Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

Riekje Elema, over werken in de zorg in het binnen- en buitenland…..

Riekje, kun je jezelf in het kort even voorstellen?

Ik ben Riekje Elema, 61 jaar en geboren en getogen in Huizinge. Ik woonde op boerderij Framaheerd daar waar nu mijn broer Aldert woont. Op mijn 19e ben ik naar Groningen verhuisd, wijkverpleegkundige geworden en in 1987 naar Afrika vertrokken. In 1995 ben ik in Amsterdam gaan wonen. Inmiddels woon ik al weer anderhalf jaar aan de Westerstraat in Winsum.

Ik heb mijn hele leven in de zorg gewerkt, zowel in het binnen- als in het buitenland. Dat begon op 16-jarige leeftijd als weekendkracht in het Hippolytushoes in Middelstum. Momenteel werk ik als Manager Thuiszorg bij Noorderzorg, de ouderenzorginstelling die ontstaan is door de fusie van Van Julsinga en ’t Gerack. Mijn standplaatsen zijn Uithuizen en Delfzijl.

Het verzorgende zat er al van jongs af aan in?

Ik denk dat ik dit rond mijn twaalfde al zeker wist, dat ik de zorg in zou gaan. Na het atheneum in Groningen doorlopen te hebben, koos ik voor de MBO opleiding verpleegkundige. Waarschijnlijk had ik ook best wel kunnen gaan studeren maar ik denk dat vooral mijn vader blij was dat ik een praktische opleiding koos.

Ik was negentien toen ik aan de opleiding begon en combineerde de studie met het werken in het Academisch Ziekenhuis. Dat was in de tijd dat ik ook in de stad ben gaan wonen. Na mijn opleiding afgerond te hebben, ben ik eigenlijk gelijk gaan pionieren, en heb overal en nergens gewerkt in Groningen. Wel had ik toen al het idee dat ik dit niet mijn hele leven wilde blijven doen.

Hoe ben je bij Artsen zonder Grenzen terecht gekomen?

Het maken van verre reizen had altijd al een sterke aantrekkingskracht op mij. Zo logeerde ik regelmatig bij vrienden in het buitenland. Ergens was ik al vroeg volwassen. Toen ik in 1980 mijn opleiding afgerond had, ben ik voor twee maanden naar Kenia vertrokken voor een kleinschalig gezondheidsproject ergens ver weg in de bushbush. Ik was direct helemaal verkocht aan dit werk.

Toch duurde het nog even voor ik naar het buitenland vertrok. Tussendoor heb ik nog drie jaar in de wijkverzorging gezeten, voor het Groene Kruis. Ik begon mijn leven steeds ‘saaier’ te vinden. Het buitenland, andere culturen ontdekken, het begon steeds meer te trekken.

In 1987 kreeg ik dankzij de in 1984 opgerichte Artsen zonder Grenzen de kans om voor een jaar naar Oeganda te gaan. Dit tot angst van mijn vader, die toch wel wat bezorgd was dat ik zo maar naar Afrika vertrok. Mijn moeder had er meer vrede mee, die kende haar eigengereide dochter waarschijnlijk wat beter, haha. Mijn vader heeft lang in spanning gezeten want het heeft de nodige voeten in aarde gehad om contact te leggen met het thuisfront. Dat ging in het Afrika van de tachtiger jaren nog niet zo snel. Ik was soms een hele ochtend bezig om telefonisch contact te krijgen met mijn ouders.

Kun je iets vertellen over je internationale hulpervaringen?

Ik kwam dus in 1987 in Oeganda terecht. Er woedde een interne burgeroorlog, er waren diverse stammenoorlogen, mensen raakten op drift en het land werd geteisterd door malaria en de opkomst van de aidsepidemie. Er was hongersnood wat leidde tot een grote stroom ondervoede kinderen. Vanuit de hoofdstad waren we met zijn tweeën, een arts en ik, met onze chauffeur uren onderweg om op de plaats van bestemming te komen. Op die plek was wel een ziekenhuis maar de chirurg die er werkzaam was, vertrok al snel nadat wij waren gearriveerd.

Aan ons de taak om dit ziekenhuis weer op poten te zetten. Dus nieuw personeel regelen, zorgen dat er voldoende voedsel, medicijnen en medisch apparatuur kwam, zorgen voor goede drinkwatervoorzieningen, mensen opleiden en voorlichting geven. Er moest volop geïmproviseerd worden. Ik moet zeggen dat het ons na een jaar gelukt is om een goed functionerend ziekenhuis achter laten. In het begin hielpen we met ons tweeën honderden patiënten per dag die rijenlang van heinde en verre naar ons toe kwamen. Vijf, zes jaar later was er een medisch team van twintig personen.

