Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

Hennie ter Veer, kraamverzorgster in hart en nieren!

Kunt u zich heel kort even voorstellen?

Mijn officiële naam luidt Henderika Lammerdiena ter Veer – Schlukebir. Maar iedereen kent mij als Hennie ter Veer. Ik ben naar mijn opa Hendrik en mijn tante Lammie vernoemd. Schlukebir is ook geen alledaagse naam. Het vindt zijn oorsprong in Pruisen, Duitsland. Je hebt in het begin van dit jaar mijn broer Roelf en zijn vrouw Bouwkie voor dit onderdeel geïnterviewd. Mijn oudste zus heet Aaltje en mijn andere zus Ria is helaas in 2012 overleden.

Ik ben op 1 mei 1954 geboren in ’t Zandt en kom uit een arbeidersgezin. Mijn vader was eerst landarbeider bij een boer in ’t Zandt en maakte later de overstap naar de bouw. Mijn moeder heeft nog een tijdje in de huishouding op een boerderij gewerkt. Ik ben de jongste van het gezin. Echt veel omzwervingen heb ik niet gemaakt. In het ’t Zandt heb ik op drie plekken aan de Molenweg gewoond. Na getrouwd te zijn, volgde nog één keer een verhuizing naar Slochteren waar mijn man een baan als hovenier kreeg bij de groenvoorziening. We wonen nu al weer veertig jaar aan de Ganzedrift en dat bevalt prima.

Wat is uw burgerlijke staat?

Ik ben in 1980 getrouwd met Pieter Klaas ter Veer. Onze beide zwangere moeders liepen gelijktijdig bij dezelfde huisarts en op de kleuterschool in ’t Zandt zaten we bij elkaar in de klas. Daarna zijn we elkaar uit het oog verloren maar toen Piet een keer aan het fietsen was, kwamen we elkaar aan de Molenweg tegen. Ik was destijds 21. Toen ik op vakantie ging, heb ik hem een kaart gestuurd en dat bleek het begin van een verkeringstijd van vijf jaar dat in 1980 uitmondde in ons huwelijk. We hebben dit jaar dus ons 40-jarig huwelijksgeluk mogen beleven!

Het huwelijk heeft ons twee kinderen geschonken. In 1984 is zoon Izebrand geboren. Hij is getrouwd en woont in Goor, vlakbij Enschede. Hij is vader en bonusvader van vijf kinderen. In 1986 is onze dochter Riemke geboren. Zij woont met haar man in Zuidbroek en samen hebben ze drie jongens gekregen. Door omstandigheden hebben we vooral in het begin van het jaar vaak opgepast op onze kleinkinderen. Met heel veel plezier hoor! Nu is het wat rustiger.

Wat is uw voormalig beroep?

Na de lagere school in ’t Zandt, ging ik naar de huishoudschool in Appingedam, Hilhge Born genaamd. Ik was altijd al wel een zorgzaam typetje en paste al op jonge leeftijd op de kinderen van gezinnen uit de buurt. Aansluitend aan de huishoudschool combineerde ik werken en leren aan de INAS in Groningen. Ik liep stage in het Diaconessenhuis. Ook werkte ik in die tijd in de keuken van serviceflat Maarwold maar dat beviel niet echt. Aansluitend volgde ik de interne opleiding tot kraamverzorgster in internaat De Lariks in Assen. Deze duurde 18 maanden en je was ook met praktijkgerichte zaken bezig was zoals koken en boodschappen doen.

Ik was negentien toen ik mijn diploma kraamverzorgster haalde en kon aan de slag bij het Groene Kruis in Appingedam. Door middel van een piepertje werd ik opgeroepen. In het ’t Zandt hadden we thuis nog geen telefoon maar wanneer de pieper afging dan ging ik naar de overburen die al wel een telefoon hadden en daar kreeg ik dan het adres door waar ik mij moest melden. Ik had nog geen rijbewijs en ging overal op de brommer heen. Gelukkig hield ik al vrij snel mijn roze papiertje en kocht mijn eerste auto, een gele Fiat.

Na een dikke acht jaar gewerkt te hebben, ben ik eind 1983 eerst gestopt toen de kinderen zich aandienden. Begin jaren negentig ben ik voorzichtig weer begonnen met werken. Mede ingegeven door een kennis in de buurt die net bevallen was en vroeg of ik niet weer bij het Groene Kruis kon beginnen. Je had toen van die wijkbeurten waardoor je dagelijks twee keer anderhalf uur mee kon helpen in een gezin. Zo kon ik haar ondersteunen. In die tijd kwamen ook de particuliere bureaus opzetten.

Een van die bureaus was Samenzorg van Jan Dobbinga uit het Friese Burgum. Alvorens ik op sollicitatiegesprek moest komen, had ik al één kraamgezin gehad in Mussel. Ik had geen flauw idee waar het lag maar Dobbinga wilde mij er desnoods wel heenbrengen. Dat was gelukkig niet nodig maar je begrijpt dat het sollicitatiegesprek een formaliteit was. Dobbinga breidde gestaag uit waardoor ook mensen die bij het ziekenfonds waren verzekerd hulp konden krijgen. Samenzorg ging uiteindelijk over in Friese Wouden.

Dat was voor mij geen groot probleem want ik kon al vrij snel bij Kraamzorg Isis terecht die toen vestigingen in Leeuwarden en Drachten hadden. Op den duur kregen ze er ook één in Groningen waar ze samen met het Groene Kruis in één gebouw zaten. Ik heb tot 2018 bij Isis gewerkt en door mijn pensioen naar voren te halen kon ik op mijn 63e stoppen met werken. Door omstandigheden had ik het toen ook wel gehad.

