werd hij dakdekker bij Smid en Hollander. Mijn moeder regelde het huishouden.
Ik heb tot mijn zeventiende in Hoogkerk gewoond en verhuisde toen naar Leens. Daar heb ik nog een tijdje bij mijn schoonouders ingewoond maar vervolgens gingen we op onszelf wonen aan de Leenstertillen. Na een verhuizing naar de Burgemeester van Iperensingel besloten we in 1992 voor een vrijstaande nieuwbouwwoning aan de Douwensterweg in Leens te gaan en dat was een uitstekende beslissing. We wonen er nu nog steeds met veel plezier!
Wat is uw burgerlijke staat?
Toen ik een jaar of zestien was, leerde ik in Hoogkerk Bernardus van Huis kennen die vaak met een stel kameraden op de brommer vanuit Leens onze kant op kwam. Ik had hem al een paar keer gezien maar had eerst een ander vriendje. Die was al wat ouder en had een eigen auto, dat was natuurlijk wel wat interessanter dan een brommer. Toen dat uit ging, kregen Bernardus en ik verkering. Na een jaar raakte ik zwanger. We zijn toen in 1969 getrouwd, ik was net achttien. En nu, 55 jaar verder, zijn we nog steeds bij elkaar en gelukkig getrouwd.
Onze zoon Albert diende zich in 1969 aan. Hij woont in Haarlem, is getrouwd met Anneke Stienstra en beheert het hele ICT-gebeuren van de bloemenveiling in Aalsmeer. In 1974 is Roelie geboren. Zij woont met Arjen Fledderman in Leens en samen hebben ze een zoon. Justin is inmiddels al weer 26 jaar. Roelie werkt als verkoopster bij de Xenos aan de Vismarkt.
Wat is uw voormalig beroep?
Na de lagere school in Hoogkerk, ging ik naar de huishoudschool in Groningen. Daar heb ik het twee jaar uitgehouden, ik bakte er niets van en wilde veel liever aan het werk. In die tijd zochten ze bij het Academisch Ziekenhuis mensen voor het vullen en leeghalen van de afwasmachines. Dat werk heb ik eerst een half jaar gedaan op mijn veertiende. Man, wat had ik altijd een lol met mijn jonge collega’s.
Daarna werd ik interieurverzorgster bij een kruidenier in Hoogkerk die ook een groentezaak had. Ik deed daar het huishouden maar hielp ook wel mee in de winkel en dat laatste vond ik toch het mooiste. Daar werkte ik drie dagen in de week en de overige twee dagen kon ik voor een soort van installatiebedrijf aan het werk waar ze ook kachels verkochten.
Eind jaren zeventig brak mijn mooiste werktijd aan, het was in de tijd dat Roelie naar de kleuterschool ging. Ik werd interieurverzorgster bij de dierenarts in Leens, Koos Kotter genaamd. Toen hij stopte met zijn praktijk en naar Warfhuizen verhuisde, was ik bang dat ik mijn baantje kwijt zou raken maar ik kon mee en daar was ik maar wat blij mee want Koos en zijn vrouw Ina waren hele lieve mensen. Ik deed daar twee dagen in de week het huishouden en was ook nog een dag voor burgemeester Van der Heijden aan het werk. Daar haalde ik dan ’s morgen de schone was op om deze te strijken.
Ook waarnemend burgemeester Siertsema had hulp nodig in het huishouden en zo ging ik een dag in de week aan de Leenstertillen aan de slag. Drie dagen werken en daarnaast de zorg voor de kinderen en het huishouden nog, dat was genoeg voor mij. Want ik wilde ook wat tijd over houden om leuke dingen te doen. Ik heb trouwens ook nog in het restaurant van Verhildersum schoongemaakt en zo zijn er nog wel wat kleine klussen geweest. Zo rond 2011 ben ik bij Siertsema gestopt en na 35 jaar kwam er in 2014 ook een eind aan mijn werkzaamheden in Warfhuizen.
Ik ben op mijn 63e gestopt met werken en dat kwam hoofdzakelijk door mijn rugklachten. Ik heb twee vergroeiingen aan mijn wervels en aan deze zenuwpijn is weinig te doen. Ik heb wel een tijd fysiotherapie gehad en loop nu zelfs bij een energetisch therapeut. Ook heb ik een tens met twee elektroden op mijn rug en door de verzonden prikkels vergeet ik als het ware de pijn.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Ondanks deze vervelende rugklachten, red ik mijzelf nog prima hoor. Gelukkig heb ik ook veel steun aan Bernardus die het nodige in het huishouden doet. Zelf mag ik graag wandelen en fietsen en ik ben gek op het oplossen van Sudokupuzzels.
