Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

Rene Paas is als Commissaris van de Koning thuisgekomen in Groningen

Meneer Paas, kunt u uzelf in het kort even voorstellen?

Ik ben Rene Paas, 50 jaar, getrouwd met CDA-partijvoorzitter Ruth Peetoom en vader van drie kinderen. Ik ben geboren in Dordrecht. Mijn studententijd bracht mij naar Groningen. Ik ben verknocht geraakt aan deze stad en ben dus blij dat ik na enige omzwervingen teruggekeerd ben. Mijn kinderen vonden het vorig jaar maar niets toen ze hoorden dat ze naar Groningen moesten verhuizen, maar vinden de stad inmiddels ook prachtig. We wonen in de Schildersbuurt.

Vroeger ooit gedacht dat u Commissaris van de Koning in Groningen zou worden?

Geen moment! Dokter wilde ik worden, of werken bij de politie of brandweer. Ik ging uiteindelijk rechten studeren in Groningen en werd daarbij ongetwijfeld geïnspireerd door de advocatenseries hierover op tv. In mijn studietijd werd ik actief binnen het CDJA. Dit leidde in 1990 tot toetreding in de gemeenteraad en uiteindelijk ben ik in 1996 wethouder geworden. De stad Groningen kende ik dus al.

Toen ik voorzitter werd van het CNV volgde een verhuizing. We gingen in Utrecht wonen en dat is toch een soort Groningen, maar dan in het midden van het land. Mensen uit Utrecht begrepen deze vergelijking ook altijd wanneer ik er over begon. En toen was er dus de vacature van Commissaris van de Koning in Groningen. Ik was inmiddels tien jaar weg uit de stad maar merkte dat ‘het gevoel’ er nog steeds was.

En dus verstuurde ik in februari 2016 een sollicitatiebrief naar de Koning. Met niet al te hoge verwachtingen, want de Commissaris van Groningen werd decennia lang ‘geleverd’ door de VVD en de PvdA. Maar tijden veranderen en er volgden een paar prettige gesprekken met een delegatie van de Staten. Uiteindelijk leidde dat tot de benoeming tot Commissaris van de Koning in Groningen. Ik had eerder bijna 25 jaar in de stad gewoond en kwam na een afwezigheid van elf jaar weer thuis.

Hoe kijkt u terug op het eerste jaar?

Als thuiskomen inderdaad. En dat begon al op de dag dat het nieuws bekend werd dat ik voorgedragen zou worden als Commissaris. Na de uiteindelijke benoeming kregen Ruth en ik misschien wel meer dan duizend reacties via mail, app of SMS en ook mijn Twitter- en LinkedIn tijdlijn stroomde vol met enthousiaste reacties.

Deze reacties waren eigenlijk in twee categorieën samen te vatten. Mensen uit Noord-Nederland en Groningen zelf reageerden vaak in de trant van ‘welkom thuis!’ Daardoor voelde ik mij natuurlijk nog vijf keer zoveel Groninger als voor mijn vertrek. ‘Ik hoor er bij!’ Mensen uit de Randstad feliciteerden mij ook, maar wensten mij tegelijk ook vaak sterkte toe. Dat had natuurlijk alles met de aardgaswinning en de bijbehorende aardbevingen te maken.

En dat is inderdaad een akelig dossier dat mij door alle verhalen met mensen die schade hiervan ondervinden en voor hun rechten vechten naar de strot grijpt. Ook  premier Rutte,  die hier vorige week op werkbezoek was, toonde zich in een afsluitend gesprek aangedaan. Voeg daarbij nog de achterblijvende werkgelegenheid, die door de crisis zelf niet minder is geworden, en je begrijpt direct dat de situatie er sinds mijn vertrek niet beter op geworden is. Het aantal inwoners is in de stad weliswaar met maar liefst 20.000 toegenomen, maar die groei zie je niet in de regio zelf. Integendeel, daar is het beeld dat voorzieningen door de krimp echt onder druk komen te staan.

Wat waren uw werkhoogtepunten voor deze functie?

