Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Geessien Harmpje Maring-Oosterbeek, dat is mijn volledige naam. Roepnaam Geziena. Ik ben op 27 augustus 1949 geboren in het RK-ziekenhuis in Groningen. Opgegroeid aan de Wolddijk 72. Daar waar nu een kinderopvang zit, De Koetjeshoeve genaamd. Jan is mijn dertien jaar jongere broer en woont in Noordwolde. Mijn vader was boer en heeft zich zowel met veeteelt als de landbouw beziggehouden. Mijn moeder hielp uiteraard mee op het bedrijf.
Veel omzwervingen heb ik niet gemaakt. Door een zorgopleiding te volgen, heb ik een half jaar intern gewoond in een zusterhuis in Groningen en daarna drie maand op deze plek op de bovenverdieping toen dit mijn werkhuis werd. Vervolgens heb ik zes jaar in Haren gewoond en in 1973 ben ik terug verhuisd naar Bedum.
Na getrouwd te zijn hebben mijn man en ik eerst 12,5 jaar aan De Haken gewoond en sinds 1985 wonen we met veel plezier aan de Kapelstraat. We zitten hier vlakbij het centrum en ook vlakbij de muziekschool. Je merkt dat hier regelmatig mensen langslopen, er is altijd reuring.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben in november 1973 getrouwd met Klaas Maring. Toen ik in het kinderziekenhuis werkte, was Klaas de man die de patiëntjes met de ambulance naar het ziekenhuis bracht. Ik ging destijds regelmatig mee en zo hebben we elkaar leren kennen. Klaas zag mij eerder zitten dan andersom en in het begin had ik dat niet eens zo door. Wel kreeg ik steeds de groeten van hem.
Het huwelijk heeft ons persoonlijk geen kinderen gegund maar wel zijn we door omstandigheden in contact gekomen met een gezin wiens negen kinderen wij als pleegkinderen zijn gaan beschouwen. Hun moeder was een collega van mij en kon het drukke gezinsleven niet aan. En dus sprongen wij regelmatig met raad en daad bij. Twee van die kinderen hebben hier ook nog een tijdje gewoond.
Zes van de negen kinderen wonen in het zuiden, de rest in het noorden. We hebben nog steeds met alle negen een goed contact en zien elkaar regelmatig. Hun 17 kinderen, in leeftijd variërend van 19 tot bijna 3, noemen ons opa en oma en wij zien ze als onze kleinkinderen. Je begrijpt dat we erg genieten van deze mooie contacten!
Wat is uw voormalig beroep?
Na de lagere school in Zuidwolde, ging ik naar de huishoudschool in Groningen die destijds aan het Damsterdiep lag. Na drie jaar had ik mijn diploma op zak en ik ging naar de nieuwe opleiding ‘voorbereiding verzorgende beroepen’ die zich ook in Groningen bevond. Daar werd je opgeleid tot bejaarden- en ziekenverzorgster. Pa was er van overtuigd dat ziekenverzorgster wel wat voor mij zou zijn maar ik was niet gewend aan de toestanden die ik in het ziekenhuis meemaakte en kwam na een half jaar overspannen thuis te zitten.
De dokter wist na enige maanden wel een werkhuisje voor mij zodat ik tijdelijk weer aan de slag kon. Via, via kreeg ik te horen dat ze in het kinderziekenhuis in Haren nog een zorgmedewerkster zochten. Pa ging met mij mee op sollicitatiegesprek en ik werd aangenomen. Ik kon intern boven het ziekenhuis wonen en beleefde hier zes jaar lang een geweldige werktijd. Helaas werd het ziekenhuis gesloten, de kinderzorg werd naar het UMCG overgeheveld. Tegenwoordig zit er een doveninstituut op die locatie in Haren.
We zijn inmiddels in 1985 aanbeland en ik werd huishoudelijk medewerkster bij enige oudere gezinnen in de buurt. Dit heb ik een jaar lang gedaan en toen werd ik op een avond gebeld door Margriet Stiekema van Hotel ’t Gemeentehuis in Bedum. Of ik wel even langs wilde komen. De nood was hoog en zo ging ik om 22.30 uur nog op sollicitatiegesprek. Door de opkomst van de Eemshaven zat het hotel alle dagen vol. De volgende morgen om 08.00 uur kon ik al beginnen….
Of ik dat erg vond? Nee man, ik wilde er namelijk altijd al aan het werk. Ik weet nog dat ik met een collega een Rijnreis maakte en dat we toen al meehielpen met het koffieschenken. Wat dat betreft kwam een droom uit hoor. Ik ben er begonnen met het schoonmaken van kamers maar de werkzaamheden breidden zich snel steeds verder uit. Ik hielp mee in de keuken, dekte de tafels, regelde het ontbijt en hielp op den duur ook ’s avonds mee in de bediening.
Ik werd een allround medewerkster en kon als het moest het hotel in mijn eentje runnen. Bij vakanties van de eigenaar sliepen Klaas en ik soms in het hotel en regelden dan de boel in die weken. Ik kreeg zelf een sleutel en werd op de meest rare tijdstippen gebeld om de eigenaren uit de brand te helpen. We hebben in 2004 zelfs nagedacht over een overname. Dat kwam doordat Klaas met een goede regeling met vervroegd pensioen ging. Maar deze overname werd ons uiteindelijk afgeraden door onze accountant.