In het hoofdseizoen zit ik enige maanden, vaak van mei tot september, in het Friese Eernewoude waar we op de camping een stacaravan hebben. Ik geniet daar van de sociale contacten en de mooie omgeving. Bernardus rijdt nog regelmatig terug naar Leens maar ik houd het daar met gemak wel enige maanden vol.
Waar ik ook van geniet is het vrijwilligerswerk bij Dorcas in Winsum waar ik in het magazijn help met het uitzoeken van kleding. Dat geeft vaak ook een andere praat en als je thuiskomt heb je weer wat te vertellen. Nog los van het feit dat het ook heel dankbaar werk is natuurlijk. En zo vliegen de dagen voorbij. In mijn jongere jaren heb ik nog op aerobics gezeten.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Ons huwelijk, de geboorte van de kinderen en de geboorte van Justin. Een schat van een vent maar hij is dan ook ons enig kleinkind natuurlijk en krijgt daardoor veel aandacht. Ik heb zelfs een tattoo met zijn naam op mijn arm laten zetten.
En de dieptepunten?
Het verlies van mijn vader op 72-jarige leeftijd heeft er bij mij stevig ingehakt want ik kon lezen en schrijven met die man. Hij leed aan asbestkanker en het is best wel snel gegaan. Ik denk nog vaak aan hem terug. Mijn moeder leeft gelukkig nog. Zij is 94 jaar en woont nog steeds in het huis in Hoogkerk waar ik opgegroeid ben.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Eén anekdote vergeet ik nooit meer. We woonden net op de Leenstertillen en Bernardus ging alle dagen met zijn brommertje naar Mensingeweer waar hij voor een garage werkte. Op vrijdag werd er aan het eind van de middag ook wel eens een borreltje gedronken om het weekend in te luiden. Vaak stond ik hem al op de brug op te wachten.
Zo ook op de vrijdag dat het wel heel erg mistig was. Het was blijkbaar gezellig geweest want hij was veel later dan verwacht en reed mij vervolgens zonder iets te zien of te horen pardoes voorbij. Pas bij de afslag naar Zuurdijk kwam hij erachter dat hij verkeerd zat door de dichte mist en is hij omgekeerd. Ik ben in de tussentijd zelf maar naar huis gelopen.
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
In maart zijn we nog een week naar het Duitse Cochem geweest, dat was ook heel leuk. En wie weet gaan we nog een keertje naar de zon, naar Turkije of Griekenland bijvoorbeeld. Ik had nog wel een keer naar Indonesië af willen reizen om die plekken te bezoeken waar mijn vader nog gevochten heeft in de oorlog. Maar dan moet je zo lang in het vliegtuig zitten, dat wordt hem door mijn rugpijn niet meer.
Maar in de zomermaanden naar Eernewoude afreizen, daar is ook helemaal niets mis mee hoor. Een klein uurtje rijden en dan zijn we er al. Ik verheug mij wat dat betreft al weer op de lente.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
‘Ga jij nu even de kamer uit Bernardus?’, haha. Maar ik heb echt geen spijt gehad hoor, dat we zo jong getrouwd zijn. Je hoort ook wel andere verhalen inderdaad dat stellen vervolgens na enige jaren uit elkaar gaan omdat ze denken heel wat gemist te hebben en ‘hun hele jeugd naar de knoppen hebben zien gaan.’ Maar daar is bij ons geen sprake van hoor.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Doordat de rugpijn mij behoorlijk beperkt, ga ik niet voor een tien. Maar het moet zeker een hoog cijfer worden, noteer gerust een acht.
Wilt u verder nog iets kwijt?
Ik vermoed dat we alle relevante zaken wel bij langs geweest zijn. Wat mij wel opvalt is er dat er zoveel mensen met een kort lontje rondlopen, ik kom ze ook regelmatig in de winkel tegen. Mensen mogen best wel wat vriendelijker en respectvoller met elkaar omgaan want er is al zoveel ellende op deze wereld. Denk een beetje om elkaar en help elkaar waar nodig!