Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

Jopie Bultena oet Baaierm

Kunt u zich heel kort even voorstellen?

Ik ben geboren als Jopie Gelderloos op 9 maart 1943 in Bierum, Baaierm op zijn Gronings, als 2e in een gezin van 5 kinderen. Mijn vader had mijn moeder in Arnhem leren kennen toen hij in 1933 in militaire dienst zat. In 1940 zijn ze getrouwd. Pa praatte altijd Gronings terwijl moe dit niet kon. Toch spraken wij als kinderen thuis altijd Gronings, ook als pa overdag aan het werk was.

Ik ben in Bierum geboren dus, de plaats waar ik nu ook weer woon sinds 1996. Wel heb ik in de loop der jaren diverse uitstapjes gemaakt naar andere plaatsen. Zo bracht het werk mij bijvoorbeeld in mijn jonge jaren naar Haren. Maar ik heb ook in Garsthuizen en ’t Zandt gewoond. Daar gaan we straks wel uitgebreider op in. Inmiddels woon ik al weer bijna 20 jaar tot volle tevredenheid in dit mooie huis aan de Dr. Poelmanweg.

Wat is uw burgerlijke staat?

Dit vereist toch wel enige uitleg. Mijn eerste relatie met Jaap ‘de bedonderaar’ liep uit op een drama. Hij hield het niet alleen bij mij maar had ook nog een ander scharreltje. Toen ik hier achter kwam, moest ik even niets meer van de mannen weten. Jaap zat naast mij in de kerk in Godlinze. Het toeval wil dat aan de andere kant van mij altijd Jans Kruger zat.

Toen hij er achter kwam dat mijn relatie met Jaap op de klippen gelopen was, heeft hij mij een brief geschreven waarin hij vroeg of we niet eens samen een afspraakje konden maken. Mijn hoofd stond hier toen nog niet echt naar en dat heb ik ook in een brief teruggeschreven. Dat ik best wel met hem op stap wilde maar dat hij zich hier niet te veel van voor moest stellen.

Maar het afspraakje verliep prima en we hadden wel een klik. En zo kon het gebeuren dat ik vaker met hem op stap ging. Hij had ook een motor en ik vond het heerlijk om bij hem achterop te zitten. De eerste keer was wel een drama, toen ben ik gigantisch verkleumd. Binnen een jaar na onze eerste kennismaking zijn we in augustus 1964 in Bierum getrouwd.

In 1965 werd Cobie geboren, in 1966 Rein, Paul volgde in 1968 en Johan in 1972. Twee maanden nadat Paul geboren was, ben ik met hem naar de dokter gegaan. Daar kwam mijn bange vermoeden uit, Paul bleek het Syndroom van Down te hebben. Hij had dus een verstandelijke beperking. Dit zette aanvankelijk onze wereld op de kop. Ik heb me toen wel eens afgevraagd: “Waarom overkomt ons dit, hebben we iets verkeerd gedaan?”

Dit heeft gelukkig niet lang geduurd. De vraag werd al snel omgedraaid: waarom zou ons dit niet overkomen? Door Paul ben ik in een andere wereld terechtgekomen, hij heeft mijn leven verrijkt en verbreed. Maar sommige opmerkingen over hem uit mijn directe omgeving ben ik nooit meer vergeten. De dokter had het bijvoorbeeld over een inrichtingskind. De mensen wisten ook niet echt hoe ze op hem moesten reageren en vermeden dan bijvoorbeeld om over hem te praten.

Paul is tot zijn 26e bij ons in huis gebleven. Na een verblijf van enige jaren in Fraamborg in Middelstum, woont hij nu tot zijn volle tevredenheid in Appingedam. Ik heb mijn overige kinderen wel eens gevraagd of ze zich qua aandacht wel eens tekort gedaan voelden. Dit bleek gelukkig niet het geval te zijn. Ze wisten en accepteerden dat Paul meer aandacht en zorg nodig had. Naast 4 kinderen heb ik 6 kleinkinderen gekregen. Eén hiervan is helaas op zeer jonge leeftijd overleden. Cobie en Paul wonen nu in Appingedam, Rein en Johan beiden in ’t Zandt. Mooi dichtbij dus.

