Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

Dorien Herder, Mijn liefde voor het spel met de kale nel

Als iemand vraagt waar ze mij ’s nachts voor wakker mogen maken, zeg ik zonder twijfel: een potje klaverjassen! Er heeft nog nooit iemand naast mijn bed gestaan die mijn nachtrust er echt voor verstoorde, maar het aanbod blijft staan want ik ben zo dol op dat spel.

Het moet in de zomer van 1998 of 1999 zijn geweest. We waren met mijn ouders en m’n zusje Anna op vakantie in Frankrijk, ik was een jaar of 10 en Anna moet dan 7 zijn geweest. Het was de allereerste avond: na een hele dag in de auto stond de tent, we hadden een duik in het zwembad genomen en na het eten kwamen de speelkaarten op (de kleine uitklapbare) tafel. “Het wordt nu weleens tijd dat jullie leren klaverjassen!”

We zagen mijn ouders regelmatig met vrienden of ooms en tantes een kaartje leggen en vonden dat best interessant, maar we snapten er ook weinig van. Troef? Roem? Het stuk? Maar m’n ouders legden alle regels stuk voor stuk uit: regel nummer 1 is kleur bekennen, als de slag aan je maat ligt hoef je niet te troeven, drie op een rij is 20 punten extra, vrouw + heer van troef ook.

Als je het spel niet kent, gaat het je vast duizelen. Wees gerust: dit lijkt mij niet de plek voor een spoedcursus Klaverjassen. Maar aan het einde van die vakantie hadden we een heleboel potjes gespeeld en het spel al behoorlijk onder de knie.

Ik verdenk mijn ouders er trouwens stiekem weleens van dat ze twee kinderen hebben en niet één of drie, omdat je voor klaverjassen met z’n vieren moet zijn (voor de leukste versie). Mijn moeder komt uit een groot gezin en iedere zondag nadat ze met z’n allen naar de kerk waren geweest, fietsten ze terug naar de boerderij en kwamen daar de kaarten op tafel. En met acht kinderen waren er altijd genoeg spelers voor zelfs twee Klaverjastafels!

Die zondagmiddagtraditie hielden wij er ook in. Ook na de vakantie verzamelden we ons wekelijks met z’n vieren om de tafel om een boompje te spelen (zo noem je 16 potjes bij het klaverjassen). Nu zijn er mensen die ontzettend goed tegen hun verlies kunnen en er zijn anderen die dat absoluut niet kunnen. Wij vallen onder die laatste categorie. Het gebeurde dan ook weleens dat de kaarten uit pure frustratie door de kamer vlogen.

Op de middelbare school kwam ik erachter dat ik een paar klasgenootjes had die het spel ook kenden. En dus kwamen we regelmatig in de kantine bij elkaar tijdens de pauze of in een tussenuur om een kaartje te leggen. Andere leerlingen vonden het maar een ouwelullenspel, maar wij waren er dol op.

Toen ik 17 was ging ik vakantiewerk doen op camping Tussen de Diepen in Blokzijl. En daar maakte ik kennis met het fenomeen Klaverjasclub. Iedere donderdagavond kwamen de leden bij elkaar en ze waren altijd wel op zoek naar nieuwe aanwas. Natúúrlijk meldde ik mij aan om mee te doen. En daar heb ik pas echt leren klaverjassen.

Bij ons thuis mocht je nog weleens een kaart terugpakken als je een foutje had gemaakt (nu niet meer trouwens), maar daar niet. Het was echt hard tegen hard. Je mocht vooral niet te lang nadenken en foutjes werden genadeloos afgestraft. Want het ging die avonden wel om heuse vleesprijzen.

Voor de winnaar lag er bijvoorbeeld een rollade of een pakket met worstjes klaar, de verliezer ging niet naar huis met een rode lantaarn, maar met een leverworst. Ik kan me herinneren dat ik een van de eerste avonden de leverworst meekreeg, maar ook dat ik me niet liet kennen en aan het einde van die zomer zelfs een keer tweede werd. Ik vond het spel alleen nog maar leuker!

Toen mijn vriend Ron ruim twaalf jaar geleden werd geïntroduceerd in Huize Herder was het dan ook niet de vraag óf hij zou leren klaverjassen, maar meer: wanneer? Hij was gelukkig gelijk verkocht en al snel leerden we het ook zijn hele vriendengroep, waardoor we niet alleen in Westeremden konden kaarten, maar ook in zijn studentenhuis in de stad.

Als er ’s ochtends een emoji van een boompje in de whatsappgroep werd gegooid, ging er ’s avonds geklaverjast worden. En al klaverjas ik tegenwoordig lang niet meer zoveel dan ik eigenlijk zou willen, nog steeds word ik blij van dit spel. Het is elke keer weer anders.

En mocht je op de titel van deze column hebben geklikt en denken: wat is in hemelsnaam een kale nel? Klinkt een stuk spannender dan het is, maar dan heb je van troef alleen de 9 (de nel) in handen. En geloof me, dat wil je niet.

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69