Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Mijn volledige naam is een mooie en uitgebreide: Hendericus Johannes Simon van der Klei, roepnaam Eric. Ik ben op 4 februari 1954 geboren in Wehe-den Hoorn. Als middelste telg uit een middenstandsgezin dat uit vijf personen bestond. Ik heb een oudere zuster, zij woont in Winsum, en een jongere broer die in Leens woont. Mijn ouders hadden een eigen slagerij hier in Wehe. Ongeveer van begin jaren vijftig tot eind jaren zeventig. Pa slachtte alle dieren zelf, het slagersbedrijf was best wel een begrip in de omgeving. Wij als kinderen moesten al op jonge leeftijd meehelpen, er was altijd wel wat te doen.
Ik heb mijn hele leven in Wehe gewoond en wel op drie adressen. Ik woon inmiddels al weer dik veertig jaar aan de G. Redekerstraat en hoef hier niet zo nodig meer weg. ‘Ze krieg’n mie hier nait meer vot. Joa, droagend tussen zes plank’n’. Het is mooi wonen hier aan de rand van het dorp en ik heb goed contact met de buren. Daarbij geniet ik van mijn ruime tuin achter het huis.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben mijn hele leven ongehuwd gebleven maar heb altijd genoten van de vele sociale contacten in het dorp. Ik zat en zit ook overal in en ben heel actief geweest in het verenigingsleven. Maar daarover later meer. We hebben met enige kameraden zelfs een windsurfclubje gehad waarmee we regelmatig gingen surfen op het Lauwersmeer. Maar het surfen lijkt de laatste jaren een beetje op zijn retour te zijn.
Wat is uw voormalig beroep?
Ik heb de lagere school in Wehe doorlopen en wist toen al heel goed dat ik geen slager wilde worden. Pa raadde dat ook ten zeerste af. Hij klaagde vaak over pijn in de benen en had veel last van spataders. ‘Je moet geen staand beroep kiezen!’, zo zei hij vaak tegen ons. Ik ging naar de HBS in Warffum en koos voor de administratieve richting. De exacte vakken, en met name scheikunde, lagen mij niet zo. Op mijn 18e behaalde ik mijn diploma en ik vervolgde mijn weg op de pedagogische academie. De kweekschool dus, tegenwoordig PABO geheten.
Vijf jaar later was ik klaar maar toen moest ik eerst in dienst. Ik kwam op in Ossendrecht bij de opleiding chauffeur/administratie en werd als korporaal hulpadministrateur gelegerd in Zuidlaren. Het was in de tijd dat je uitgezonden kon worden naar Libanon, zelfs als dienstplichtig militair. Maar die dans ben ik gelukkig ontsprongen. Voordat ik in dienst ging viel het al niet mee om een baan in het onderwijs te krijgen, na mijn diensttijd bleek dit nog lastiger te zijn geworden.
Gelukkig kon ik hier in Wehe eerst aan de slag als onderwijsassistent. Ik kreeg steeds meer uren en kon vervolgens als onderwijzer in Eenrum aan het werk. Daarna volgden enige lesjaren aan ‘De Solte Campe’, de openbare lagere school in Zoutkamp. Vervolgens stond ik nog enige jaren voor de klas in Wehe en ik heb mijn onderwijscarrière afgesloten in Winsum, aan ‘De 9 Wieken’. Ik heb eigenlijk aan alle groepen wel les mogen geven in de loop der jaren. Het lesgeven zelf en de contacten met mijn collega’s en de ouders, daar kon ik van genieten. Maar door de administratieve rompslomp en een verslechterende sfeer op school ging het lesgeven mij steeds meer tegenstaan.
Na een zware hartoperatie te hebben moeten ondergaan, stond ik ook anders in het leven. Met als gevolg dat ik in 2005 ontslag heb genomen en eerst enige maanden vrij nam om te overdenken hoe ik mijn verdere werkleven in wilde vullen. Ik mag graag met mensen omgaan en auto rijden vind ik ook leuk om te doen. En dus nam ik contact op met Piet van der Molen, de toenmalige eigenaar van taxibedrijf UVO in Uithuizermeeden. Het toeval wilde dat er net één van hun chauffeurs bij mij uit de omgeving was gestopt met werken en dus kon ik direct aan de slag.