Ik heb als wethouder van Groningen negen jaar een geweldige tijd gehad. Mijn schoonvader noemde de afdelingen die ik onder mijn beheer had wel eens de portefeuille ‘Troep en Ellende’, met zowel het afvalbeheer als de ‘poep op de stoep’ problemen, maar ook de zorg voor mensen aan de onderkant van de maatschappelijke ladder. Desondanks heb ik het werk met heel veel plezier gedaan.

Daarna zette ik mij als voorzitter van het Christelijk Nationaal Vakverbond CNV dus vier jaar in voor werk en werkgelegenheid. Van wethouder in een stad werd ik dus ‘een nationale speler’, inclusief bezoeken aan het Torentje in Den Haag en het Catshuis. En dat in de tijd dat de economische crisis begon.

Daarna ben ik zeven jaar voorzitter van Divosa geweest, de landelijke vereniging van gemeentelijke leidinggevenden in het sociale domein. In die hoedanigheid kreeg ik te maken met allerlei problematiek met werkgelegenheid, bijstand en de WMO. Kortom, het was werken in de hoek waar door de bezuinigingen rake klappen vielen. Ik heb mij altijd in willen zetten voor die mensen die het op eigen kracht niet kunnen redden. 

En nu ben ik dus teruggekeerd in Groningen. In een andere rol en in een andere bestuurslaag. Voorheen was ik op de stad Groningen georiënteerd, die ik in de negen jaar dat ik er wethouder was echt goed heb leren kennen. Nu is dus de hele provincie mijn werkgebied. Daar ken ik door familie en vrienden ook wel de weg, maar lang niet zo goed als in de stad.

Wat heeft u positief verrast in de provincie Groningen?

De veerkracht van de bewoners en wat ze allemaal zelf kunnen en zelf al doen. Zo was ik in Noordbroek, waar bewoners na de sluiting van Gockingaheem allerlei initiatieven ontplooien op het gebied van de zorg. In Sauwerd wordt een dorpssupermarkt nieuw leven ingeblazen en in Pekela werkt een coörperatie van inwoners hard aan een eigen stroomvoorziening. Vergeet ook niet de ontwikkeling van de stad Groningen zelf, waar in een tijdsbestek van tien jaar meer dan 20.000 inwoners bij zijn gekomen. En wat voor inwoners. Je hoort alle talen langskomen, Groningen bruist! Zie ook de enorme kennisvergaring op Zernike.

En wat te denken van de Eemshaven! Ooit heb ik gedacht dat dit een havengebied was waar nooit iets lukte, maar tegenwoordig liggen hier geweldige kansen. Wat een ontwikkeling! Wanneer je een kijkje wilt nemen in het energiebeeld van de toekomst dan moet je daar naartoe. Het chemiecluster in Delfzijl herbergt toonaangevende bedrijven en ook de Suikerunie en Avebe zijn bedrijven van wereldklasse. Bedenk ook eens dat Noorderslag veel groter geworden is de laatste jaren; inmiddels zitten alle hotels vol rond die tijd.

Laatst mocht ik met de baas van Google meelopen op zijn plant. De Eemshaven is een van de vier vestigingsplaatsen van dit megaconcern in Europa. Een trotse Ier die de betaalbaarheid van de huizen, de ruimte en de prachtige stad Groningen roemde….. Ik denk dat ik met dit antwoord de vraag over de pareltjes in de provincie ook al benoemd heb.  

Waar liggen de grootste knelpunten of uitdagingen?

•        Gaswinning: er moet weer rust in de bodem en in de provincie komen. De veiligheid van de mensen moet voorop staan, het schadeherstel sneller en laat de Groningers nu eindelijke eens profiteren van de gasbaten!

•        Bevordering werkgelegenheid: we hebben in Groningen de hoogste werkloosheidscijfers van Nederland maar er liggen ook legio mogelijkheden. Daar ligt dus een mooie uitdaging.

•        We moeten de krimp te lijf. Het inwoneraantal in onze provincie groeit iets, maar dat komt vooral door de stad Groningen. Kleinere gemeenten in vooral Noord-Groningen hebben het lastig. Wat kunnen we doen om de bedrijvigheid in deze gebieden te vergroten om zodoende de mensen daar te binden?

Kort samengevat: we moeten hard werken aan de kwaliteit van de leefbaarheid in onze provincie.