Na Oeganda volgden drie jaar Mozambique. Daar was de situatie en de werkzaamheden vergelijkbaar met de hulp in Oeganda. Vervolgens volgden twee jaar in Kenia. Daar ben ik in twee vluchtelingenkampen geweest en ik heb er enorm veel samengewerkt met bijvoorbeeld de wereldvoedselorganisatie en andere UN hulporganisaties. Dit om bijvoorbeeld vaccinatieprogramma’s tegen malaria en TBC op te zetten.

Een van mijn meest indrukwekkende uitzendingen was die naar Zambia, dit was in 2004. Ik leidde een team in het ontwikkelen van een HIV-programma in een land waar 18% van de bevolking was geïnfecteerd met het HIV-virus. Een project dat een aantal jaren duurde en gigantisch veel lobbywerk en ook geld gekost heeft. En dat in een bijzonder complexe situatie waarin de nodige taboes doorbroken moesten worden. Middels veel voorlichting en het op gang brengen van de medicijnenstroom is het ons gelukt om de boel op poten te zetten.

Daarna kwam de hulpverlening vanuit Amsterdam?

In 1995 kwam ik op een soort van keerpunt. Wilde ik mijn hele leven in het buitenland werken? Daar ik ook een vrienden- en familiemens ben, was deze stap te groot voor mij. Vanuit thuishaven Amsterdam heb ik vervolgens 15 jaar als medisch adviseur voor Artsen zonder Grenzen gewerkt waarna ik een tijdje in het ziekenhuis gewerkt heb om daar weer feeling mee te krijgen. Maar ik ben veelvuldig als projectadviseur en coach voor verschillende organisaties naar het buitenland geweest om voorlichting te geven en trainingen te verzorgen. Bijvoorbeeld voor de Flying Docters. In de loop van die jaren heb ik vele landen aangedaan. Bijvoorbeeld China en Brazilië maar ook in totaal 32 Afrikaanse landen.

Een van mijn laatste projecten in Amsterdam was het samen met anderen opzetten van een nieuw Buurtzorg team met de nodige nationaliteiten in een achterstandswijk. Daar kwam al mijn buitenlandse ervaring goed van pas.

En inmiddels ben je weer in het hoge noorden teruggekeerd?

Per toeval zag ik een vacature langskomen van wat toen nog ’t Gerack heette, gevestigd in Uithuizen en Uithuizermeeden. Zij zochten een manager die verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de ouderenzorg in dit gebied. Ik heb eerst maar eens een mail gestuurd of ik met mijn werkervaring enige kans maakte op de baan. Men vond mijn loopbaan tot dusver heel divers en boeiend en ik werd gestimuleerd om te solliciteren.

En zo werd ik dus manager in de ouderenzorg in een heel turbulente tijd, mede ingegeven door allerlei fusieperikelen. Na anderhalf jaar kan ik toch wel stellen dat de rust weer is teruggekeerd. Ik overleg veel met de zorgverleners en collega-managers en houd mij bijvoorbeeld bezig met scholing, voorlichting, aansturing en roosterplanning. Het werken in de ouderenzorg vind ik heel boeiend. Ik heb onlangs nog een opleiding klinische geriatrie gevolgd. Het is voor onze oudere medemens natuurlijk hartstikke belangrijk dat ze kunnen blijven wonen in het gebied waar ze zijn opgegroeid en hun hele leven hebben gewoond.

Hoe kijk je aan tegen de zorgverlening in Nederland?

Misschien ben ik niet de ideale persoon om hier een oordeel over te vellen. Kijk, iedereen klaagt wel eens over de zorg maar kwalitatief gezien staat Nederland natuurlijk op een heel hoog niveau. Maar er komen wel de nodige problemen op ons af. We worden met elkaar steeds ouder en er willen minder mensen in de (ouderen)zorg werken.

Daarbij wil de nieuwe generatie ouderen ook een andere manier van zorg hebben dan in het verleden. Zelf wil ik bijvoorbeeld ook graag zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen, daarbij gebruik makend van de nieuwe mogelijkheden qua gezondheidszorg en techniek die zich voor doen.

Wat zijn de hoogte- en dieptepunten uit je zorgzame carrière tot dusver geweest?