Uiteindelijk is er in 2014 na 28 jaar door omstandigheden een eind gekomen aan dit dienstverband. Maar wat heb ik er bijna al die jaren een geweldige tijd gehad. Met de ene baas kon ik het natuurlijk beter vinden dan met de andere maar ik genoot altijd van de contacten met de hotelgasten. Wanneer ze vaker langskwamen dan bouwde je er vanzelf een mooie band mee op.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Ik heb mij na die tijd absoluut niet verveeld hoor en werd vrijwilligster bij zorgcentrum Alegunda Ilberi hier in Bedum. Ik help mee met het koffieschenken en bij het ‘dikkedakken’. Een keer per twee weken wordt er namelijk een borrelmiddag georganiseerd vanaf 16.00 uur en daarna is het gezamenlijk patat met allerlei andere snacks eten geblazen. Mocht mijn hulp tussentijds gewenst zijn dan kunnen ze mij altijd bellen.
Daarbij heb ik een bijzondere hobby. Ik ‘verzamel’ oude caravans en hou er van om ze terug te brengen in hun oorspronkelijke stijl. Soms moet er veel aan gebeuren maar het kan ook zijn dat ik er weinig tot niets aan verander. Met deze oude caravans gaan we vervolgens oldtimerbeurzen bij langs en dan geniet ik van de contacten die ontstaan. Tevens zitten we met onze oude caravans in een oldtimer caravanclub. Daar gaan we geregeld mee op stap maar we organiseren zelf ook wel eens een meeting.
Ik mag graag borduren en ik kan mijn creativiteit kwijt in het kaartjes maken. Elke maandagmiddag komen we met acht dames bijeen om ons hierin uit te leven. Ik heb jarenlang in de helaas ter ziele gegane Vereniging van Huisvrouwen gezeten hier in Bedum waaronder de laatste vijf jaar in het bestuur.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Dat zijn er diverse. Ik heb genoten van mijn werktijd in Hotel ’t Gemeentehuis en geniet nu met volle teugen van mijn caravanhobby. En bij deze vraag hoort ook onze goede band met onze pleeg- en kleinkinderen want zo beschouw ik ze echt hoor. Ook kijk ik met veel plezier terug op de verhuizing van mijn ouders naar Alegunda. Ze hebben hier drie jaar lang een mooie tijd beleefd en ik heb ze zeer regelmatig bezocht. Ze zijn beiden oud geworden, 95 en 92 jaar om precies te zijn.
En de dieptepunten?
Dat we zelf geen kinderen hebben kunnen krijgen. We hebben nooit kunnen achterhalen waar dat precies aan gelegen heeft.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
De band die je met sommige hotelgasten opbouwde, daar kon ik zo van genieten. Met een vertegenwoordiger uit Brabant bijvoorbeeld die maandelijks incheckte in het hotel. Zeker ’s avonds na een borreltje kwamen de verhalen los en werd het steeds gezelliger. ‘We nemen er nog eentje en dan is het schluB hoor’. Op die manier lukte het vaak wel om de gasten met zachte hand naar huis of naar hun hotelkamer te krijgen.
Zo hadden we eens een ouder echtpaar te logeren die nog nooit op vakantie waren geweest. En toen werd die arme man ook nog eens ziek. Ik kon het niet nalaten om hun beddengoed extra te verschonen vlak voordat mijn diensttijd er op zat. ‘Het is hier net een bejaardentehuis’, zo zei mijn baas destijds die er de humor ook wel van in kon zien.
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Ik heb al in een helikopter, vliegtuig en in een zweefvliegtuig gezeten maar het meest geniet ik van een ballonvaart. Daar heb ik er al bijna tien van gemaakt en dat beschouw ik als een grote hobby. Als ik jonger was geweest dan had ik hiervoor zeker mijn papieren gehaald.
En we genieten van de concerten van Andre Rieu. Ook dit jaar gaan we in juli weer naar Het Vrijthof in Maastricht om te genieten van een optreden. Vaak combineren we dit met bezoeken aan onze pleegkinderen die in het zuiden wonen.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Aan de tijd dat ik in het UMCG heb gewerkt. Na een half jaar zat ik al overspannen thuis. Van huis uit was ik qua ziektes niets gewend en dan maak je maar zo van die heftige gevallen mee. Ik kan mij nog een werkbespreking herinneren waarin gezegd werd dat een jongen die net zo oud was als ik eerst naar huis moest maar daarna terug zou komen om in het ziekenhuis te sterven. Dat soort verhalen, daar ging ik veel te veel in op en ik kon het niet van mij afzetten. Ik was hier destijds helemaal nog niet klaar voor.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Een acht! Ik ben nooit (ernstig) ziek geweest, dat is een groot goed. Een niersteentje en een aanrijding op de Molenweg, dat was het wel qua ziekenhuisbezoeken.
Wilt u verder nog iets kwijt?
Geniet van het leven, dat doen wij ook. Al beseffen wij wel degelijk dat dit niet voor iedereen is weggelegd. We verkeren in de gelukkige omstandigheden dat we bijvoorbeeld rond Pasen mee kunnen doen aan een oldtimerbeurs in Noord-Holland. Iets waar ik mij nu al op kan verheugen. En Klaas zou ooit nog wel een reis langs de Rijn willen maken. Wie weet komt dat er binnenkort ook nog wel van. Allemaal dingen om naar uit te kijken…