Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Noteer alleen maar mijn roepnaam, Kees Pol dus. Ik ben geboren in het ziekenhuis in Groningen op 15 maart 1955 maar ik ben als oudste van drie broers Pol een echte Winsumer. Cor en Martin zijn mijn jongere broers. Mijn vader en zijn twee broers Siepko en Marten runden vroegen samen met hun vader Kornelis Egbert Pol een familiebedrijf waarbij mijn vader het metaalgedeelte onder zijn hoede had. Hekjes maken bijvoorbeeld voor bedrijven maar hij deed ook veel voor agrariërs. Helaas is pa al op jonge leeftijd overleden aan de gevolgen van longkanker.
Ik heb in Winsum op vijf verschillende plekken gewoond. Mijn jeugdjaren heb ik in de Oosterstraat doorgebracht, daarna woonde ik op de Stelmakerij en Potvenne. In de Dahliastraat kochten we onze eerste koopwoning. Inmiddels wonen we al weer ongeveer vijftien jaar met heel veel plezier aan de Overtocht. Hoewel ik denk overal wel te kunnen aarden, hoeven we niet zo nodig weg uit Winsum. Ik vind het Reitdiepdal één van de mooiste plekjes in de provincie en verder mag ik graag wandelen tussen Winsum en Onderdendam.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben op 20 januari 1978 getrouwd met Truida Pol-Siegers. Eigenlijk ken ik haar al vanaf de kleuterschool en we hebben bij elkaar in de straat gewoond. Tussendoor wilde ik ook wel wat anders proberen…. Maar we kwamen elkaar altijd weer tegen, hetzij in de Pub, hetzij tijdens jeugdwerk in de kerk. Dus zo verwonderlijk was het niet dat we elkaar in 1978 het jawoord gaven. Truida is ook een echte Winsumer dus en een schat van een vrouw en een geweldige moeder. Al onze familie woont hier ook.
Het huwelijk heeft ons drie fantastische zoons gebracht. Robert (35 jr) en Erik (33) wonen in Winsum, Jasper (net 29 geworden) in Groningen. Jasper kwam onlangs met de verheugende mededeling thuis dat ze samen een dochter verwachten, ons eerste kleinkind dus. Binnenkort lig ik met oma in bed……
Wat is uw voormalig beroep?
De verwachting was altijd dat ik in het familiebedrijf aan het werk zou gaan en dit had ook zeker gekund. Maar het grove werk lag mij niet zo, ik was meer van het fijnere. Na de lagere school ben ik naar de Prins Bernard school gegaan, de LTS in Groningen. Na mijn diploma te hebben gehaald, heb ik nog één jaar een opleiding in de fijnmetaalrichting gedaan, aan de Prins Clausschool. Tijdens dat jaar kwamen er mensen van het arbeidsbureau langs met de vraag wat ik wilde gaan doen. In die tijd kon elke leerling zo bij tien bazen aan het werk.
Eigenlijk wilde ik wel opticien worden maar tegenover de school zat een tandtechnisch laboratorium waar ze op dat moment veel mensen nodig hadden. En zo ging ik dus dagelijks met de fiets naar Groningen, mijn eerste werkzaamheden waren aan de gipstafel. Tussendoor moest ik in 1976 mijn militaire dienstplicht vervullen. Mijn opleiding tot onderhoudsmonteur instrumenten genoot ik in Den Bosch, mijn parate tijd bracht ik in Zuidlaren door. Ik kon altijd meerijden met Middelstumer Sikke Jan Boelema.
Toen ik terugkwam in het laboratorium kwam ik in het porseleinen werk terecht, het duurdere segment zeg maar. Ik maakte kronen, bruggen en implantaten. Dat vond ik op zich best wel mooi werk maar als ‘dubbele ADHD-er’ viel het niet mee om alle dagen stil te moeten zitten. Toch heb ik het bijna veertig jaar volgehouden. Dit kwam voort uit een soort van gemakzucht maar ook door het vast loon wat maandelijks gestort werd. Ik moest natuurlijk wel een gezin onderhouden.
