Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Mijn volledige naam luidt Cornelis (met een C) Bouma, roepnaam Kees (met een K). Ik ben geboren op 1 december 1956 in het ziekenhuis van Drachten. Ik heb nog twee zussen, één drie jaar ouder en een nakomertje die zeven jaar jonger is. Ik ben opgegroeid in Frieschepalen waar mijn ouders een veehouderij hadden. Ik wist echter al vroeg dat ik mijn vader niet op wilde volgen en hij stimuleerde mij ook om verder te leren. Uiteraard moest ik wel eens meehelpen op de boerderij, onder andere met het melken, maar veel liever was ik toen al met een voetbal bezig.
Ik heb tot mijn 23e, 24e thuis op de boerderij gewoond, toen ben ik met mijn latere vrouw Marijke uit Haulerwijk in Bergum gaan wonen. Het werk bracht mij in 1986 naar Appingedam. Na mijn scheiding ben ik in 2012 in Groningen gaan wonen, driehoog aan de Fongersplaats om precies te zijn. En dat bevalt prima. Lekker dicht bij het centrum en ik kan mooi op mijn fiets naar het werk. Daarbij ben ik niet iemand die graag tuiniert en dat hoeft hier ook niet.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik kan het nog steeds goed met mijn ex-vrouw vinden. Maar sinds vijf jaar heb ik in Sena een nieuwe partner gevonden. Zij woont een stukje verderop. Met Marijke heb ik drie kinderen gekregen. Onze oudste zoon Mathijs woont in Haren en is 34 jaar. Hij zit ook in het onderwijs. Dochter Froukje is 31 en woont in Amsterdam. Zij is artiestenmanager en behartigt onder andere de belangen van Hiphopsterren S10 en Froukje. Toen ze nog voor Ali B werkte, regelde ze alles voor Ronnie Flex.
Onze jongste zoon Leon is 27 en woont in Appingedam. Hij zit nu nog in het leger maar laat zich omscholen tot verpleegkundige. Naast vader van drie kinderen ben ik ook de trotste opa van kleinzoon Manuel. Hij is vijf jaar en de zoon van Mathijs.
Wat is uw voormalig beroep?
Het zelf boer worden, heb ik dus nooit serieus overwogen. Eigenlijk wilde ik wel de sportjournalistiek in maar de enige opleiding hiervoor zat in Utrecht en daar zag ik mij destijds als plattelandsjongen nog niet naar toe verhuizen. En dus ging ik naar het VWO in Drachten om vervolgens in dezelfde plaats naar de PABO te gaan. Qua opleiding had ik dus ook naar de universiteit gekund maar dat was in mijn familie niet zo’n logische stap. Op mijn 21e had ik mijn onderwijzersdiploma op zak.
Toen moest ik eerst opkomen voor mijn militaire dienstplicht. Mijn parate tijd bracht mij naar Zuidlaren maar ik heb noodgedwongen een half jaar in Libanon gediend, samen met nog 800 Unifil militairen. Dat was destijds verplicht. Ik heb er veel geleerd en meegemaakt maar kon de negatieve dingen gelukkig goed van mij afzetten. Die uitzending was in die tijd voorpaginanieuws op de Telegraaf maar ik mocht mijn zegje doen voor het Friesch Dagblad waarin ik aangaf dat ik op zoek was naar een baan in het onderwijs.
Een dag later werd mij een baan aangeboden bij een lagere school in Haulerwijk waar ik een overspannen leraar moest vervangen. Na anderhalf jaar kwam hij verrassenderwijs terug en moest ik op zoek naar ander werk. Ik deed hier en daar wat invalwerk maar kreeg in 1984 de kans om op een basisschool in Appingedam aan het werk te gaan. Het was in die tijd heel moeilijk om aan de bak te komen en dat bleek ook wel uit het feit dat er 150 mensen naar deze baan gesolliciteerd hadden. Gelukkig werd ik er uitgepikt. In het begin moest ik nog op en neer rijden vanuit Bergum, dat was best wel een lange rit.
Ik heb in Appingedam op twee scholen voor de klas gestaan en gaf altijd les aan de leerlingen van groep acht. Na dit ongeveer tien jaar te hebben gedaan, merkte ik dat ik toe was aan iets anders. Ik heb gesolliciteerd naar de functie van directeur op een basisschool in Delfzijl en werd aangenomen. Dit smaakte naar meer en ik combineerde dit werk met de baan van bovenschoolse directeur voor 15 scholen in Noord-Groningen, waaronder in Delfzijl, Appingedam, Loppersum en de Wicher Zitsema-school in Middelstum. Deze laatste baan deden we met zijn tweeën, anders was het ook niet te combineren geweest.
