Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Mijn volledige naam luidt Egbert Jakob Zigterman, roepnaam Bert. Ik ben op 18 mei 1960 geboren aan de Heemweg in Westerwijtwerd, tegenover de brug. Als oudste zoon van Jantinus en Annie Zigterman. Mijn twee jaar jongere broer Jaap is naar Canada geëmigreerd, zus Thea woont in Grijpskerk. Mijn vader was eerst timmerman in Westerwijtwerd bij Ite van Dijken en werd later gemeentetimmerman in Middelstum. Door een tragisch ongeval overleed hij op 31-jarige leeftijd. Mijn moeder is in 1977 hertrouwd met Simon Honderd. Alexander en Reinier Honderd zijn dus mijn twee halfbroers.
Na mijn school afgerond te hebben, ben ik in militaire dienst gegaan en daarna bij Defensie gebleven. Ik heb nog anderhalf jaar in Roodeschool gewoond en verhuisde toen ik een jaar of 25 was naar Coevorden. Daar ben ik nog één keer verhuisd om in 2003 in Stadskanaal neer te strijken. Dat bevalt prima. We wonen aan de ‘Borgerkantrand’, ongeveer tien minuten lopen vanaf het centrum.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben in 1995 hertrouwd met Ellen van der Zande. Zij kende mij al van de tijd dat ik met mijn ex, waar zij vroeger nog bij in de klas heeft gezeten, tegenover haar woonde. Zelf kan ik mij daar weinig van herinneren. Wel dat ik haar in 1992 in Café Het Geveltje in Coevorden heb leren kennen. Drie jaar later zijn we getrouwd.
Ellen had al een zoon, Martyn genaamd. Hij heeft drie kinderen waardoor ik inmiddels ‘semiopa’ ben. Zelf heb ik met Ellen drie kinderen gekregen. Jasper Jantinus is 26 jaar en woont in Groningen waar hij als laborant werkt. De tweeling Daan en Marloes werden twee jaar later geboren. Daan is militair in Havelte en is ’s weekends, net als Jasper, vaak bij ons te vinden. Marloes is net als Ellen verzorgende i.g. en woont in Musselkanaal.
Wat is uw voormalig beroep?
De lagere school heb ik in Middelstum doorlopen en daarna ben ik naar de MAVO gegaan. Beide scholen zaten toen nog in het gebouw aan de Zuiderstraat. Ik was 18 jaar toen ik mijn diploma haalde. In mijn jonge jeugdjaren was ik vaak bij boer Van Os in Westeremden te vinden. Ik verdiende dan een zakcentje bij met bijvoorbeeld het bieten rooien. Daar komt misschien ook mijn vroegere uitspraak vandaan dat ik soldaat of boer wilde worden.
Ik moest op mijn 18e eerst in militaire dienst. Het was in die bizarre winter van 1979 toen ik mij bij de Koninklijke Luchtmacht bij de Limos-kazerne in Nijmegen moest melden. Ik bracht vervolgens mijn parate tijd op de vliegbasis in Leeuwarden door. In die tijd kwam daar net de eerste F16 binnen die de Starfighter als straaljager moest vervangen.
Het ging mij goed naar de zin in het leger en daarom besloot ik om bij te tekenen. Eind april 1980 zwaaide ik af bij de luchtmacht om vervolgens mijn weg te vervolgen bij de landmacht. Ik ging voor twee maanden naar de Opleiding tot Technische Specialisatie in Appingedam. Gevolgd door twee maanden vrachtwagenrijopleiding in Grave. Daar heb ik al mijn rijbewijzen gehaald die ik later op het gemeentehuis gewoon over kon laten zetten. Na vier maanden wielmonteuropleiding in Utrecht volgden nog drie maanden als aspirant-monteur in Havelte.