Ik heb een kleine vijftien jaar met veel plezier op de taxi gezeten. De mooiste ritten waren wel met een busje waarin zo’n twintig personen vervoerd mochten worden. Hiervoor moest ik wel mijn groot rijbewijs halen maar die inspanning leverde hele mooie ritjes op. We werden namelijk ook wel ingezet op de buslijn van Winsum naar Leens/Kloosterburen of van Winsum naar Garnwerd/Oldehove. Er waren prachtige ritjes bij. Zo moesten we Pieterpadwandelaars vervoeren maar ook heel veel internationale studenten die bijvoorbeeld onderweg waren naar Pieterburen. Dit werk heb ik tot 2018 gedaan.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
In dat jaar begon het toch steeds meer te kriebelen. Ik wilde nog zoveel leuke dingen doen die er maar niet van kwamen. ‘Ik besloot mijn centjes te gaan tellen’ en raadpleegde een financieel adviseur. Toen die aangaf het in mijn schoenen staand wel te weten, was ik er snel uit. Ik belde met mijn baas en schreef vervolgens mijn ontslagbrief. En daar heb ik nooit spijt van gehad. Van verveling is dan ook absoluut geen sprake, de weken zijn nog steeds veel te kort.
Dat kun je bijvoorbeeld aan mijn tuin wel zien, daar moet ik binnenkort echt mee bezig. Maar ik moet ook regelmatig enige kameraden in Wehe meehelpen en we zijn ook druk bezig in de bewegingstuin. Daarbij verricht ik sowieso nog het nodige vrijwilligerswerk in het verenigingsleven, inclusief de (online) vergaderingen. Sinds twee jaar ben ik eindelijk met schilderen begonnen, een lang gekoesterde wens. Dit allemaal onder leiding van Antje Sonnenschein, onze van oorsprong Duitse docent die ons vanuit Wirdum met veel enthousiasme de fijne kneepjes van het vak bij probeert te brengen. Het kerkje van Oostum dat je hier in de kamer ziet hangen, is daar een voorbeeld van.
Ik mag ook graag varen. Ik kocht mij in 2013 een aluminium boot waarmee ik regelmatig rondvaar in de mooie omgeving. En als ik daarvan niet varend geniet dan doe ik dat wel fietsend. In het verleden was ik altijd aan het toneelspelen, dit heb ik wel twintig jaar gedaan. Na in Eenrum op voetbal te hebben gezeten, werd ik later een fanatiek handballer. Ik heb zo’n twintig jaar bij de plaatselijke handbalvereniging Merna gespeeld, de vereniging waarvan ik ook tien jaar voorzitter was.
Ik ben trouwens nog steeds bestuurlijk actief. Na eerder reeds algemeen bestuurslid van Dorpsbelangen Wehe-den Hoorn te zijn geweest werd ik zes jaar geleden weer gevraagd om in het bestuur te komen, dit keer zelfs als voorzitter. Dit voorzitterschap is mij niet vreemd want dit ben ik ook al vanaf de tachtiger jaren van het Roomse kerkkoor alhier. Destijds volgde ik mijn oom op die vijftig jaar voorzitter is geweest. Eens kijken of het de Van der Klei’s lukt om honderd jaar voorzitterschap vol te maken. Sinds eind negentiger jaren ben ik dirigent van dit koor en sinds twee jaar zing ik ook in het Eenrumer Shantykoor mee.
Ik ben nog een bestuursfunctie vergeten te vermelden want ik ben ook bestuurslid geweest van de plaatselijke visclub en was daarbij hun afgevaardigde voor het rayon Hunsingo. Je merkt al wel dat stilzitten niet echt in mijn aard zit. Oh ja, zou ik bijna mijn belangrijkste functie niet vermelden, ik ben al meer dan een kwart eeuw Sinterklaas!
Wat zijn de hoogte- en dieptepunten uit uw leven?
Op zich heb ik tot dusver best wel een gelijkmatig leven gehad zonder grote hoogte- en dieptepunten. Maar begin 2002 benutte ik het eind van de kerstvakantie met het grondig opknappen van mijn douche. Een zwaar putje waarbij ik ook heel wat puinzakken heb versleept. Ik had af en toe wat pijn op de borst maar besloot toch weer naar school te gaan om het lesgeven te hervatten. De pijn bleef en ik maakte een afspraak bij de dokter.
