Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

Nanno Kranenborg, treinmachinist en voetbaldier

Kunt u zich heel kort even voorstellen?

Mijn volledige naam luidt Nanno Albertus Kranenborg. Ik ben op 8 december 1949 geboren in het Oldambt, in Oostwold om precies te zijn. Toen nog onderdeel van de gemeente Midwolda. Ik heb nog een jongere broer, Coos genaamd, die in Scheemda woont. Ik kom uit een ondernemersgezin. Mijn vader was eigenaar van de Boerenleenbank en verkocht in die hoedanigheid verzekeringen. Dit heeft hij tot zijn pensioen gedaan.

Mijn opleiding tot internationaal treinmachinist bracht mij begin jaren zeventig naar Rotterdam, daar heb ik tien jaar gewoond. In 1980 zijn we terug naar Groningen verhuisd om in de wijk Lewenborg te gaan wonen. Begin 2000 kregen wij de kans om aangrenzend aan de wijk Lewenborg een vrijstaand huis te laten bouwen en we wonen nu al weer achttien jaar op ‘Mooiland’, in de wijk Drielanden. Een prachtig plekje met veel eigen grond.

Wat is uw burgerlijke staat?

Ik ben in 1972 getrouwd met Elizabeth Hemsens. Ik heb haar leren kennen in een dancing in Winschoten. Zij is mee verhuisd naar Rotterdam en daar zijn onze eerste twee kinderen geboren. In 1973 kwam onze oudste dochter Mariëlle op de wereld, zij woont in Kloosterburen. In 1975 is Berthil geboren, hij woont in Meerstad / Groningen. In 1984, toen woonden we weer in Groningen kregen wij nog een dochter, Suzanna genaamd. Zij woont in Borgmeren / Harkstede.

Alle drie de kinderen hebben een gezin gesticht met twee kinderen. Daardoor zijn wij nu de trotse opa en oma van zes kleinkinderen, in leeftijd variërend van vijf tot veertien jaar.

Wat is uw voormalig beroep?

Na de lagere school ben ik naar de LTS en MTS gegaan, beide technische opleidingen heb ik met een diploma op zak afgerond. Daarna volgde eerst militaire dienst. Je zou verwachten dat ik voor een technisch beroep zou gaan kiezen maar op advies van mijn vader verliep het anders. Pa adviseerde mij om een vaste baan te zoeken, het liefst bij een overheidsinstelling. Want dan was je ook direct verzekerd van een goed pensioen.

En zo kon het gebeuren dat ik succesvol solliciteerde naar de functie van internationaal treinmachinist bij de Nederlandse Spoorwegen, ik werd dus rijksambtenaar. Deze opleiding werd in Rotterdam gegeven. Ik heb hem succesvol afgerond en mocht hierdoor ook naar België en Duitsland treinen. Jan Donkerbroek en Aisse Dijkema, hij is vorig jaar overleden, waren collega’s van mij. Al met al heb ik ongeveer 38 jaar met veel plezier bij de NS gewerkt.

Ik vond het een topbaan maar het beroep had ook zijn donkere kanten natuurlijk. In de weekenden had je te maken met fietsers die nog net tussen de spoorbomen door fietsten, daarmee je de stuipen op het lijf jagend. Al met al heb ik vijftien ‘springers’ voor de trein gehad. Gelukkig wist ik dat doorgaans goed van mij af te zetten. Als voetbaltrainer had ik de nodige afleiding. Ik kan mij nog goed herinneren dat in één geval mijn leidinggevende mij naar huis gebracht heeft, hij reed in mijn auto. Ik heb hem later bij de bushalte afgezet om vervolgens ’s avonds ‘gewoon’ training te geven in Middelstum.

In al die jaren heb ik natuurlijk de nodige veranderingen meegemaakt. In het begin werkte je met vaste ploegen, later kwamen de ‘vliegende conducteurs’ die bij een volgend station een andere trein pakten. Ik kon er op vrij jonge leeftijd met een goede regeling uit bij de NS en daar heb ik gebruik van gemaakt. Het verlies aan inkomen kon ik als voetbaltrainer wel compenseren. Maar al snel werd ik gebeld door een leidinggevende bij Arriva met de vraag of ik met een nulurencontract nieuwe machinisten op wilde leiden.

