Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

Martin Donkerbroek, wijk- en buurtagent

Kunt u zich heel kort even voorstellen?

Marten Douwe Donkerbroek, dat is mijn volledige naam en ik ben vernoemd naar mijn opa. Mijn roepnaam is Martin. Ik ben op 19 mei 1960 geboren in Baflo en heb nog een vier jaar oudere zus die in Vlagtwedde woont. Mijn vader en moeder hadden een druk leven. Pa had op den duur twee banen. Hij is begonnen op de administratie bij Rijkswaterstaat in Baflo en ging daarnaast vanaf 1965 als verzekeringsagent verzekeringen afsluiten en vooral ook ondersteuning geven bij schade. Dit aan mensen in de buurt en later in een straal van ongeveer 30 kilometer van Baflo.

Dat deed hij in het begin allemaal op de fiets en later toen het rijbewijs was gehaald werd er een auto aangeschaft. Mijn moeder deed voor hem de administratie naast alle huishoudelijke zaken. Ik verdiende op jonge leeftijd wel eens een zakcentje bij door bromfietsplaatjes rond te brengen. Ook werkte ik vanaf mijn vijftiende elke zaterdagmorgen voor RIXONA. Daar verrichtte ik onderhoud- en schoonmaakwerkzaamheden zodat er een brommer betaald kon worden op mijn 16e.

Ik heb van mijn 8e jaar tot mijn 15e gevoetbald bij CSB op de zaterdag en daarna ging ik bij Marcia op de zondagmorgen voetballen omdat ik dus moest werken op zaterdag. Ik heb tot mijn negentiende aan de Nassaustraat in Baflo gewoond om vervolgens voor mijn opleiding naar Lochem te verkassen. Een jaar later volgde Emmen waar ik drie keer verhuisd ben. In 1987 kochten we een eigen huis in Klijndijk wat inhield dat ik in zeven jaar tijd vijf keer verhuisd ben.

In 1994 kwam hier nog één keer bij want toen hebben we dit huis aan de Eenrumerweg in Baflo gekocht. Deze was oorspronkelijk van mijn oom en tante en in mijn jonge jaren ben ik hier vaak geweest. Ik heb hem overigens van mijn neef gekocht en we wonen hier al weer dertig jaar en genieten zowel voor als achter het huis van een prachtig uitzicht.

Wat is uw burgerlijke staat?

Ik ben in 1984 getrouwd met de oorspronkelijk uit Winsum afkomstige Germa van Dijken. Ik had haar al wel eens vaker gezien, bijvoorbeeld in de Pub, maar uiteindelijk sloeg in 1978 de vonk in Café Bulthuis in Eenrum over. Dit jaar waren we 40 jaar getrouwd. Zij is destijds al mee naar Emmen verhuisd en werkt tegenwoordig in de keuken van Viskenij in Baflo. Onze dochter Anne is in 1997 geboren en woont nu nog met haar partner in Groningen. Zij is docent aardrijkskunde in de stad.

Wat is uw voormalig beroep?

Na de lagere school in Baflo, ging ik naar de MAVO in Rasquert zonder precies te weten wat te worden. Ik werkte in de zomervakanties vaak mee op een boerderij in de buurt dus zo gek was het niet dat ik op mijn zestiende naar de Middelbare Landbouwschool in Groningen ging. Een leuke opleiding met veel praktijkonderwijs, onder andere in Oenkerk, waar ik bij een boer het melken leerde.

Om half 5 kreeg je een oude fiets mee van school en moest je naar een melkveehouderij. Ik had alleen ervaring in de akkerbouw dus het melken duurde die morgen langer dan hij gewend was. Op de praktijkschool in Emmeloord leerde je veel op akkerbouwgebied. Ploegen, zaaien, onderhoud en de techniek wat erbij komt kijken en dergelijke.

Op mijn negentiende had ik ook deze opleiding afgerond en realiseerde mij toen dat ik eerst in militaire dienst moest alvorens op zoek te kunnen naar een baan. Ik zag deze dienstplicht helemaal niet zitten en vond het zonde van mijn tijd. Ik verdiepte me in de mogelijkheden en besloot me aan te melden bij de politie. Je kreeg als je aan het werk kwam als agent, ontheffing van de dienstplicht. Ik las toen dat er twee politiekorpsen waren, de Rijkspolitie voor het hele land en de Gemeentepolitie in steden met meer dan 25.000 inwoners.

