Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Hilda de Leeuw-Bos is ook mijn volledige naam. Ik ben geboren op 14 februari 1959 in Thesinge. Als oudste telg uit een gezin dat uit vijf personen bestond. Ik heb nog een broer in Bedum wonen en mijn zus woont in Schoonebeek. Mijn vader was tijdens zijn werkzame leven vrachtwagenchauffeur, moeder regelde het huishouden.
In Thesinge woonden we in de Hervormde pastorie. Mijn vader was namelijk ook koster van de kerk. Het was een dubbel huis en naast ons woonden mijn oom en tante. Toen ik een jaar of drie, vier was, verhuisden we naar de Luddestraat. Daarna volgden vier jaar Ten Boer maar Thesinge bleef lonken vandaar dat we hiernaar terugverhuisden en wel naar De Dijk.
Ik ben op mijn 17e uit huis gegaan om in Groningen intern te gaan wonen in verzorgingstehuis Patrimonium. In dit verzorgingstehuis leerde ik mijn man kennen, hij woonde daar ook intern. In 1978 werd ons een huis toegewezen in Stedum aan het Vlaspad en wij besloten toe te happen. Daarvoor moesten we wel een geplande reis naar Amerika afzeggen.
In 1990 zijn we nog één keer verhuisd. Inmiddels wonen we al weer dertig jaar met veel plezier aan de Hoofdstraat in Stedum. Het is prima wonen hier. Maar het was in het begin wel even wennen in Stedum hoor, het kostte enige tijd om er tussen te komen. Maar door deel te nemen aan het vereniging- en vrijwilligerswerk loste dit zich vanzelf op.
Wat is uw burgerlijke staat?
Toen ik in Patrimonium werkte, zag ik op een dag een andere kok in de keuken staan. Met Bert de Leeuw was niets mis mee en van het een kwam al snel het ander. Bert is van oorsprong een Fries, hij is geboren in Beesterszwaag. Toen ik hem leerde kennen, woonde hij in Drenthe en we zijn uiteindelijk in het Groningse Stedum terechtgekomen. Bert is in elk geval een echte noordeling, haha.
In 1978 stapten we in het huwelijksbootje en dit huwelijk heeft ons drie kinderen geschonken. Sander is 36 jaar, hij woont ook in Stedum aan het Vlaspad. Marjanne is 33 jaar, zij woont in Leeuwarden. Inge tot slot is 27, zij is naar Middelstum verhuisd. Sander heeft twee zoons. Floris is elf jaar en Pim is onlangs geboren. We zijn dus de trotse opa en oma van twee kleinzoons.
Wat is uw voormalig beroep?
Na de lagere school in Thesinge, ging ik eerst naar de MAVO in Groningen. Ik wist nog niet echt wat te doen of te worden maar mijn tante zei altijd tegen mij, je moet iets gaan doen waarbij je andere mensen kunt helpen. Dat heb ik in mijn oren geknoopt. De MAVO heb ik niet afgemaakt, ik switchte naar de huishoudschool. Na mijn diploma gehaald te hebben, nam mijn vader mij op de bonnefooi mee naar het Patrimonium om te vragen of zij ook werk voor mij hadden. Dit verzorgingstehuis was voor mij geen onbekend terrein want ik had er al twee jaar vakantiewerk gedaan en dat beviel prima. Gelukkig kon ik hier al vrij snel aan de slag.
Na getrouwd te zijn, heb ik hier mijn ontslag genomen. Niet omdat ik het er niet leuk vond maar je kon hier niet anders werkzaam zijn dan volgens het ritme tien dagen werken, gevolgd door vier dagen vrij. Ik besloot wat anders te gaan doen. Ik kwam bij de Maatschappelijke Dienstverlening Noord-Groningen terecht en ben daar begonnen met een driejarige verzorgingsopleiding. Ik was toen begin twintig. Mijn stage mocht ik bij verpleeghuis Solwerd in Appingedam lopen en dat beviel zo goed dat ik hier ben blijven werken tot 1989.
Toen ben ik teruggegaan naar het Patrimonium in Groningen. Daar draaide ik alleen late diensten en wel maandelijks zeven shiften achter elkaar. Bert kwam om half vijf thuis van zijn werk en niet veel later ging ik dan de deur uit, hierdoor hadden we nooit oppas nodig. Die late diensten continueerde ik toen ik in 2001 in het Talmahuis in Groningen ging werken, in de Rivierenbuurt. Ook dat beviel prima maar dit tehuis sloot in 2009 haar deuren. Ik werd hergeplaatst naar Hoogezand waar ik voor de thuiszorg ging werken.
Een overstap waar ik vreselijk tegenaan zag maar die voor mij heel goed heeft uitgepakt want ik vond dit werk hartstikke leuk om te doen. Tussentijds moest ik er noodgedwongen door een hernia wel een jaar tussenuit maar daar ben ik gelukkig goed van hersteld. Na dit tien jaar gedaan te hebben, volgde in 2019 nog één keer een switch want ik werk nu namelijk in een buurthuiskamer in Hoogezand. Dit is een dagbesteding voor (licht) dementerende mensen en mensen met andere beperkingen, bedoelt om hun partners of mantelzorgers te ontlasten.