In 1983 klaagde Jans steeds vaker over hoofdpijn. Na een bezoek aan de dokter en een oogarts zijn we uiteindelijk in het ziekenhuis beland. Daar werd een hersentumor geconstateerd. Via een operatie is het grootste gedeelte verwijderd, de rest moest met bestralingen verdwijnen. Helaas is dit niet gelukt. In de loop van 1984 werd duidelijk dat hij niet meer beter zou worden. Hoewel Jans geen echte prater was, zijn we in de laatste maanden van zijn leven veel dichter bij elkaar gekomen.

In september 1984 is hij overleden. Ik vertelde mijn kinderen dat hij nu daar is waar hij heen wilde. Tegen Paul vertelde ik dat pappa naar de Here Jezus gegaan was. Hij is toen naar de kamer gegaan waar Jans opgebaard lag, heeft hem bedankt voor alles wat hij voor hem gedaan had en hem een kus gegeven. Dat zijn momenten die me altijd bijgebleven zijn. Ik ben er toen achter gekomen dat het rouwproces niet na de dood intreedt maar al tijdens de laatste maanden van Jans leven. Toen konden we ook nog samen rouwen.

Ik ben nooit bewust op zoek geweest naar een andere man. Ik had mij wel voorgenomen dat, mocht ik met iemand een relatie op willen bouwen, hij dan ook een klik met mijn kinderen moest hebben. Op 2 juli 1986 stopte voor mijn huis in ’t Zandt een auto. Achter het stuur zat een man die ik niet kende, de bijrijder zat bij mij in het College ter verlening van Bijstand. Ik raakte met de bestuurder, Wim Bultena was zijn naam, aan de praat, en we kwamen al snel tot een diepgaand gesprek. Het bleek dat zijn vrouw was overleden. Kinderen had hij ook niet en hij zou 3 dagen later zijn verjaardag vieren, voor het eerst zonder zijn vrouw. Daar zag hij tegenop.

Ik heb hem op zijn verjaardag gebeld, en het werd een gesprek van drie kwartier. We ontmoetten elkaar vaker en toen heb ik hem eens thuis uitgenodigd. De kinderen vonden hem direct een ‘geschikte peer’. Niet veel later ben ik met hem naar Amerika geweest. Hij had die reis al geboekt voor hij mij leerde kennen om zijn 2 broers te bezoeken die daar woonden. Hij wilde er niet meer alleen naar toe en ik moest dus mee. Ik werd daar ontvangen alsof ze mij al jaren kenden. Dezelfde ontvangst kreeg Wim bij de Gelderlozen.

We hebben er geen gras over laten groeien. Na elkaar in juli ontmoet te hebben zijn we in december van hetzelfde jaar (1986) getrouwd. Wim is net als Jans 10 jaar ouder dan dat ik ben. Ik zoek het dus in oudere mannen, haha… Nadat Wim met de VUT ging (hij is onder andere landmeter geweest en vestigingsbeheerder bij het huidige Agrifirm, toen nog Aceco geheten) en de kinderen het huis uit gingen, wilden we kleiner gaan wonen. Zodoende zijn we in 1996 in Bierum terechtgekomen. We hebben het huis van de zus van mijn vader gekocht.

Wat is uw voormalig beroep?

Na de lagere school in Bierum, ging ik naar de huishoudschool in Appingedam. Zelf wilde ik graag naar de ULO maar dit vonden mijn ouders niet goed. Volgens hen had ik nog geluk, want de huishoudschool was duurder. Maar zo kon ik mooi naaien, koken en allerlei andere huishoudelijke klusjes leren. Na de opleiding kon ik bij een boerengezin in Bierum aan de slag. Fantastische mensen die oorspronkelijk uit Zeeland kwamen. Daarna werd ik hulp in de huishouding bij een chique doktersgezin in Haren. De verdiensten bleven echter hetzelfde en ik moest zelf de busreis betalen.