Ik meldde me via een bon uit de krant aan bij de keuring voor de Gemeentepolitie. De opleiding duurde twee maanden korter dan de militaire dienstplicht waar ik mij bij de landmacht had moeten voegen en ik had daardoor immers gelijk een baan. Het werd dus de politieopleiding en daarvoor ging ik naar Lochem  waar ik een jaar intern ging wonen in een internaat. Daarvoor moest ik wel eerst door de keuring in Hilversum komen en dat lukte slechts drie procent van de aanmelders destijds.

Maar het is mij gelukt en in Lochem maakte ik lange dagen. Overdag veel sporten, praktijklessen en veel theorie zoals wetskennis en dan ’s avonds tot minimaal 21.30 uur verplichte studie in mijn kamertje van 2,5 bij 5 meter. Na het opleidingsjaar, kwam ik bij de gemeentepolitie van Emmen terecht. Omdat er in het hoge noorden geen vacatures waren en in Emmen wel, besloot ik daar te solliciteren. De gemeente Emmen heeft mijn opleiding betaald. Zo ging dat destijds.

Al met al heb ik veertien jaar voor deze gemeente gewerkt. De eerste zeven jaar zat ik voornamelijk bij de noodhulpdiensten en leerde ik het politiewerk. Alle denkbare voorvallen heb ik daar wel meegemaakt en dan komt er ineens veel ellende op je af. In die jaren was ik ook ingedeeld bij de ME. We werkten daar in ploegen en dat was fijn. We waren bijna familie van elkaar, zo voelde het. We gingen bij elkaar op de verjaardag, hielpen elkaar met klussen en had je wat vervelends meegemaakt dan werd daar over gepraat.

Daarna heb ik nog een jaar aan het recherchewerk geproefd. De laatste zes werkjaren was ik werkzaam in Emmer-Compascuum. Je moest zelfstandiger werken en ik was daar parttime wijkagent van het dorp Barger Compascuum. Het zelfstandiger werken, sloeg voornamelijk op het feit dat de burgers wisten wie je was. Het zeggen wat je doet en doen wat je zegt, heb ik daar geleerd. Dat maakte het werken persoonlijker en dat lag mij wel. Ik heb altijd geprobeerd mensen te helpen als ik iets kon betekenen. Ik leerde hier om aangiften op te nemen en ging vervolgens met het onderzoekswerk aan de slag. Dat werd in Emmen door de recherche gedaan. Tegenwoordig neemt elke agent zelfstandig aangiften op en gaan veel zaken anders. Ik heb een mooie tijd gehad in Drenthe.

Wel had ik de twijfel of ik wel mijn hele leven bij de politie wilde werken. Ik zag hoe goed mijn ouders het hadden met hun assurantiewerkzaamheden en om samen met mijn vader daarin verder te gaan, leek mij ook wel wat. Ik ging toen in Emmen naar de avondschool en wist het diploma Assurantie B te halen. Ik had de nodige papieren en we zouden wel zien of ik er ooit iets mee zou gaan doen.

Door de grote reorganisatie waar Rijks- en Gemeentepolitie werden samengevoegd, kreeg ik de kans om in 1994 terug te keren naar Groningen. Ik wilde wel vanuit Zuidhorn of Uithuizen werken maar het werd Zuidhorn. Dat was wel anders werken dan ik gewend was. In Emmen had je meestal nachtdienst met 6 tot 8 collega’s  en als zich iets groots voordeed kon je altijd met 2 auto’s en vaak ook een diensthond terplaatse gaan. In Zuidhorn had je gewoon met een andere collega dienst en was er iets dan moest je het samen oplossen.  Ik was veel meer afhankelijk van mijn babbel, waarbij mijn mond dus daadwerkelijk mijn beste wapen werd. Vaak werd ik ingezet voor noodhulp en dat lag mij wel want met mensen omgaan en iets voor mensen kunnen doen vond ik een van de mooiste onderdelen van het vak.