Dit werk heb ik tot 2009 gedaan, toen werd het tijd voor een nieuwe uitdaging. Het ging in die tijd altijd over de krimp en de gevolgen hiervan voor de scholen en dat ging mij op den duur heel erg tegenstaan. Toen zag ik een vacature van basisschool De Borg in Haren waar ze een nieuwe directeur zochten. Het was een ‘eenpitter’-school, redelijk uniek in onze provincie. Wat zoiets inhoudt dat het bestuur nog gewoon bestaat uit ouders van leerlingen die bij ons op school zitten en maar één school besturen.
Op deze school zitten zo’n 500 leerlingen en ik ben trots op het feit dat we in 2018 het predicaat ‘goed’ hebben gekregen van de onderwijsinspectie. Nederland telt 6.600 basisscholen en slechts 200 scholen hebben deze status. Wanneer ik aan het eind van het jaar afzwaai, heb ik er 43 jaren in het onderwijs opzitten. Ondanks alle veranderingen in al die jaren, heb ik alle werkzaamheden met veel plezier gedaan.
Wat misschien ook nog leuk is om bij deze vraag te vermelden is dat er in 2014 tijdelijk een asielzoekerscentrum in Onnen kwam. Van de zeven basisscholen in Haren, waren wij de enige die aan deze kinderen onderwijs wilden geven. Het ging om zo’n 80 voornamelijk Syrische kinderen. Ik zie ze nog op school komen, hun gezichtjes nieuwsgierig tegen het glas gedrukt om zo naar binnen te kunnen kijken. Al met al hebben we dit drie jaar mogen doen, toen werd dit centrum opgeheven. Het was hard werken maar je kreeg er veel dankbaarheid voor terug.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Op 1 januari 2022 is het zover. Ik ben dan net 65 en kies voor vervroegd pensioen. Mijn AOW gaat pas na 66 jaar en 10 maanden in. Ik voorzie een enorme verandering want ergens is mijn werk ook mijn leven. Ik zie dit dan ook als een grote stap maar er komen dan vast wel weer nieuwe uitdagingen op mijn pad. Een bestuursfunctie bijvoorbeeld of Lidmaatschap van een Raad van Toezicht in een onderwijsinstelling. Niet alles aan mijn werk zal ik missen, al ben ik er wel alle dagen in de week mee bezig. Maar tegenwoordig word ik vaak ’s morgens om 07.00 uur al gebeld door bijvoorbeeld een ziektemelding in verband met een mogelijke coronabesmetting en het valt niet altijd mee om een vervanger te vinden.
Twee jaar geleden ben ik al gestopt als voetbaltrainer, het is maar goed dat dit niet gelijktijdig is gebeurd met het stoppen met werken dan was de klap wel heel groot geweest. Na als trainer gestopt te zijn, ben ik voetbalverslagen gaan schrijven voor de maandageditie van het Dagblad van het Noorden. Ik mag graag naar amateurvoetbalwedstrijden toe gaan en kom regelmatig bij eerste en tweedeklassers voor het schrijven van een wedstrijdverslag. Door corona is dit schrijfwerk er bij in geschoten maar ik hoop dit in het najaar weer op te kunnen pakken.
Ik was elf jaar toen ik met voetballen begon in de B-junioren van Rood Wit Frieschepalen waardoor ik met mijn kleiner postuur direct al op moest boksen tegen tegenstanders van 15,16 jaar. Op mijn 16e kwam ik in het eerste en daar heb ik twaalf jaar gevoetbald. Een mooie tijd waarin we drie keer promoveerden en op den duur zelfs tegen Harkemase Boys, ONS Sneek en Leeuwarder Zwaluwen speelden. We zijn zelfs een keer bijna kampioen geworden van de tweede klas maar ONS Sneek bleef ons als kleine dorpsclub net voor. Ik zat in die tijd ook in de clubbladredactie en trainde de jeugd. Na mijn overstap naar De Pelikanen in Appingedam, werd mij door de club zelfs nog een afscheidswedstrijd aangeboden.