Ik wandel veel met deze mensen of neem ze mee op de duofiets. Verder ga ik natuurlijk gezellig koffie met ze drinken en koken of bakken. Ook dit werk vind ik heel leuk om te doen. Het is een stuk rustiger werken dan dat ik gewend was en daarbij komt het er lichamelijk ook niet zo op aan. Al met al ga ik nu mijn 31e jaar in voor de organisatie die tegenwoordig als ZINN (Zorg en welzijnsorganisatie) door het leven gaat.
Terugkijkend kan ik concluderen dat ik vroeger een goede keuze gemaakt heb. Je maakt inderdaad het nodige verdriet mee maar daar staan ook hele mooie momenten van blijdschap, verbondenheid en saamhorigheid tegenover. Het is gewoon heel dankbaar werk wat ik doe!
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Zover is het gelukkig nog niet. Aan de andere kant wil ik ook niet tot mijn 67e door blijven werken hoor. Ik heb te veel mensen om mij heen op jonge leeftijd weg zien vallen. Daarbij is het werk in al zijn facetten toch best wel zwaar. En er komt bijna geen nieuwe, jongere aanwas door. Stagairs die binnenkomen haken veel vaker af dan vroeger.
Bert en ik willen in de toekomst graag nog wat meer gaan reizen en er is genoeg vrijwilligerswerk te doen, ook in Stedum. Ik heb in al die jaren dat ik hier woon, diverse vrijwillige werkzaamheden gedaan. In mijn beginjaren voornamelijk op kerkelijk gebied. Maar ik heb ook zes jaar in de Oranjevereniging gezeten en ik denk wel zo’n vijftien jaar meegeholpen met de kinderspeelweek en de wandelvierdaagse. Verder ben ik 31 jaar lid geweest van de plaatselijke schietclub waaronder 17 jaar als secretaris. En, niet te vergeten, ik heb 25 jaar achter de bar in de voetbalkantine gestaan.
Momenteel ben ik echter alleen nog maar lid van de Historische Vereniging Stedum, dat vind ik heel interessant. Al die veranderingen die hier hebben plaatsgevonden, dat is leuk om via foto’s van vroeger te volgen. Verder mag ik graag lezen, Karin Slaughter is een van mijn favoriete schrijfsters.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
De ‘standaarddingen’ zoals onze trouwdag en de geboorte van de kinderen en kleinkinderen mogen zeker niet ontbreken. Mijn vijftigste verjaardag was heel bijzonder want die viel gelijktijdig met de geboorte van onze oudste kleinzoon Floris. De bruiloften van onze twee oudste kinderen waren ook heel mooie gebeurtenissen.
En de dieptepunten?
Het overlijden van mijn ouders en schoonouders, zeker wanneer je geen afscheid kunt nemen. Zo kreeg ik om 06.00 uur ’s morgen een telefoontje van mijn vader dat mijn moeder was overleden. Ze had al wel last van parkinsonisme maar haar overlijden kwam onverwacht en was heel confronterend. Ach, naarmate je ouder wordt, vallen om je heen steeds meer mensen weg. Dat hoort nu eenmaal bij het leven.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Ik bewaar hele mooie herinneringen aan mijn jonge jaren in Thesinge, wonend naast mijn oom en tante die ik eigenlijk een beetje als mijn grootouders beschouwde. Ik was er dan ook vaak te vinden. Voor dat ik op bed ging, moest ik daar op mijn manier eerst altijd nog een liedje zingen. Dat was misschien ook wel een goede vertragingstruc.
Nog een voordeel was dat wanneer het eten thuis niet smaakte, of wanneer ik van te voren al dacht dat ik het niet lekker zou vinden, dat ik dan altijd bij ze terecht kon om mee te eten. Daar zal ik vast wel een keer misbruik van hebben gemaakt……
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Toch nog één keer met Bert naar Amerika op vakantie gaan. En als overgangetje naar de volgende vraag, ik heb toch wel spijt gehad dat we dat toen niet hebben gedaan. Want we hadden vast op een later tijdstip wel een ander huis toegewezen gekregen maar wanneer je zo jong bent, sta je er nog heel anders in.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Los van de Amerika-reis ben ik verder heel tevreden, het is goed zo. Qua werk, gezin en woonplaats heb ik niets te klagen. Daarbij denk ik dat er voor alles een reden is, je leert ook van tegenslagen.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Toch wel een dikke acht!
Wilt u verder nog iets kwijt?
‘Niet eerder met de beer vechten voordat je hem tegenkomt!’ Dat is toch wel onze familieslogan. Niet ver van te voren je al heel druk maken over allerlei dingen die mogelijk gaan komen maar er op het moment zelf mee dealen. Dat lijkt mij wel een mooi eind van dit interview, toch?!