Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Elisabeth Francisca Oldenhof is mijn volledige naam, roepnaam Lies. Je kunt vast horen dat ik van katholieke afkomst ben. Geboren op 14 januari 1959 in Heerenveen. Ik ben het oudste meisje uit een gezin met zes kinderen waarvan ik als derde op de wereld kwam. De meeste leden van mijn naaste familie zijn in Friesland blijven wonen. Mijn vader is een echte Fries geworden toen hij noodgedwongen in deze provincie moest onderduiken. Hij was wetenschapper en mijn moeder een boerendochter die in haar leven het nodige bestuurswerk heeft verricht. Zij runde het huishouden, wat dat betreft ben ik in een klassieke rolverdeling opgevoed. Beiden waren positief ingesteld en maatschappelijk betrokken.
Mijn studie fysiotherapie bracht mij op mijn 18e naar de mooie universiteitsstad Groningen, waar ik op kamers ging wonen. Op mijn 22e ging ik samenwonen in de wijk Lewenborg en op mijn 24e kocht ik een huis aan de Weersterweg in Stedum. Een beslissing waar ik nooit spijt van heb gehad. Mijn eerste baan vond ik in Loppersum en omdat ook Stedum aan het spoor ligt en er een huis te koop stond, maakte ik deze keus. Een kleine veertig jaar later woon ik er nog steeds.
Wat is uw burgerlijke staat?
Na een huwelijk van 31 jaar ben ik vorig september gescheiden. Een gegeven waar ik vrede mee heb, het is goed zo. Ik kan prima op mijzelf wonen en geniet van de vriendschappen en mijn familiebanden. Daarbij ben je in een hecht dorp als Stedum sowieso nooit alleen. Ik ken er veel mensen en er wordt veel georganiseerd.
Ik heb twee kinderen, een dochter van 32 en een zoon van 30. Beiden hebben een relatie en zijn prima terecht gekomen.
Wat is uw voormalig beroep?
Na de lagere school in Heerenveen, ging ik naar de katholieke middelbare school in Bolsward. Een leuke, progressieve school, inclusief internaat, waar veel georganiseerd werd. Ik volgde er op veertig kilometer van huis de VWO-opleiding. Een mooie plek om mijzelf te ontwikkelen. Mijn beste vriendin daar woonde in Noord-Holland. Ik zocht haar in de vakanties vaak op.
De gezondheidskant trok mij wel, mede ingegeven door het feit dat mijn oma reuma had en ik haar in de weekenden wel verzorgde. Op mijn 18e ging ik op het HBO in Groningen fysiotherapie studeren. Een opleiding van vier jaar en dat trok mij meer dan een zesjarige opleiding geneeskunde op de universiteit. Ik wilde al vroeg onafhankelijk zijn en mijzelf financieel kunnen bedruipen. Later heb ik wel allerlei vervolgstudies gedaan op het gebied van psychologie en bedrijfskunde.
Toen ik op mijn 22e klaar was met mijn studie, zag ik dat er bij een fysiopraktijk in Loppersum een vacature was. Een leuke plattelandspraktijk gericht op de inwoners van het dorp en de regio daaromheen. Ik solliciteerde succesvol en deed vervolgens in de volgende vijf jaar, door allerlei gesprekken met mijn cliënten, de nodige levenservaring op. Zo werd ik bijvoorbeeld ingeschakeld bij de behandeling van terminale kankerpatiënten om hun fysieke leed te verminderen.
Onder andere door de polsproblemen die ik kreeg – ik masseerde eigenlijk te stevig – maar ook omdat de automatisering mij wel trok, besloot ik na vijf jaar van baan te veranderen. Vertis in Veendam was op zoek naar nieuwe automatiseerders en ik heb mij laten omscholen om daarna bij hen in dienst te treden. In het begin was ik vaak bij AVEBE te vinden, waar ik, als enige vrouw, tussen zo’n zeshonderd mannelijke medewerkers in overall opereerde. Ik moest ze wegwijs maken in het werken met de computer en dat viel niet altijd mee. Sommige mensen waren analfabeet, andere hadden handen als kolenschoppen. Dat was lastig tikken.
Later trok ik verder het land in. Naar de Akzo in Arnhem bijvoorbeeld, maar ook richting de mergelindustrie in Limburg. Steevast ging dan mijn computer, die destijds nog zo’n 25 kg woog, mee in de kofferbak. Ik heb tot 1997 bij Vertis gewerkt, op het einde vaak in projectleiderfuncties. In 1997 zijn mijn toenmalige man en ik voor onszelf begonnen door automatiseringsbedrijf Perivert op te richten. We hadden kantoor aan huis, maar kregen klussen in heel Nederland.
In de zeven jaar die volgden, had ik een leuke tijd waarin de nodige nieuwe klantrelaties werden opgebouwd. Maar de marktontwikkelingen verslechterden en het leek mij ook wel leuk de onderwijskant op te gaan. Dat paste precies, want op de Hanzehogeschool in Groningen zochten ze iemand voor het avondonderwijs. Na een jaar kwam ik al in een managementfunctie terecht en ik werd teamleider onderwijsondersteuning. In 2013 volgde de stap naar Programmamanager Kenniscentrum Energie.