Maar het ging steeds slechter met het bedrijf en er moesten mensen uit. Daar behoorde ik ook toe. Mijn rouwproces over dit ontslag duurde welgeteld één dag. Na een potje flink janken en een nachtje slecht slapen, besloot ik mijn schouders er weer onder te zetten want ik wilde snel weer aan het werk. Hoewel ik mijn leeftijd tegen had, was ik vastbesloten om snel weer een baan te vinden. Dit lukte via Arjan Bakema, hij werkt bij het UWV en ik ken hem van de voetbalclub. Hij is een paar keer bij mij thuis geweest en hij zei tegen mij: “Zoek een baan die bij je past!” Niet lang daarna las ik een hele mooie slogan: ‘Zodra je een doel kiest wat echt de moeite waard is en je gaat er echt voor dan verandert alles!’
Op Bakema’s vraag wat ik wilde gaan doen, antwoordde ik kort maar krachtig: ‘Alles wel!’. ‘Alles is niets’, antwoordde hij en wees mij op het feit dat er nu de mogelijkheden waren om een baan te kiezen die echt bij mij zou passen. Hij kent mij natuurlijk van het voetballen en wist dat mijn kracht lag in het omgaan met kinderen. Daar zou mijn toekomst moeten liggen. En zo solliciteerde ik naar de functie van conciërge op het HHC in Warffum. Van de 200 sollicitanten mochten er drie op gesprek komen en daar was ik één van. Maar ik was zo zenuwachtig dat ik bij de eerste vraag al dichtklapte.
Toch kreeg ik de tip mee dat ze bij het HHC in Uithuizen ook iemand zochten. En hoewel het maar om een baantje van een halve dag ging, was ik daar de week er op al aan het werk na een goed gesprek te hebben gehad met conrector Tjeerd Nanninga en Marijke Romkema. Inmiddels heb ik sinds vorig jaar een vast contract voor 29 uur in de week. Iets waar ik zeer content mee ben, ‘ik ben met mien kont in botterpot vall’n’. Als technisch onderwijsassistent assisteer ik de docenten die zich met de technische kant van de opleiding bezighouden. Zij moeten de cijfers bepalen en ik regel het randgebeuren.
Dit is echt werk wat mij ligt en waar voor mijn gevoel mijn kracht zit. Positief naar kinderen zijn en het beste uit ze proberen te halen. En ze leren dat ze positief moeten denken!
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Met mijn pensioen ben ik totaal niet bezig. Wat mij betreft gaan we gewoon nog lekker een paar jaar zo door. Volgens mij gaat mijn pensioen pas in wanneer ik 67 jaar en drie maanden ben, ik heb nog even te gaan dus. Sowieso hoef ik mij niet te vervelen want ik ben ook bij voetbalclub Winsum actief. Viboa was de club waar ik van mijn 17e tot mijn 33e in het eerste gespeeld heb. Daarna ben ik bij dezelfde club ongeveer twintig jaar gediplomeerd jeugdtrainer geweest. Ik was de eerste jeugdtrainer bij VIBOA die op hoofdklasse acteerde. Dat was in de periode dat onder andere Henri Bierling nog in de jeugd voetbalde.
Na deze periode stortte ik mij op het kaboutervoetbal. Dat was echt een hype. In die tijd voetbalden hier wel 35 tot 40 spelertjes in de leeftijd van drie t/m vijf jaar. Het kaboutervoetbal heb ik ook nog drie jaar gecombineerd met de inkoop van spullen voor de kantine. Daar ben ik mee gestopt, wel maak ik elke maandag samen met nog enige coryfeeën de kantine schoon. En ik ben inmiddels al weer acht jaar wedstrijdspeaker bij Winsum 1. Ik heb wel eens meer tijd op het voetbalveld doorgebracht maar ik doe het tegenwoordig wat rustiger aan.
Verder mag ik graag lezen, wandelen, fietsen en naar concerten gaan want muziek luisteren is ook een hobby van mij. Ik heb een brede smaak. Van De Dijk tot mijn idool Elton John en alles wat daar tussen zit. Ik ga regelmatig naar bluesconcerten in De Amer in Amen vlakbij Assen. Mijn jongste zoon houdt hier ook wel van en hij gaat regelmatig mee. Binnenkort gaan we naar John Fogerty in de Ziggodome.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Mijn trouwdag en de geboorte van onze drie kinderen. Ik hoop hier in oktober een nieuw hoogtepunt aan toe te kunnen voegen wanneer onze kleindochter geboren wordt.
En de dieptepunten?
