Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Mijn volledige naam luidt Frederik Albert Bouland maar iedereen kent mij als Freddie. Ik ben op 18 april 1957 geboren in Groningen waar mijn ouders op het Schuitendiep een eigen woonboot hadden. Mijn vader was schipper en heeft zelfs nog op de grote vaart gezeten. Later werd hij vooral binnenvaartschipper. Ik heb nog een broer die anderhalf jaar ouder is dan ik, hij woont in Ten Boer. En anderhalf jaar na mij, is mijn zusje geboren. Zij is echter enige dagen na de bevalling overleden.
Zelf heb ik op driejarige leeftijd mijn nek gebroken toen ik van de boottrap viel. Met als gevolg dat ik door mijn opa en oma opgevoed ben. Zij woonden eerst in Rotterdam, daarna in Amsterdam en vervolgens verkasten ze naar Farmsum. Daar ben ik bijna twee keer onder het ijs ‘verzopen’. Toen ik zeven jaar was, verhuisde ik met ze mee naar Groningen. Daar heb ik op veel verschillende plekken gewoond. In de Indische buurt, vlakbij de hoerenbuurt en relatief lang in de Oosterparkwijk. Op mijn 21e kocht ik een woonboot voor mijzelf.
Na nog de nodige omzwervingen in Groningen te hebben gemaakt, verhuisde ik in 1996 met mijn nieuwe partner naar Onderdendam. Daar stond aan de Achterweg een mooi huisje te koop en door op zondag contact op te nemen met makelaar Bé Dijk lukte het ons om dit huis te kopen. We konden ook een groot stuk grond plus garage tegenover het huis overnemen en dat paste mij prima want ik mocht toen al graag aan allerlei auto’s sleutelen.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben op 5 maart 2007 getrouwd met Daisy. We schelen qua leeftijd dik elf jaar en ik zag haar voor het eerst toen ze drie jaar was. Mijn ouders hadden namelijk in het Stadspark een zomerhuisje vlakbij waar ze woonde. Haar moeder schold mij vroeger regelmatig uit omdat ik allerlei kattenkwaad uithaalde. Toen Daisy een jaar of achttien was, zag ik haar weer. En toen ik bij mijn ex wegging heb ik haar meegeholpen met het opknappen van haar eerste woning. Dit was in 1993. En van het één kwam het ander.
Met mijn eerste partner heb ik een dochter gekregen. Petra is 39 jaar en woont in Wolvega. Met Daisy heb ik twee kinderen gekregen. Zoon Chico is 26 en woont in Groningen. Dochter Naomi is 24 en woont in Middelstum, ‘dai ploagt buurman Mayko af en tou’. Kleinzoon Vince, van dochter Petra, is inmiddels al weer zes jaar en komt hier af en toe logeren.
Wat is uw voormalig beroep?
Je hebt inmiddels vast wel meegekregen dat ik op veel verschillende lagere scholen heb gezeten. Dat kwam mijn leerprestaties niet ten goede. In Groningen heb ik een jaar op de MAVO gezeten maar dat was het niet. Gevolgd door twee jaar LTS richting de metaal- en houtkant. Eigenlijk wilde ik automonteur worden maar dat is er nooit van gekomen. Want na twee jaar LTS was ik er echt wel zat van en zo verliet ik school op 15-jarige leeftijd zonder diploma. ‘Doe gaist nait toes zitt’n, moar waarken!’, was vervolgens het korte commentaar van oma.
En zo gezegd, zo gedaan. Ik ben eerst zo’n tien jaar glazenwasser geweest en werkte voor diverse bazen. Daarna wilde ik wel wat anders en zo heb ik bijvoorbeeld diverse baantjes gehad in de Eemshaven en Zoutkamp. In 1986 ben ik bij een bedrijf terecht gekomen dat gespecialiseerd was in stand-/beurzenbouw. De daarop volgende vijf jaar was ik bijna nooit meer thuis te vinden. Zeven dagen werken en dan twaalf uur op een dag was in die branche heel gewoon. Ik was ook vaak in het buitenland aan het werk.
Na vijf jaar hield ik dit werk voor gezien. Ik ging in de parketvloeren voor het bedrijf Smant, gevestigd aan de Damsterdiep. Vervolgens heb ik mij bij het Centrum Vakopleiding om laten scholen tot timmerman. Ik keerde één jaar lang, vijf dagen in de week, terug naar de schoolbanken en zat bij leerlingen van 19, 20 jaar in de klas. Ik heb een leraar die mij begon te commanderen wel eens toegebeten dat ik ‘gain klain jonkje’ was en dat werd door mijn klasgenoten meer gewaardeerd dan door het lerarenkorps.
Vervolgens ging ik bij Bouwbedrijf Arends in Bedum aan het werk en daarna volgde Kooi in Appingedam. Lang heb ik dit niet volgehouden want ik kreeg last van de pokkel en ben in de ziektewet beland. Het was wederom tijd om de werkbakens te verzetten en in 2004 ben ik taxichauffeur geworden bij het personenvervoer in Groningen. Nu, zeventien jaar later, ben ik nog steeds taxichauffeur. En wel bij Doornbosch in Assen waar ik een 0-urencontract heb.
Dat bevalt prima hoor, ik maak mijn uren wel. Tegenwoordig breng ik vaak kinderen met een rugzakje naar school. Maar ook komt het voor dat ik uitgeprocedeerde asielzoekers naar Schiphol moet brengen. Heel gevarieerd werk dus wat mij door heel Nederland brengt. Vaak krijg ik een week van te voren mijn rittenschema door. Dit vind ik leuk werk om te doen, ook door de contacten met de mensen die ik moet vervoeren.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Ik moet nog tot april 2024, dan ben ik 67. Ik sluit niet uit dat ik ook na mijn pensionering blijf werken maar dan in het leerlingenvervoer met korte ritjes. Dat ik ze ’s morgens weg moet brengen en ’s middags weer op kan halen bijvoorbeeld. Zo blijf ik mooi nog een beetje in het ritme.
