Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Mijn naam is Ida Wierenga-Spijk, de meeste mensen noemen me gewoon Ida. Ik ben 7 oktober 1947 geboren in Uithuizermeeden, op anderhalve kilometer van molen “De Goliath”. Toen ik een jaar of 3 was, kroop ik er al stiekem tussenuit om een bezoekje aan de molen te brengen. Ik had er toen schijnbaar al affiniteit mee. Je merkt het, ik was een avontuurlijk kind. Ik kom uit een gezin van 3 kinderen, mijn vader was boerenarbeider.
Mijn opleiding bracht mij op 17 jarige leeftijd naar Hoogeveen (waar ik 3 maanden in villa De Peppel Zusterhuis woonde) en Harderwijk. In 1969 heb ik hier mijn opleiding afgerond en in hetzelfde jaar ben ik ook getrouwd. We zijn in Roodeschool terechtgekomen en hebben 39 jaar aan de Hooilandseweg nr. 89 gewoond naast een kleermaker. Ik kon uren naar hem kijken wanneer hij in kleermakerszit bezig was om van een stuk stof een jas te maken.
Mijn man zei altijd: “Ik wil niet in dit huis in Roodeschool sterven”, dit was de aanleiding dat we in maart 2008 aan de Esdoornstraat 2 in Uithuizermeeden zijn gaan wonen. Ook mijn man is in Uithuizermeeden geboren. Ik wilde best terug maar wel op voorspraak dat we een goede internetaansluiting kregen. En zo heb ik nu eigenlijk 2 woonplaatsen want naast mijn huis in Uithuizermeeden slaap ik ook regelmatig in het molenaarshuis naast De Goliath. Hier is altijd wel wat te doen maar daarover later veel meer.
Wat is uw burgerlijke staat?
Op 21 oktober 1969 ben ik getrouwd met Johannes Wierenga. Ik heb hem leren kennen bij de zeedijk van de Koningin Emmapolder. Vier jaar en negen maanden later werd onze 1e eerste zoon geboren. We hebben in drie jaar tijd, drie kinderen gekregen: 2 zoons en een dochter. Door allerlei medische oorzaken hebben we helaas geen kleinkinderen gekregen. Gelukkig komen hier vele kleine kinderen bij de molen, en ik voel mij vaak een beetje oma van deze kinderen.
Ik heb jou eerder verteld dat mijn man niet in Roodeschool wilde sterven. Een jaar na onze verhuizing kreeg hij plotseling een herseninfarct en hij is de dag er na aan de gevolgen hiervan overleden. Dit heeft een enorme impact op mijn leven gehad. Hij overleed om 22 minuten voor 2. Ik heb het nog dezelfde middag en avond aan heel veel mensen persoonlijk verteld. Om half 11 was ik weer thuis en toen heb ik samen met mijn kinderen zijn crematie geregeld.
Wat is uw voormalig beroep?
Ik wist al heel vroeg dat ik verpleegster wilde worden, dit zat er al van jongs af aan in. Toen ik een jaar of 4,5 was verzorgde ik al vele insecten en onze kat. Ik heb een enorme affiniteit met dieren. Na mijn opleiding in Harderwijk afgerond te hebben, ben ik op 1 juli 1969 in het Delfzicht Ziekenhuis in Delfzijl gaan werken.
In mei 1970 ben ik meer voor particulieren aan de slag gegaan. Ik werd waarnemer in de wijkverpleging van de gemeenten ’t Zandt, Bierum en Loppersum. En zo heb ik vele ‘kraampjes’ mogen doen, prachtig werk.
Dit combineerde ik met een ander bijzonder beroep, het weer toonbaar maken van overleden mensen die door een zwaar ongeluk om het leven waren gekomen. Dit vond ik dankbaar werk en ik heb het met heel veel plezier gedaan en er vele contacten aan overgehouden. Deze vorm van ‘laatste hulp’ heb ik van 1970 tot 1980 uit mogen voeren.
