Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Mijn volledige naam luidt Adriaan Flores de Lange, roepnaam Adri inderdaad. Ik ben inmiddels 63 jaar en geboren in Assen. Ik heb nog een jongere zuster die in Noord Holland woont. Mijn vader heeft altijd in de horeca gewerkt, van kok tot bedrijfsleider en alles wat daar tussenin zit. Dit hield in dat wij zeer vaak verhuisd zijn. Zo heb ik onder andere drie jaar in Duitsland gewoond en daar ben ik ook naar school geweest waardoor ik nog steeds vloeiend Duits spreek. Maar ook heb ik onder andere in Arnhem, Nijmegen, Emmen en Utrecht gewoond.
Mijn op een na laatste woonplaats was Appingedam. Daar heb ik als wachtmeester stage gelopen. In 1979 volgde een verhuizing naar de Groensingel in Middelstum en daar wonen we inmiddels al weer bijna veertig jaar. Met veel plezier al zal ik de woorden van Eiko Tuitman nooit vergeten: ‘Doe zalst nooit een echte Middelstumer worden…’
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben op 11-11-’77 getrouwd met Tinie Panman, dit jaar hopen we dus een mooi jubileum te mogen vieren. Tinie is getogen in Nieuw Buinen en ik ben haar tegengekomen in de ‘Gouden Leeuw’ in Zuidlaren. Het was een van de eerste keren dat ik er kwam en we hebben leuk gepraat en gedanst om vervolgens een vervolgafspraak te maken. Er zouden er nog vele volgen…..
We hebben drie kinderen gekregen. Onze oudste dochter Mariska woont in Middelstum, Sandra in Groningen en onze zoon Wouter woont sinds kort in Amsterdam. We zijn in het rijke bezit van vijf kleinkinderen, twee meisjes en drie jongens. Daarnaast hebben we ook nog eens twee bonuskleinkinderen, een jongen en een meisje. De kleinkinderen komen regelmatig langs om te logeren en dat vinden wij erg gezellig en leuk.
Wat is uw voormalig beroep?
In mijn jonge jaren dacht ik ook de horeca in te gaan maar dat liep anders. In Nijmegen zat ik op de (M)ULO en ik heb in 13 vakken eindexamen gedaan. Vooral op boekhouden en rekenen haalde ik hoge cijfers. Het lag dan ook in de planning om naar de HBS te gaan. Maar toen zag ik in de AVRO-bode een advertentie staan waarin de politie aangaf op zoek te zijn naar nieuwe mensen. Samen met een kameraad waar ik bij in de klas zat, hebben we voor de gein een sollicitatiebrief opgestuurd. Mijn kameraad werd niet aangenomen maar ik wel. Eigenlijk zonder nu precies te weten wat het allemaal inhield. Ik wist toen nog niet eens dat er een Rijks- en gemeentepolitie was.
Ik kwam als aankomend wachtmeester bij de rijkspolitie terecht. Ik volgde eerst een eenjarige opleiding in Arnhem op de politieschool aan de Velperweg. Daarna volgde een jaar stage in Appingedam alwaar ik met een oude, ervaren wachtmeester meeliep om de fijne kneepjes van het vak te leren. Het was in de begin zeventiger jaren, de flowerpower tijd waarin veel veranderde. Er werden veel jonge politieagenten aangenomen. In mijn beginjaren alleen maar mannen maar vijf jaar later werden ook de eerste vrouwen geworven.
Na mijn stage werd Zoutkamp mijn standplaats, daar heb ik zeven jaar gediend. Rauw volk inderdaad maar ook heel eerlijke mensen die je precies vertelden hoe ze er over dachten. Recht voor de raap dus en daar houd ik wel van. In die tijd heb ik ook mijn B-diploma gehaald. In 1979 werd ik opperwachtmeester, postcommandant, in Middelstum en ik kwam als nieuwe baas naast het politiebureau te wonen. Dit bureau is in 1977 geopend en sloot rond 1992 haar deuren door (alweer) een reorganisatie.
Ik werd daarna taakcoördinator in de gemeente Loppersum en hield mij bezig met de openbare orde, maatschappelijke zorg en personeelsbeveiliging. Ik werkte daar met elf collega’s. Daarna werd ik dagcoördinator en werd verantwoordelijk voor de politiemensen die op die dag dienst hadden. Zo deed ik de personeelsplanning en plande de routes in maar ook hield ik mij bezig met ziekteregistraties en controleerde de uitgeschreven proces verbalen.
In 2002 ontstond de regiopolitie en ik werd buurtagent in de gemeente Loppersum. Dit was ik tot 2013, toen ben ik teruggekeerd naar de basis politiezorg. Ik heb 46 jaar met heel veel plezier bij de politie gewerkt, wat mij betreft het mooiste vak van de wereld. ‘Op straat’ met mensen omgaan is prachtig.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Op 1 januari ben ik met pensioen gegaan, ik heb net deze week mijn eerste pensioenuitbetaling gekregen. Van een zwart gat is absoluut geen sprake. Ik ben al door ongeveer 7 instanties gebeld met de vraag of ik het bestuur wilde versterken. Ik heb in mijn leven ook het nodige vrijwilligerswerk mogen doen. Zo heb ik in 1980 buurtvereniging ‘Appelhof’ opgericht en toen heb ik ook een zeskampploeg bij elkaar gezocht. In die tijd was zeskamp een hit. Hans Verkerk was de trainer en ik verzorgde de begeleiding. In 1990 heb ik samen met Gerard Stuitje Stichting Dorpsbelangen Middelstum opgericht. Ik ben meer dan 10 jaar secretaris van SDM geweest.
