Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

Ulfert Jan Molenhuis, beveiliger, rechercheur en directeur Voedselbank

Kunt u zich heel kort even voorstellen?

Ik ben Ulfert Jan Molenhuis, geboren op 11 februari 1948 in Baflo. Ik heb nog een oudere zus, ook zij is net na de oorlog geboren. De oorlog was voor mijn ouders een heel spannende tijd. Mijn vader heeft nog bij mijn opa ondergedoken gezeten. Opa Jan de Witt had er acht! Mijn moeder is bijna doodgeschoten door een NSB-er bij een razzia in de kerk. Mijn beide opa’s waren ondernemer, mijn vader werkte als uitvoerder bij de gemeente Baflo en was bestuurlijk heel actief.

Toen ik met mijn opleiding bij de Koninklijke Marechausse in Apeldoorn bezig was, werd Groningen mijn nieuwe woonplaats. Ik heb er onder andere op kamers gezeten en ben totaal drie keer verhuisd. Inmiddels wonen we al weer ruim twintig jaar met veel plezier aan de Berlageweg. Eind jaren negentig hebben we hier een huis laten bouwen en het bevalt ons er nog steeds heel goed.

Wat is uw burgerlijke staat?

Uiteindelijk heb ik dankzij een vervelende voetbalblessure mijn vrouw leren kennen. Toen ik als spits van CSB Baflo alleen op de keeper afkwam, werd ik door hem hard op mijn knie geraakt. Het maakte een eind aan mijn voetbalcarrière. Het korfballen was toen in opkomst en ik werd trainer in Leens. Ik had als trainer een fluit en Sietske Gerda Muller pakte eens mijn fluitje om deze vervolgens mee naar huis te nemen. Ik heb deze bij haar thuis opgehaald en zo leerde ik haar wat beter kennen. Wat uiteindelijk op negentien december 1969 tot een huwelijk leidde. Eind volgend jaar zijn we inderdaad vijftig jaar getrouwd.

Dit huwelijk heeft ons drie zoons geschonken waarbij de jongste, Dennis, in 2001 door een verkeersongeval om het leven gekomen is. Een tragisch gebeuren, waar ik later nog uitgebreider op terugkom. Alexander is de oudste, hij woont in Kropswolde. Als hoofd recherche is hij in mijn voetsporen getreden. Roland woont in Groningen, hij werkt bij twee bedrijven. We zijn in het rijke bezit van vijf kleinkinderen, in leeftijd variërend van 14 tot 24 jaar.

Wat is uw voormalig beroep?

Na de lagere school, ging ik naar de MULO in Baflo. Maar ik wilde aan het werk en ging als 15-jarige als timmerman aan het werk bij de gebroeders Rustema die een groot bouwbedrijf in Baflo hadden. Dat was toch niet helemaal mijn ding. Toen ik in de NCRV-gids een vacature van de Koninklijke marechaussee zag die beveiligers zochten, heb ik direct gesolliciteerd. Vervolgens heb ik vanaf mijn 20e enkele jaren beveiligingsdiensten gedraaid voor onder andere leden van ons Koninklijk huis. Bijvoorbeeld bij de voormalige Koninginnen Julia en Beatrix en hun partners Bernard en Claus. Maar ook bij prinses Margriet en Mr. Pieter van Vollenhove. Toen vond je het heel gewoon dat je een praatje met deze mensen mocht maken maar achteraf gezien was het toch een heel bijzondere tijd.

In 1976 werd ik districtsrechercheur van de KMAR Noord. Dit mede door het oplossen van de complexe moord op de Groningse prostitué Bea Pot. Hierdoor werd ik ook steeds vaker gevraagd voor rechercheonderzoeken van gecompliceerde misdrijven. In 1980 werd ik pelotonscommandant van de mobiele eenheid van de KMAR. Ik was betrokken bij de optredens tijdens de rellen in Amsterdam en bij de treinkaping in Wijster. In die tijd was ik ook coördinator bij een landelijk team dat zich bezighield met de opsporing van verdovende middelen in de scheepvaart.

Ik ben vervolgens door het Ministerie van Buitenlandse Zaken nog drie maanden in Moskou gedetacheerd in de tijd dat de NAVO besloot om kruisraketten te plaatsen, gericht op de Sovjet-Unie. Daarna werd ik in 1984 hoofd van de beveiliging van de NAM en voerde voor dit bedrijf een reorganisatie door. Dit was in de tijd ver voordat de aardbevingproblematiek aan het licht kwam.

In 1990 heb ik vervolgens met Klaas Brands een groot beveiligingsbedrijf overgenomen. Het lukte ons om dit bedrijf te laten groeien van 60 naar 350 personeelsleden. We werkten onder andere voor grote bedrijven als DSM. Dit beveiligingsbedrijf werd in 2000 overgenomen door KPN Risicom dat inmiddels weer is overgnomen. Ik was net 50 jaar geworden en had mijn schaapjes op het droge toen we Industrial Secutity verkochten.