Dit werk heb ik tot 2000 gedaan, toen heb ik na weer een reorganisatie gesolliciteerd naar de functie van buurtagent in Winsum. In de toenmalige gemeente Winsum werkten drie buurtagenten. De naam wijkagent veranderde toen in buurtagent. Ik werd aangesteld en daarna kwam de verplichte cursus om wijk/buurtagent te mogen zijn. De nadruk lag daarbij op het vlak van de gemeenschappelijke veiligheidszorg en de aanpak van problemen.

Naast een gedeelte van Winsum, richtte ik mij op Adorp, Sauwerd, Feerwerd, Garnwerd en Ezinge. Zo op het oog een rustig gebied maar elk dorp kende zijn eigen problemen. We trokken intensief op met verschillende instanties en dat werkte erg goed. Na bijvoorbeeld inbraken, een diefstal of huiselijk geweld had je als wijkagent de taak om langs deze adressen te gaan. Een stukje terugkoppeling, laten weten dat je er was en bekijken wat je nog voor de mensen kon betekenen. Ook  in het kader van kennen en gekend worden.  Als wijkagent ben je de smeerolie tussen de politie en de burgers.

In dit gebied heb ik acht jaar gewerkt en daarna volgden mijn mooiste werkjaren als wijkagent in de gemeente De Marne. Een gebied met veel dorpen, evenementen en het gebied waar ik ben opgegroeid en dus ook heel veel mensen kende. Ik werkte daar de eerste jaren samen met Onno Beukema en later kwam Schelte van Randen daar bij in verband met de vele werkzaamheden die er in dit gebied waren. We lagen elkaar goed.

Ik was verantwoordelijk voor het noordelijke gebied boven de N361 en Lauwersoog.  Vanaf 1996 heb ik mij ook bezig gehouden met het watertoezicht. We hielden vaak in de zomermaanden toezicht op het Lauwersmeer en het Reitdiep. Dat deden we samen met collega’s van Zuidhorn die schipper waren, de waterpolitie, de Landelijke eenheid en de collega’s van Friesland. Ik deed vanaf 2008 ook de coördinatie van het watertoezicht en had daarvoor geregeld een overleg in Lauwersoog, Dokkum of in Sneek om zaken goed af te stemmen. Het was werk maar het was geen straf om dit werk te mogen doen. Je zorgde voor een stuk veiligheid op het water.

Door de gemeentelijke herindeling moest ik in 2019 op zoek naar een andere functie. Ik was toen 59 en zou eventueel wijkagent kunnen worden in Marum. Dat trok mij om persoonlijke redenen helemaal niet en ik ging kijken naar andere mogelijkheden. Ik kon een functie krijgen op het bureau in Delfzijl op het COP zoals dat heet. Ik werd daar senior Intake en Service. Een functie op kantoor waar ik me grotendeels bezig hield met werkvoorbereiding, ondersteunen van collega’s, beoordelen van opgemaakte aangiften en dergelijke.

Hier begon ik ’s morgens vroeg al om 06.00 uur dus stond vaak om 04.30 uur op.  Ik werkte niet meer op straat en voelde mij toen ook geen politieagent meer. Ik werkte bij de politie vanaf die tijd. Ik heb er wel een mooie periode gehad. Fijne collega’s zorgden voor een goede sfeer maar het was mentaal best wel pittig door al het regelwerk en de korte nachtrust.

Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?

Toen ik in mei 64 werd, kon ik gebruik maken van de RVU-regeling. De regeling voor vervroegde uittreding bij zware beroepen inderdaad. Daar heb ik  wel even over na moeten denken want ik vond het werk best nog wel leuk en je levert ook behoorlijk geld in natuurlijk wanneer je van de regeling gebruik maakt. Maar ik ben nu nog goed gezond en wie zegt mij dat dit over enige jaren nog steeds het geval is?

Maar wij kunnen ons ook nu prima redden en ik heb geen spijt gehad van mijn beslissing. Ik ben nog actiever in het huishouden en maak regelmatig schoon en ook koken vind ik leuk om te doen. We gaan af en toe met de caravan op pad en ik ga graag met mijn boot richting Lauwersoog om daar te varen. Je ziet dat ik een grote tuin heb en daar is altijd wel wat te doen. En ook in huis zijn er nog genoeg klusjes.