In Bierum werd toen de vereniging voor gezinsverzorging opgericht, daar ben ik aan het werk gegaan. Hierdoor kon ik ook een opleiding tot gezinsverzorgster volgen in Leeuwarden. De opleiding was intern en ik was er ook aan het werk. Hiervoor kreeg ik 4 hele guldens per maand, terwijl de reis naar Leeuwarden mij al 7 gulden per keer kostte. Daarna heb ik nog twee jaar in Delfzijl gewerkt. Bij de aanstelling kreeg ik nog mee dat ik de rol van de vrouw des huizes als huisvrouw en moeder mocht vervangen maar nooit haar rol als echtgenote! Daar kon ik het dus mee doen, haha…

Na met Jans getrouwd te zijn, gingen we in Garsthuizen aan de Fiveldijk wonen. Jans werkte onder andere bij Loonbedrijf Slager uit Westeremden. Later kwam hij bij boer Boukema te werken die 2 boerderijen in ’t Zandt had. Wij woonden op één van deze boerderijen aan de Terhornseweg. Daar hebben we een mooi spaarpotje op kunnen bouwen. Tijdens de oogstperiode van 1972 gaf boer Boukema aan dat dit zijn laatste periode zou worden. Hij zou Jans nog doorbetalen tot mei 1973 maar gaf aan dat hij beter naar een nieuwe baan en woning uit kon kijken.

Dat was best wel moeilijk want al onze kinderen waren op de boerderij geboren en hebben er een fantastische tijd gehad. We kochten toen een gewezen winkel aan de Hoofdweg in ’t Zandt die we helemaal verbouwd hebben. Jans kon gelukkig vrij snel werk krijgen als portier/bewaker bij de Eemscentrale (EGD). Daar had hij het aanvankelijk stoer mee want hij werd niet moe van het werk. Gelukkig kreeg hij later een vergunning om fuiken achter de dijk te plaatsen en telde hij voor een stichting de vogels in het gebied.

Jans draaide in die tijd ook nachtdiensten. Ik had de zorg over de kinderen. In de loop der jaren heb ik dit gecombineerd met het nodige vrijwilligerswerk.

Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?

Van een officiële pensionering was bij mij geen sprake. Toen Paul naar het speciaal onderwijs in Groningen ging, kwam ik in de oudercommissie en in het schoolbestuur. Later heb ik ook in het schoolbestuur van de MAVO in Loppersum gezeten. In ’t Zandt heb ik Jans opgevolgd in het ‘College ter verlening van Bijstand’. Ook heb ik een tijdje de school in ’t Zandt schoongemaakt, om de hoge rente (12 %) van de hypotheek te kunnen betalen, maar hier ben ik mee gestopt toen Jans ziek werd.

Na verhuisd te zijn naar Bierum kwam ik in de cliëntenraad van ons verzorgingstehuis hier, Luingaborg. Later kwam ik ook in de centrale cliëntenraad van Solwerd terecht en in de cliëntenraad van dagbesteding NOVO. Nadat Paul bij ‘De Zijlen’ in Appingedam terechtkwam, nam ik hier zitting in de cliëntenraad, ik ben er 9 jaar secretaris geweest.

Ook op kerkelijk gebied heb ik mij ingezet. Ik heb mij aangesloten bij de werkgroep pastoraat en ging regelmatig bij jarigen en zieken op bezoek. Ik draai mee met de weeksluitingen in Luingaborg en ben begeleider bij de kerkdiensten. Mensen ophalen voor de dienst, koffie voor ze inschenken en de bloemen van de kerk bezorgen.