En dat na werkweken van een dikke honderd uur waarbij ik mij door de week met de beveiliging bezighield en in het weekend, na zaterdag eerst met de jongens mee naar het voetballen te zijn gegaan, met recherchezaken. Ik kijk met veel plezier terug op deze bijzondere tijd. Maar ook op mijn fysiek zware opleidingstijd bij de KMAR die deels bij de commando´s in Roosendaal werd doorgebracht.

Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?

Na het betaalde werk, volgde in 2000 het vrijwilligerswerk. Daarmee trad ik in de voetsporen van mijn vader die ook bij talloze clubs en verenigingen als voorzitter actief is geweest. Hij vond dat je je talenten ook moest inzetten voor het maatschappelijk nut en die boodschap heb ik in mijn oren geknoopt. Zo werd ik vrijwilliger bij Slachtofferhulp Nederland waar ik slachtoffers begeleidde van (zware) misdrijven. Ook werd ik voorzitter van GVAV – Rapiditas die in die tijd groeide van 650 naar 1100 leden en 5e stond in de lijst met beste jeugdopleidingen in Nederland.

In 2013 werd ik gevraagd om voorzitter te worden van de Voedselbank Stad Groningen. Samen met nog twee andere vrijwilligers hebben we de Voedselbank weer nieuw leven ingeblazen. Van 300 huishoudens in 2013 is het aantal gezinnen dat we kunnen helpen gestegen naar 780 nu. Bijna een verdrievoudiging inderdaad waarbij we gezinnen in vooral de stad Groningen maar ook in de voormalige gemeenten Ten Boer en Haren kunnen helpen.

Een vrijwilligersbaan die nog steeds een vijftig werkuren kost, vooral in deze decembermaand. Momenteel zijn we druk bezig met een supermarktactie waarbij we 1.000 kratten met houdbaar voedsel samen willen binnen halen. Ik geef daar leiding aan 150 vrijwilligers waarbij de Voedselbank Stad Groningen ook als distributiecentrum voor de overige voedselbanken in onze provincie dient.

Ik denk dat de organisatie staat en ga er nog steeds vanuit dat de Voedselbank in de toekomst ophoudt te bestaan. Ik gebruik wel eens de vergelijking van de duizenden vogels die naar Afrika vliegen om daar te overwinteren. De sterksten gaan voorop en zorgen ervoor dat de rest de oversteek ook op een veilige manier kan maken. Wat dat betreft kunnen wij nog veel van deze vogels leren. Daar ik niet iemand ben die ‘op de winkel’ wil passen, hoop ik volgend jaar iemand te kunnen vinden die mij op wil volgen.

Want hoewel ik al jaren met pensioen ben, merk ik er weinig van. Ook al door nog meer vrijwilligersfuncties. Zo ben ik bijvoorbeeld bezig geweest met natuurprojecten in het Zuidlaardermeergebied, maar ook in Tsjechiè. We gaan regelmatig naar dit mooie land en deze liefde is ontstaan doordat een Tsjechische voetballer in een wedstrijd tegen GVAV een zware blessure gekregen heeft waar hij uiteindelijk negen keer aan is geopereerd. Het is ons gelukt om hem weer op de been en aan een baan te helpen.

Graag zou ik er met mijn vrouw wat vaker op uit trekken met de boot en de camper. Schrijven vind ik ook heel leuk om te doen. Gedichten maken bijvoorbeeld en wie weet komt er ooit nog eens een boek over alles wat ik meegemaakt heb…..

Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?

Ik denk dat ik dan uitkom bij de oplossing van de moord op Bea Pot, maar ik zou ook andere succesvolle recherchezaken kunnen noemen. Ook heb ik genoten van de bloei van voetbalclub GVAV/Rapiditas. Vooral  omdat het ons gelukt is om kinderen uit armere gezinnen op voetbal te krijgen en hun ouders bij de club te betrekken.

En de dieptepunten?

Het overlijden van onze zoon Dennis is een groot persoonlijk drama geweest. Ik weet nog dat toenmalig burgemeester Jacques Wallage van Groningen bij ons thuis sprak van een schaduw die je je hele leven meedraagt. Ik wilde er toen niet aan, het drama moest eerst nog bezinken en een plekje vinden. Ik werd zelfs wat kribbig op hem maar hij heeft wel gelijk gehad. De hevige pijn van vroeger is dan wel iets minder geworden maar de veronderstelling dat het verlies van een kind het ergste is wat je kan overkomen, kan ik onderschrijven.

Ik weet nog dat ik bij een feestelijke opening een mooi verhaal kon vertellen maar dat het mij vervolgens niet lukte om aan de feestelijkheden deel te nemen. Het ergste moment vond ik nog dat ik met mijn oudste zoon naar Baflo reed om het aan mijn ouders te vertellen. Het toeval wilde dat ze al eerder twee dierbaren op de leeftijd van 23 hadden verloren, Dennis was de derde. Deze zeer trieste mededeling overbrengen was iets wat ik maar net aankon.

