Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

Het sprookje van het verdrietige verdriet

(Toen Miranda er achter kwam dat ik voor vandaag geen Babbelen met Bert had, gaf ze me dit verhaal. Het is afkomstig uit haar afgesloten therapieperiode en ze heeft hem ooit gekregen van een groepsgenoot die afzwaaide. Ik wil u dit verhaal over emoties niet onthouden. Miranda gaf er ook nog een korte uitleg bij: Mensen mogen verdrietig zijn. Het is goed om af en toe te huilen, zo kom je bij jezelf. Want er is altijd nog (de) hoop (voor de toekomst……)

Een kleine vrouw kwam over een stoffige veldweg aangelopen. Ze was dan al wel tamelijk oud, maar haar loop was licht en haar lachen had de frisse glans van een onbezorgd meisje. Bij een ineengekropen gedaante bleef ze staan en keek naar beneden. Ze kon niet veel herkennen. Het wezen, dat daar in het stof op de weg zat leek bijna figuurloos. Het deed haar denken aan een grauwe flanellen deken met menselijke vormen. Ze bukte zich en vroeg: “Wie ben jij?” Twee bijna levenloze ogen keken moe omhoog.

“Ik? Ik ben het verdriet,” fluisterde een stem stamelend en zo zacht dat ze het bijna niet kon horen. “Och…Het Verdriet!” riep de kleine vrouw blij, alsof ze een oude bekende begroette. “Je kent mij?”, vroeg het verdriet wantrouwend. “Natuurlijk ken ik jou. Steeds weer heb je mij een stuk op weg begeleid”. “Ja maar”….stotterde het verdriet,”waarom vlucht je dan niet voor mij?” “Waarom zou ik voor je vluchten, mijn liefje? Je weet toch zelf maar al te goed, dat je elke vluchteling inhaalt. Maar wat ik je wilde vragen… Waarom zie je er zo moedeloos uit?”

“Ik… ik … ben verdrietig,”antwoordde de grauwe gedaante met gebroken stem. De kleine vrouw ging naast haar zitten. “Je bent dus verdrietig?”,zei ze en knikte vol begrip met haar hoofd. “Vertel me eens wat jou zo verdrietig maakt”. Het verdriet zuchtte diep. Zou dit keer echt iemand naar me luisteren? Dat had ze al zo vaak gewenst… “Ach, weet je, “ begon ze voorzichtig. “Het zit zo. Niemand mag mij. Het is nu eenmaal mijn bestemming om onder de mensen te zijn en een tijdje bij ze te blijven. Maar als ik kom, schrikken ze terug. Ze zijn bang voor mij en mijden mij als de pest.”

Het verdriet slikte hard. “Ze hebben spreekwoorden uitgevonden waarmee ze me willen verbannen. Ze zeggen: “Ach, het leven is een groot feest” En hun valse lachen leidt tot maagkrampen en ademnood. Ze zeggen:” Ervaren is wat je hard maakt.” En dan krijgen ze hartpijnen. Ze zeggen:” Kop op, recht je rug.” En ze voelen het getrek in hun nek, schouders en rug. Ze zeggen dat alleen zwakkelingen huilen. En de opgekropte tranen doen hun hoofd uit elkaar springen. Of ze verdoven zich met alcohol of drugs, opdat ze mij maar niet hoeven voelen.

“Och ja,” bevestigde de vrouw. “Zulke mensen ben ik vaker tegen gekomen.” Het verdriet zakte nog verder in elkaar. En dat, terwijl ik alleen maar mensen wil helpen. Als ik heel dicht bij ze ben, kunnen ze zichzelf ontmoeten. Ik heb met hen een nest te bouwen, waar ze hun wonden kunnen verzorgen. Wie verdrietig is, heeft een erg dunne huid. Het leed breekt weer door, als een slecht genezen wond en dat doet pijn. Maar wie alleen is, wie het verdriet toelaat en alle ongehuilde tranen huilt, kan zijn wonden werkelijk genezen. Maar mensen willen helemaal niet dat ik ze help. In plaats daarvan, schminken ze een schelle lach over hun littekens. Of ze leggen een dik pantser over hun bitterheid heen.”

Het Verdriet zweeg. Haar huilen was eerst zwak, toen sterker en tenslotte erg vertwijfeld. De kleine, oude vrouw nam de in elkaar gedoken gedaante troostend in haar armen. “Wat voelt ze warm en zacht aan”, dacht ze en ze streelde zachtjes het bevende hoopje. “Huil maar, Verdriet,” fluisterde ze liefdevol. “Rust maar uit, zodat je weer nieuwe krachten krijgt. Vanaf nu zal je niet meer alleen zijn. Ik zal je begeleiden, zodat de moedeloosheid niet meer aan de macht is.” Het verdriet stopte met huilen. Ze ging rechtop zitten en bekeek haar nieuwe metgezellin verbaasd aan. “Maar… maar…wie ben jij eigenlijk?” “Ik?” vroeg de kleine vrouw met een zachte glimlach… Even later lachte ze weer onbezorgd, als een jong meisje en antwoordde: “IK, ik ben de Hoop…

(auteur onbekend)

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69