Ik heb inmiddels het nodige vrijwilligerswerk opgezegd omdat de gezondheid van Wim er niet beter op wordt. Ik mag tegenwoordig graag lezen, puzzelen en fietsen met Wim. Ook zitten Wim en ik op de Jeu de Boules club van Luingaborg en ben ik penningmeester van deze club.

Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?

Mijn kinderen en kleinkinderen en de beide mannen die op mijn levenspad zijn gekomen.

En de dieptepunten?

Toen bekend werd dat Paul het Syndroom van Down had. Zoals aangegeven is dit gevoel later omgedraaid. Het overlijden van Jans hakte er stevig in natuurlijk en dat gold ook voor het overlijden van ons kleinkind Joanke. Wim is ook een paar keer ernstig ziek geweest, hij heeft onder andere een hartaanval gehad en is aan het hart geopereerd. Ook heeft hij last van zijn longen. Natuurlijk maak ik mij best eens zorgen om zijn gezondheid.

Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?

De eerste boer waarvoor ik gewerkt heb, had varkens. Toen hij eens een dagje weg moest, vroeg hij aan mij of ik samen met zijn vrouw de varkens eten wilde geven. Toen ik met een emmer vreten het hok inging, schoot één van de varkens mij tussen de benen en werd ik een eindje op deze varken meegesleurd. Uiteindelijk belandde ik met mijn gat in de emmer. We dachten dat niemand het gezien had maar helaas voor mij was de melkboer toeschouwer van dit bijzonder schouwspel geweest. Toen ik ’s middags weer naar huis fietste kreeg ik direct al te horen: “Kijk, daar hebben we onze varkenshoeder weer!”

Hoewel ik 4 kinderen heb, was Johan echt gewild én gepland. Dit behoeft natuurlijk enige uitleg. Cobie werd negen maanden en 7 dagen na ons trouwen geboren, een jaar later volgde Rein. Met het gegeven van 2 kinderen in 2 jaar ben ik toen naar de huisarts gegaan. Dat was eind jaren ’60 natuurlijk een stuk ongemakkelijker dan tegenwoordig. Ik kreeg condooms mee maar waarschijnlijk was er eentje lek want in 1968 werd Paul dus geboren. Drie kinderen in 3 jaar tijd dus…

Na weer een doktersbezoek volgde de pil. We hebben toen goed nagedacht of we nog een vierde kindje wilden hebben en kwamen tot de conclusie dat we dit nog graag wilden. Johan was dus echt een ‘bewussie’, dat weten de kinderen ook. Natuurlijk hou ik van al mijn kinderen evenveel, gepland of ongepland, haha…

Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?

Ik vind het prima zo. Als ik maar gezond en plezierig samen kan zijn met Wim, dat is voor mij het belangrijkste. Ik koester de fietstochtjes die we nog in de omgeving kunnen maken.

Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?

Hoewel ik wel de nodige reizen heb gemaakt, denk ik wel eens dat ik dit misschien nog wel vaker had willen doen. Wim en ik zijn bijvoorbeeld naar Amerika en Canada geweest waar we onder andere de Niagara Waterval bezocht hebben en de Rocky Mountains. Zo mooi. Ook hebben we een busreis naar Polen gemaakt en Auschwitz bezocht. Dit was zeer indrukwekkend. Ook zijn we naar Slovenië geweest. Van daaruit zijn we naar Venetië gevaren.

Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?

Ik heb ellendige dingen meegemaakt maar ik heb geen ellendig leven. Elke dag heeft wel iets om dankbaar voor te zijn. Een klopje op je schouder (‘Ik ben er veur die’), een teken van boven of wanneer de koorts bijvoorbeeld iets gezakt was. Gelukkig heb ik een positieve insteek, een echt Gelderloos-trekje denk ik. Ik ga dan ook voor een 8!

Wilt u verder nog iets kwijt?

‘De angst voor de dag van morgen, komt altijd één dag te vroeg.’ Wees dus niet bezorgd voor de dag van morgen maar geniet van elke dag!

 

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69