Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

Kor Hofman, aangrijpende oorlogsverhalen

Kunt u zich heel kort even voorstellen?

Mijn naam is Kor (met een K inderdaad, iedereen noemt mij Cor met een C, dat is ook prima) Hofman, geboren 22 mei 1926. Geboren en getogen in Middelstum aan de Trekweg. In 1932 verhuisden mijn ouders naar Westerwijtwerd.

Vandaar ben ik in 1953 weggetrouwd, terug naar Middelstum. Via het huis op de hoek van Heerestraat/Delleweg, tegenover bakker Niehof, Menthedaweg, B.E.-weg (waar ik in het huis van politie Hiddes terechtkwam, boven op zolder vond ik nog een setje handboeien), Coendersweg (naast het zwembad) waar ik 20 jaar gewoond heb en Colpende ben ik nu (als het goed is) aanbeland bij mijn eindstation Zonnehuis Hippolytushoes, waar ik inmiddels 13 jaar met veel plezier woon.

Wat is uw burgerlijke staat?

Ik ben dus in 1953 getrouwd met Roelfien Doornbos, roepnaam Fien, uit Westeremden. Samen hebben we 3 kinderen en 2 kleinkinderen gekregen. Onze oudste zoon Heine woont in Veenwouden, dochter Jannie aan de Coendersweg hier in Middelstum en onze jongste zoon Henk-Jan, bekend van jouw interview, in Roden. Henk-Jan heeft twee dochters. Helaas is mijn vrouw 4 jaar geleden overleden.

Wat is uw voormalig beroep?

Ik heb in mijn leven diverse werkzaamheden verricht. Toen ik 14 jaar was, kwam ik op de melkfabriek in Bedum terecht. In 1944 ben ik opgepakt en naar Duitsland afgevoerd. Daar heb ik een jaar dwangarbeid verricht maar daar komen we nog wel op terug. Van 1945 tot 1947 werkte ik weer voor de melkfabriek maar daar ben ik ontslagen. Ik moest op zondag werken maar kreeg mijn reiskosten niet vergoed. Voor mij de reden om niet op te komen dagen, voor hun reden om mij te ontslaan.

Daarna heb ik 10 jaar op de steenfabriek in Boerdam gewerkt. Vervolgens ben ik met nog enige Middelstumers ‘geronseld’ door Vredenstein Banden in Enschede. Dit heb ik een half jaar volgehouden, dat was niets voor mij. Daarna werkte ik 2 jaar op de steenfabriek op Labor om vervolgens naar Workman in Uithuizen te gaan. Workman was een onderdeel van Philips, ze maakten scheermesjes en ik werd daar slijper. Aan ons de taak om 1500 mesjes per uur te produceren.

Ik ben nog een tijdje bij Veno fietsen aan het werk geweest in Bedum maar zij gingen failliet. Dat gegeven bracht mij weer bij de melkfabriek waar ik nog weer 4 jaar gewerkt heb. Tijdens mijn werkzaamheden voor Workman, had ik al eens een half jaar thuisgezeten met een hernia. Bij mijn laatste werkgever, Sperwer te Bedum, speelden deze rugklachten weer op. Ik ben in oktober 1962 begonnen en moest veel zware dozen tillen. In april ’63 kon ik helemaal niets meer.

Dat bracht mij naar de Geneeskundige Dienst aan de Dierenriemstraat in Groningen. Ik was daar om 13.30 uur en kwam er om 16.30 uur weg met de mededeling dat ik voor 80 tot 100% afgekeurd was. Ik was toen 38 jaar oud. Later heb ik nog een tijdje geprobeerd om op de sociale werkplaats in Appingedam te werken maar ook daar speelde mijn rug binnen de kortste keren weer op.

Ze hebben speciaal voor mij een korset aangemeten maar die zat in het begin ‘voor geen honger of dorst’. Toch draag ik tot op de dag van vandaag nog een korset. Dat is maar goed ook want er gaat geen dag voorbij zonder dat ik mijn rug verneem.

Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?

Ik ben na mijn afkeuring nog 15 jaar actief geweest bij het zwembad. De gemeente vulde dan mijn uitkering aan tot 100%. Ik kreeg van de gemeente een megafoon. Als het heel druk was, gebruikte ik deze om mijn vrouw op te roepen, we woonden immers naast het zwembad: “Fien, kun je even komen, ik heb het even te druk!”

