En zo komt er op de donderdag plotsklaps een abrupt eind aan editie IV van ‘Op zoek naar het zomergevoel in…..’ De reden doe ik morgen uit de doeken want daar valt wel het een en ander over te vertellen. Geen Wirdum en Garrelsweer dus dit jaar. Die mooie dorpjes schuiven we mooi door naar volgend jaar. Want wie wat bewaart die heeft wat. En dus moet ik tijdens deze laatste ronde, per fiets nog wel, maar even extra mijn best doen. De voorbodes zijn prima. Want met Stitswerd, Rottum en Doodstil doe ik zeker niet de minste plekjes in ons fraaie Hogelandgebied aan…..
Stitswerd
Via Pomp fiets ik even voor achten naar Klap en bij de brug kan ik het niet laten om het infobord over de Noorderrondritten op de gevoelige plaat te leggen. Altijd goed voor de nostalgie, zo’n foto van het Bartlehiem van onze provincie. Wanneer ik het gemaal over wil, zwaait Aaf al weer vrolijk naar mij. Ik denk direct aan Alfa en Omega. Want tijdens mijn eerste verkenning rondom Zandeweer kwam ik haar ook al tegen. En nu dus tijdens de laatste ronde van dit jaar weer. Mooi man.
Zo ver is het niet fietsen natuurlijk, van Middelstum naar Stitswerd. Je bent er in een poep en een zucht. Maar alvorens dit prachtig dorpje te betreden, zet ik eerst het onderkomen van Model Vliegclub MVC en één van de onderkomens van de Tempeliers op de foto. De opzetkoe graast virtueel lekker naast de vlaggenmast waar reclame gemaakt wordt voor het Scheepsjoagen dat dit weekend losbarst in Onderdendam. Daar zullen deze hoveniers vast acte de presence geven.
In de Ockingaheerd woonde vroeger mijn concurrente wanneer het om het halen van de hoogste tentamencijfers ging op de MAVO. Lekker belangrijk, denk ik nu. Al dat leer en gestudeer had ook wel een onsje minder gemogen toch? Afijn, het was zeker niet alleen maar kommer en kwel hoor in mijn jonge jaren want in het dorpshuis van Stitswerd heb ik regelmatig een gezellig feestje meegepikt. Niets mis mee.
Ik parkeer de stalen ros bij het haventje en neem direct een foto van één van de mooiste plekjes van het Hogeland. Want het uitzicht op het gele kerkje, staand op de havensteiger, is onovertroffen. Maar waarom staan er hekken om het gebouw? Ik neem direct nog maar wat kiekjes van verre vergezichten en statige gebouwen. Het dorpje Stitswerd zelf kent slechts 60 inwoners en twee daarvan kom ik al wandelend tegen.
Gastcolumnist Derwin Schorren en zijn partner maken namelijk een mooi looprondje met de hond. Schorren is natuurlijk bekend van de Groninger Bodem Beweging en toen hij eens in het Hilversumse op de buis tekst en uitleg kwam geven over een heikele kwestie in onze provincie werd dochter Merlijne in het publiek gespot. Zij is inmiddels tot een internationaal gerespecteerd model uitgegroeid maar dit terzijde. Tot zover de prominenten die ik vandaag onderweg tegenkom.
Rottum
Doet niets, ik ga namelijk helemaal op in de omgeving en het Groninger landschap. En dus fiets ik snel door naar het nabijgelegen Rottum. ‘Beven op de bult’, zo heette de serie van RTV Noord waarin onderzocht werd hoe de Rottumers met de aardbevingen omgingen. Gelukkig was het er vandaag heerlijk rustig. Ik parkeer de fiets aan de rand van de bult en besluit eerst een ommetje te maken. Oogarts en uitvinder Willem van Wijnen woont er nog steeds prachtig. Hij is ook de man die naarstig onderzoek verricht heeft naar de voormalige standplaats van het plaatselijk klooster. Die markering is prima te zien op de zuil, opgetrokken uit oude kloostermoppen.
