Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Eelke Wiersma is ook mijn volledige naam. Ik ben geboren op 5 maart 1952 in het Friese Wouterswoude, een plaatsje vlakbij Dokkum. Ik ben het oudste kind uit een gezin dat in totaal uit zeven personen bestond. Mijn vader zat in eerste instantie in de vee- en varkensteelt maar werd later transportbroeder in het ziekenhuis waar hij patiënten vervoerde.
De studie bracht mij naar de studentenstad Groningen. Daarna heb ik zeven jaar in Uithuizen gewoond. Vervolgens volgde een Twents uitstapje naar Lonneker, gelegen vlakbij Enschede. Na mijn scheiding ben ik terug naar de stad Groningen verhuisd. Eerst in Groningen-Zuid maar inmiddels wonen we al weer vijftien jaar met veel plezier in de wijk De Hunze.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben inmiddels al weer vijftien jaar hertrouwd met Jeanet. Zij komt oorspronkelijk uit Rotterdam maar is in onze provincie opgegroeid. Een toevallige ontmoeting bracht ons bij elkaar. Zelf heb ik twee kinderen van 40 en 38 jaar die nu in Twente wonen maar in Uithuizen zijn geboren. Jeanet heeft twee kinderen van 40 en 32 jaar, zij wonen in Groningen. Ik ben de trotse opa van drie kleinkinderen en een bonuskleinkind.
Wat is uw voormalig beroep?
Ik kreeg op de lagere school in Wouterwoude het advies mee om naar het Lyceum Oostergo te gaan in Dokkum waar ik naar het gymnasium ging. Biologie en scheikunde vond ik leuke vakken en het beroep van huisarts leek mij wel wat. Mijn toenmalige scheikundeleraar wees mij echter op de studie farmacie op de Rijksuniversiteit Groningen. Ik kon dan eventueel apotheker worden en zelf medicijnen maken. Ik vond het een leuke studie waarbij ik de nodige kennis van het menselijk lichaam en de werking van medicijnen heb opgedaan.
Ik ben in 1971 aan deze studie begonnen maar in 1977 gestopt omdat ik voor de tweede keer een tentamen niet haalde. Het was voor mij aanleiding mijn perspectief wat ik wilde, te heroverwegen. Dat was het einde van mijn studententijd waarin ik het zelfs tot voorzitter van een Friese studentenvereniging schopte. Zonder diploma ging ik vervolgens in Uithuizen bij een tuinbouwbedrijf aan het werk waar ik mij bezighield met de veredeling van tomaten waardoor grote vleestomaten konden worden gekweekt. Dit heb ik 1 jaar gedaan.
Toen ben ik een HBO-studie maatschappelijk werk gaan volgen. Mede ingegeven omdat mijn eerste vrouw in de psychiatrie werkte. Dit leidde in 1979 tot vrijwilligerswerk voor een woonproject waar twaalf tot vijftien mensen met een lichamelijke handicap verspreid in een wijk woonden met elk – net als de andere wijkbewoners – een eigen huurwoning waarbij ze hulp op afroep konden krijgen vanuit een centrale hulppost. Ik kon er later als maatschappelijk werker aan de slag en ging vervolgens met dit project de boer op om in steden met meer dan 50.000 inwoners te polsen of daar ook behoefte was aan dergelijke woonvormen.
Na twee jaar besloot de toenmalige directeur om naar Canada te emigreren en hij sprak de gedenkwaardige woorden, ‘Jij moet mij maar opvolgen Eelke’. Inmiddels had ik al enige projecten succesvol mogen begeleiden en de organisatie, met zijn hoofdkantoor in Ten Boer en een bijkantoor in Utrecht, had zich inmiddels uitgebreid naar een dikke honderd personeelsleden waarvan veel in deeltijd werkten. Ik heb mij vervolgens dertien jaar als directeur ingezet om meer van deze specifieke vormen van wonen te realiseren. ‘Fokus wonen’ heette deze organisatie die klein begon maar toen ik wegging inmiddels zo’n 35 succesvolle projecten achter de rug had waardoor veel mensen met een beperking weer perspectief kregen.