Wat zijn de hoogte- en dieptepunten als Commissaris tot dusver?

Ik merk dat ik dit soort vragen lastig vind, want er gebeurt in korte tijd al zo veel! Wanneer je mij deze vraag volgende week weer stelt zal ik waarschijnlijk met heel andere dingen komen. Vorige week heb ik bijvoorbeeld genoten van het bezoek dat Koningin Maxima aan Winschoten bracht. In dezelfde week dus dat premier Rutte langskwam. Zaterdag jl. mocht ik de Special Olympics in Groningen openen. Prachtig om te zien hoe 750 sporters en 350 vrijwilligers met elkaar een prachtige dag beleefden.

Bij de dieptepunten komt het overlijden van de langst zittende burgemeester van Nederland, Kor Dijkstra, bovendrijven. Als burgemeester van de gemeente Grootegast overleed hij vorig jaar op 62-jarige leeftijd.

Heeft u nog leuke (Commissaris)anekdotes?

Ik maak natuurlijk heel veel mee, maar een echte dijenkletser kan ik je niet vertellen. Misschien is het wel aardig om te vermelden dat ik geprobeerd heb iedereen die mij gefeliciteerd heeft met mijn benoeming tot Commissaris van de Koning in Groningen persoonlijk te beantwoorden omdat ik vond dat dit zo hoorde. Maar dat viel toch tegen. Ik ben drie avonden tot diep in de nacht bezig geweest, hoewel ik het meestal bij een korte reactie hield.

Uw vrouw is ook een bekende Groninger?

We zijn bekend in Groningen, dat is wat anders. Maar niet iedereen herkend ons hoor. Het gebeurt vaak genoeg dat we ongestoord over straat kunnen. Dan merk je dus dat je geen Marco Borsato bent. Zeker buiten de provincie gaat dat op. Onze kinderen noemen ons wel eens HBN-ers, half bekende Nederlanders. Toch vinden zowel Ruth en ik het leuk wanneer we zo maar in een winkel aangesproken worden over een actuele kwestie. 

Nog tijd voor hobby’s?

Weinig. Maar als je ontzettend leuk werk hebt, is dat helemaal niet erg. Ik probeer door te zwemmen en te wielrennen regelmatig te sporten. Daarnaast proberen Ruth en ik onze spaarzame vrije tijd te verdelen met elkaar, ons gezin en onze familie en vrienden. En dat is soms al lastig genoeg.

Waar mogen ze u ’s nachts voor wakker maken?

Niet! Ik ben erg gehecht aan mijn nachtrust. Dus probeer me niet te verrassen met iets lekkers of iets leuks. Maar als er echt iets aan de hand is, ben ik altijd te bereiken.

Waar staat Rene Paas over 10 jaar?

Misschien nog steeds als Commissaris in Groningen. Ik heb met een gezonde ambitie deze baan aanvaard en zolang ik voor mijzelf denk van toegevoegde waarde voor de provincie te kunnen zijn, blijf ik mij inzetten voor dit prachtig gebied. De voortekenen zijn wat dat betreft goed, ik vind het geweldig werk. Maar in de politiek is niets zeker, het kan de volgende week maar zo heel anders zijn.

Wilt u verder nog iets kwijt?

Ik geef regelmatig spreekbeurten in de provincie en zeg dan wel eens dat Groningers een ding niet goed kunnen en dat is opscheppen. Want wat Amsterdammers in gang zetten doen wij hier soms al jaren, alleen laten wij dat niet weten. Daardoor lijkt het allemaal in de Randstad te gebeuren. Groningen heeft zoveel vooraanstaande mensen, bedrijven en herbergt zoveel kennis, dat is echt ongelooflijk!

‘Snakken’ is hier een vies woord, dat mag niet van je moeder. Ik zeg wel eens gekscherend dat je je niets moet aantrekken van haar woorden. Onze provincie biedt volop kansen voor nationale problemen. Denk maar eens aan het gebrek aan ruimte in de Randstad en de energietransitie. Het Rijk moet volop investeren in Groningen, Nederland verdient dat! 

(Foto’s afkomstig van Facebookpagina Rene Paas en website Provincie Groningen)

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69