Dit heb ik al met al nog een kleine tien jaar gedaan, vier jaar geleden ben ik er definitief mee gestopt. Ik kon in al die opleidingsjaren mijn eigen planning regelen en het is natuurlijk mooi om je vakkennis over te dragen aan een jongere generatie. Want machinist zijn bij dichte mist en zware regenbuien vereist toch weer heel andere vaardigheden en ook die heb je nodig. In 2016 was het dan toch echt afgelopen. Van de keuze om machinist te worden, heb ik nooit spijt gehad.

Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?

Van verveling is absoluut geen sprake. Dat geldt ook voor Liesbeth hoor die regelmatig op de kleinkinderen past en graag met ze richting de binnenstad gaat. Vrijdag gaan we vaak met zijn tweeën op pad. We mogen graag wandelen en fietsen en pikken onderweg regelmatig een terrasje mee. Zelf ben ik nog alle dagen druk met het voetballen. Ik speel zelf nog Walking Football bij de FC Groningen Old Stars en geef bijvoorbeeld in Bedum en Garmerwolde nog trainingen aan 60+-ers. Hoofdtrainer bij een club zal ik niet meer worden, hoewel ik er vorig seizoen nog wel voor gevraagd ben. De mentaliteit van de huidige voetballers is niet meer wat het geweest is, hier kan ik niet zo goed mee omgaan.

Ik ben al meer dan 45 jaar actief in het trainersvak. Dit is ooit in Rotterdam ontstaan toen de trainer van de club waarvoor ik speelde ziek werd. Ik kreeg toen als aanvoerder de vraag of ik de spelers training wilde geven. Dat heb ik toen gedaan en ik had er aardigheid in en aanleg voor. In die tijd heb ik de nodige cursussen gevolgd en mijn diploma’s gehaald. Dit combineerde ik met het voetballen zelf. Ik speelde eerste klas bij Neptunus en heb zelfs elf jaar in het Nederlands ‘spoor’elftal gespeeld. Dat leverde prachtige uitstapjes op naar bijvoorbeeld Schotland, Spanje, Tsjechië, Duitsland en Oostenrijk. We werden gewoon doorbetaald en trainden dan op Papendal tegen bijvoorbeeld het nationaal brandweer- of politie-elftal.

Mijn trainersperiode heb ik als een fantastische periode ervaren, vol met anekdotes en mooie herinneringen. Zo heb ik bijvoorbeeld drie periodes training gegeven bij Gronitas. Tijdens de 2e periode hadden we een fantastische lichting en lukte het ons om van de 3e naar de 1e klasse te promoveren. Een van die promotiewedstrijden vond plaats in het Friese Zwaagwesteinde waar de gemoederen hoog opliepen maar waar we dankzij een 0-3 overwinning wel promoveerden. Ik werd na die partij vastgebonden op de massagetafel en vervolgens scheerden ze mijn snor eraf. Dat was de enige keer dat ie er af gegaan is.

Ik kijk ook met heel veel plezier terug op mijn VV Middelstum tijd. Hoe ik daar terechtgekomen ben? De eerder genoemde Aisse Dijkema tipte destijds voorzitter Koops die mij ’s avonds om half twaalf nog opgebeld heeft. Mijn voorganger Klaas Adolfs had de groep in een perfecte conditie gebracht, aan mij de schone taak om ze op technisch/tactisch gebied bij te schaven. In 1985 zijn we kampioen geworden, ik kan zo de spelers opnoemen die toen in het eerste speelden. We wonnen de laatste wedstrijd uit met 0-1 bij CVVB door een penalty van keeper Tiemen van der Laan vlak voor tijd.

