Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Arie van der Spek is ook mijn volledige naam. Ik ben op 13 september 1948 geboren in Middelstum, onder de grote ‘klokkentoren’. In de dokterswoning waar nu mevrouw Gerbens nog woont. Dokter Gerbens was de opvolger van mijn vader. Hij was huisarts in Middelstum in de periode 1946 tot 1977. Ik ben het op één na oudste dokterskind en heb vier broers en nog een zus. We zijn op Emmie na, zij woont in Bedum, door heel Nederland uitgevlogen.
Zelf heb ik tot mijn 19e in Middelstum gewoond. Mijn studie bracht mij naar Delft. Na afgestudeerd te zijn, volgden vijf jaar Nieuwegein en zes jaar Zoetermeer. In 1989 ben ik naar het Gelderse Nunspeet verhuisd. Het is prachtig wonen op de (Hoge) Veluwe. In Nunspeet zijn we nog één keer verhuisd en wel in 2011.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben inmiddels al weer 42 jaar ‘gelukkig niet-getrouwd’ met Maayke. In de tijd dat ik in Delft studeerde, deed zij dat in Utrecht. Op een zeilkamp leerden we elkaar kennen en sinds die tijd zijn we onafscheidelijk. Kinderen hebben we niet. We wilden alle twee een drukke en fulltime baan. Dit slokte veel energie op maar gaf ook de nodige voldoening. Kinderen pasten daar vroeger niet echt bij.
Wat is uw voormalig beroep?
Ik wist vroeger niet precies wat te worden maar wist wel zeker dat ik het vak wiskunde in mijn pakket wilde houden. Als ik een studierichting zou kiezen waarbij ik veel aan dit vak zou hebben, dan zou het zeker goed komen, was mijn gedachte. Ik ging naar de Technische Hogeschool in Delft wat tijdens mijn studie van naam veranderde in Technische Universiteit waar ik uiteindelijk in 1977 als ingenieur in de Civiele Techniek ben afgestudeerd bij de afdeling Planologie. Ik heb negen jaar over de TH/TU gedaan maar was daarnaast ook heel actief in het studentenleven. Daarover later meer.
Vlak voor mijn afstuderen kreeg mijn vader in 1977 een zware beroerte. Een voor onze familie, maar zeker voor mijn vader en moeder, een dieptepunt. Gelukkig kreeg ik een paar maanden later redelijk snel een baan als beleidsmedewerker verkeer en vervoer in de gemeente Nieuwegein. Een functie waarmee je rekening moest houden met de politiek en de integratie van technische infrastructuren in de openbare ruimte. Een kleine drie jaar later kreeg ik de functie van woningbouwcoördinator bij de gemeente. Nieuwegein was destijds een groeikern en dat bood volop mogelijkheden in het verlengde van mijn planologische opleiding.
In 1983 werd ik projectleider Stadsvernieuwing in de Regentessekwartier in Den Haag. Zes tropenjaren braken aan want de wijk bestond uit 35.000 inwoners en die moest je zien mee te krijgen in allerlei stadsvernieuwingsplannen. Zwaar maar ook leuk werk hoewel het na zes jaar voor beide kanten beter was dat ik iets anders ging zoeken. Ik ging klachten en commentaar van bewoners steeds meer als ‘gezeur’ zien terwijl die mensen er juist heel erg mee zaten. Tijd dus voor een nieuwe uitdaging.
Die vond ik in Nunspeet waar ik directeur werd van Woningcorporatie De Goede Woning. Hier kon ik meer zelfstandig opereren. Verder weg van de politiek en min of meer eigen baas. Die vrijheid kon ik erg waarderen en ik heb het er van 1989 tot 2006 volgehouden. Toen was ik bijna zestig en kon ik met vroeg pensioen. Een fusie met een andere corporatie hielp aardig mee met het besluit om eerder met werken te stoppen. Er waren twee directeuren in de nieuwe corporatie Omnia Wonen, waar een directeur genoeg was voor die functie en ik was de oudste. In het begin trokken we gezamenlijk op om de boel te stroomlijnen en de nieuwe organisatie neer te zetten. Toen dat klaar was vond ik het welletjes.
Het vroeg pensioen was een begrip dat eigenlijk niet voor mij van toepassing was want ik heb mij nog vier jaar met twee interim-klussen beziggehouden. Zo was ik drie jaar interim-directeur van de Vrije Academie waar de kunst de boventoon voerde. Tot slot ben ik nog een jaar interim-directeur geweest van een vastgoedinstelling, eigenaar en beheerder van het onroerend goed van een zorginstelling in Zwolle. Eind 2013 kwam er definitief een einde aan mijn werkcarrière.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Net zoals mijn school-, studie- en werktijd, heel goed dus. Ik heb alles in mijn leven met heel veel plezier gedaan al waren er ook zeker periodes bij dat ik wel eens nachten wakker heb gelegen over bepaalde besluiten. Wanneer het uiteindelijk lukte om een goede oplossing te vinden dan gaf dit vervolgens ook wel weer de nodige voldoening.
Het stoppen met werken gaf meer tijd voor mijn hobby’s. Schrijven, muziek maken en schilderen zijn de voornaamste bezigheden waarbij het schilderen er helaas te vaak bij blijft. Elke zondagmorgen schrijf ik een column van één A-tje over filosofische en technische zaken die mij in de week voorafgaand geprikkeld hebben. Hier ben ik toch wel enige uurtjes zoet mee. Ik plaats het uiteindelijke epistel vervolgens op Facebook en verstuur ze onder enige e-mailconnecties die zich hiervoor aangemeld hebben.
