Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Mijn naam is Eisse Bouwman, geboren 15 juni 1930 in Woltersum. Ik kom uit een groot gezin van 8 kinderen, heel gewoon in die tijd. Woltersum is de plaats waar ik tot 1955 gewoond heb. Na Woltersum volgde Middelstum. We woonden in de oude woning van Miske, richting Toornwerd. Dit was toen nog een dubbel huis en wij bewoonden het achterste gedeelte.
Het werk bracht mij vervolgens naar Drachten maar hier heb ik nooit echt mijn draai kunnen vinden. Na er 6 jaar gewoond te hebben zijn we in 1969 weer terug gegaan naar Woltersum. Daarna volgde in 1974 de Geertruida Alberdastraat in Middelstum waar we in 32 jaar tijd 3 woningen gehad hebben. Te beginnen de woning van Kees van der Naald, toen die waar Bertus van der Laan jr nu woont en de laatste jaren zijn we nog één woning opgeschoven richting cultureel centrum. Sinds 2006 wonen we met veel plezier aan de rustige Gela Manningalaan.
Wat is uw burgerlijke staat?
In 1950 ontmoette ik tijdens een toneeluitvoering in Woltersum Tjitske Eisinga, een echte Middelstumse meid van 20 jaar. Ik vond haar direct een heel aardig meisje maar er was nog een medegegadigde voor haar dus met hem moest ik de concurrentie aangaan. Volgens Tjitske had ik ´royaal wonn´n!´ Na 2 jaar verkering volgde een verloving van 3 jaar. We zijn op 9 juni 1955 in het huwelijk getreden wat inhoudt dat we dit jaar 60 jaar getrouwd zijn. Een mooie mijlpaal waarvoor we van burgemeester Rodenboog nog een bijzondere aandenken kregen in de vorm van een ingelijste huwelijksakte.
In 1960 werd zoon Geert geboren. Hij is bakker geworden in Warffum, getrouwd met Kobie en samen hebben ze een zoon en een dochter gekregen. In 1971 volgde dochter Thea. Zij ging de administratieve richting op en is getrouwd met Koos Linstra. Ze hebben 2 dochters. In totaal hebben we dus 4 kleinkinderen gekregen waar we vaak op gepast hebben en veel plezier aan beleven.
Wat is uw voormalig beroep?
Na de lagere school ging ik naar de ambachtsschool in Groningen. Toen ik een jaar of 14 was, moest ik dus al kiezen wat te worden in mijn leven. Ik besloot voor automonteur te gaan. Uit mijn toenmalige kameradentijd waren er niet veel die hun opleiding hebben afgerond. Ik was wel één van de leerlingen die zijn diploma wist te halen. Na deze tweejarige opleiding ben ik nog 6 jaar naar de avondschool in Groningen gegaan waar ik mijn 1e monteurdiploma gehaald heb. Na het werk ging ik dan op de fiets naar Groningen vanuit Woltersum. Een tocht van 15 kilometer.
Na mijn ambachtsschooldiploma fietste ik schoorvoetend naar een garage in Ten Boer om te vragen of ze nog iemand nodig hadden. Gelukkig konden ze mij wel gebruiken en bij deze garage heb ik 8 jaar gewerkt. Nadat we naar Middelstum verhuisd zijn, kon ik aan de slag bij garage Reer in Middelstum. Op dezelfde plek waar nu garage Pier gevestigd is. Na 1,5 jaar ging Reer met pensioen en zodoende kwam ik bij een garage aan de Korreweg in Groningen terecht.
Met één medewerker kon ik heel slecht opschieten en hierdoor ben ik na 1,5 jaar naar de Eerste Noord Nederlandse Automobiel Maatschappij (ook wel ENNAM genoemd) gegaan. Dit was een gerenommeerd garagebedrijf vlakbij de Hereweg waar wel 100 mensen werkten. Aan de stand van de bolhoed van de directeur was vaak af te zien of het goed of slecht ging met het bedrijf.
In 1964 kon ik mij bij garage Kamminga in Drachten verbeteren. Ik werd daar chef-monteur. Dit hield in dat ik niet alleen overdag aan het werk was maar ook vaak ’s avonds. Met als gevolg dat ik het werk meenam naar huis waardoor ik vaak ’s nacht lag te piekeren. Voor mij geen gezonde werkomgeving dus. In die tijd werd in Groningen een Gronam gebouwd, een Fordgarage. Ik had al wel eens voorspeld dat ik hier ooit eens zou gaan werken.