Hartstikke leuk om te doen, alleen het laatste jaar was knudde. Nadat er iemand op de rand van het zwembad gevallen was, wat tot veel bloed en een doktersbezoek leidde, heb ik het duiken verboden. Maar er was telkens iemand die zich niet aan het duikverbod hield en hem heb ik op den duur een zwembadverbod opgelegd.

Na een tijdje mocht hij weer komen. Hij had een transistorradio bij zich en speelde hiermee een cassettebandje af. Op den duur hoorde ik de volgende tekst langskomen: “Hofman is een lul”. Ik heb toen zijn moeder gebeld met het vriendelijke doch dringende verzoek om deze tekst te wissen. Dit is ook gebeurd maar helaas heb ik daarna nooit meer een telefoontje terug gehad.

Nadat er regelmatig jonge badgasten met rozenbottels bekogeld werden, heb ik de gemeente om extra politietoezicht gevraagd en dit is ook gehonoreerd. Maar voor mij was toen de lol er wel af en ik ben er mee gestopt. Dat vonden veel moeders jammer, want ik was eigenlijk een beetje crèchehouder….

Vroeger was ik een groot vogelliefhebber, ik had thuis ook kanaries. Ik heb toen mede de vogelclub in Middelstum opgericht. Ook was ik altijd een groot zangliefhebber. Ik zat op het mannenkoor hier in Middelstum.

Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?

Dan kom ik toch op muzikale hoogtepunten uit. Zo hebben we onder leiding van dirigent Nico Dijkman optredens verzorgd met bijvoorbeeld Marko Bakker, Berdien Stenberg en de gebroeders Brouwer. Dijkman was de enige dirigent hier in het Noorden die dergelijke gastoptredens van grote artiesten voor elkaar kreeg. Heerlijk om daar bij te mogen zijn.

Ook heb ik met het mannenkoor mee mogen doen met de operette ‘De Lindeburg’ samen met nog enige Middelstumers. De 4 optredens waren een daverend succes. We hebben het stuk ook in Aduard en Kantens gespeeld.

En de dieptepunten?

Dan kom ik uit bij 25 april 1944 toen de Duitse SD mij ’s morgens om half 12 oppakten in Bedum. Het was een vergeldingsactie voor het doodschieten van de foute politieagent Keijer op het station van Bedum. Ik had de pech dat ik op dat moment net naar buiten liep om mijn boterhammen op te eten. Ik ben er pas vorig jaar achtergekomen dat Keijer door een man uit Overijssel, die in het verzet zat, is doodgeschoten.

Deze koude dag zal ik nooit meer vergeten. ‘Du auch mit’, zeiden de Duitsers tegen mij. Van mijn moeder moest ik ’s morgens een dikke winterjas aandoen en daar had ik later veel wil van, hoewel ik alsnog verrekt ben van de kou. Ik werd samen met nog enige jongens uit de omgeving afgevoerd naar Amersfoort waar we 10 dagen zouden blijven. Diverse keren heb ik een engeltje op mijn schouder gehad, anders had ik je dit niet na kunnen vertellen.

Zo hadden we in Amersfoort eens een strafexpeditie op een zandplaat. Liggen, opstaan en dan hippen als een kikker. Toen de beul even niet keek, ben ik er tussenuit gerend richting een wasbak. Daar heb ik klare zand uitgespuugd. Daarna ben ik tussen het prikkeldraad teruggeslopen naar mijn eigen barak. Gelukkig is er in de tussentijd geen telling geweest.

Ook heb ik tijdens een zwaar bombardement mij wel eens verstopt in een stropakkenbult. Het leek allemaal wel mee te vallen maar toen we na die tijd de bult verlieten zagen we 4 grote gaten in de grond zitten. De immense luchtdruk van deze knallen was over de stropakken heengetrokken.

Na 10 dagen Amersfoort werden we per trein afgevoerd naar Böhlen, een plaatsje vlak bij Leipzig. Daar moesten we dwangarbeid verrichten, bomtrechters dichtmaken en treinrails weer opnieuw aanleggen. Zwaar werk om te doen. Zo moest ik ooit eens samenwerken met iemand die veel last van zijn rug had. Ik heb toen veel stennis gemaakt bij de leiding. Dat de man ‘krank’ was en naar het ‘Krankenhaus’ moest.