Het is het klooster en Jan Boer wat de klok slaat in dit alleraardigst plaatsje. Aan de Kloosterweg zetelt dorpshuis Kloosterstee en ik zie een beeld van schrijver en dichter Boer bij het kleinste huisje van Rottum, tevens kleinste huisje van onze provincie. En in een huis even verderop zie ik in de gevel een gemarkeerde steen met tekst en uitleg. Was dat kleinste huisje onlangs niet helemaal ingepakt met allerlei kleden?
Stof tot nadenken wanneer ik mijn fiets weer opzoek. Nog geen honderd inwoners telt het dorp, dat is rustig wonen dus. Via een smal weggetje kom ik op de doorgaande weg naar Kantens uit en ik kan het niet laten om nog een foto te maken van dit mooie dorpje waar ik zo vaak met de auto langskom.
Doodstil
Alvorens verder te fietsen, moet ik mij eerst even oriënteren. Want waar is toch het Cerespad? Die is door die twee oude schoorstenen toch nauwelijks te missen! Even later zet ik die pijpen van voormalig steenfabriek Ceres op de foto. Ik kan mij nog herinneren dat hier een infobord stond met tekst en uitleg over de baksteenproductie van weleer maar die kan ik nu helaas niet meer vinden.
‘Tel uw zegeningen, één voor één’, zo bedenk ik mij onderweg terwijl ik verderop in het land een ree ontwaar. Knip, ik heb je! Mijn bezwaard gemoed van vanmorgen, klaart steeds verder op. Ik zou wel kunnen wennen aan het pensionadoleven, mocht mij dit later gegund zijn. Bij het krieken van de dag even de fiets pakken en onderweg genieten van al het moois dat onze omgeving te bieden heeft. Net als mijn vader vroeger deed toen hij nog de kracht en energie had om drie keer op een dag zijn fietsronde te maken.
Doodstil dus, de plaats waar nauwelijks honderd mensen wonen en in 2005 werd uitgeroepen tot de mooiste plaatsnaam van Nederland. Waar een klein dorp groot in kan zijn inderdaad. De uitleg van de naamgeving vergt zoveel tekstruimte en uitwerkingstijd dat ik u graag doorverwijs naar de Google-zoekfunctie. En zo opzienbarend is het nou ook weer niet. Maar man, Doodstil is echt klein. Daar ben je zo doorheen ja.
Maar niet voordat ik de fiets geparkeerd heb en de fraaie dorpsbeeldbepalende villa uit 1916 op de foto gezet heb. Drie weken geleden zag ik aan de Trekweg voor een huis iets hilarisch staan, ik ben helaas vergeten wat dat was. Maar ik ben niet voor niets die kant uitgelopen want vlak voor ik het dorp verlaat, zie ik een prachtige regenboog. Weer een geluksmomentje dus. En op de terugweg maak ik nog twee foto’s van allerlei natuurschoon, zowel binnen als buiten de bebouwde kom.
Het is lekker vroeg wanneer ik door Kantens fiets. Ik heb nog even tijd om bij te praten met broertje Jur want die zie ik immers ook niet alle dagen. En wanneer ik zonder nat pak thuiskom, staat Zhiva (alias Siepie) mij al reikhalzend op te wachten voor het raam. Alles kan een mensen gelukkig maken en ik word bij binnenkomst enthousiast begroet. Een troostrijk gebaar in de wetenschap dat deze zomerreeks er al weer op zit. Man, ik heb nu al zin in de 2024 editie waarbij ik wel hoop dat die met minder stress gepaard gaat. Maar daarover morgen meer.
Heeft u de dik twintig foto’s vanmorgen niet in een Instagrammetje langs zien komen? Hierbij nog even het linkje: https://bert-koster.nl/2023/08/31/een-zomer-instagrammetje-uit-stitswerd-rottum-en-doodstil/. Het was mij een waar genoegen om u als lezer en kijker mee te nemen in al het moois wat onze omgeving ons biedt. En dat is veel, kan ik u vertellen en schrijven.
Volgende week wacht weer een normale ‘werkweek’ inclusief BmB, een pensionadoverhaal, de vluggertjes en hopelijk een gastcolumn. Plus een eigen column en de uitwerking van een bezoek aan een evenement hier in de buurt dat vanavond op het programma staat. Laat u kortom gerust al lezend weer verrassen….