Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

Doeke Wiersma, schoonmaker en gastheer UMCG

Kunt u zich heel kort even voorstellen?

Mijn naam is Doeke Wiersma, ik ben geboren op 19 juli 1947 in Kantens. Ik ben de jongste telg uit een arbeidersgezin van zes kinderen. Mijn vader werkte bij verschillende boeren en verbouwde zelf ook spruiten die hij na de oogst afleverde aan de veiling in Zandeweer. Zelf moest ik op zaterdagen ook nog wel eens een meehelpen met het klaarleggen van de spruiten. Pa had trouwens op diverse plekken grond waarop hij groenten verbouwde. Zo kon hij mooi nog een beetje bijverdienen.

In Kantens heb ik op vijf verschillende plekken gewoond. Ik ben geboren in de Poelestraat. De langste tijd hebben we aan de Bredeweg gewoond. Inmiddels wonen we hier al weer drieënhalf jaar met veel plezier aan de Langestraat. We hebben ook nog ingeschreven gestaan voor een woning in Uithuizen. Maar daarheen verhuizen is er niet van gekomen. We wonen hier met veel plezier. Ik heb zelf ook nog dik drie maanden meegeholpen om het huis naar ons zin te maken.

Wat is uw burgerlijke staat?

Ik ben op 6 augustus 1971 getrouwd met Bertha Bontsema. Zij is geboren en getogen in Siddeburen. We leerden elkaar op 5 juli 1969 kennen op de dansvloer in Hotel Gemeentehuis in Usquert tijdens een optreden van Corry en de Rekels. ‘Toon wissen wie het al wel!’ Het huwelijk heeft ons twee kinderen gebracht. Zoon Rene is 45 en dochter Roelien is twee jaar jonger. Beiden wonen in Kantens. Roelien heeft een dochter van 15 jaar, Chantal geheten.

Wat is uw voormalig beroep?

Ik heb in mijn leven heel wat werkgevers gehad voordat ik uiteindelijk mijn plekje vond in het UMCG, voorheen het AZG. Na de lagere school ging ik naar de technische school in Uithuizen. Daar koos ik voor de schildersopleiding omdat deze een jaar korter was dan de opleiding tot timmerman. Ik was dus niet echt een leerder en dat bleek ook wel want na twee jaar hield ik het voor gezien.

Op mijn 17e kwam ik terecht bij autobedrijf Ennam aan de Pioenstraat in Groningen. Na anderhalf jaar ben ik daar weggelopen. Ik kreeg ruzie met een collega en hield het daar voor gezien. Daar was ik ook niet heel rouwig om want het was vies en ongezond werk. Daarna heb ik een tijdje bij Hooghoud gewerkt, daar werd ik al ‘doen van de geur!’. Eerst moest ik flessen vullen, daarna werkte ik in het magazijn.

Toen ik begin twintig was, kwam ik in de bouw terecht. Ik heb tien jaar bij Sterenberg in Stitswerd gewerkt. Ik moest betonelementen installeren door heel Noord-Nederland maar ook in Noord-Duitsland. Dan kon het voorkomen dat we ’s morgens om zes uur vertrokken en pas om vijf uur ’s middags in Hamburg aankwamen. Het was best wel mooi werk en een gezellige tijd. Vooral in Duitsland werd het bereiken van het hoogste punt van een gebouw uitbundig gevierd. Daarna heb ik nog een jaartje of vijf bij Veenstra Beton in Uithuizermeeden gewerkt. Ik maakte daar septictanks, zo’n tien a twaalf stuks in de week.

Mijn schoonvader kwam toen met de tip of ik niet in het Academisch Ziekenhuis Groningen wilde werken. Dat leek mij inderdaad wel wat en niet veel later kon ik er terecht als schoonmaker op de KNO afdeling. Voor mijn gezondheid was dit werk een stuk beter, ik heb namelijk last van mijn benen en armen. Het schoonmaken was lang niet zo zwaar dan het werken in de bouw. Na een cursus van drie weken, waarbij ik leerde omgaan met de machines die gebruikt moesten worden, was ik de daarop volgende vijftien jaar actief als schoonmaker.Toen deden we dat nog met een mannetje of tien, tegenwoordig lopen hiervoor één a twee medewerkers rond.

Toen het nieuwe gebouw geopend werd en de naamgeving van het AZG veranderde in het UMCG brak mijn mooiste werktijd aan. Ik werd namelijk de bestuurder van ‘de golfkarretjes’ die patiënten door het hele ziekenhuis vervoerden. Dit was eerst uit nood geboren maar dit werk heb ik uiteindelijk dertien jaar mogen doen. Toen kwam deze functie te vervallen, tegenwoordig wordt dit werk door vrijwilligers ingevuld. Ik fungeerde als een soort van gastheer dus maar was er soms maatschappelijk werker bij. Het was een prachtige werktijd waarin ik zowel mooie als heel treurige dingen heb meegemaakt. Hierover later meer.

Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?

Ik was bijna 61 toen het werk overgenomen werd door vrijwilligers. Het tweede aanbod om mij ‘uit te kopen’ was mooi en dit voorstel kon ik niet laten lopen. Inmiddels ben ik al weer negen jaar bij huis en ik heb mij nog nooit verveeld. Ergens was ik ook blij dat ik er uitkon want mijn lichaam begon steeds meer te protesteren.