Na 1980 heb ik mij enige jaren volledig op mijn gezin gericht. In 1984 moest ik eens de catering voor een molenaarsexamen verzorgen. Eén van de instructeurs zei toen tegen mij. “Jij kan ook best wel molenaar worden!” Dit heeft mij aan het denken gezet en mij doen besluiten om dit ook inderdaad te gaan doen. Ik heb de fijne kneepjes geleerd van Dick Wijchgel, jou vast wel bekend, op molen “De Hoop” in Garsthuizen. En zo heb ik uiteindelijk in april 1987 mijn molenaarsdiploma gehaald op molen “De Leeuw” in Zeerijp.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Dankzij deze molenaarsdiploma is van een gepensioneerd leven nog lang geen sprake, hoewel ik bijna 68 jaar ben. Na mijn diplomering was er een vacature op molen “De Goliath” in de Eemshaven. Hier heb ik naar gesolliciteerd. Zoveel sollicitanten waren er niet want het is nogal een afgelegen plek en ik werd dan ook aangenomen. Wat er nu zo mooi is aan molenaar zijn? De techniek van een molen boeit mij enorm. “De Goliath” is een windmolen die water verpompt. Om dit nog beter onder de knie te krijgen volg ik momenteel zelfs een opleiding voor watergedreven molens. Ik oefen hiervoor op een watermolen in Haaksbergen.
Naast molenaar ben ik ook voorzitter van de Stichting Beheer en Behoud van het Poldermolencomplex De Goliath. Ik ben bijna alle dagen op het poldermolencomplex te vinden, hetzij op de molen, hetzij in de molenaarswoning. Deze gerenoveerde woning is tevens een informatiecentrum van Essent en wordt gebruikt voor voorlichtingen, vergaderingen en bijeenkomsten. Tevens is molen “De Goliath” een officiële trouwlocatie. Ik ben ambtenaar van de burgerlijke stand en heb dit seizoen al 13 huwelijken mogen voltrekken. Alle werkzaamheden die ik verricht, is vrijwilligerswerk. De opbrengsten gaan allemaal naar de stichting.
Als ik mijzelf wel eens kort moet introduceren dan noem ik mijzelf de brutaalste molenaar van het noordelijk halfrond, een zusje van de ‘duivel’ en voor niets en niemand bang. Ooit heeft er in de molen een man met een mes voor mij gestaan. Ik had een pas bewerkte zeis binnen handbereik en schreeuwde tegen hem: “Mot ik dien kop deroaf hakk’n”?! Op dat moment waren toevallig ook de oom en zijn vriendin van mijn man op bezoek. Zij vroegen zich verschrikt af of er doden zouden vallen. Dat is gelukkig niet gebeurd, ik heb later wel aangifte tegen deze man gedaan.
Molen “De Goliath” wordt jaarlijks door wel 4.000 tot 5.000 mensen bezocht. Dit komt omdat het zo’n oude molen is met een eigen en uniek verhaal. In de oorlog was het al een baken in het landschap, ook voor vliegtuigen. Bij naderend onheil werd de molen in de rouwstand gezet. De molen is in principe alle dagen open. Als mijn auto er staat dan kunnen de mensen mij om de sleutel vragen om een kijkje in de molen te nemen. Vaak ga ik dan zelf ook even mee.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
De geboorte van mijn 3 kinderen. Fantastisch om mee te mogen maken, ik zou er zo nog één bij willen hebben. Ik behield tijdens elke bevalling altijd de regie. Toen vlak voor de eerste bevalling de vliezen gebroken waren, belde ik de dokter. Na controle vertelde hij mij dat het nog wel even kon duren. Ik heb hem gevraagd of ik zelf de weeën mocht opwekken. Dit deed ik door een harde tik te geven op mijn buik, kort daarna begonnen de weeën.