Op mijn 31e ben ik trainer geworden en wel bij SETA in Musselkanaal. Nee, dat kwam niet door blessures maar het moment was gewoon daar. Met SETA promoveerden we naar de 2e klasse. Na 3 jaar SETA volgden 4 jaar bij De Pelikanen, steeds in de tweede klas. Daarna drie jaar Poolster gevolgd door drie jaar Holwierde waar ik het beste elftal uit mijn carrière, en toen ook uit de provincie, onder mijn hoede had en we naar de 1e klasse promoveerden.
Voor de eerste klas had ik als trainer niet de juiste papieren en door drukte besloot ik een jaar te stoppen. Ik pakte de draad weer op bij Eems Boys, de club waar ik maar liefst zes jaar trainer geweest ben. In het laatste jaar promoveerden we zelfs via de nacompetitie naar de 1e klasse en we bereikten de halve finale in de beker. Ook bij Omlandia beleefde ik drie prachtige jaren waaronder twee promoties.
Zuidhorn was mijn laatste club, die periode sloot ik af met een kampioenschap. Bij deze club heb ik een prachtig afscheid beleefd waarbij ook mijn kinderen en zussen aanwezig waren en vertegenwoordigers van alle clubs waar ik trainer geweest ben. Ik kreeg zelfs een boek overhandigd met daarin bijdrages van al mijn getrainde clubs!
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Vanzelfsprekend de geboorte van mijn kinderen en mijn kleinzoon. Maar ook het trainerschap leverde prachtige hoogtepunten op. Ik geloof dat ik zo’n 9 a 10 keer een promotie mee heb mogen maken. En ik kijk met veel genoegen en trots terug op mijn werkcarrière. Zeker de laatste jaren op De Borg, een grote en dynamische school, hebben we met elkaar veel mooie dingen weten te realiseren. En ik heb één keer een marathon gelopen. Dat was in 2002 in Rotterdam en ik liep hem in 3 uur en 37 minuten.
En de dieptepunten?
Mijn vader overleed onverwacht op 59e jarige leeftijd, veel te jong natuurlijk. En in 2008 overleed de zoon van mijn oudste zus door een aanrijding. Hij mocht slechts 23 jaar worden. Mijn scheiding behoort ook tot de dieptepunten, gelukkig heb ik nu weer een lieve vriendin. En tot slot heb ik in 2017 een vervelende val van de trap gemaakt waardoor ik nog alle dagen met pijn wakker word. Gelukkig ben ik er wel redelijk goed van hersteld, daar leek het in het begin niet op. Acht weken revalidatie in Beatrixoord zorgden echter voor een hele verbetering van mijn gezondheidstoestand.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Toen ik nog onderwijzer was in Appingedam, heb ik op school het dammen geïntroduceerd. Dit werd zo’n succes dat er op den duur elke vrijdagmiddag tot 16.30 uur wel zo’n 40, 50 leerlingen fanatiek aan het dammen waren. Ze speelden op vier verschillende niveaus en konden ook promoveren en degraderen. Zondag werkte ik thuis de uitslagen bij en op maandag deelde ik de nieuwe klassementen uit. We zijn meerdere keren provinciaal kampioen geworden en één keer wisten we zelfs derde van Nederland te worden.
Onlangs had ik via LinkedIn contact met een Surinaamse vrouw van 43 jaar die ik toen in de klas had. Zij keek met veel plezier op deze tijd terug en deed ook mee aan het Nederlands damkampioenschap. Ze wilde naar de HAVO maar ik haar het advies gegeven om VWO te gaan doen en die heeft ze succesvol afgerond terwijl ze toen nog niet eens zo lang in Nederland woonde.
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Twee jaar geleden ben ik met Sena naar New York geweest, dat was een hele mooie reis. Waar vrienden van mij al vaker mooie en verre reizen gemaakt hebben, was dit mijn eerste keer. Het trainersvak leende zich daar ook niet voor. Maar ik hoop nog meerdere reizen te mogen maken en ook mijn schrijfactiviteiten voor het Dagblad uit te mogen breiden. Verder heb ik geen bijzondere wensen.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Ik had wel honderd dingen anders of beter kunnen doen maar nooit met zo’n grote impact dat ik er spijt van heb. ‘Het gaat zoals het gaat’.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Een 8-. Wanneer ik niet alle dagen pijn aan mijn vingers zou hebben, zou ik voor een 8 gaan. Verder heb ik een goed leven, ik ben een tevreden mens!
Wilt u verder nog iets kwijt?
Ik houd van ambitie en hard werken en probeer ook anderen te stimuleren om iets van zijn of haar leven te maken. Maar het leven relativeren vind ik net zo belangrijk!