Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Mijn volledige naam is een indrukwekkende: Johannes Gerke Jacob Rensema, roepnaam Joop. Ik ben op 15 april 1959 geboren in Delfzijl. Als jongste kind uit een gezin van drie. Mijn twee oudere zussen zijn helaas al overleden. Net als mijn moeder veel te vroeg. Ik kom uit een arbeidersgezin. Mijn vader verkaste na de scheiding naar het westen waar hij bij de Hoogovens in IJmuiden ging werken.
Ik heb tot mijn 3e in Delfzijl gewoond en daarna volgden drie jaar Appingedam. Toen mijn ouders gingen scheiden, werd ik eerst in een kindertehuis in Groningen geplaatst en daarna in Assen. Ik was destijds zes jaar. Dit kwam doordat mijn moeder ernstig ziek was en niet meer voor mij kon zorgen. Een heftige tijd inderdaad. Na mijn 18e heb ik in Groningen, Winsum en Wehe-den Hoorn gewoond. Toen ik mijn vrouw leerde kennen, zijn we naar Groningen verhuisd. Eerst aan de Van Ketwich Verschuurlaan en inmiddels wonen we al weer bijna dertig jaar aan de Willem Dreesstraat. Dat bevalt prima, ik wil hier nooit meer weg. We hebben het huis verbouwd en hoewel we vlakbij twee snelwegen wonen, hoor je daar bijna niets van.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben op 30 juni 1995 getrouwd met Willeke Stiekema die oorspronkelijk uit Kloosterburen komt. Ik heb haar leren kennen toen een kameraad mij destijds meenam naar het klaverjassen in de kroeg in Kloosterburen. Daar was zij ook en werd het eerste contact gelegd. Later kwam ik haar weer tegen op de ‘Baistemaart’ in Winsum en toen kwamen de vervolgafspraakjes.
Dit leidde in 1998 tot de geboorte van onze eerste dochter Larissa. Zij is 23 jaar en woont inmiddels met haar vriend in Oldenzaal waar ze een kantoorbaan heeft bij een kabelbedrijf. Marit is in 2004 geboren en woont nog thuis. Zij leert voor doktersassistente.
Wat is uw voormalig beroep?
Na de lagere school ben ik naar de LTS in Assen gegaan. Ik wilde graag metaalbewerker worden maar uiteindelijk ben ik als chauffeur letterlijk en figuurlijk in de metaal beland. Ik weet eigenlijk niet eens meer wanneer ik van school gegaan ben, het was een rare tijd. Helaas wel zonder diploma want ik ben op één tiende punt gezakt. Als de 9,9 op Engels een 10 was geweest dan was het dus gelukt. Ik had geen zin in een herkansing en besloot aan het werk te gaan.
Op mijn 18e ben ik vanuit het opvangtehuis op mijzelf gaan wonen. En ik moest natuurlijk werk zien te vinden. Ik besloot mijzelf aan te melden bij Philips, die zaten toen in Groningen daar waar nu de IKEA zit. Zij hadden wel een baantje voor mij. En zo zette ik in de tien jaar erna koffiezetapparaten, stoomstrijkijzers en spiesgrillen in elkaar. Dit was veelal lopendebandwerk.
Daarna volgde een periode van uitzendwerk, veelal als heftruckchauffeur. Dan was ik weer enige maanden aan het werk, dan zat ik weer een tijdje thuis. Zo heb ik bijvoorbeeld een poosje voor de DOMO in Bedum gewerkt. Dit ging zo door tot 1993. Toen werd ik taxichauffeur in het ziekenvervoer. Op zich niets mis mee maar dat hield ook in dat je nachtdiensten moest draaien. Al met al heb ik dat werk vijf jaar gedaan.
Op 1 januari 1998 kwam hier verandering in. Mijn schoonzusje Karin werkt bij de Dienst Uitvoering Onderwijs, DUO inderdaad toen nog IB-groep geheten, en ik had al eens tegen haar gezegd dat ze aan mij moest denken wanneer de toenmalige directiechauffeur weg zou gaan. Twee weken later was het al zover en Karin heeft mij meegeholpen om een sollicitatiebrief op te stellen. Met succes want ik werd aangenomen!
En deze baan als directiechauffeur is helemaal geknipt voor mij. Ik werk gemiddeld zo’n 36 uur in de week maar wanneer vergaderingen of besprekingen uitlopen dan kan dat ook flink oplopen. Ik ben wel eens om 07.00 uur van huis gegaan om vervolgens ’s nachts om 02.30 uur terug te keren. Mijn langste wachttijd ooit op een dag was 13 uur. Officieel werk ik volgens de 2-3 regeling waarbij ik de ene week twee dagen en de week erop drie dagen ingepland wordt. Toen ik 57 jaar werd, kon ik een pasdag aanvragen. Hier heb ik gebruik van gemaakt. Je levert dan wat loon in maar krijgt er meer vrije tijd voor terug.