Ik wilde graag als monteur ergens in het noorden geplaatst worden maar op die drie kazernes was er geen plek voor mij. Ik heb toen bij mijn pelotonsluitenant geïnformeerd wat wel kon en hij gaf aan dat ze in het Duitse Seedorf nog rupsmonteurs nodig hadden. Dat leek mij wel wat en ik heb hiervoor twee maand een specialistische opleiding in Soesterberg gevolgd. Tot en met april ’85 ben ik vervolgens rupsmonteur gebleven in Duitsland.
Een prachtige tijd en ik was het leger nog lang niet zat. Met als gevolg dat ik als ‘burger’ mijn weg vervolgd heb bij Defensie. Ik kon in Coevorden terecht waar op dat moment een van de vele NAVO-depots gebouwd werd. De volgende 17 jaar was ik druk in de weer om de veelal Amerikaanse legervoertuigen in goede staat te houden. In 2002 was het voor deze USA Army depot over en uit. De Koninklijke Landmacht nam het materiaal over. Door een reorganisatie kreeg ik de kans om bij de Burgergroep van de Luchtmobiele Brigade in Assen te gaan werken. Dat heb ik zes jaar, van 2006 tot 2012, gedaan.
Toen bracht wederom een reorganisatie mijn naar het MOB-complex Oudemolen, gelegen vlakbij Zuidlaren. Daar zou tot 2019 uitgeschreven militair materaiaal worden opgeslagen. Bijvoorbeeld de laatste 100 Leopard-tanks die later verkocht werden aan Finland. Ik moest ze dus rijklaar maken zodat ze die kant op konden. Ik wist dat er op 1 januari 2020 een eind zou komen aan deze klus. Maar ik ben nog 18 maand doorbetaald en heb in die tijd ook allerlei cursussen gevolgd. Zo heb ik bijvoorbeeld mijn papieren voor e-bike reparatie gehaald.
Inmiddels heb ik een aantal keren proefgedraaid bij Beens Transport Stadskanaal. Ik ben een aantal keren met iemand meegereden tijdens het broodtransport van Bakker Borgesius die onder andere door het hele land brood aflevert bij de AH-vestigingen. Het ging mij best naar de zin en na een goed gesprek met de directeur kan ik de komende maanden in de aardappelcampagne meerijden. En zo komt er dus een eind aan mijn Defensieavonturen. Ik heb er bijna 42 jaar met veel plezier gewerkt. Rondrijden op die grote voertuigen op het terrein, ik mocht het heel graag doen. Zo raar is dan de overstap naar een baan als vrachtwagenchauffeur ook niet.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Ik zou graag nog een jaar of vijf, zes als vrachtwagenchauffeur blijven werken. Ik ben nog te jong om hele dagen bij huis te zitten en Ellen is nog aan het werk. Ook na mijn pensionering zal ik mij niet vervelen hoor. Ik heb namelijk een voorliefde voor de aanschaf en het eventueel ombouwen van legergroene voertuigen. Dat is begin jaren negentig begonnen met een Dodge. Maar ook een DAF 126, een Volvo 6 x 6 en een REO Amerikaan zijn omgebouwd tot camper. In de garage staat ook nog een Laro en daar staat ook de jeep van zoon Jasper.
De meest recente aanwinst is een oude, gele Mercedes ambulance die nog afkomstig is uit de Duitse legertijd. Ook deze is omgebouwd tot camper en hier hebben we deze zomer nog mee op de camperplaats in Westerwijtwerd gestaan. Ik trek er dan ook graag met Ellen op uit. Schiermonnikoog is sinds jaar en dag een van onze lievelingsplekjes. Verder zijn we graag en vaak bezig in onze (bloemen)tuin.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Als eerste wil ik de geboorte van onze kinderen noemen. En, naast onze eigen trouwdag, beschouw ik de bruiloft van mijn moeder met Simon Honderd ook als een heel bijzonder moment. Niet iedereen krijgt de kans om zijn eigen moeder te zien trouwen.
