Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

Gronings Goud

Het idee moet eind vorig jaar ontstaan zijn toen ik met hond Zora van Westernieland naar Pieterburen liep. ‘Aankomend zomer ga ik nog eens een dagje toeren in dit prachtig gebied’. De liefde voor het Groninger Hogeland heeft zich de laatste jaren pas echt geopenbaard, denk ik. Eigenlijk sinds ik mij fulltime op het schrijven heb gestort.

Dat komt ook door de bezoeken aan de Open Coffee Club ’t Hogeland waardoor ik vele mooie plekjes in dit gebied ontdekt heb. Plekken en plaatsen waarvan ik het bestaan maar nauwelijks wist. Donderdag 4 augustus ging de kogel door de kerk. Mijn natuurlijke wekker wekte mij voor 07.00 uur waardoor ik rond 07.30 uur met een redelijk gevulde proviandtas op pad ging. Per fiets wel te verstaan…

De voorpret

Die begon eigenlijk al een dag eerder toen ik zonder concreet doel op de fiets stapte om anderhalf uur later in Oudeschip te eindigen. Een plaatsje vlak bij de Eemshaven waar ik in geen 30 jaar meer was geweest. Maar deze donderdag moest de gemeente De Marne veroverd worden, haar geheimen ontmanteld. Alvorens in deze gemeente te komen vanuit Middelstum deed ik eerst Onderdendam, Tinallinge, Baflo en Rasquert aan. Tinallinge is bijvoorbeeld een plaats waar je regelmatig langs rijdt met de auto maar eigenlijk nooit doorheen komt. Dit gaat je per fiets gemakkelijker af. Een aanrader eigenlijk……

Westernieland en Pieterburen

Wanneer je rechtdoor gaat bij Rasquert dan kun je op den duur rechts af naar Den Andel. Een plaats waar ik nog nooit geweest was en mijns inziens het eerste plaatsje van de gemeente De Marne dat ik aan zou doen. Maar het behoort nog tot de gemeente Winsum. Wel zag ik in Den Andel Westernieland op het bordje staan, wat inhield dat ik nog 4 kilometer moest fietsen.

En tijdens dit ritje raakte ik onder de indruk van de weidsheid van het gebied. Maar ook van haar eenzaamheid. Fietsend richting de dijk kwam ik niemand tegen. Een eenzame boer was met een spuitbus op de rug zijn gewassen aan het controleren. Een mager zonnetje glansde over het uitgestrekt landschap. Westernieland bracht mij, naast een indrukwekkend monument aan de Schaapweg, een mooie gele Weem (daar waar ooit Freek de Jonge geboren werd) en een mooi kerkje in dezelfde kleuren.

In Pieterburen heerste voorwaar de nodige bedrijvigheid. De eerste toeristen zaten op diverse terrasjes en rond souvenirwinkels scharrelden de nodige mensen. ‘Domies Toen’ was een mooie plek voor een eerste pitstop. Daarna volgden 3 kleine plaatjes, of is gehuchtjes een beter woord? Broek, Kleine Huisjes en Molenrij ben je eigenlijk zo voorbij. Waarbij ik op een informatiebord in Molenrij las dat hier vroeger veel meer mensen woonden.

Kloosterburen en omstreken.

Die mensen zijn ongetwijfeld opgeslokt door het zeer nabijgelegen Kloosterburen. De plaats van de Kloostertuin, Hotel Het Klooster en de voetbalclub Kloosterburen op wiens sportcomplex ik nog nooit een stap gezet had. Daar bracht ik nu uiteraard verandering in. Na Kloosterburen volgden in rap tempo Kruisweg, waar ik tot mijn verbazing een Coop-winkel ontwaarde, en Hornhuizen waar zich, net als in Westernieland, ook zo’n mooi geel getint kerkje bevindt.

Zoutkamp

Ondertussen had ik al enige kleine buitjes moeten trotseren en even na Hornhuizen stond ik voor een lastig dilemma. Lauwersoog bleek langs de dijk nog maar een kleine 12 kilometer fietsen te zijn. Maar ook Ulrum en Zoutkamp waren niet ver weg. In mijn honger naar de bezichtiging van zoveel mogelijk plaatjes bleek de trek richting Zoutkamp uiteindelijk behoorlijk groter. Maar eerst deed ik nog even Vierhuizen aan. Een plaats waarvan je van het bestaan normaliter niet af zou weten.

Waar kon ik beter mijn middagmaal nuttigen en voorlopig Waterloo vinden als in vissersplaats Zoutkamp. Gezeten op de dijk in het haventje had ik een mooi uitzicht op het dorp waar ik vroeger de nodige stapavonturen beleefd heb. Veel rust gunde ik mijzelf niet. Via het Reitdiep lonkte Houwerzijl waar het theemuseum gevestigd is. Een beste hoosbui was bijna mijn deel geworden maar gelukkig stond een boerenschuur uitnodigend open…

Ulrum en Leens

Snel door naar Niekerk, een klein plaatsje met uiteraard wel weer een mooi kerkje. In ‘Cocksianendörp’ Ulrum waren ze net met de jaarlijkse feestweek bezig waardoor er rond eetcafé Neptunes de nodige bedrijvigheid heerste. Maar ik kwam niet voor het feestgedruis naar De Marne dus snel door naar Leens. Een gastvrij dorp waar ik zo nog enige uren koffie had kunnen drinken op verschillende adresjes.

Verhildersum lonkte maar deze prachtige borgomgeving had ik vorig jaar na een bezoek aan Carel Bloemhoff al aan een grondige inspectie onderworpen. Snel door naar Wehe-den Hoorn. Ook zo’n plaats waar je wel vaak langskomt maar eigenlijk nooit doorheen. Dat laatste was zeker geen straf. Via wat kronkelpaadjes in het land bereikte ik uiteindelijk lichtelijk moe maar ook zeker voldaan Eenrum…

Terug naar huis

Inmiddels was het half vier geworden en mijn weinig getrainde fietsbeentjes gaven duidelijke signalen af dat ze het wel Harry vonden. Het laatste uurtje terug kon ik mooi gebruiken om na te denken waarom dit gebied mij zo aantrekt plus daarbij de vraag: wat maakt het Groninger Landschap nu zo mooi en bijzonder? De uitgestrekte landerijen daar waar vroeger slechts zeewater stroomde, de weidsheid, de weidevogels, de wierden en borgen plus de nodige statige boerderijen. De prachtige kleine dorpjes die uiteraard bijna allemaal een mooie kerktoren en molen hebben……

Zo maar wat kreten die mij te binnen schieten. Wat een prachtige dag heb ik eigenlijk beleefd. Zo dichtbij huis ook. Gronings Goud in optima forma. Volgend jaar plan ik zeker weer een fietsdagje in op zoek naar vele mooie plekjes……

 

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69