‘Was Dr. Guillotine een beul of een humanist?’ Wie mij gisteren voorspeld had dat ik dit verhaal over mijn bezoek aan de stad Groningen met deze vraag zou beginnen, zou ik voor gek verklaard hebben. Dit was gisteravond broer Jur zijn opmerking op mijn vraag of hij geen medelijden had met al die naaktslakken die hij dood geknipt had om zijn prachtige bloemen- en groentetuin nog enigszins te redden. De guillotine maakte vroeger met één hak het eind aan menig mensenleven. Maar dat was nog altijd een snellere en minder pijnlijke dood dan wanneer de beul dronken of met de botte bijl de kop eraf moest hakken….
Broertje Jur ging op zijn 17e na de MAVO naar de wijk Paddepoel om daar als groenteboer bij de C1000 te gaan werken. Ik ging op mijn 16e naar dezelfde wijk om daar de eerste van in totaal drie schooldiploma’s in Groningen op te halen. Nu, 36 jaar later, vraag ik mij soms wel eens oprecht af wie de slimste van ons tweeën is geweest.
Vanmorgen om half acht stapte ik op de stalen ros om de stad Groningen aan te doen. Dat wordt in de zomerperiode toch iets van een traditie. Enige jaren geleden ging ik op de koffie bij Derian en vorig jaar deed ik Brasserie Sofie aan waar neef Arjan voor de opening druk bezig was om de zaak op te knappen. Groningen is groot en te groot om daar alleen het zomergevoel op te snuiven in een ochtendje tijd. En dus ging ik er heen met een missie. Voor de sightseeing eerst naar die plekken waar ik vroeger naar school ging. Te beginnen bij die school waar ik mijn schoolcarrière uiteindelijk eindigde.
De HAVO als voorloper naar de kopcursus Technische Bedrijfskunde
En dat pijnigde mijn hersenpan. Want waar zat die HTS ook al weer waar ik mijn diploma technische bedrijfskunde na een éénjarige kopcursus haalde? En hoe kwam ik destijds op die school? Eerst met de bus naar Cafetaria de Wachtkamer of Dik Race(fietsen) en dan verder lopen? Ik weet het oprecht niet meer maar zo moet het ongetwijfeld gegaan zijn. Ik heb er uiteindelijk ook maar een half jaar les gevolgd. Het tweede half jaar was het al weer afstuderen geblazen en dit was met Wilbert bij Vast Banket.
Veel kan ik mij niet meer van dat schooljaar herinneren. Wel de enorme stapel boeken die ik moest doorworstelen. Maar ook het feit dat op die school mijn kunstvoortand er destijds spontaan uitviel en die tandarts Meursing dusdanig gerepareerd heeft dat hij nu nog (s)tandhoud ook. Maar verder? Ja, dat het toen al een heel oud gebouw was.
Maar toch fiets ik er na al die jaren feilloos heen. Dat is ook zo, hij zit aan de Petrus Driessenstraat. Groot is mijn verrassing wanneer ik constateer dat het pand nog steeds een school is, onderdeel van de Hanzehogeschool, en zo op het eerste oog in een goede staat verkeert. Het kent geen studenten bedrijfskunde meer maar hier worden onder andere verpleegkundigen opgeleid.
Opgetogen fietst ik door. Deel I van mijn missie zit erop. Op naar de wijk Paddepoel. Ik rij tot mijn eigen verrassing langs de Kamerling Onnes school, daar waar Jazlijn tot enige jaren geleden op zat. Er komen steeds meer herkenningspunten. De Eikenlaan, de Zonnelaan inclusief winkelcentrum Paddepoel en daarna het sluipweggetje langs de vijver naar de Grote Beerstraat en de Zuiderkruislaan. Maar wat ik al weet, wordt keihard bewaarheid. HAVO-MBO – PABO Nijenborgh is niet meer!
Tot de laatste steen toe afgebroken. De school die ook zo vaak in mijn pensionadointerviews terugkeert, is niet meer. Ook in de directe omgeving vind ik geen enkel aanknopingspunt. Geen sportvelden meer of iets dergelijks. Wat rest zijn de prachtige herinneringen. Over de meesters Smit, Benthum en Knevelbaard bijvoorbeeld. Op vrijdagmiddag tot 14.00 uur twee uur biologieles achter elkaar van Tincozy. Uren die maar niet voorbijgingen, ook al omdat De Groote Griet lonkte als nooit te voren.