In de wachtkamer verdween de pijn maar de dokter besloot toch bloed te prikken. De dag erna stuurde hij mij door naar het ziekenhuis en hij gaf mij als advies mee om wat spullen mee te nemen want hij ging er vanuit dat ik er wel enige dagen zou moeten verblijven. In het RKZ keken ze raar op dat ik niet per brancard was binnen gebracht. Mijn broer had mij namelijk naar het ziekenhuis gebracht en onderweg rookte ik mijn laatste sigaret ooit.
Ik moest een hartoperatie ondergaan waarbij vier omleidingen werden aangebracht. Een zware operatie die ook conditioneel een behoorlijke impact had. Door zo’n periode verandert je kijk op bepaalde dingen en sinds die tijd sta ik ook bewuster in het leven. Ik heb veel respect voor het verplegend personeel gekregen, wat een inzet zeg! Gelukkig kon ik stapsgewijs mijn conditie weer opbouwen en een half jaar na de operatie was ik al weer bij mijn broer aan het grond kruien.
Eigenlijk was dit voorval een hoogte- en dieptepunt in een. Het overlijden van mijn ouders was natuurlijk ook erg maar dit hoort bij het leven. Pa is 75 jaar geworden, moe 86.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Ik heb veel mooie herinneringen overgehouden aan mijn handbaltijd bij Merna. Misschien qua omvang een bescheiden clubje maar ‘wie vochten als tiegers’! En zo kon het gebeuren dat we in een bekerwedstrijd in Eelde moesten spelen tegen het in de eerste divisie uitkomende Sparta uit Groningen. Wij speelden drie klassen lager. Een oud inwoner uit Wehe handbalde bij die club en in aanloop naar de wedstrijd kwam hij hier uit de hoogte aankondigen dat we geen schijn van kans hadden.
Een betere doping was er voor ons niet, de trainer hoefde ons niet te motiveren. ‘Met schoem op de bek’ gingen we de wedstrijd in en je raadt het al, we wisten deze zeer verrassend te winnen. Nog een mooi verhaal uit die tijd vond plaats in het Limburgse Valkenburg waar we meededen aan een groot toernooi waar zo’n tweehonderd ploegen aan deelnamen en waar we uiteindelijk zevende zijn geworden.
Naast het sportieve gedeelte was daar ook het stapgedeelte. Het was bijzonder heet en we hadden er al een intensieve stapdag opzitten toen we de druk bezette feesttent indoken. Daar stond een beer van een vent die roodverbrand was. Een van onze spelers, klein van stuk maar met een bek als een bijl, bedacht zich niet en petste hem vol op zijn blote schouders daarbij keihard onze strijdkreet Pieterburen roepend. We hielden ons hart vast en verwachten een grote ruzie maar gelukkig nam hij het sportief op ondanks het feit dat hij heel veel last van de klap moet hebben gehad….
Merna verkocht op 31 december vaak oliebollen. Een keer is het gebeurd dat ze waren gebakken in rundvet in plaats van olie. We hebben er de landelijke pers mee gehaald. En daarbij hadden de koolmeesjes in het dorp een prima winter.
Ook was er elk jaar een rommelmarkt. Mensen zetten hun gebruikte spullen buiten, die dan op een boerenkar werden geladen en ‘s middags verkocht. Zo haalden we bij een oudere man vier paar schoenen op. Halverwege de middag kwam de politie. De schoenen stonden alleen maar buiten te luchten… Twee paar hebben we terug kunnen vinden en we hebben de beste man, die er de humor nog steeds niet van kon inzien, nog een paar nieuwe cadeau gedaan.
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Een bücketlist heet bij mij ‘fuckitlist’. Het parachutespringen zou hier zo onder kunnen vallen. Lekker op dezelfde manier zo doorgaan is mijn wens met het aanpakken van mijn grote tuin als grootste ambitie. Ik heb gisteren in het Friese Twijzel bijvoorbeeld een grote container gekocht om regenwater op te vangen want ze verwachten weer een droge zomer. Alvorens hem in gebruik te nemen, moet ik hem eerst nog schoonmaken.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Nergens van, ik zou het zo op dezelfde manier overdoen.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Een 8,5 past hier wel als cijfer bij.
Wilt u verder nog iets kwijt?
Behandel een ander net zoals dat je zelf behandeld wil worden. Sluit elkaar niet uit maar help elkaar en zie naar elkaar om. Ik dacht dat dit beginsel in Wehe de laatste jaren wat tanende was maar deze Coronatijd leert mij dat de samenhang in het dorp gelukkig nog steeds nadrukkelijk aanwezig is!