Ik denk niet dat ik me na mijn pensionering ga vervelen. Oldtimers opknappen is mijn grote hobby. Toen ik enige jaren geleden alle voertuigen verkocht had, begon het op den duur toch wel weer te kriebelen. Hier staat geen tijdsdruk op hoor. Ik ga alleen de schuur in als de zin er echt is en ben zo maanden met één auto bezig.
Verder mag ik graag een avondje voor de buis hangen. Vroeger was ik wat sportiever, ik deed aan karate en kickbocksen. Maar dat is lang geleden. Ik word tegenwoordig regelmatig voor allerlei klusjes gevraagd en ben nooit te beroerd om mensen mee te helpen, mocht dit zo uitkomen.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Dat ik Daisy ontmoet heb en de geboorte van mijn kinderen en kleinzoon Vince. Mijn gezin betekent alles voor mij, wie daar aankomt wordt wakker ‘met een slange in neus’. Nee, de aankoop van dit huis beschouw ik niet als hoogtepunt. Al zou ik naar Appelkuttenveen moeten verhuizen, dat maakt mij niet zoveel uit. Voor mijn werk heb ik ooit de kans gehad om naar Aruba te verhuizen maar daar wilde Daisy niet aan.
En de dieptepunten?
Mijn jeugd was kut, om het maar eens grof te zeggen. Ik had niet zo’n goede band met mijn ouders. Later ben ik wel weer bij ze op bezoek geweest hoor, het blijven toch je ouders.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Kun jij je de paspoortroof in Groningen nog herinneren, uitgevoerd door de Rote Armee Fraktion? Dat moet eind jaren tachtig geweest zijn toen er een overval op het gemeentehuis plaatsvond en terroristen over de balie vlogen om paspoorten te stelen. Ik kan mij het nog heel goed herinneren want ik stond in de rij te wachten voor een paspoort. En niet alleen dat, ik heb zelfs een pistool tegen het hoofd gedrukt gekregen. Dat vergeet je natuurlijk nooit meer. Het was ook nog eens hartstikke druk want het was in de KEI-week.
Ik ben toen door de politie gevraagd om een verklaring af te leggen. Dat kon op het bureau aan de Radermarkt. Toen ik daar aankwam, stond de politie zelfs op het dak van het gebouw om de omgeving in de gaten te houden. Mijn broer is op den duur poolshoogte gaan nemen waar ik bleef en zag toen allemaal politie staan. Later hebben ze die gasten gelukkig op weten te pakken. In hun auto lagen allemaal mitrailleurs.
En het ongeluk van mijn zoon Chico zal ik ook niet licht vergeten. Hij belde mij zelf op toen het gebeurd was. Ik er heen dus, ik was er voor de hulpdiensten aan. Zijn auto lag helemaal gekreukeld om een boom heen. Men kon hem niet uit de auto krijgen omdat zijn been klem zat. Dan sta je machteloos toe te kijken. Robert Swijghuizen heeft toen nog de hele tijd het infuus vastgehouden. Het had er alle schijn van dat Chico zijn been ter plekke geamputeerd moest worden om hem uit het wrak te krijgen.
Gelukkig viel het voorstel van de brandweercommandant om de auto voorzichtig van de boom te trekken in goede aarde. Daardoor konden ze hem bevrijden. Het heeft al met al twee jaar geduurd voordat hij weer enigszins op de been was. Dat kwam doordat er een infectie bijkwam. We hebben hem al die tijd grotendeels thuis verzorgd. Anders had hij naar een verzorgingstehuis gemoeten. Wat een heftige periode toch, als je er nu zo aan terugdenkt.
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Wanneer het financieel haalbaar is, zou ik nog wel een camper aan willen schaffen. En dan maar kijken waar we terechtkomen. We hebben tien jaar een stacaravan aan het Ronostrand gehad maar die hebben we verkocht. We zijn beiden geen vakantiegangers maar er met een camper op uit trekken, dat lijkt mij toch wel wat.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Ik was vroeger best wel een boefje, vol met stadse fratsen. En ik ging ook niet met lieverdjes om. Ik denk dat ik heel veel geluk heb gehad dat ik Daisy heb leren kennen en dat we in Onderdendam terecht zijn gekomen. Hier moesten ze wel even aan mij wennen hoor en dat gold andersom ook. Kameraden van mij zijn door drugsgebruik minder goed terechtgekomen. Eén is zelfs vermoord.
We gingen in mijn jonge jaren regelmatig met ongeveer vijftig man op stap. Daarbij hield ik wel van een robbertje straatvechten. Maar steeds vaker had ik zoiets van ‘dit komt nait goud’. Gelukkig heb ik die tijd definitief achter mij gelaten.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Ik heb geen leuke jeugd gehad maar die jeugd heeft mij wel gevormd. Mijn opa kon ook streng zijn, dan kreeg ik er weer ‘aine met de rieme’. Hij was vroeger zelf ook een straatvechtertje. Maar toch ga ik voor een dikke voldoende hoor. Ik heb heel wat van de wereld gezien tot aan de Cote d’Azur, Monaco en Ibiza aan toe. We sliepen dan in de duurste hotels die toebehoorden aan onze opdrachtgevers.
Wilt u verder nog iets kwijt?
‘Eerlijk wezen en recht voor de raap zijn’. Ik zeg zelf ook altijd waar het op staat.