Ik denk dat de invoering van het HIV-programma in Zambia voor Artsen zonder Grenzen toch wel mijn leukste, leerzaamste en grootste opdracht geweest is. Oeganda was natuurlijk ook heel bijzonder omdat het mijn eerste grote klus in het buitenland was.

Een dieptepunt voor mij was de tijd dat ik zelf ernstig ziek was. Eind jaren negentig werd er bij mij namelijk kanker geconstateerd. Gelukkig heb ik dit weten te overwinnen maar je gaat wel anders naar het leven kijken. Je kijkt anders tegen de toekomst aan en leert om te genieten van het moment.

Heb je nog leuke zorganekdotes?

Toen ik als landencoördinator in Kenia werkte, heb ik heel veel kinderen langs zien komen. Ooit kwam in een van de vluchtelingenkampen een stroom van maar liefst 15.000 kinderen aan, in leeftijd variërend van 4 tot 15 jaar. Zij waren gevlucht uit Soedan en hadden een wandeltocht van duizenden kilometers achter de rug. Toen ik een paar jaar later in een vluchtelingenkamp in Ethiopië begon te werken, zag ik een van de vluchtelingen heel enthousiast naar mij zwaaien. Het toeval wilde dat hij een van de jongens was die ik destijds in Kenia heb leren kennen….

Toen ik voor een project in India was, moest ik voor een malariaprogramma kennis maken met de plaatselijke hotspots. Een daarvan was totaal niet geïnteresseerd in dit malariaprogramma maar wel in de toestand van de koeien in India. En daar ik een boerendochter ben, zag hij in mij een ideale gesprekspartner om over deze materie te praten….

Winsum is voor jou ‘the place to be’ geworden?

Ik woon hier heerlijk aan het Winsumerdiep. Ik heb nu een ruime woning waar de lichtinval geweldig is. Eigenlijk voor mij een soort van droomhuis waar ik al eens eerder was wezen kijken. Toen het huis opnieuw te koop kwam, werd ik getipt.

Ergens is Groningen toch altijd mijn provincie geweest. Voeg daarbij het feit dat Amsterdam steeds drukker en massaler wordt waardoor de knoop vrij snel was doorgehakt. Je kunt vanuit Winsum overal met de trein naartoe, er zijn in de buurt genoeg mooie, culturele plekken, Winsum kent een gezellig centrum met enige leuke cafés en mijn vrienden en familie wonen in de buurt. Wat wil je eigenlijk nog meer……

Nog tijd voor hobby’s?

Te weinig eigenlijk. Ik mag graag knutselen, zo volg ik momenteel een cursus ‘glas en lood’, en ik trek er regelmatig met de fiets opuit. Ook de kunst is een hobby van mij. Ik mag graag beeldhouwen en heb reeds de nodige beeldjes gemaakt.

Waar mogen ze je ’s nachts voor wakker maken?

Wanneer iemand mij vraagt om mee te gaan naar Antarctica. Dat lijkt mij heel fascinerend om daar eens te gaan kijken. Ik ben wat dat betreft wel heel snel enthousiast te krijgen.

Waar staat Riekje Elema over 10 jaar?

Dat weet ik eigenlijk nog niet zo goed. Net zoals ik nog niet weet hoe lang ik nog doorga met werken. Als het nog leuk gaat en het gevoel is goed, waarom zou je dan stoppen? Misschien ga ik nog wel wat in de begeleiding of opvang van asielzoekers doen.

Wel hoop ik tegen die tijd nog actiever te zijn in het vrijwilligerswerk. Zo ben ik nog niet zo lang geleden als PUM-vrijwilliger (Programma Uitzending Managers) uitgezonden naar Oeganda waar ik een arts meegeholpen heb om zijn praktijk op te bouwen. Dit vrijwilligerswerk mag je tot je 75e doen, ik heb dus nog wel even de tijd. Het kan ook zo maar zijn dat ik hier in huis op de benedenverdieping nog een Bed & Breakfast begin.

Wil je verder nog iets kwijt?

Ik hoop dat je wat kunt maken van al deze verhalen. Ergens vind ik het leuk om te zien wanneer mensen uit hun eigen comfortzone komen. Dit hoeft niet altijd een succes te worden, je kunt immers nog weer terug keren naar het vertrouwde maar dan heb je het in elk geval geprobeerd. Het werken en reizen in het buitenland heeft mijn leven verrijkt en ik heb er veel van geleerd en veel interessante mensen ontmoet. De gedachte van ‘had ik dat toen maar gedaan’ is op mij niet van toepassing…..

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69