Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

Ursula Sennema, Fietsen

Een aankondiging van een scholingsmiddag in Zuidlaren doet mij in stilte juichen tijdens het werkoverleg. Zuidlaren betekent verder mogen trappen. Vanuit Noordoost-Groningen de stad doorkruisen en over de Hondsrug door het bos in Appèlbergen, langs Noordlaren (waarbij ik iedere rit de gedachte heb bij het woonboerderijtje met het rieten dak en de diepe tuin, vlak voor de bocht, híer zou ik ook wel willen wonen), Midlaren en voilà: achter de hunebedden wacht Zuidlaren.

Mijn normale werkdag gaat vanaf Ten Boer over de Oude Stadsweg, van oorsprong een handelsroute die liep van Groningen naar Delfzijl, naar de groene wijk Beijum in Groningen. Het pad is vanaf Ten Boer getransformeerd tot doorfietsroute: verbreed, nieuw asfalt, voorrang op kruispunten en rotondes.

De Groningse formatie Swinder bejubelt het fietsen in ‘Noar Stad’, Arno van der Heyden bezingt in ‘De Vief’ hoe hij als jonge vent over Engelbert naar Stad toog en hoe de vijf pijpen van de elektriciteitscentrale tijdens de rit als een hand moi tegen hem zeiden. (Al moet gezegd, het ging om een ploffiets, detail). En ten slotte ‘Op Pad’ van De Boetenbaintjes, met zanger Alje van Bolhuis. Over de dagelijkse trap van een dorp naar de stad.

Het geluid van de kettingkast, de aanblik van vee op het land. Op fiets noar t waark dat is een genot, de wereld is van mie. Van Bolhuis was destijds collega van mijn vader Dick op het provinciehuis in Groningen en zong het bij een jubileum (of had hij het speciaal geschreven?) voor mijn vadertje, een diehard fietser. Mijn vader mocht aan anderen, zoals op verjaardagvisites wat ik me herinner, graag vertellen dat hij ALTIJD fietste.

In dat kader schonk hij me laatst een editie van het blad van het Groninger Landschap. In dit nummer uit 2003 worden drie fietsende forensen geportretteerd waaronder mijn vader. Jan fietst van Houwerzijl naar Groningen, Arnold trapt vanuit Gasteren naar de stad, mijn vader vanuit Winsum.

Hun beschrijvingen komen aardig overeen: ‘Vooral in de ochtend is het lekker, ik word wakker op de fiets en geniet van de stilte.’ ‘Na het werk is het een mentaal rustmoment.Je maakt je kop leeg van het werk en vervolgens kom je tot de beste ideeën.’‘Ik moet ver kunnen kijken, de wind voelen. Harde wind vind ik juist lekker.’‘Onderweg zie ik veel vogels. Soms stop ik even om rond te kijken.’‘Het liefst fiets ik alleen, ik kan dan mijn eigen tempo bepalen.’

Een andere overeenkomst; er wordt altijd gefietst, weer of geen weer. Mijn vader in het blad: ‘Het was 1979. Er was hevige sneeuwval en ijzel. Bij Sauwerd werd ik door de politie van de weg gehaald. Het was te gevaarlijk, vonden ze. Toen heb ik een andere route genomen en ben ik toch naar het werk gefietst. Ik was immers toch al op weg. De terugweg viel niet mee. Ik ben lopend over de spoorlijn gegaan.’

Wat de heren schetsen is voor mij een feest der herkenning. In m’n eentje fietsen en gedachten de vrije loop laten. Verwondering over het schoons dat zich voor je neus aandient. En voor mij geldt zeker ook: de bekoring van het fietsen in alle weersomstandigheden. Het is een soort drang, iets wat moet, wat aan anderen soms maar lastig uit te leggen is.

Waar Jan, Arnold en Dick peddelden op een gewone fiets of racefiets trap ik inmiddels elektrisch. Het was een proces in het loslaten van een principe (‘Voor mij absoluut geen e-bike’) maar ik ging overstag en geniet van het gemak en ook mijn knietjes zijn er blij mee. Ik bepaal dagelijks hoeveel weerstand ik prettig vind, maximale ondersteuning of een klein beetje. De sportieve toerfiets hou ik voor erbij.

De winter was grauw en nat. Eindelijk is het mei. Wind door je haren, zon op het gezicht, door een zee van fluitenkruid.

Heerlijk, fietsen.

(Ter ere van Fiets naar je Werk Dag, donderdag 16 mei)

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69