De laatste jaren zet ik mij vooral in als projectleider duurzaam ondernemen, vanuit het Univé-kantoor in Appingedam. Bij de Hanze leeft het idee dat studenten al in een eerdere fase van hun studie praktijkervaring op moeten doen. Ik begeleid deze studenten hierin en ga op zoek naar gerichte opdrachten. Een hele leuke functie.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Hoewel ik pas 63 jaar ben, voel ik mij al wel een beetje een pensionado. Dat komt mede omdat ik sinds februari van dit jaar ziek thuis zit. In maart was daar ineens de diagnose endeldarmkanker met de nodige behandelingen tot gevolg. Succesvol gelukkig, want ik ben schoon verklaard. Wel moet ik leren leven met een permanente stoma. Ik ben nu samen met mijn werkgever aan het uitzoeken hoe ik mijn laatste werkjaren goed in kan vullen. Sowieso wil ik nog graag tot mijn 65e blijven werken.
Maar door alle gebeurtenissen in het afgelopen jaar, ga je natuurlijk nadenken over hoe nu verder. Ik heb familie in Zimbabwe wonen en vrienden in Valencia waar ik voor langere tijd wel heen zou kunnen. Dat zijn natuurlijk mooie opties om te onderzoeken. Tijdens mijn ziekteproces kreeg ik van mijn zoon zo’n moestuinpakket waardoor ik aan het tuinieren ben geslagen. Ook heel leuk om te doen.
Ik heb gedurende mijn hele leven het nodige vrijwilligerswerk gedaan. Zo ben ik bijvoorbeeld negen jaar voorzitter van de scouting hier in Stedum geweest en acht jaar voorzitter van Dorpsbelangen Stedum. Ik heb veertien jaar in de gemeenteraad van Loppersum gezeten en ben onder andere fractie- en commissievoorzitter geweest. Toen mijn kinderen nog naar school gingen, zat ik in de medezeggenschapsraad.
Ik heb altijd als motto gehad dat zolang je actief kunt zijn voor de samenleving je ook actief moet blijven. Wel was ik blij dat ik voordat ik ziek werd, alle vrijwilligersfuncties reeds had overgedragen en inmiddels ben ik voorzichtig weer begonnen bij de scouting. Samenwerken met anderen op het gebied van vrijwilligerswerk geeft veel voldoening én plezier. De Steemer Omloop, het uitwisselingsprogramma met de Duitse plaats Stedum, de aanleg van een survivalbaan en niet te vergeten de speelweek. Allemaal mooie projecten waarbij ik ‘aan de wieg heb mogen staan’. Toen ik stopte als raadslid werd ik Koninklijk onderscheiden. Dat voelt toch wel als een mooie erkenning voor al het vrijwilligerswerk waar ik trots op ben.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
De geboorte van mijn kinderen en de grote steun die ik van veel mensen heb mogen ervaren tijdens mijn periode van ziek zijn. Dan doet het voordeel van een uitgebreid netwerk zich gelden. En ik heb ook tal van sportieve hoogtepunten beleefd. Met de Fietsclub ‘Oet Steem’ bijvoorbeeld waarmee we de Mont Ventoux en de Stelvio beklommen. De bergsportcursus met mijn zoon in Oostenrijk was prachtig om te doen. Dat geldt ook voor een bezoek aan mijn dochter in de tijd dat ze in Moskou werkte.
En de dieptepunten?
Toch wel mijn kankerdiagnose en de constatering dat ik mijzelf een aantal jaren verwaarloosd had. De melding op zich kwam niet meer als een verrassing. Na een zoektocht op internet wist ik al hoe laat het was. Die verwaarlozing van mijzelf kwam door de nodige stress in mijn privésituatie. Mijn ex-man leidde vijftien jaar een dubbelleven waarbij hij er een relatie met een andere vrouw op na hield. In de coronaperiode kwam ik er achter dat er dingen niet klopten en ben ik op onderzoek uitgegaan.
De scheiding die vorig jaar volgde was goed en dus geen dieptepunt. Maar dat ik in de jaren voor mijn diagnose door alle stress niet goed voor mijzelf gezorgd heb, was misschien nog wel een groter dieptepunt dan toen de diagnose gesteld werd. Gelukkig kan ik nu weer vooruit kijken.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Ik denk dat je tussen de regels door genoeg bijzondere verhalen gehoord hebt. Kort samengevat komt het er op neer dat mijn leven tot dusver beslist niet saai geweest is. Maar er valt nog genoeg te ontdekken en ik geniet van vele goede mensen om mij heen.
Een leuke anekdote is nog dat we als Dorpsbelangen ter vermaak een avond organiseerden over historische lingerie met wijlen Herman Boeije. Het bleek toevallig in de week van de lingerie te zijn, en zo kregen we telefoon van SBS6 over dit bijzondere evenement in Stedum. De bovenzaal van café Het Oude Raedhuys zat voor het eerst vol, bij een bijeenkomst van Dorpsbelangen. Maar de mensen die dachten dat er iets te zien zou zijn waren teleurgesteld. Historische lingerie bedekt veel, in tijden zonder centrale verwarming. Het leerde ons wel mensen te trekken….
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Een tijdje loskomen van deze mooie Groninger plek door tijdelijk in Spanje of Frankrijk te gaan wonen. Of een mooie fietstocht maken door Spanje. Ik zou kortom graag het avontuur op willen zoeken.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Nergens van, spijt is een zinloos iets. Ik heb nooit de makkelijkste weg gekozen. Dat heeft uiteindelijk tot een rijk leven geleid van waaruit ik nu goed verder kan.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Dat vind ik een lastige vraag. Een acht vind ik eigenlijk te laag maar dat vinden de lezers misschien gezien de context van dit verhaal wel raar. Laat ik het zo stellen, ik heb er vertrouwen in dat ik van mijn leven weer een negen kan maken.
Wilt u verder nog iets kwijt?
Betekenisvol zijn voor een ander heeft ook een betekenis voor jezelf. Het geeft een mooie invulling aan je leven!