De organisatie groeide in de loop der jaren door naar dik zeshonderd personeelsleden. Ik heb er heel veel van geleerd, bijvoorbeeld op het gebied van personeelszaken en leerde Cao’s af te sluiten. Ook leidde ik staatssecretarissen en ministers als Brokx, Heerma en Nijpels rond en kwam er zo achter dat het eigenlijk ook maar heel gewone mensen zijn. Na het directeurschap bij Fokus werd ik directeur van de SPD in Twente, deze instantie staat tegenwoordig bekend als MEE-organisatie. Ik mocht structuur aanbrengen in deze organisatie die bijvoorbeeld meedacht met de ouders van gehandicapte mensen en doorgroeide van dertig naar honderd personeelsleden.
Het werk bracht veel overleg mee met de nodige woningcoöperaties en naast het werk volgde ik nog een studie aan de Universiteit van Twente. Toen mijn eerste huwelijk op de klippen liep, vond ik het de hoogste tijd voor een andere baan. Die kreeg ik in Groningen waar ik manager werd in de jeugdgezondheidszorg. Binnen een maand verhuisde ik naar Groningen om daar samen te gaan wonen met Jeanet en ik begon ook aan mijn nieuwe baan. De jeugdgezondheidszorg fuseerde met de GGD en ik werd ambtenaar bij de gemeente Groningen waar ik als regiomanager aan de slag ging.
Daarnaast was ik bestuurlijk actief voor enige woningbouwcoöperaties waaronder Wierden en Borgen. Ik ging mij vanaf 2008 bezighouden met het regionale gezondheidsbeleid maar deed ook audits bij woningcoöperaties en in verpleeg- en verzorgingstehuizen. In die hoedanigheid liep ik bijvoorbeeld mee met de wijkverpleegkundigen om vanuit observaties (audits) waar te kunnen nemen of zij hun werk goed uitvoerden en de cliënten tevreden waren. Op den duur werd ik uitgeleend aan de GGD Friesland en zo kon het gebeuren dat mijn werkgebied zich uitbreidde tot de streek waar ik geboren ben. De laatste twee werkjaren heb ik mij voornamelijk beziggehouden met losse projecten, audits en bestuurswerk.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Ik ben eigenlijk onbewust van een pensioendatum overgegaan van betaald werk naar onbezoldigd werk, bijvoorbeeld door een mentorschap van de Stichting Mentorschap Noord. Het eerste mentorschap was voor een jongeman die ADHD had en daarna was er de zorg voor een oude dame van in de tachtig die alleen driehoog in een flat woonde. Ik moest zorgen dat er voor beide mensen, die inmiddels overleden zijn, voldoende hulp kwam.
Door de zorg voor de oude dame kwam ik ook in contact met de Afdeling Groningen van de belangorganisatie Alzheimer Nederland. Ik deed er bestuurswerk. Ik merkte dat er heel veel informatie is maar dat die informatie erg fragmentarisch was. Ik heb daarom besloten al mijn eigen informatie over ouderen met het accent op mensen met dementie toegankelijk te maken voor alle inwoners van de provincie Groningen. Mijn zoon heeft mij geholpen een website te maken: www.mensenmetdementiegroningen.nl. Mijn kleinzoon heeft hiervoor het logo ontworpen. Maandelijks breng ik een nieuwsbrief uit over deze materie bestaande uit zo’n veertien pagina’s vol met illustraties die ik naar zo’n 1.200 geïnteresseerden stuur.
Daarnaast heb ik in 2019 een vijftal bijeenkomsten georganiseerd over dementie en ouderenzorg die door zo’n 50 tot 120 mensen zijn bezocht. Ook ben ik gevraagd om toe te treden tot de Raad van Ouderen in de provincies Groningen en Friesland. Sinds december 2019 ben ik bestuurslid van Waardig Wonen. Deze organisatie spant zich in voor woonvormen waar vier a vijf mensen met dementie samen in een huis kunnen wonen. Dergelijke kleinschalige woonvormen zijn ook ideeën die uitgewerkt worden in het kader van het project ‘Zo willen wij wonen’.