Ook ga ik om de dag naar de E-gym in Winsum en de eerste aanbiedingen voor vrijwilligerswerk zijn binnengekomen. Maar ik heb aangegeven om eerst een jaartje niks te gaan doen, ik moet mij eerst eens goed gaan vervelen. Vroeger heb ik wel in de MR gezeten op de lagere school en in Warffum op het HHC in de OR. Ik ben ook tien jaar bestuurslid geweest van Veilig Verkeer Nederland, afdeling Baflo.

Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?

Het heeft lang geduurd voordat Germa en ik de trotse ouders werden van dochter Anne maar des te groter de vreugde toen dat uiteindelijk op een natuurlijke manier lukte. Op werkgebied is dat de uitreiking van de Cloostermop geweest tijdens het carnavalsgebeuren in Kloosterburen in 2019.

De Cloostermop is een baksteen waar vroeger kloosters van werden gemaakt. De “mop” wordt door hen jaarlijks uitgereikt aan iemand die zich op geheel eigen wijze verdienstelijk heeft gemaakt voor de dorpsgemeenschap van Kloosterburen. Ik vind het geweldig dat ik vanuit de bevolking als wijkagent zo werd gewaardeerd.

En de dieptepunten?

Het overlijden van mijn ouders en schoonouders. Mijn moeder werd op haar 65e al dement maar heeft nog tot haar zeventigste thuis gewoond. Daarna is ze tien jaar in Twaalfhoven verzorgd. Voor mijn vader is dit een stressvolle tijd geweest en hij kreeg last van zijn hart. Dat was ook de reden dat ik afzag om zijn bedrijf over te nemen want hij kon zijn portefeuille verkopen en dat gaf meer rust. Pa is uiteindelijk 85 jaar geworden. Op werkgebied was de moordzaak van Jesse van Wieren in Kloosterburen een absoluut dieptepunt.

Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?

In mijn Emmen-tijd werden er op het VVV-kantoor VVV-bonnen gestolen met een waarde van zo’n honderdduizend gulden. Die bonnen werden op den duur in Amsterdam uitgegeven toen iemand iets kocht in een juwelierszaak en betaalde met deze gestolen VVV-bonnen.

Dat bracht de zaak aan het rollen en ik mocht als rechercheur mee die kant op want we moesten de bende zelf komen arresteren. De mogelijke daders waren vuurwapengevaarlijk en ik werd getuige van een spectaculaire arrestatie door de collega’s van het AT waarbij ze met veel kabaal de woning binnenstormden. 

Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?

Geen wereldreis maken in elk geval, daar ben ik het type niet voor. En daarbij ben ik ook nog eens claustrofobisch dus je krijgt mij niet in een vliegtuig. Maar ik hoef ook niet zo nodig weg hoor en ga liever tien weekendjes weg dan drie weken achter elkaar want hier heb ik alles. Wat dat betreft ben ik heel tevreden. Gezond blijven, dat is het voornaamste in het leven!

Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?

Als ik de kans had gekregen om later bij de politie te gaan, dan had ik dit misschien wel gedaan. Want ik ben wel een deel van mijn jeugd kwijtgeraakt. Vrienden van mij bleven lekker in Baflo voetballen en gingen daarna op stap terwijl ik met mijn opleiding bezig was. Op mijn 19e jaar was het voorbij en op mijn 20e werkte ik als agent in Emmen.  Maar ik had ook collega’s die nog enige jaren jonger waren en het is een bewuste keuze geweest. Het is wat het is.

Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?

Ik heb tot dusver een heel mooi leven gehad en ga voor het cijfer waar ik vroeger op school al dolgelukkig mee was. Noteer maar een acht dus.

Wilt u verder nog iets kwijt?

Ik maak mij, net als vele anderen, best wel eens zorgen over de toestand in de wereld. Mijn vader merkte vroeger op dat iedere generatie een keer een oorlog meemaakt. Hopelijk krijgt hij ongelijk alhoewel we er indirect al wel bij betrokken zijn natuurlijk door de toestanden in bijvoorbeeld Oekraïne.

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69