In 1969 werd deze droom werkelijkheid. Helaas heb ik het hier niet lang vol kunnen houden. Mijn ‘ruggebonken’ waren niet langer bestand tegen het zware, fysieke werk en ik werd afgekeurd. Ik was geen dikke, grove kerel en ik lag vaak onder de auto’s of moest zware vrachtwagenwielen vervangen.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Toen ik thuis kwam te zitten, heb ik enorm moeten wennen aan de nieuwe situatie. Het heeft mij 2 jaar gekost om het te verwerken dat ik afgekeurd thuis zat. Ik kwam in die tijd ook niet vaak buiten en ontliep mensen. Bang voor de lastige vragen die ze zouden kunnen gaan stellen. Gelukkig heb ik daarna de draad op kunnen pakken en mijn draai weer gevonden.
Mijn vrouw was inmiddels beheerder geworden van Het Groene Kruis in Middelstum. Zij maakte er schoon en leende spullen (krukken, rolstoelen enz.) uit aan mensen. Daarvoor moest ze ook de administratie bijhouden. Ik kon mij mooi bezig gaan houden met het tuinonderhoud. Grasmaaien, de heg knippen en de grote groentetuin onderhouden. Ik was niet echt een tuinman maar heb me er wel mee gered.
Toen ik een keer een miniatuurkermis zag uitgestald in Uithuizen ben ik mij gaan interesseren in de modelbouw. Dit werd een grote hobby van mij en ik besteedde er veel tijd aan. Het was vaak priegelwerk. Zo heb ik eens heel nauwkeurig een draaimolen nagemaakt met alles er op en er aan. Met mijn bouwwerken ging ik regelmatig op pad. Zo werd ‘Op Roakeldais’ aangedaan maar ik ging ook naar Leeuwarden, Drachten, Briltil, Heerenveen (Thialf) en het Klokkengieterijmuseum in Heiligerlee.
Ik ben medeoprichter geweest van de Vereniging van modelbouwers op kermisgebied. Deze vereniging bestond uit ongeveer 20 leden, afkomstig uit de noordelijke 3 provincies. Hier heb ik jarenlang veel plezier aan beleefd. Tegenwoordig breng ik mijn tijd door met televisie kijken en de krant lezen. Een echte boekenlezer ben ik niet geworden, dit vind ik ‘doemzoegerij van een ander’. Hiervoor heb ik zelf fantasie genoeg.
Daarnaast help ik regelmatig mee in de huishouding. Ik mag graag koken. Dit is vast ontstaan toen ik een jaar of 5,6 was. Ik vond het toen heerlijk om mijn moeder te helpen wanneer ze bijvoorbeeld een grote pan bonensoep stond te maken. Ik mocht dan wel eens roeren. Aan stofzuigen beleef ik een stuk minder plezier. ‘Om te zuigen op plekken waar toch geen rommel ligt…’
Tegenwoordig ben ik wekelijks in het Hippolytushoes aan het biljarten. Ik ben ook de vrijwilliger die hiervoor alles klaar zet. Ik beleef hier veel plezier aan alhoewel het groepje biljarters wel wat groter mag worden.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Toen ik het tot chef-monteur bij Kamminga Drachten schopte. Mijn trouwdag en de kinderen en kleinkinderen? Allemaal bijzaken, haha. Tjitske: “Wanneer hij eens langs een mooie boot liep dan zei hij wel eens gekscherend: als ik niet getrouwd zou zijn en geen kinderen zou hebben dan had ik mij vast deze boot aangeschaft.”
“Van Thea hebben we laatst een heel mooi fotoboek gekregen met allerlei prachtige foto’s van onze kinderen en kleinkinderen. Het boek eindigde met een foto van een mooie boot. Thea zei toen: “Als je die mooie boot zou hebben gekregen dan had jij nu al deze mooie foto’s in het begin van het boek niet gehad”. Een uitspraak die door Eisse instemmend bevestigd werd.”
Binnenkort volgt een 2e fotoboek van ons 60-jarig huwelijksfeest. Ook een heel mooi hoogtepunt hoewel ik aanvankelijk best wel tegen de drukte opzag. Maar het werd een prachtige dag waarbij we opgehaald werden in de oude auto van Jan Hoekstra van de Schoolstraat. We vierden het feest op Menkemaborg en Jannes Klaassen heeft van deze mijlpaaldag mooie foto’s gemaakt.
En de dieptepunten?