Naast al dit vrijwilligerswerk mag ik graag fietsen, op vakantie gaan, een boek lezen of naar een film of Netflix kijken. En ik doe twee dagdelen per week koerierswerk in de vijf noordelijke provincies waarbij ik dan zo’n 400 tot 500 kilometer per dag rondtoer. Ik zorg dus wel dat ik bezig blijf.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Dat ik mijn eerste en tweede vrouw heb mogen ontmoeten en de geboorte van mijn kinderen en kleinkinderen. Het besluit om te moeten stoppen met mijn studie farmacie zou je een dieptepunt kunnen noemen maar het leidde wel tot een ontdekkingsreis qua zorg, wonen en welzijn. Het perspectief wat ik met Stichting Fokus aan mensen met een beperking heb kunnen bieden is ook een mooi hoogtepunt.
Sportieve hoogtepunten zijn er ook. Een voorbeeld hiervan is dat ik met weinig trainingsuren toch succesvol de Alpe d’Huez heb beklommen en ook de voltooiing van de Bauke Mollema toertocht zonder al te veel spierpijn geeft veel voldoening.
En de dieptepunten?
Mijn moeder overleed op 50-jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker. Ze moedigde ons echter kort voor haar sterfbed wel aan om gewoon op vakantie te gaan naar Zuid-Frankrijk. Mobiele telefoons waren er toen nog niet en toevallig lazen we een noodoproep in de krant waardoor we nog net op tijd bij haar begrafenis konden zijn.
Daarnaast ben ik door het werkveld waarin ik mij begeef ook wel teleurgesteld. Bijvoorbeeld in het feit dat er voor bestuurlijk werk in RvC’s alleen maar goede mensen gevonden kunnen worden wanneer er een goede financiële honorering tegenover staat. Je zou toch denken dat deze mensen met zoveel kennis en goedbetaalde functies hiervoor geen riante vergoeding hoeven te hebben.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Het werk heeft mij met bijzonder mensen in contact gebracht. Zo moest ik in een verzorgingstehuis eens wachten op een gesprek en toen bood één van de bewoonsters, die met blote voeten in haar rolstoel zat, aan om een kopje koffie voor mij te zetten. Ze kon haar rolstoel niet uit en haar handen niet gebruiken maar het koffie zetten met haar voeten lukte prima.
En het verhaal van iemand die hartstikke spastisch was maar zo gespecialiseerd in een bepaalde vorm van juridisch recht dat een bedrijf er graag een persoonlijk assistent voor vrijmaakte om hem bijvoorbeeld te eten te geven, is mij altijd bijgebleven.
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Ik hoop mijn werkzaamheden voor het opzetten van kleinschalige woonvormen voor mensen met dementie nog zo’n drie tot vier jaar uit te kunnen voeren. Een trip om met de trein de Transsiberië Express te ondergaan en dan twee weken door Mongolië te reizen en op de fiets door China trekken om daar de Chinese Muur te bezoeken, staan hoog op mijn bücketlist. Net zoals een reis van het noordelijkste naar het zuidelijkste punt van Chili in Zuid-Amerika. Een langgerekt land vol met verschillende culturen en landschappen. Dat land zou ik graag nog eens willen ontdekken.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Dat ik mijn motorrijbewijs nooit heb gehaald. En ik heb vroeger ooit nagedacht over de vraag of ik niet beter boer had kunnen worden. Hoe zou mijn leven er dan uitgezien hebben?
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Noteer gerust een negen!
Wilt u verder nog iets kwijt?
We hebben veel besproken, ik heb tot dusver een bijzonder leven geleid. Vaak ben ik door toeval in bepaalde situaties beland. Graag zou ik nogmaals de website www.mensenmetdementiegroningen.nl onder de aandacht willen brengen. Ik vond het leuk dat je er was en zal het onderdeel pensionado’s bij andere oudere mensen onder de aandacht brengen.
Ik vind namelijk dat we te vaak denken dat ouderen vrijwel niet deelnemen aan het maatschappelijk leven. De verhalen over pensionado’s laten zien dat het merendeel van de ouderen vitaal zijn en nog midden in het maatschappelijk leven staan tot op hoge leeftijd. Dat laat onverlet dat we aandacht moeten blijven besteden aan mensen die dreigen te vereenzamen.