En de dieptepunten?
Het tragische ongeval van mijn vader beschouw ik als grootste dieptepunt uit het leven. Hoe jong ik ook was toen het gebeurde, zes jaar oud, ik heb nog heel veel herinneringen uit die tijd. Mijn vader is in 1967 met zo’n Agria-karretje in het Boterdiep beland doordat een rad van dit voertuig afgebroken is. Zijn medepassagier kon er nog net op tijd vanaf springen maar mijn vader is onder de kar terechtgekomen en verdronken.
Daar doe je niets aan maar het is wel een gegeven waar je mee moet leren leven. De herinneringen blijven en komen de laatste tijd juist vaker terug. Ook mooie herinneringen hoor zoals toen we tijdens de verhuizing van Westerwijtwerd naar Middelstum met zo’n fietskar in de sloot zijn beland. Ook het overlijden van mijn moeder, na een kort maar hevig ziekbed, Simon, mijn schoonvader en enige collega’s zijn dieptepunten waar ik niet omheen kan.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Ik kan zoveel jeugdherinneringen opdiepen als het moet, zowel uit Westerwijtwerd als Middelstum. Zo werkte mijn vader om een extra zakcentje te verdienen wel mee op het land van boer Paap, bij het koren snijden bijvoorbeeld. En daarbij mocht ik hem ook wel meehelpen. Toen ik op een dag bij hem aangaf dat ik erge honger had, antwoordde hij: ‘Goa moar noar vraauw Paap veur een plak stoet!’
Zo gezegd, zo gedaan. Ik kreeg een boterham met bruine suiker van haar maar daarbij ook de mededeling dat het niet gebruikelijk was om op deze manier bij haar aan te bellen. Ik weet niet of mijn vader dat ook wist en of dit dus een grap van hem geweest is. Maar het broodje smaakte er niet minder lekker om.
Met een van de jongens van Hofman haalde ik ook uit altijd rare fratsen uit. Zo heb ik eens een muts over mijn hoofd getrokken en ben op deze manier, niets ziend inderdaad, gaan wandelen. Op klompen nog wel en daarmee ben ik in de Wietwerdermoar beland en bienoa verzop’n. Mijn moeder schrok zich een ongeluk en heeft mij samen met een andere vrouw weer aan wal weten te krijgen….
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Met Ellen naar Canada gaan om daar mijn broer Jaap en schoonzus Greet te bezoeken. Ook een bezoek aan de Noordkaap staat op ons verlanglijstje.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Eigenlijk nergens van, ik heb alle keuzes bewust gemaakt. Daarbij sta ik vrij gemakkelijk in het leven, misschien wel eens te makkelijk.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Een 7,5! Dat is voor mij een hoog cijfer hoor. Als mijn ouders er nog waren geweest dan zou ik voor een 8,5 zijn gegaan wat voor mij hetzelfde is als een tien. Ik heb alles gedaan in het leven wat ik zou willen doen en ben dik tevreden. Ik ben trots op de kinderen en op alles wat we samen opgebouwd hebben.
Wilt u verder nog iets kwijt?
Het leven gaat mij eigenlijk veel te snel. Ik weet nog dat er in mijn jonge jeugd in Westerwijtwerd één boer was die een trekker had. En moet je nu eens kijken wat we allemaal hebben. Het was de tijd dat je vader nog met de boodschappen langskwam. Er is veel veranderd in die zestig jaar. Wat dat betreft vind ik de huidige maatschappij veel te gejaagd. Ik mis de oude spullen en tradities van vroeger wel eens.
En wat ik ook nog leuk vind om te benoemen is dat mijn vader samen met Piet en Janske van Dijken de Music Boys opgericht heeft dik zestig jaar geleden. Ik kan mij nog herinneren dat ze bij ons thuis aan het repeteren waren. Ook een mooie herinnering aan mijn pa inderdaad…..