Gelukkig is daar toen gehoor aan gegeven. Die man heeft later wel eens tegen mij gezegd: ‘Kor, dankzij dien grote bek, leef ik nog!’ De kampleider was op zich nog wel een geschikte kerel, daar hadden we geluk mee. Ik zal hem nu nog feilloos weten te traceren want hij had een opvallende wijnvlek op zijn gezicht zitten.

Al met al heb ik een jaar in deze strafkamp doorgebracht. Tijdens de laatste dagen in hechtenis merkte je dat de bevrijders nabij waren. Zo werden we tijdens de werkzaamheden bejaagd door 8 vliegtuigen die schoten op alles wat bewoog. Wat ik mij ook nog kan herinneren was dat we de hele dag aardappels gegeten hebben op een boerderij waarvan de boer inmiddels gevlucht was. Aardappels in alle soorten en maten, gebakken, gekookt, heerlijk was dat. Net zoals de dikke pannenkoek, gebakken in levertraan (!).

Eindelijk kwam het bericht dat Leipzig bevrijd was en dat we vrij waren. Man, je weet niet wat dit op dat moment voor je betekent. Ik word nu nog weer emotioneel als ik daaraan terug denk! We waren echt door het dolle heen. Maar toen kwam natuurlijk de vraag hoe we weer terug zouden gaan naar Nederland. Eén van ons zei toen: “We stelen gewoon fietsen van de Duitsers want dat deden ze ook bij ons!”

En zo zijn we met zijn vijven op de fiets teruggekeerd naar Nederland. Een hele belevenis, waarbij we overnachten bij boeren en in schapenstallen. Tijdens één van die overnachtingen is mijn fiets meegenomen door een dronken Amerikaan. Zo moesten we om en om achterop zitten. Doordat ik last had van een zwellende enkel mocht ik wat vaker achterop zitten.

Ik ben toen onderweg ook 1 keer vreselijk in de diarree geweest. We kwamen namelijk langs een overvallen slachtershuis en kregen zodoende wat vet vlees waarmee we snert maakten. Maar dit was veel te vet voor ons en dat kon onze maag dan ook niet meer aan.

Na zo 600 kilometer gefietst te hebben kwamen we aan bij Weener, vlak bij Leer. Daar werden we aangehouden door een Canadees en van hem kreeg ik een fiets zodat ook ik weer kon fietsen! Drie weken later hoorde ik bij kapsalon Be Tabak dat deze Canadees een neef was van bakker Berend Werkman. Ze hadden in de kapsalon al gehoord van wie ik de fiets gekregen had…

Onderweg hebben we ook nog enige keren geluk gehad. Zo zijn we door een bos vol met landmijnen heengereden. Daar werden we aan de andere kant van het bos door een gevarenbord voor gewaarschuwd maar toen waren we er al door heen gekomen. Ook zijn we bij toeval links langs een versperring gegaan terwijl aan de rechterkant ook landmijnen waren verstopt. Het bekende engeltje kwam mij toen weer goed van pas.

Toen we bijna thuis waren ben ik nog even bij een familielid in Ten Boer langs geweest want ik had enorme geihonger. De rest is doorgefietst richting Stedum. Ze kwamen onderweg een man tegen uit Westerwijtwerd, deze is toen direct rechtsomkeert gegaan om mijn moeder het goede nieuws te vertellen. Het onwaarschijnlijke toeval wil dat mijn moeder in de nacht van 6 op 7 mei net gedroomd had, dat deze zelfde man haar dit zou vertellen!

Toen ik Middelstum binnenkwam, zag ik eerst mijn broer: ‘Nait schraaien, vandaag is het feest!’. Toen kwam mijn zuster er aan rennen: ‘Nait schraaien, vandaag is het feest!’. Hetzelfde natuurlijk toen ik mijn moeder weer zag. Man, er werden van alle kanten cadeaus bij ons gebracht, wat een prachtige dag.