Ik vind dat ik prachtig werk heb. In de bijna 25 jaar dat ik bij DUO werk, heb ik zeven verschillende directeuren vervoerd. In het begin heette de hoogste baas nog hoofddirecteur, nu is dat directeur-generaal (d.g.) geworden. Wanneer je zo lang met elkaar in de auto zit, bouw je vanzelf een band op. Ik rijd ze overal heen. Vaak naar Den Haag en dan kan ik de auto in de parkeergarage onder het Ministerie van Onderwijs zetten. In dit gebouw is een speciale ruimte gecreëerd waar meer chauffeurs hun wachttijd doorbrengen. Je praat dan wat met elkaar of kijkt een filmpje. Een enkele keer ga ik de stad in. Zo kom ik ook wel in Amsterdam, Leiden, Utrecht, Zwolle tot in Brussel aan toe.
Langzamerhand komt het chauffeurwerk gelukkig weer wat los. Want ik heb door alle coronaperikelen maanden thuis gezeten. Ik werd wel gewoon doorbetaald maar ben veel liever aan het werk. Daarbij neem ik de soms lange wacht- of filetijden voor lief. Wanneer de directeur aangeeft liever niet voor 07.00 uur in de auto te stappen, weet je dat je vanzelf in de file terechtkomt wanneer je naar het westen moet.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Van een pensionering is gelukkig nog geen sprake. Ik ga tot het eind toe door wanneer mijn gezondheid dat toelaat en neem daarna misschien wel een koeriersbaantje. Ik vind het heerlijk om bij de weg te zitten en moet er nog niet aan denken om helemaal met werken te stoppen. Ik heb van mijn hobby mijn werk weten te maken.
Verder heb ik mij bekwaamd in de fotografie. In de voetbalfotografie wel te verstaan. Vroeger was ik ook ‘macrofotograaf’ en fotografeerde insecten. Tegenwoordig sta ik wekelijks langs de lijn te fotograferen bij de dames van EKC 1 en 2 waar veel bekenden van ons spelen. Deze foto’s, soms wel 200, bewerk ik dan en stuur ze de speelsters toe. Daarbij mag ik graag naar de Formule 1 kijken en darten met wat oud-collega’s. Dat laatste gebeurt vaak op de vrijdag met een biertje erbij. Ook ben ik een snookerfan. Regelmatig ga ik met wat collega’s naar Cue-Action op het Schuitendiep om een balletje te stoten.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Dat ik Willeke heb ontmoet. En de geboorte van mijn kinderen had ik voor geen goud willen missen. Daarbij heb ik bij DUO mijn droombaan gevonden.
En de dieptepunten?
Mijn jeugd was niet je van het. Mijn naaste familieleden zijn allemaal op jonge leeftijd overleden, veelal aan kanker. Mijn moeder bijvoorbeeld overleed op 45-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hersentumor. Op jonge leeftijd heb ik dus al de nodige klappers gehad. Des te meer geniet ik dan ook van de dingen die ik nu wel heb.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Over mijn werk kan ik niet zo veel vertellen. Ik heb zo’n zeven handtekeningen moeten zetten om mijn zwijg- en geheimhoudingsplicht te bekrachtigen. Maar wat misschien wel leuk is om te vermelden is dat ik, toen ik 60 werd, een oorkonde van DUO kreeg omdat ik er 1.000.000 dienstkilometers op had zitten. Daarbij benoemden ze mij ook nog eens tot erelid!
Het fotograferen bij de voetbalwedstrijden is natuurlijk allemaal hobbywerk maar het heeft mij wel een mooie jas opgeleverd met daarop de opdruk ‘Paparazzi’. Dat vond ik een mooi gebaar van de dames. Vaak ga ik met de auto heen maar ik heb ook een driewielscooter die mij overal snel en veilig heen kan brengen. Met mijn tweewielscooter ben ik namelijk wel eens onderuit gegaan met mijn dochter achterop. Zij had gelukkig niets maar mijn bovenarm bleek gebroken te zijn. Daardoor lukt de macrofotografie ook niet zo goed meer.
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Vliegen, daar waag ik mij niet aan maar ik mag wel heel graag op vakantie naar Italië gaan. We hebben vrienden in Toscane wonen, in Grosseto om precies te zien. In Toscane hebben we in Montepescali wel eens een vakantie bovenop een berg doorgebracht met een fantastisch uitzicht tot gevolg. Wie weet emigreren we nog wel eens die kant op. Of we schaffen een camper aan om langere tijd rond te toeren door bijvoorbeeld Noorwegen of Schotland. Wilde plannen genoeg dus…..
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Ik heb vroeger wel eens een dreun uitgedeeld toen ik een jaar of 16, 17 was. Daarover dacht ik de volgende dag wel eens van, dat had ik beter niet kunnen doen. Maar voor de rest zou ik het niet weten.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Een 10 is wel heel hoog maar ik ga voor een heel mooi cijfer. Noteer maar een 8,5.
Wilt u verder nog iets kwijt?
‘Het leven is hard en dan ga je dood!’. Dat klinkt wat pessimistisch en strookt niet helemaal met het antwoord op de vorige vraag maar ik wil er maar mee aangeven dat je bij de dag moet leven. En geniet van wat je hebt en de mensen om je heen…..