Om op deze school te komen, moest ik mij ’s morgensvroeg eerst bij de V&D in de vaak bomvolle stadsbus 5 zien te wurmen met mijn zware boekentas. Erwin Tuitman heeft mij wel eens via de zijingang naar binnen getrokken. In de warmere maanden ging ik vaak op de fiets naar Paddepoel. De maandelijkse honderd gulden die dit aan busreiskosten bespaarde, mocht ik van mijn ouders in eigen zak steken. Dat fietsen vond ik overigens helemaal niet erg. Met de walkman op de kop, was ik immers zo weer thuis. Maar van die nostalgische tijd is dus helemaal niets meer over…
Van Hall Instituut
Snel door naar de Hereweg dan maar. Per ongeluk pak ik eerst een verkeerde afslag. Ongetwijfeld ingegeven door het feit dat ik de Prof H.C. van Hall-straat ontwaar. Maar daar moet ik niet heen, ik moet immers naar de Hereweg. Dus eerst voor het station langs en dan rechtsaf. Deze lange weg roept ook al veel herinneringen op. En niet alleen aan de wandelingen met buurman en afstudeerpartner Wim.
In de eerste zeven magere jaren met Miranda waren daar bijvoorbeeld minder prettige tripjes naar een instantie ter bevordering van het welbehagen. Vlakbij school interviewde ik enige jaren geleden de beroemde advocaat Heidanus. En op mijn achttiende moest ik mij een stukje verder dan school laten keuren voor mijn militaire dienstplicht.
Nu parkeer ik mijn fiets in het fietsenhok. Mijn vermoeden komt uit, de school waar ik vroeger milieukunde studeerde is gesloten. Maar ook de wandeltocht om het gebouw heen, brengt oude herinneringen boven. Het plein voor de kantine waar we ons in 1990 verzamelden om in de introductietijd de stad verder te ontdekken bijvoorbeeld. Het plekje in de kantine waar buurman Wim leerde kaarten. Het lokaal waar ik vlak voor mijn mentale breakdown een presentatie gaf. De kassen en de gymzaal.
Overal voel ik even of er toch ergens een deur niet op slot zit. Wat denk ik eigenlijk te vinden? De leraren Westerbrink en NAM-luis-in-de-pels Meent van der Sluis zijn allang overleden. Er hangen in de gangen vast geen cijferlijsten meer. De decanen op twee hoog waar ik tijdens mijn burn-out mijn hart uitstortte zijn al lang met pensioen, als ze nog leven…
Want na twee jaar werd Van Hall Instituut voor mij even een half jaar Van Hell. Maar ik kwam na een sterk propedeusejaar ook sterk terug. Het derde jaar zorgde ik door allerlei hertentamens ervoor dat ik weer helemaal bij was en in het jaar van mijn afstuderen plakte ik er achterloos nog een extra vak aan vast om mijn kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. En daarna met dezelfde reden nog een kopcursus bedrijfskunde.
En wat heeft het dubbel ingenieurschap oftewel ingenieur in het kwadraat zijn mij uiteindelijk opgeleverd qua maatschappelijke carrière? Onder andere vijftien jaar in de plaatselijke banketbakkerij maar ook 11,5 jaar volmaakt werkgeluk als internetcolumnist en tekstschrijver.
Had ik daar zoveel diploma’s voor nodig? Ik moet nog even gniffelen om een poster met een Engelse slogan die ik door een raam ontwaar. Die er kortweg op neerkomt dat wanneer plan A niet lukt dat er dan nog 25 letters zijn om alsnog te slagen in het leven: ‘Stay cool!’ En met die mooie wetenschap maar in mijn geval ook rake uitspraak stap ik vervolgens weer op mijn fiets om terug te rijden naar het centrum.
De toerist uithangen
Om aan het volmaakte geluk van mijn huidige baan recht te doen, hang ik nog even anderhalf uur lang de toerist uit in de binnenstad. Ik kom zoveel mooie gebouwen en plekken tegen dat er geen knippen aan is. Ik zie de overbuurvrouwen compleet over het hoofd door al dit moois maar pak in de Herestraat nog wel een glimpje Kim mee na eerder al op de heen- en terugweg Tiemen en Henk al op de fiets te zijn tegengekomen.
Het prachtige station, het Groninger Museum, de Vis- en Grote Markt, het Forum, Martinikerkhof inclusief Provinciehuis, het statige stadhuis, de RUG die voor mij als student destijds een brug te ver was, de Westerhaven en niet te vergeten het gras van de Noorderplantsoen. Het is allemaal per fiets prima te doen.
Dag 3 van de zoektocht naar het zomergevoel in onze provincie, bleek een schot in de roos. Voor alle foto-highlights verwijs ik u graag door naar deze pagina: https://bert-koster.nl/2024/08/08/een-zomerschoolinstagrammetje-oet-grunn/. Vast voor velen een feest der herkenning.
Tot zover mijn eerste week van deze unieke reeks. Maandag wachten Schildwolde en Hellum op mij, dinsdag Leek en donderdag Mensingeweer en Warfhuizen. Geen dorpen waar ik alle dagen kom. Maar ik verheug mij er al wel op om ze aan te doen. Graag tot ziens!