’s Avonds kwam er iemand uit Bedum langs met een lijst met namen. We gingen de namen één voor één bij langs en ik moest dan aangeven of ik iets van de desbetreffende persoon af wist. Later op de avond kwam Pot nog langs, een zwaar bezoek want ik heb zijn zoon moeten begraven. Hij was de dag voor zijn overlijden nog bij mij geweest daar hij wist dat ik wortels gekregen had en ik heb hem toen nog een wortel gegeven. De dag er na was hij dood…

Ik ben nu 88 jaar en heb de mensen die mij dit aangedaan hebben misschien wel vergeven maar vergeten ben ik deze tijd nooit! Ik heb er ook een kampsyndroom aan overgehouden. Toen ik afgekeurd werd, begon het ’s nachts bij mij te malen. Bepaalde beelden kwamen zeer regelmatig weer terug. Zo kan ik mij nog herinneren dat ik van een kampbewaarder regelmatig de laatste restjes op mocht eten. Dit omdat ik gelogen had over mijn leeftijd en klein van stuk was. Achteraf zie je dan de lange rijen van mensen die niets te eten kregen…

Het ging op den duur van kwaad tot erger. Dan stapte ik ’s nachts om 4 uur op de fiets en reed door het hele Noorden heen. Ik ging dan wel eens op het kerkhof op een zerk zitten om tot rust te komen. Ik kreeg zelfs suïcidale gedachten. ‘Laat die moar vallen, Kor’, zo ging er dan door mij heen. Daarna kreeg ik een flits: ‘Maar je vrouw en kinderen dan?’

Gelukkig kwam ik tijdens mijn therapie in aanraking met een psycholoog die gevochten had op de Grebbeberg. Hij kon zich goed in mijn situatie verplaatsen en wist wat ik door had gemaakt. Bij hem kon ik heel goed zaken van mij afpraten. Daar heb ik veel baat bij gehad. Later ben ik bij heel veel scholen langs geweest om te vertellen over mijn ervaringen in de oorlog…

Heeft u nog anekdotes en verhalen?

Je hebt al veel bijzondere verhalen gehoord. Ik heb nog wel een luchtiger verhaaltje voor je. Bakker Niehof had vroeger een boetiekje bij zijn bakkerij waarin hij allerlei spullen verkocht. Wanneer je betaald had, kon je dan zo’n luikje opentrekken en er wat lekkers uit halen. Zo verkocht hij bijvoorbeeld een gerecht bestaande uit 4 hardgekookte eieren voor 25 cent.

Nu waren dit best wel lekkere gerechten die naar meer smaakten maar die wel aan de prijs waren. Het gebeurde dan ook regelmatig dat kwajongens een lucifershoutje tussen het dekseltje plaatsen wanneer ze het luikje weer dicht deden. ‘De bakjes zijn leeg Niehof hoor!’, zeiden ze dan. Om vervolgens, wanneer de bakker er weer wat ingedaan had, het luikje weer te openen…

Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?

Toen ik 64 jaar was, fietste ik met mijn zoon tussen Uithuizen en Kantens toen we een luchtballon zagen. Ik heb aangegeven dat mij dat ook wel wat toe leek. En dus werd ik op mijn 65e verjaardag verrast met een ballonvaart. Helaas is deze door de harde wind niet doorgegaan. Later heb ik de vlucht alsnog gemaakt, we zijn bij Gasselte omhoog gegaan. Het werd een schitterende reis! Inmiddels heb ik dan ook geen wensen meer.

Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?

Nergens van, kan ik wel stellen. Daarbij komt dat ik de crisisjaren en de oorlogsjaren heb meegemaakt. Mijn vader kwam in 1932 na een week vol met lange dagen in het grondverzet thuis met 6 harde guldens waarmee onze monden gevuld moesten worden en de huur betaald. Tegenwoordig heb je de voedselbanken, toen had je vleesbanken waar je vlees kon krijgen. Ondanks alle armoede werden we vooral tijdens Sinterklaas vaak verrast op mooie cadeaus. Ik vind niet dat ik mag klagen…

Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?

Door alles wat ik tot nu toe heb meegemaakt zou ik mijn leven een 7 willen geven.

Wilt u verder nog iets kwijt?

Volgens mij hebben we genoeg besproken, laten we het hier maar bij laten. Later zal mij ongetwijfeld wel weer wat te binnen schieten. Wel ben ik nu samen met de Historische Vereniging Middelstum bezig met de aanschaf van Stolpersteinen, struikelstenen. Deze komen te liggen voor huizen in Middelstum waar vroeger Joden gewoond hebben. Wanneer je deze goed wilt bekijken, dan moet je je bukken. Je maakt dan als het ware een buiging voor de Joden…

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69