Muziek maken is ook al jarenlang een hobby van mij. Dit stamt al uit mijn Middelstum tijd toen ik gitarist was van de band Muddy Shore die tijdens een schoolreünie in 2008 nog in Vita Nova een optreden verzorgde met de andere Middelstumse band ‘The Strings’ onder de naam Muddy Strings. Vorig jaar mocht ik spelen op Kleintje Woodstock en daar kijk ik met veel plezier op terug. Henk Aikema heeft dit geregeld.
De laatste 20 jaren werk ik ook veel samen met een bassist die echt goed kan spelen en dit levert mooie optredens op met een wisselende samenstelling van muzikanten. Verder ben ik ook gitarist bij een Keltisch koor dat jaarlijks zo’n twintig optredens verzorgt, waaronder in Duitsland. Helaas ligt dit door alle Coronaperikelen stil. Ook heb ik nog ruim 10 jaar een eigen band gehad, The Dutch Rovers.
Ik heb in de loop der jaren de nodige bestuursfuncties vervuld. Een van de laatste functies was ‘voorzitter van de Ondernemersvereniging Nunspeet’. Toen mijn soms wellicht wat eigenwijze optreden tot irritaties bij de plaatselijke wethouders en burgemeester leidde, werd het tijd om te stoppen……
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Ik beschouw mijn hele leven als één groot hoogtepunt maar mijn studententijd is misschien wel de mooiste periode uit mijn leven geweest. Ik was actief in het studentenleven en werd in 1973 voorzitter van het cabaretfestival Cameretten. Dit festival is de belangrijkste sprong van amateurcabaretiers naar beroeps en het festival heeft in het verleden gerenommeerde winnaars voortgebracht als Paul de Leeuw, Brigitte Kaandorp en Theo Maassen.
Freek de Jonge had hem ooit moeten winnen maar dat mocht helaas voor hem en het publiek niet zo zijn. De jury besliste anders. Voorzitter was je maar voor één jaar maar ik ben later in andere functies terug gekeerd. Al met al een hele leuke en leerzame tijd waar ik met veel plezier op terug kijk.
En de dieptepunten?
Dat de kwaliteit van leven voor mijn ouders na de beroerte van mijn vader instortte, beschouw ik als een dieptepunt. Het was voor mij net zo confronterend als dat ik er van heb geleerd. Pa raakte eenzijdig verlamd en is uiteindelijk in 1981 overleden.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Wanneer je je gehele leven als hoogtepunt ziet dan zijn de bijzonderheden misschien wel niet zo bijzonder meer. Toch is een werkbezoek van toenmalig koningin Beatrix aan de wijk waarin ik werkte mij altijd bijgebleven. Dit trekt natuurlijk ook de nodige hotemetoten aan zoals de burgemeester en de Commissaris van de Koningin waartegen de koningin opmerkte dat het prima was dat ze meegingen maar dan wel met de nodige restricties waardoor ze bijvoorbeeld in een hoek moesten gaan staan om de gesprekken maar niet te verstoren.
Toen ik haar vervolgens de weg naar een voorbeeldwoning moest wijzen, stond ik daar zelf buiten als een hotemetoot te wachten. Onderweg er naar toe waren op de hoek van de straat drie meisjes met elkaar aan het praten die waarschijnlijk genoten van een tussenuur. Ik zag ze al met elkaar smoezen, ongetwijfeld sloten ze een weddenschap af wie de koningin een hand durfde te geven.
Op den duur kwam er één van de meisjes naar voren die haar, terwijl de andere meisjes er bij stonden te giechelen, een hand gaf. Sinds die tijd vond ik Beatrix wel een toppertje en hetzelfde geldt nu voor Willem Alexander. Zo slecht hebben we het nog niet getroffen, zeker niet in vergelijking met Amerika en hun nieuwe leider.
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Gewoon lekker zo doorgaan. Dat vond ik vroeger zo’n rare vraag die aan mensen gesteld werd wanneer ze met pensioen gingen. Wat voor leuke dingen gaat u nu doen? Alsof ik dat voor die tijd niet deed. En is pensioen wel een hele verbetering dan is jammer genoeg de werkzame periode blijkbaar niet zo leuk geweest. Ik geniet gelukkig al mijn hele leven van de meeste dingen die ik doe.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Nergens van. Toen ik qua baan wegging uit Den Haag, heb ik wel eens gedacht dat ik dat beter veel eerder had moeten doen. Maar dat noem ik niet zo zeer spijt maar eerder een constatering.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Noteer maar een 8+. Een 10 zou staan voor een volmaakt leven en een 9 voor bijna volmaakt. En zeven vind ik te magertjes en een acht zie ik als ruime voldoende. Het plusje erbij is omdat ik alle dingen die ik deed en doe met veel plezier uitoefen.
Wilt u verder nog iets kwijt?
Ik denk dat we alle belangrijke dingen wel hebben gehad. Geboren en getogen in Middelstum kan ik achteraf stellen dat dit zijn voor- en nadelen gehad heeft. Maar ik kijk met veel plezier terug op mijn eerste 19 levensjaren in dit dorp. Het gaat u allemaal goed!