Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

Jan Posma, (Beemer) sportcardioloog in het Martini Ziekenhuis

Kunt u zich heel kort even voorstellen?

Noteer gerust Jan Posma waarbij Posma zonder t is. Mijn achternaam wordt bijna altijd verkeerd geschreven. Ik ben geboren op 22 juli 1960 aan de Verlengde Hereweg in Groningen waar mijn ouders een textielwinkeltje hadden. Ik heb dus deze zomer mijn zestigste verjaardag mogen vieren en wel in het kleine kerkje van Klein Wetsinge. Op mijn 4e verhuisden we naar de Nieuwe Ebbingestraat waar mijn ouders destijds een kledingzaak zijn begonnen. Ik heb nog een jongere broer, hij woont in Den Haag. Wij hebben samen geneeskunde gestudeerd en hij is bedrijfsarts geworden.

Na mijn studie afgerond te hebben, ben ik naar Haren verhuisd. Daar heb ik op verschillende plekken gewoond. Twee jaar geleden volgde een verhuizing naar de Irenelaan in Bedum. Je bent hier eerder geweest om Wilte Everts te interviewen, ik kwam zijn naam in het pensionadolijstje tegen. In Bedum wonen is geweldig. De mensen zijn vriendelijk en we zijn direct door de buurt opgenomen. Pluspunten zijn ook de voorzieningen inclusief een station en een zwembad op loopafstand. En ik kan bij spoedgevallen binnen twintig minuten in het ziekenhuis zijn, dat is een vereiste vanuit mijn werk. Maar als het enigszins kan, ga ik op mijn e-bike naar Groningen.

Wat is uw burgerlijke staat?

Ik ben in 1989 voor het eerst getrouwd en uit dit huwelijk stammen mijn vier kinderen. Mijn tweede zoon is ook arts geworden en mijn oudste zoon is naar Amerika geëmigreerd. Als computerdeskundige woont hij nu in San Francisco. Een paar jaar geleden ben ik hertrouwd met Patricia. Zij woonde in Westeremden en wij hebben hier in Bedum de nieuwe start compleet gemaakt. Patricia heeft vijf kinderen waardoor we samen negen kinderen hebben plus aanhang, in leeftijd variërend van 20 tot 31 jaar.

We wonen en slapen zelf op de benedenverdieping en de drie slaapkamers boven kunnen gebruikt worden door de kinderen wanneer ze eventueel bij ons komen logeren. Een enkele keer zijn ze allemaal present, inclusief ons eerste kleinkind. Dat is altijd gezellig, ze kunnen het goed met elkaar vinden. 

Wat is uw voormalig beroep?

Als kind wilde ik al cardioloog worden, zonder het woord te kennen. Die interesse werd ongetwijfeld gewekt door foto’s en afbeeldingen van het hart die ik in boeken ben tegengekomen. Toen ik na de lagere school naar het Willem Lodewijk Gymnasium ging, bleek ik ook een ´Bèta-mannetje´te zijn, ik was goed in wis- en natuurkunde. Het hart wordt niet voor niets als een technisch orgaan gezien, als een pomp vol met bedradingen. Dat maakt dat men ons als cardiologen wel de loodgieters van de zorg noemt.

Dat en het vaak intensieve contact met mijn patiënten, die soms een moeilijke operatie moeten ondergaan, zijn voor mij de mooiste drijfveren om mijn vak zo enthousiast uit te oefenen. Plus de snelle beslissingen die je soms in een split second moet nemen, bijvoorbeeld bij een hartstilstand. Ik kan daar goed mee omgaan.

Na mijn gymnasiumdiploma gehaald te hebben, wilde ik graag geneeskunde studeren. Ik ben echter twee keer uitgeloot waardoor ik eerst voor natuurkunde koos. Gelukkig betekende drie keer ook voor mij scheepsrecht en het toeval wilde dat mijn jongere broer direct in één keer ingeloot werd zodat we samen op konden trekken. Ik heb zeven jaar over de studie geneeskunde gedaan. Een jaar langer dan dat er officieel voor staat maar dit had te maken met wachtlijsten die er voor bepaalde stages gelden.

Na afgestudeerd te zijn, heb ik twee jaar wetenschappelijk onderzoek gedaan. Dit ter voorbereiding op mijn promotie. Ik deed onderzoek naar een erfelijke hartziekte die veel overeenkomsten vertoont met die van een sporthart. Daarna vervolgde ik mijn weg in het UMCG, waar het hele opleidingstraject plaatsvond, met een zesjarige opleiding tot cardioloog. Het laatste stagejaar moest je in een ander ziekenhuis doorlopen en daardoor belandde ik in het Martini Ziekenhuis. Dit beviel wederzijds zo goed dat ik er ben blijven werken.

Ik heb de studie als superleuk ervaren en hetzelfde geldt gelukkig voor het werkgedeelte. Ik ben begonnen als algemeen cardioloog en toen ik halverwege de veertig was, werd ik gevraagd of ik cardiologen in opleiding wilde begeleiden en onderrichten. Les geven vind ik leuk, dat zal wel een familietrekje zijn want meer familieleden zijn de onderwijskant op gegaan.