Jan Koops was in die tijd voorzitter dus, Hans Verkerk begeleider van het tweede en Den Boon burgemeester van Middelstum. Hij kroonde mij na het kampioenschap met een speld en een stropdas tot ereburger van de gemeente. Ik organiseerde in die tijd ook succesvolle trainingskampen op de ijsbaan in Middelstum waar toen spelers van FC Groningen langskwamen.

Verder heb ik nog training gegeven aan Lewenborg (twee keer), Haren (na mijn periode in Middelstum) en Engelbert (op aandringen van mijn zoon die hier toen voetbalde). Saillant detail is dat ik nooit als trainer gesolliciteerd heb en altijd minimaal één keer kampioen geworden ben bij de vereniging die ik trainde. Ik ben maar één keer gedegradeerd en dat was met Middelstum, direct na het seizoen dat we gepromoveerd waren.

Naast het voetballen kijk ik ook met plezier terug op andere duursporten. Zo heb ik drie keer schaatsend de Elfstedentocht uitgereden. Maar niet alleen schaatsend maar ook op de racefiets. Zeker in mijn Rotterdam tijd heb ik heel wat kilometers weggefietst. Zo heb ik Luik-Bastenaken-Luik gereden maar ik herinner mij ook nog een tocht naar Brussel. We vertrokken toen ’s nachts om 04.00 uur al….

Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?

Mijn vader heeft mij grootgebracht met een wijze spreuk: ‘Zouk die een vrouw dei goud veur die zorgt!’ En dat heeft Liesbeth uitstekend gedaan, mijn dank daarvoor. Uiteraard mag de geboorte van de kinderen niet ontbreken. Daar ik vaak van huis was, kwam de opvoeding hoofdzakelijk op mijn vrouw neer. Misschien dat ik daarom nu wel intensiever geniet van de kleinkinderen, ik maak het nu allemaal veel bewuster mee. Ze worden goed verwend. We zijn allemaal gezond en gaan als familie goed met elkaar om.

En de dieptepunten?

Het overlijden van dierbaren, zoals mijn ouders en schoonouders. Mijn vader en moeder zijn allebei op 65e jarige leeftijd overleden. Toen mijn vader overleed was ik nog maar dertig. Hij overleed in de tijd dat ik net vanuit Rotterdam terug naar Groningen verhuisd was. 

Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?

Volgens mij kun je uit de vierde vraag al de nodige mooie verhalen halen. Als het moet diep ik moeiteloos nog enige extra anekdotes op…… 

Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?

Ik ga er vanuit dat ik mijn langste tijd wel gehad heb. Maar ik wil zo lang mogelijk doorgaan met het Walking Football en met het fietsen met zijn tweeën. Oh ja, wat ik nog vergeten ben om te vermelden is dat ik sinds vier jaar badmeester ben van het Engelberter natuurzwembad. Jaarlijks moet ik hiervoor naar een AED- en een reanimatiecursus. Dat is ook wel logisch want tijdens een warme zomerdag komen er maar zo 1200 zwemmers langs. We zijn dan met zijn drieën verantwoordelijk voor de veiligheid.

Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?

‘Waist doe dat Liesbeth?’. Daar heb ik nooit over nagedacht. Ik geniet van een vrij huis met veel grond, wat heb ik eigenlijk te klagen?

Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?

Een 8,5, een prachtig cijfer inderdaad. We genieten van het leven. Dagelijks lopen we zo’n anderhalf uur met de hond en dat in een redelijk tempo. Daar blijf je lekker fit bij.

Wilt u verder nog iets kwijt?

Altijd positief blijven denken en leven. Dat laatste probeer ik door veel te bewegen. Maar ik geniet nog steeds van een sigaartje op zijn tijd. En ’s avonds een lekker biertje. Zo heb ik gisteren nog een flesje Oud Bruin opengetrokken.

Ik hoop dat iedereen ondanks alle Corona-perikelen positief en gezond blijft. ‘’t Het nog nooit zo donker west of….’ Een prachtig nummer van Ede Staal inderdaad. Ik heb ooit op de LTS in Winschoten nog les van hem gehad. Dat lijkt mij wel een toepasselijk einde van dit verhaal.

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69