Ook zat ik vroeger in het bestuur van de voetbalvereniging, zelf heb ik ook lange tijd gevoetbald. Ik ben een beetje de geestelijk vader van de voetpaden rondom de velden en heb meegeholpen met de realisatie van de fietsenstalling. Tegenwoordig ben ik druk in de weer voor de sponsorcommissie van de VV. Helaas mag ik niet meer hardlopen, ik heb last van mijn knieën.
Ik fiets momenteel veel maar dat is nog even wennen. Soms denk ik grote afstanden af te hebben gelegd maar dan staat er nog geen 50 kilometer op de teller. Ik wil dit graag uitbreiden naar zo’n 60 a 70 kilometer. Wanneer ik aan het fietsen ben op het Hoogeland komen er op vele plaatsen herinneringen boven. Van mooie dingen maar ook van mindere zoals bijvoorbeeld een ernstig ongeluk of een zelfmoord.
Verder heb ik momenteel mooi de tijd om te klussen en ik ben een fervent nieuwslezer dus ’s morgens wordt eerst de krant gelezen.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Uiteraard mijn trouwdag en de geboorte van mijn kinderen en kleinkinderen. Werk gerelateerd komt er direct een verhaal uit mijn beginjaren boven. We kregen op kerstavond een melding dat er vrouw van een jaar of vijftig van huis weggelopen was, zij had twee messen mee genomen. De familie was bang voor een poging tot zelfmoord. Met een jonge collega ging ik er naar toe en aanvankelijk hielpen we druk met de familie mee met zoeken.
Zonder resultaat helaas. Ik belde met het bureau met het verzoek om een speurhond te regelen. De agent die hierover ging wilde echter niet met de hond komen, omdat de zaak zich binnen de bebouwde kom afspeelde en er volgens hem geen sporen te vinden waren. Toen heb ik hem zelf opgebeld want ik was woest. Afijn, niet veel later kwam hij toch met een hond aanzetten. Hij had direct een spoor te pakken maar helaas wisten we de vrouw niet te vinden. De man die over de speurhond ging, gaf aan dit al voorspeld te hebben.
Ik legde mij hier niet bij neer en samen met mijn collega zijn we nogmaals de route die de hond aangegeven had, langs gegaan. We vonden de vrouw uiteindelijk, zij had haar pols doorgesneden en was buiten bewustzijn. Maar ze heeft het uiteindelijk wel gered, tot grote opluchting van haar familie. Ik heb die avond geleerd dat je met doorzettingsvermogen ver kunt komen….
En de dieptepunten?
Onlangs zijn er in een tijdsbestek van vier dagen, twee collega’s waar ik veel mee heb samengewerkt overleden. Dit ging mij niet in de koude kleren zitten….
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Ik kan er duizenden vertellen, ik heb zoveel meegemaakt. In Middelstum had ik een ietwat moeilijke start door mijn strenge maar in mijn ogen rechtvaardig optreden. In Zoutkamp was ik altijd enig politieagent geweest en de mensen waren altijd straight naar mij toe, wat ik ook deed. In Middelstum was er de afgelopen jaren bij wijze van spreken geen bon uitgeschreven en dat was aan de verkeersveiligheid ook wel te zien. Ik heb in mijn eerste jaren de nodige bonnen uitgeschreven en dat werd mij niet altijd in dank afgenomen. Daar tegenover stond dat ik ook veel mensen geholpen heb, wanneer ik daartoe de mogelijkheden had.
Middelstum moest even aan mij wennen dus. Hetzelfde gold voor de voetballers van de VV. Het was mij een doorn in het oog dat enige voetballers met veel drank op gewoon achter het stuur kropen om vervolgens met de auto naar huis te gaan. Dit gaf ik dan ook aan, samen met collega Henk Vonder die toen in het eerste speelde, maar aanvankelijk trok men zich hier weinig van aan. Tot ik in korte tijd twee mensen die de nodige drank ophadden, aangehouden heb. Dat hielp wel want wanneer ik dienst had, stonden er de volgende dag nog de nodige auto’s bij de kantine. En daar ging het mij om.
Mensen gaven wel eens aan dat ze gek van mij werden. Want het kwam regelmatig voor dat, wanneer ik ze een bekeuring gegeven had, zij mij niet meer aankeken, laat staan groetten. Zelf groette ik wel altijd en gemeend vriendelijk, ik had immers geen problemen met hen maar zij schijnbaar wel met mij. Dit duurde soms wel meer dan een jaar maar ik bleef groeten. Uiteindelijk ontdooiden de meeste mensen wel weer en dan groetten ze vanzelf weer terug….
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Tinie werkt nog steeds met veel plezier bij Wijnne Barends, een scheepsbevrachter in Delfzijl, ze moet nog ongeveer drie jaar tot haar officiële pensioeneringsdatum. We beleven veel plezier aan het reizen, zo gaan we in mei bijvoorbeeld drie weken met een huurcamper op stap in Canada. Ook in Europa hebben we al veel gezien. Wanneer Tinie met werken is gestopt willen we ook langere reizen gaan.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Nergens van, je kunt dingen toch niet terugdraaien.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Wel een 8,5 denk ik. Er mankeert mij niets, ik gebruik ook geen medicijnen, ik heb alleen een wrakke knie. Wat dat betreft mag ik zeker niet klagen.
Wilt u verder nog iets kwijt?
Mijn credo is dat je jezelf nooit te kort moet doen, dat doet een ander wel voor jou. Dit zeg ik ook wel tegen andere mensen en vroeger tegen mijn collega’s wanneer ze ergens over liepen te piekeren. Wanneer je iets voor een ander kunt betekenen dan moet je er vol voor gaan. Maar als je denkt dat jouw inzet niet tot succes kan leiden dan moet je er ook niet aan beginnen, dat levert vaak alleen maar negatieve energie op.