Tien jaar geleden kwam de vraag vanuit het UMCG of ik sportartsen in opleiding wilde onderwijzen in de cardiologie. Dit leek mij wel wat en ik ben mij toen gaan verdiepen in de sportcardiologie. Dit bleek een geheel nieuwe tak van sport te zijn, een nieuw vakgebied dus. In heel Nederland waren nog maar drie sportcardiologen actief en daar heb ik dan ook veel contact mee gehad. Verder moest ik het nodige pionierswerk verrichten.

De laatste jaren zijn de ontwikkelingen in dit vakgebied echter in een stroomversnelling terecht gekomen. Dat had alles te maken met het incident rondom Ajax voetballer Nouri die op het veld in elkaar zakte met alle nare gevolgen van dien. Dat leidde tot strengere richtlijnen, opgesteld door de Europese voetbalbond UEFA. Daarbij zijn de topsporters zelf ook veel bewuster met hun lichaam bezig. Nog niet zo lang geleden werd een sportarts niet als medisch specialist gezien. Artsen deden het er vaak hobbymatig bij.

Inmiddels ben ik bijna fulltime als sportcardioloog bezig in het Martini Ziekenhuis. Veel sporters die doorgestuurd worden met mogelijke hartklachten komen bij mij terecht. En ik begeleid de voetballers van FC Groningen en de basketballers van Donar. Patricia is een groot fan van Donar en toen het nog kon gingen we beiden altijd naar de wedstrijden, zowel uit als thuis. Ik in het begin meer beroepsmatig als sportarts maar inmiddels ga ik helemaal in het spelletje op. Jaarlijks bezoek ik met haar ook een aantal wedstrijden van FC Groningen.

Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?

Ik ben nu zestig en mag nog zeven jaar doorwerken. Ik denk dat dit ook gaat gebeuren als mijn gezondheid het toelaat. Want de ontwikkelingen gaan snel en je moet wel de energie hebben om bij te blijven binnen je vakgebied. Dat merk ik bijvoorbeeld tijdens (oproepbare) nachtdiensten. Vroeger ging je na de nodige nachtelijke telefoontjes of een spoedoproep altijd kwiek verder, nu merk je overdag meer dat je een drukke nacht achter de rug hebt.

Voor een zwart gat na mijn pensionering ben ik absoluut niet bang. Patricia en ik zijn reislustig met een gezamenlijke passie voor Ameland en Italië. Beiden gingen we vroeger al met onze ouders mee naar Ameland op vakantie maar we hebben elkaar bij ons weten nooit getroffen. Beiden zijn we ook fervent fietsers, er valt op het Hogeland genoeg te genieten. Daarbij mag ik graag zwemmen. Misschien zijn er tegen die tijd wel meer kleinkinderen waar we op mogen passen, maar dat hebben wij natuurlijk niet zelf in de hand.

Oh ja, ik zou het bijna vergeten maar maandelijks schuif ik aan bij Oog Radio of Oog televisie bij het onderdeel medisch spreekuur gepresenteerd door dr. Bert Heikens. Ik mag dan vertellen over nieuwe ontwikkelingen in mijn vakgebied en meepraten over actuele onderwerpen. Dat vind ik heel leuk om te doen.

Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?

De laatste jaren met Patricia springen er bovenuit. We zijn samen thuisgekomen in Bedum.

En de dieptepunten?

Zeven jaar geleden zat ik in een vergadering toen ik opgeroepen werd. De overbuurvrouw van mijn ouders belde op met de mededeling dat hun huis in brand stond. Gelukkig waren ze zelf ongedeerd maar de ontreddering in hun ogen toen ik er aankwam, zal ik nooit meer vergeten. We hebben hier in huis een open haard maar die is nog niet aan geweest. Brand en vuur roepen nog steeds nare herinneringen op.

Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?

Heel veel maar daarmee zal ik in verband met de privacy niet naar buiten treden. Eentje kan ik wel vertellen want die stamt nog uit mijn opleidingstijd. Ik liep destijds mee met een aantal longartsen en toen we op een afdeling kwamen, miste er maar zo een patiënt. Onder de dekens van zijn bed zagen we echter een rookpluimpje opkringelen. Toen hij stiekem aan het roken was, hoorde hij ons aankomen en is hij onder de dekens gedoken. Boos worden helpt dan niet maar een informatief praatje over de schadelijke effecten van het roken heeft hij wel gekregen. 

Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?

Specifieke landen en steden bezoeken en dat hoeft niet perse in Italië te zijn. Ook Valencia en New York staan bijvoorbeeld hoog op onze bucketlist.

Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?

Eigenlijk nergens van. Achteraf zijn er altijd wel zaken te benoemen die je anders had kunnen doen maar dat is voortschrijdend inzicht.

Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?

Zoals het nu gaat een negen. En wanneer er geen corona zou zijn, had ik ongetwijfeld een 9,5 gezegd. We houden ons streng aan de regels waardoor we de kinderen dus ook bijna niet zien. Wel hebben we veel contact met ze via Whatsapp en skype. Mooi dat die technieken er zijn!

Wilt u verder nog iets kwijt?

Als cardioloog besef je als geen ander hoe betrekkelijk het leven kan zijn. Geniet nu en stel de dingen die je graag wilt doen niet te lang uit, is mijn motto. Ik maak dagelijks in de praktijk mee dat het leven maar zo een andere wending kan nemen….

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69