Tijdens de geboorte van de jongste, fietste ik om 17.15 uur nog door het dorp op het moment dat de vliezen braken. Toen we om 17.30 uur met de dokter belden dat er weer een baby was geboren, merkte hij vol ongeloof op: “Dat kan niet, ik zag je om 17.15 uur nog fietsen!”. Toen de jongste zich aandiende riep ik tegen mijn oudste zoon, hij moest nog 3 jaar worden, dat hij zijn vader moest halen. Hij rende naar buiten en riep: “Papa, direct komen, er komt weer een baby aan!”
Een ander hoogtepunt dat mij te binnen schiet is het feest dat ik gevierd heb n.a.v. mijn 25-jarige jubileum als molenaar. Dit was op 7 april 2012 en werd groots gevierd bij Geert Heuvel in Losdorp.
En de dieptepunten?
De dood van mijn man in 2009. Hij werd getroffen door een herseninfarct en overleed 25 uur later. Hij heeft nog één woord tegen mij kunnen zeggen: Mamaloe. Dit was altijd zijn koosnaampje voor mij bij bijzondere gebeurtenissen. ’s Avonds ben ik uit het ziekenhuis weg gegaan. Ik wist dat ik hem niet levend en bij kennis weer terug zou zien maar hij werd heel onrustig wanneer ik in de buurt was.
Ergens was ik blij voor hem dat hij gestorven is, er was zoveel beschadigd. Als hij er wel doorheen gekomen was dan had ik zijn verzorging op mij genomen, geen twijfel over mogelijk. Helaas was dit niet meer nodig. Ik hou nog steeds heel veel van hem, dit is ook de reden dat ik nu geen relatie heb. Maar ik ben wel een gelukkig mens hoor, Bert! De zon is weer gaan schijnen maar dat heeft wel even geduurd. Ik heb direct mijn werk hervat maar ben door een diep dal gegaan.
Na die tijd heb ik zelf ook het nodige meegemaakt wat betreft mijn gezondheid. Mijn hart werkte niet goed mee, mijn bloeddruk was te hoog en ik kreeg een longontsteking. Er is een nacht geweest dat ik bijna in coma geraakte door een sterk gedaalde bloedsuikerwaarde. Een van mijn katten heeft mij toen gered, daar ben ik van overtuigd. Het beest heeft mij gekrabd en gebeten alsof het voorvoeld heeft dat het anders mijn dood zou worden. Ik heb toen nog wat telefoontjes kunnen plegen.
De katten, Vlekje en Mika Makarios, wilden zo mee lopen in de ambulance. Ik ben bijzonder aan ze gehecht, ze zijn beiden vroeger aan komen lopen. Vlekje is erg alert en ze voelt mijn stemming. Wanneer ik verdrietig ben, likt ze soms maar zo een traantje weg…
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Toen ik 5 jaar was, fietste ik op een zondagmiddag tijdens een koude winterdag naar de familie Bultena die vlak bij ons in de buurt woonden. Toen ik de schuurdeuren opentrok zag ik een mooi zwart kalfje liggen. “Waar is die vandaan gekomen?”, riep ik uit. ‘Oet heur bek’, zei boer Bultena die niet op lange uitleggingen te wachten zat. Maar ik wist van de hoed en de rand en dat een ‘kou’ soms ‘bols of tochtig’ was. Of te wel, ik wist heel goed hoe dingen in zijn werk gingen. Ik riep dan ook heel hard: “Den had joen kou bek wel op een roar stee zitten!”
Dit verhaal ging later door de polder. Dat de kleine Ida al precies wist waar Abraham de mosterd vandaan hield! Toen ik drie jaar was, liep ik al door een droge sloot naar “De Goliath”. Dit tot afgrijzen van mijn moeder die zich in paniek afvroeg waar ik wel niet gebleven was.
