Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

Erik Hulsegge, Elien Uithuizen

Ik ben in Stad geboren. In Oost-Groningen getogen. Met het Hoogeland van Doodstil, Fraamklap en Meij zou ik in principe niet zoveel moeten hebben. Maar dat is niet zo. Dat komt door m’n broer. Mijn eeneiige tweelingbroer. Én Elien.

Na de geboorte zijn mijn broer en ik uit elkaar gerukt. Waarom weet niemand. Maar om een lang interessant levensverhaal kort te maken. Hij groeide op en woont op de boerderij aan Oosterburen. Onder de rook van borg Ewsum. Met zicht op de torens van Huizinge en Middelstum en de Eemshavenweg. Ik in Winschoten. In Oldambt. Land van strokarton en suikerbiet.

Het duurde zeventien jaar voor ik m’n broer na ons baarmoederlijk samenzijn terugzag. Het was de tijd dat Hoogeland nog gewoon met een o-tje minder werd geschreven. De tijd dat ik strakke spijkerbroeken droeg met puntlaarzen, m’n haar strak achterover kamde en het op z’n plaats hield met gewone handzeep. Zo reed ik in een naar goedkope aftershave ruikende Opel Rekord voor het eerst het Hoogeland binnen. Om de schade van die gemiste zeventien jaar in te halen besloot mijn broer om met mij op stap te gaan in discotheek 538. In Uithuizen.

In Winschoten praatte je onder een biertje wel eens over 538. Radioman Jantje wist dat het de oude frequentie van zeezender Veronica was. Maar verder dan ‘mout wel schier weden’ kwamen we niet. Niemand van mijn vrienden die er ooit geweest was. En daar stond ik dan in de rij. Op zaterdagavond. Voor de disco in de Leeuwstraat. Gespannen over wat er komen ging en een tikkeltje onzeker over mijn felgekleurde outfit, want die stak toch behoorlijk af bij de rest van de rij.

Eenmaal binnen en tien bier later was dat allemaal vergeten. Ik bestelde meters bier – die uit zestien ouderwets grote glazen bestond – voor iedereen. Ik dronk bier uit een naar oude kaas stinkende klomp. Die klomp zat om de voet met geiten wollen sok van Wabbe. Twee meter groot en anderhalve meter breed inclusief tattoos. Eerst had Wabbe mij argwanend aangekeken, toen ik hem het bier-in-zijn-klomp verzoek deed. Daarna kreeg ik een paar enorme klappen op mijn schouder en een lach die klonk als ‘huh-huh-huh’. Bier drinken uit een smerige klomp. Wabbe en ik. Vrienden voor het leven.

Hoe meer de avond en de bierconsumptie vorderde, des te leuker werd het in 538. Mijn mond viel open toen ik plots mijn discohelden op een klein podiumpje achter de dansvloer zag staan. ‘The Real Thing’ stond daar zo maar. Voor m’n neus. Live zingend met orkestband. ‘You to me are everything’. The sweetest song that I could sing, oh baby, oh baby!’ Ik draaide het cassettebandje grijs en brulde ondertussen mee in mijn Opel Rekord.

Ik neuriede ‘You to me’ nog na bij een hernieuwde bestelling aan de bar, toen ze voor me stond. Elien. Elien kwam uit Uithuizen. ‘Net buiten het dorp’, zei ze. Het verdere gesprek kan ik me nu ruim dertig jaar later niet meer herinneren. Maar wat ik wel weet is, dat we even later buiten in een steegje van de Leeuwstraat stonden. Brommers kieken. Elien had voor even m’n hart gestolen. 538 had m’n hart gestolen. Het Hogeland had mijn hart gestolen. Het hart van m’n tweelingbroer (nog) niet want die heb ik de hele avond niet gesproken.

‘Hij kon het me wel vergeven’, zei hij een dag later. Daarna kreeg zijn stem iets samenzweerderigs. Hij vertelde dat Elien Elien Meijer heette en een paard naar haar genoemd was. Die Elien. Ik was een en al oor. Elien Uithuizen heette het paard. Een drafpaard. Wereldberoemd. In de tijden van Studio Sport, Hans Eijsvogel, Jojo Buitenzorg en Elien Uithuizen. Trots reed ik terug naar Winschoten. Brommers kieken met de naamgever van Elien Uithuizen. Man, man. ‘You to me are everything’, brulde ik uit volle borst op de kronkelweg tussen Steem en de Lopster toren.

Jaren zag ik Elien niet meer. Wel het paard. Maar dat verdween al ras uitgerangeerd van de buis.

Dik een decennium later zat ik in een slapeloze nacht voor de tv. De Olympische Spelen van Sidney 2000. De roeifinale van de Achten. Vrouwen. Op de ARD. Duitsland 1. Je moet toch wat als je niet kunt slapen. Het woord mobiele telefoon bestond nog niet in Winschoten.

Ik keek niet eens echt. Mijn aandacht werd getrokken door oranje shirtjes in een boot. De Holland Acht. Die ging als een speer. We gingen voor goud. ‘Die Hollanderinnen sind super’ zei de Duitse verslaggever. Ik staarde naar de buis. Het woord beeldbuis bestond in Winschoten nog wel. Ik wist niet wat ik zag. De cameraman zoomde in op de vrouwen van de Holland Acht. Een voor een kwamen ze voorbij. Verbeten trekken. Grimassen van pijn. En – je gelooft het niet – in een van die grimassen herkende ik Elien. Dé Elien. Elien Meijer. Elien Uithuizen.

‘Elien Maijer ist die starkste Ruderin’, sagte de Duitser. Ik veerde op uit mijn stoel. Jeetje man, het was haar echt. Echt wel. Ik schreeuwde voor Elien. Voor roeien. Voor Nederland. Bijna. Bijna… wonnen we het goud. Alleen die kutroemenen bleef ons nog net een boottipje voor. Maar de Duitsers hadden we verslagen. Dat dan weer wel. Ik had roeien nog nooit zo leuk gevonden.

Tijdens de medailleuitreiking kwam ze nog één keer close in beeld. Dolgelukkig, met een grote zilveren plak om haar nek. Ik kon nu helemaal niet meer slapen. Die ene prangende vraag spookt sindsdien door m’n hoofd. Ik wil het dolgraag weten. Zou Elien Uithuizen nog wel eens denken aan brommers kieken in de Leeuwstraat in Uithuizen?

Meer weten over Elien Meijer: Wikipedia Elien Meijer

(Erik Hulsegge is eindredacteur, journalist en columnist bij RTV Noord. Wekelijks schrijft hij een prachtige column voor de website van RTV Noord. Deze gastcolumn is een primeur voor de uitgave van zondag a.s.. Meer weten over Erik en zijn tweelingb(r)oer Peter: Tweelingb(r)oer Peter Anema.)

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69