Maar ik moet zeggen dat ik met heel veel plezier terugkijk op 35 jaar kraamzorg. De babyverzorging maar zeker ook het begeleiden van het gezin in die eerste dagen na de geboorte, ik vond het fantastisch om te doen. Af en toe bleef ik ook wel eens een paar dagen langer dan de termijn die er voor stond om nog nazorg te verlenen. Ik denk dat ik al met al wel bij zo’n 1.000 gezinnen als kraamverzorgster mee heb mogen helpen. Eigenlijk altijd in de provincie Groningen, een enkele keer in Friesland.

Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?

Prima hoor, van verveling is geen sprake. Ik was al langere tijd actief in het verenigingsleven. Zo ben ik tweede secretaris bij de Vrouwen van Nu in Slochteren waar een vriendin van mij de voorzitter is. Sinds drie jaar ben ik gastvrouw bij de Zonnebloem waar ik meehelp om leuke dingen te organiseren. In deze tijd brengen we bijvoorbeeld cadeautjes rond. Toen mijn zus Ria in het verzorgingstehuis ‘t Olderloug terecht kwam, werd ik hier vrijwilligster. Dit tehuis is in 2016 dichtgegaan maar ik ben nog steeds betrokken bij de soos die in dit gebouw regelmatig bingo’s organiseert.

Verder mag ik graag fietsen, wandelen, handwerken en haken. Piet en ik doen regelmatig mee aan georganiseerde wandeltochten zoals Tocht om de Noord. Met hem heb ik ook het Pieterpad gefietst. Eén middag in de week ga ik met een groepje van ongeveer twaalf personen zo’n zeven a acht kilometer wandelen hier in de buurt. En de woensdagavond is ingepland voor aerobics waar we met tien dames aan meedoen.

Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?

Onze trouwdag en de geboorte van de kinderen en kleinkinderen. Ik heb als kraamverzorgende zoveel bevallingen mogen begeleiden maar wanneer je eigen kinderen op de wereld komen, dan dat is wel even wat anders hoor. Toen Izebrand geboren werd, vroeg ik aan de dokter: ‘Moet ik nog veel langer door?’, want de weeën waren pijnlijk. Maar het duurde nog wel even voordat hij kwam. Gelukkig verliep de bevalling van Riemke veel voorspoediger.

Wat betreft de verzorging van mijn zus Ria, daar lopen de hoogte- en dieptepunten door elkaar heen. Ze was veel meer dan een zus, eigenlijk was ze ook een vriendin. Toen mijn moeder niet meer met haar op vakantie kon, ging ik met haar mee. We hebben mooie reizen gemaakt, onder andere naar Kroatië en Noorwegen. Zij zocht deze vakanties dan uit. Toen ze ernstig ziek werd, hebben we haar nog een tijdje in huis verzorgd voordat ze naar de ‘t Olderloug ging. Mijn moeder was 98 toen Ria overleed. Ze was hierdoor erg van streek, net als wij allemaal.

En de dieptepunten?

Het overlijden van Ria beschouw ik als een dieptepunt. Ze had kanker en mocht slechts 61 jaar worden. Daar kwam nog het verdriet van mijn hoogbejaarde moeder bij. Het overlijden van onze kleinzoon is ook een groot dieptepunt. Hij mocht slechts één dag bij ons zijn.

Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?

Mijn moeder is dus honderd jaar geworden. Eerst wilde ze er niets van weten maar we kijken met veel plezier op haar 100e verjaardag terug. Burgemeester Rodenboog kwam nog bij haar langs in Wiemersheerd en heeft haar met mooie woorden toegesproken. Ze had soms een bijzondere band met mensen. Zo ook met dokter Booij uit Loppersum. Ze vond het maar niets wanneer hij op vakantie ging. ‘Snel weer terugkomen hoor!’, zei ze dan tegen hem.

Ook kijken we met veel plezier terug op ons 25-jarig huwelijksfestijn. Ria had voor deze speciale dag zo’n oude T-Ford uit de jaren dertig van de vorige eeuw voor ons geregeld via een collega van haar. Daarmee gingen we naar de feestlocatie. Mijn moeder paste er nog net bij in, zij zat als een koningin voorin naar iedereen te zwaaien en genoot dus ook van deze dag. Dat had Ria, ondanks al haar beperkingen, toch maar even mooi geregeld!

Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?

Piet en ik houden wel van een mooi reisje. Dat hoeft helemaal niet ver weg te zijn alhoewel we beiden wel van het vliegen zijn. Maar busreizen vind ik ook leuk. Dit komt omdat ik met Ria veel busreizen heb gemaakt. Daarbij is Nederland ook heel mooi. Kennissen van ons die in het verleden in Slochteren woonden, zijn naar Terschelling verhuisd en we hebben in totaal zo’n vijf keer van woning geruild. We zetten onze auto dan in Harlingen neer en wisselden daar van huis- en autosleutel.

Mooi dat het zo kon want we houden allebei wel van het eilandleven. Zo hebben we bijvoorbeeld aan een vijfdaagse eilandentocht langs de Waddeneilanden meegedaan en mochten ook een keer in een volgsloep plaatsnemen om de jaarlijkse Sloepenrace te volgen.

Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?

Ik zou het eigenlijk niet weten.

Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?

Ik denk dat ik wel voor een acht wil gaan.

Wilt u verder nog iets kwijt?

Piet is sinds kort ook een pensionado. We kunnen nu mooi samen genieten van onze vrije tijd!

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69