Het overlijden van mijn ouders, broers en zussen. Toen ik afgekeurd bij huis kwam te zitten, was ook een moeilijke tijd. Maar ik zou nu niet graag meer aan het werk zijn hoor, haha…
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Mijn broer Arie en ik hadden vroeger een klein bootje, deze lag in het Boterdiep. Op een dag hebben we het bootje meegenomen naar het Schildmeer om te vissen. We hadden alles mee en het beloofde een prachtige dag te worden. Toen ik het snoer van mijn werphengel met een vis als aas uitwierp, probeerde een kokmeeuw het visje te pakken. Ik zag dit en wilde het snoer snel terugtrekken. Hierdoor kwam het haakje van de hengel in de poot van de meeuw terecht.
Mijn broer lag dubbel van het lachen. In plaats van een vis had ik een kokmeeuw aan de haak geslagen! Ik wilde hem binnenhalen maar had de hengel nog op ‘slipstand’ staan dus dat schoot eerst ook niet op. Gelukkig heb ik het haakje kunnen verwijderen en daar vloog de meeuw weer heen. Hij wapperde nog wat na met zijn poot, net alsof hij op deze manier dag tegen mij wilde zeggen…
Toen ik nog in de garage werkte hadden we ooit eens een bijzonder klusje. Een man bracht zijn auto langs met de mededeling dat hij aldoor een kat hoorde onder het rijden maar hij kon het beest nergens vinden. Mijn collega ging er eerst mee aan de slag en hoorde het beestje af en toe wel miauwen. We kwamen er achter dat de kat door de fruster bij de deur via het dashboard onder de motorkap bij het raam was terechtgekomen. Hij kon niet meer voor- of achteruit. Na een stuk van de motorkap afgehaald te hebben, konden we hem weer bevrijden en met zijn baasje herenigen. Wel voorzichtig natuurlijk want een kat in het nauw maakt rare sprongen inderdaad…
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Ik vind het wel goed zo. De gezondheid van mijn vrouw kan nog wel ietsje beter, maar het wordt voor haar na een operatie gelukkig wel wat gemakkelijker. We zijn hierdoor wel wat meer aan huis gebonden. Ik ben sowieso geen reislustig type hoor. Hier in de buurt is ook genoeg te zien, vooral qua natuur.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Ik had achteraf nooit medisch goedgekeurd moeten worden voor automonteur, hier was ik fysiek niet op gebouwd. Toen ik eenmaal aan de opleiding begonnen was, vond ik ook dat ik hem af moest maken. En zo heb ik dus mijn 1e monteurdiploma gehaald. Toen ik in Drachten werkte, heb ik ook nog mijn middenstandsdiploma binnen gesleept.
Maar we zijn tevreden hoor met elkaar en de kinderen en kleinkinderen. ‘Moar de tied dat we scheiden motten, komt wel dichterbie natuurlijk!’ We gaan eerst naar de 90. Ik heb vroeger wel iemand gekend die in de 90 was. Hij wilde 100 worden. ‘En als ik geen honderd word dan valt mij dat tegen!’. Hij was dik in de 90 toen hij stierf. Je hebt het niet voor het zeggen hé!
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Even denken hoor, een 7 of een 8. Of niet Tjitske? Jij had het wel beter kunnen treffen toch? Tjitske: “Maar ook wel minder hoor!” Ik ben in elk geval blij dat ik niet in het leger hoefde. Ik had een gruwelijke hekel aan die militairen met hun geweren. Geweren die gebruikt worden om andere mensen dood te schieten. Ik zie met één oog wat minder en dit gegeven heb ik behoorlijk uitgebuit om militaire dienst te ontlopen.
Door een hoop theater te maken werd ik voor onderzoek doorgestuurd naar het ziekenhuis. De oogarts vroeg aan mij of ik afgekeurd wilde worden. Ik gaf aan dat ik dit een lastige vraag vond. Als ik zou zeggen van: “Ja, graag!” dan zou hij mij misschien wel goedkeuren. Ik heb toen eerlijk gezegd dat ik het leger niet zag zitten en de arts heeft er toen voor gezorgd dat ik afgekeurd werd. Toen ik de uitslag hoorde, heb ik stiekem wel even gejuicht.
Wilt u verder nog iets kwijt?
‘Doe moakst er moar een mooi verhaal van!’ Kom je nog wel even langs om mij het verhaal te laten lezen? Je beleeft zoveel in het leven maar ik denk dat alle uitschieters wel benoemd zijn…
(Foto’s afkomstig van Facebookpagina van dochter Thea)