Ik ben tegenwoordig vaak aan het knutselen. Denk hierbij aan het maken van een vogelhokje tot restauratiewerkzaamheden aan ons oude molentje. Ik help mijn vrouw mee in het huishouden, zij heeft diabetes, en samen gaan we regelmatig op pad om boodschappen te doen of om gezellig een dagje weg te gaan. Af en toe ga ik ook wel eens met een familielid mee naar het ziekenhuis.

Ik was vroeger vaak op het voetbalveld te vinden. Eerst zelf actief als voetballer, later werd ik scheidsrechter. Ik ben begonnen in de zondagafdeling en maakte later de overstap naar het zaterdagvoetbal. Daar heb ik nog wedstrijden op KNVB niveau gefloten. Toen ik nog zondags floot, pakte ik soms ’s morgens de eerste bus in Kantens om een wedstrijdje in Hoogkerk te fluiten. Vaak was het dan al laat in de middag wanneer ik terugkeerde. Dankzij Feike van der Veen floot ik vaak een wedstrijd in Middelstum, af en toe was ik ook wel eens grensrechter bij FC Groningen 2. Gelukkig heb ik als scheidsrechter nooit een wedstrijd hoeven te staken.

Later ben ik nog drie jaar secretaris geweest bij VV KRC. En ik ben nog een jaartje of tien marktmeester geweest voor de Kaanster braderie. Ik deed toen veel werkzaamheden samen met mijn broer. Een mooie tijd inderdaad waarbij ik altijd zorgde dat er geen standhouders waren die hetzelfde waar verkochten.

Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?

De dag dat ik Bertha heb leren kennen en de geboorte van onze kinderen en kleinkind. Op onze bruiloft en 25-jarig huwelijksfestijn kijk ik ook met veel plezier terug. Hetzelfde geldt voor mijn afscheid in het UMCG. Ik heb tot de laatste dag in mijn karretje rondgereden. Deze was tijdens die dag wel mooi versierd….

En de dieptepunten?

Het verlies van mijn ouders en schoonouders en het verlies van mijn zuster en drie zwagers. De laatste vier waren nog betrekkelijk jong en dat maakt het afscheid natuurlijk nog een stuk moeilijker.

Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?

Ik heb in mijn ‘golfkarretje’ in het UMCG zo veel meegemaakt. Hele mooie dingen maar ook heel trieste. Zo reed ik ’s avonds wel eens met een ernstig ziek jongetje van vijf jaar door het hele gebouw heen wanneer het wat rustiger was. Ik mocht hem ook naar het zusterhuis brengen en heb zijn thuisadres opgevraagd om hem een kaart te sturen. Twee dagen na versturing, kreeg ik een rouwkaart terug, het jongetje was al overleden. Hier ben ik behoorlijk kapot van geweest en het leerde mij om iets meer afstand te nemen van mijn werk.

Ook mocht ik hoogzwangere vrouwen vervoeren waarvan één zelfs haar vruchtwater verloor. Aan mij de dankbare taak om dit op te ruimen. Een gezonde dochter compenseerde dit ongemak natuurlijk ruimschoots. Met een jongetje van veertien die botkanker had, heb ik nog hele gesprekken gevoerd. Een ander jongetje ontsnapte uit het ziekenhuis, ze hebben hem later bij de McDonalds weer gevonden. De term ‘dit was mijn laatste ritje’ heb ik helaas ook een paar keer moeten horen. De eerste keer denk je dan nog dat ze uit het ziekenhuis ontslagen zijn maar het kwam vaker voor dat deze patiënten uitbehandeld waren…

Ik bracht ook wel eens beveiligers weg of rende zelf achter iemand aan die iets gestolen had. Dat was toch iets te gevaarlijk want deze man had een lang mes bij zich. Ik viel ook wel eens in achter de balie, wat dat betreft had ik heel leuke collega’s. Het was ook dankbaar werk hoor, ik kreeg wel eens een doosje met zuurtjes van mensen. Je bouwt met sommigen ook een band op, die wilden alleen door mij vervoerd worden.

Je maakt wat mee hoor. Patiënten die ‘hoal die bek, rotwief’ zeggen tegen het apparaat waarin ze het parkeergeld moeten betalen. Of zwervers die hun kleren uitdoen om vervolgens de muntstukjes uit de vijvers te vissen. Ik moest ook wel eens beveiligers halen wanneer een drugsverslaafde in de WC’s druk aan het spuiten was….

Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?

Gewoon lekker zo doorgaan, we hebben het goed naar de zin met ons beiden. De mooie zomermaanden komen er ook weer aan. Dan zitten we soms al om acht uur achter het huis te ontbijten om vervolgens rustig de krant te gaan lezen.

Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?

Ik ben vaak verwisseld van werkgever maar dit was ook iets wat op mijn pad kwam. Hier koos ik lang niet altijd bewust voor. En om daar nu spijt van te hebben, gaat te ver.

Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?

Doe maar een tien! Natuurlijk heeft mijn leven ups en downs gekend maar we hebben het nu goed met zijn tweeën.

Wilt u verder nog iets kwijt?

Volgens mij hebben we alles wel besproken, ‘genoeg zo, wie lott’n ’t hierbie!’

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69