Mijn vader overleed in 1968 aan de gevolgen van longkanker. Ik was toen dus nog maar dertien jaar en dan heeft dit een hele impact. Ook al omdat pa thuis verzorgd werd. Wanneer ik aan mijn vader denk, zijn dit helaas altijd de eerste herinneringen die boven komen. Dat vind ik jammer want ondanks alle drukte van het eigen bedrijf nam hij zeker ook de tijd voor ons als gezin om samen leuke dingen te doen. We trokken er bijvoorbeeld regelmatig met onze vlieger op uit om te vliegeren.
Mijn moeder stond er dus op jonge leeftijd al alleen voor om ons op te voeden. Ik heb respect voor de manier waarop ze dit gedaan heeft. Ze is wel eens bang geweest dat ze ons nooit iets geleerd heeft maar dat valt best mee hoor. Wanneer ik bijvoorbeeld ziek was, moest ik toch eerst proberen om naar school te gaan. Alleen wanneer het echt niet meer kon, mocht ik thuiskomen. In negen van de tien keer bleef ik gewoon op school natuurlijk. Dat stukje verantwoordelijkheidsgevoel en plichtsbesef is altijd blijven hangen. Moeder leeft gelukkig nog steeds, ze is 84 jaar en woont in zorgcentrum Winkheem in Winsum.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Het mooie van het werken met kinderen is dat ze altijd eerlijk zijn. Wanneer ik terug keer van vakantie, zien ze direct dat het weer te gezellig is geweest. ‘U heeft een dikke pens gekregen tijdens de vakantie!’, hoor ik dan. Ze zullen je ook direct melden wanneer zich een puist op een zichtbare plek manifesteert. Volwassenen die denken het maar zullen het nooit zeggen….
Toen ik vijftig jaar werd, hebben enige kameraden van mij een film gemaakt over mijn leven tot dusver. Te beginnen in het ziekenhuis en verder kwamen ook de nodige kwajongensstreken aan bod. Ooit heb ik met een kameraad van mij aan een zwemvierdaagse mee gedaan nadat hij een hartoperatie succesvol had doorstaan. Toen hij gekscherend een badjuffrouw in zijn armen boven het zwemwater hield, zij had haar gewone kleren aan, gaf ik hem een drukkertje waardoor ze beiden in het water vielen. Mevrouw was hier duidelijk niet van gediend. De dag er op ben ik met een grote bos bloemen van wel vijftig gulden naar haar toe gegaan om mijn excuses aan te dienen maar ze was nog steeds boos…..
Verder zou ik ook nog prachtige voetbalverhalen op kunnen dissen maar dat is iets wat via een ander kanaal al aan bod gekomen is. Vroeger speelde ik een flink aantal jaren met mijn jongere broer Cor op de flanken bij Viboa 1. We speelden altijd prachtige wedstrijden, onder andere tegen Middelstum met Harry Westra en Tiemen van der Laan in de gelederen. Wanneer ik oud-spelers en ploeggenoten uit die tijd tegenkom dan komen ook direct de verhalen weer.
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Er is inmiddels op het HHC al een bijzondere uitdaging op mijn pad gekomen. Omgaan met kinderen kost mij heel veel energie. Vaak heb ik na een werkdag ’s avonds om negen uur mijn lampje helemaal uit. Maar dat doet niets hoor. Ik leer ze graag hoe ze in het leven moeten staan. Positief dus en ze moeten zich richten op de goede dingen in het leven.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Wanneer iets fout gegaan is, probeer ik dit altijd direct weer op te lossen. Ik heb wellicht heel veel verkeerd gedaan in mijn leven maar heb nergens spijt van. Ik kan met iedereen goed opschieten en heb met niemand ruzie.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Wel een hoog cijfer maar wanneer ik nu een negen zou zeggen dan zou het nog maar één punt hoger kunnen. Ik ben heel tevreden met mijn gezin, mijn familie, het werk en met iedereen om mij heen.
Wilt u verder nog iets kwijt?
De positiviteit die ik uitstraal heb ik aan mijn hartsvriend Rik Carmio en zijn vrouw Adri te danken. Zij staan beiden ook heel positief in het leven. Eén van mijn lijfspreuken is deze: “Een negatieve houding zal je nooit een positief leven bezorgen!”. Dat vind ik een mooie uitspraak om dit gesprek mee af te sluiten…..