En ik weet dat er op termijn nog een dieptepunt aan zit te komen en dat is de dag dat mijn moeder komt te overlijden. 99 jaar is ze inmiddels maar nog steeds heel scherp van geest hoewel ze lichamelijk wel wat minder wordt. Ik heb enorm veel bewondering en respect voor haar. Hetzelfde geldt natuurlijk voor mijn vader die op 85-jarige leeftijd is overleden.

Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?

Ik heb tijdens mijn actieve periode bij de recherche mogen werken met enkele gerespecteerde paragnosten. Niet alle tips en ingevingen leidden tot resultaat, maar toch kwamen sommige met opzienbare openbaringen. Zo voorspelde iemand dat toenmalig minister Jan Terlouw over niet al te lange tijd zou aftreden en dat er op korte termijn een trein zou ontsporen vlakbij het hoofdstation. Toen ik even later over de Herebrug reed, zag ik dat ze net bezig waren met een ontspoorde treinstel en enige maanden later trad Terlouw inderdaad af.

Ook bij de oplossing van de moord op het Groningse meisje Digna van der Roest en de opsporing van een vermiste man uit Ten Boer kwamen paragnosten met verrassende voorspellingen. Zo voorspelde een paragnost dat die man een week later in Delfzijl in het water zou worden gevonden op de plek waar hij voor het laatst gezien was. Iets wat daadwerkelijk uitkwam.

Ook de gesprekjes met Koningin Julia en vooral Prins Bernard zijn me bijgebleven. Bernard stond ook om andere dingen bekend maar vooral zijn inzet voor het Wereld Natuur Fonds kon ik erg waarderen. Prins Claus maakte ’s nachts wel eens een wandelingetje door de tuin wanneer hij niet kon slapen. Ik heb verschillende keren met hem hele gesprekken gevoerd op het bruggetje vlakbij het paleis Drakensteyn.

De treinkaping bij Wijster is iets wat ik van nabij heb meegemaakt. Ik draaide de diensten van 19.00 tot 07.00 uur en lag in het veld. De uiteindelijke bestorming en bevrijding van de gijzelaars heb ik niet meegemaakt maar ik kan nog steeds pissig worden over de rechtszaak die door Molukkers tegen mariniers en regering  is aangespannen. Een operatie die tijdens de nachtelijke uren in zeer korte tijd is voltrokken en waarbij de mariniers met gevaar voor eigen leven de trein zijn binnengestormd. 

Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?

Ik heb mijn hele leven hard gewerkt en ik zal ongetwijfeld nog dingen blijven doen maar ik zou graag meer gaan leven en meer gaan genieten. Van de mooie natuur bijvoorbeeld. Ik kamp inmiddels zo’n 35 jaar met suikerziekte maar hoop toch nog enige jaren te mogen krijgen in de genietfase….

Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?

Natuurlijk zijn er zaken geweest die ik anders had moeten aanpakken of beter had moeten doen. Maar van die fouten leer je. ‘Maar leven zonder zonde, dat is pas zonde.’ Mag dit wel, kan dit wel? Om bekentenissen van verdachten te ontlokken, ging ik vaak ver. Daardoor heeft bijna iedereen die wat op zijn kerfstok had uiteindelijk ook bekend. Vaak ging ik dan ook in op de waaromvraag. Misschien wel uit een bepaalde fascinatie waarom mensen tot bepaalde misdaden in staat zijn.

Er was ook iemand die onschuldig was, maar toch bekende. Die bleek achteraf knettergek te worden van een wekker die in de verhoorkamer stond. Maar uiteindelijk zijn we hier achter gekomen en heeft hij deze bekentenis teruggedraaid.

Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?

Ik denk dat ik mijn leven wel een acht durf te geven. Ik heb mij vaak in dingen vastgebeten en ging net zolang door tot het uiteindelijk tot succes leidde. Wat dat betreft heb ik een heel gevarieerd leven mogen leiden. Wat ik aanpakte werd vrijwel altijd een groot succes.

Wilt u verder nog iets kwijt?

Ik denk dat we heel veel zaken besproken hebben. Misschien is het nog wel leuk om te vermelden dat ik in Baflo bezig ben om een commissie samen te stellen die oorlogsdocumentaires wil gaan maken uit de periode van de Tweede Wereldoorlog.

Er is in Baflo en de directe omgeving veel gebeurd tijdens de oorlogsjaren. Denk daarbij bijvoorbeeld ook aan de executie van de gebroeders Gootjes tussen Middelstum en Toornwerd. We zijn erg geïnteresseerd in oorlogsverhalen uit die tijd en houden ons warm aanbevolen wanneer mensen verhalen hierover met ons willen delen…..

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69