Toen ik nog in opleiding was in Harderwijk kreeg ik op een dag de vraag of ik ook ’s nachts wilde werken als waarnemend hoofd van de afdeling. Hier hoefde ik niet lang over na te denken want dat wilde ik wel. Ik kon tijdens mijn eerste nacht direct vol aan de bak. Vlak bij het ziekenhuis gebeurde een groot ongeluk en ik ben de hele nacht in touw geweest. Ik had buiten al enige brancards klaarstaan en belde tussendoor nog enige verpleegsters op met de vraag of ze wilden helpen. Er is zelfs een man door de bosjes naar het ziekenhuis ‘gelopen’, met een gebroken heup. Toen hij zag dat hij het ziekenhuis bereikt had, is hij flauwgevallen. Dit was dus een nacht die ik nooit meer vergeten ben…
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Niets bijzonders meer, denk ik. Ik probeer mensen goed te begrijpen en waar nodig te helpen door goed voor ze te zijn. Ik ben niet iemand die ruzie zoekt maar als ze me proberen te belazeren dan is het voor mij ook over en uit.
Ooit heb ik in april 2010 een subsidieaanvraag bij het Waddenfonds gedaan voor een nieuwe molenvijzel. Wat begon met een aanvraag van één A4-tje werd uiteindelijk een document die bijna een kilo woog. Ik heb hierin mijn hele ziel en zaligheid gestopt. Want als ik mij ergens in vastbijt dan laat ik niet zo maar los. Op 17 december 2010 werd ik gebeld door Douwe Hollenga die mij feliciteerde met het resultaat. Dankzij de aanvraag kregen we namelijk ongeveer €113.000,- voor de aanschaf van een nieuwe vijzel!
Nu ik dit allemaal vertel, schiet mij toch nog iets te binnen wat ik graag nog eens zou willen doen. Een ballonvaart maken hier in de buurt van “De Goliath” zodat ik dit gebied eens van bovenaf kan bekijken.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Ik zou alles zo nog een keer over doen. Mijn opleiding, de kinderen, het molenaarsvak, ik heb nergens spijt van. Ik eis niet zoveel van mijzelf, ik ben ook niet competitief. Je hoeft ook niet alles te weten en te kunnen. Wellicht had ik de talen wat beter moet leren, ik praat vaak plat Gronings. Dan zeg ik wel eens tegen iemand: “Most ook een kop snert hebb’n, meneer?” Wanneer hij dan niets zegt dan geef ik hem spontaan een bak. Wie zwijgt stemt immers toe…
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Een volle 9. Als ik dood ga, roep ik de mensen op om de vlag uit te steken en een feestje te vieren met een goed glas wijn. Daar eer je mij het meeste mee en denk daarbij wat je met mij hebt beleefd. Dichter bij het innerlijk wezen van Ida Wierenga kun je niet komen…
Wilt u verder nog iets kwijt?
Alles wat je leert is in feite een herhaling. ‘Leer zien door de ogen van hen die u zijn voorgegaan!’, zo luidt een bekende wijsheid. Zelf probeer ik vaak door de ogen van mijn vader te kijken. Ik vond hem een wijs man, hij wist altijd overal een antwoord op. Hoewel ik mijzelf niet als een heel gelovig en Bijbelvast mens zie, geloof ik toch dat er een opstanding komt. De boek Openbaringen is het enige Bijbelgedeelte wat nog niet is uitgekomen maar veel van de tekenen zie je tegenwoordig terug. Kijk maar eens naar al die oorlogen die te maken hebben met het geloof.
Ik vind dat er voor iedereen een plekje is op deze aarde en dat je vluchtelingen op moet nemen in je omgeving. Grenzen zijn door mensen zelf aangelegd. Iedereen heeft recht op een bestaan in een land. We zijn niet geboren om direct dood te gaan maar om inhoud aan het leven te geven!
Meer weten over molen “De Goliath”? Check de website: “De Goliath”.
(Foto’s o.a. afkomstig van Facebookpagina Ida Wierenga-Spijk, de ‘dronefoto’ is van Wilco Stollenga)