Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

LELIJKERDSELFTAL ’94

(De opvolger van het kwalmerselftal uit 1992)

Soms heb je van die ideeën in je hoofd waarvan je denkt wat moet ik er nu mee? Twee jaar geleden had ik hetzelfde met het opstellen van het kwalmerselftal. Ik heb toen lang geaarzeld met het op papier zetten van het verhaal. Maar achteraf sloeg het toch wel aan geloof ik vandaar dat hier het vervolg komt. Een nieuw kwalmerselftal is niet echt origineel meer dus dan moet je wat anders zoeken.

Binnen de vereniging spreken bepaalde personen elkaar wel eens aan met de term lelkerd of krijgt deze of gene het volgende compliment naar zijn hoofd geslingerd: “Wat bist doe ja allervreselijkste lelk jong”. Ook ondergetekende ontkomt hier niet aan wat toch best wel vreemd te noemen is. Hieruit ontstaat dan het idee om het lelijkerdselftal over 1994 op te stellen.

Probleem blijft dat een nominering nou niet echt een compliment voor de desbetreffende persoon genoemd kan worden. Maar om Rooie Rinus en Pedaalemmer maar eens te citeren: “Ieder mens het zien gebrek, ik aan neus en doe aan bek”. Mochten er toch bepaalde mensen zijn die zich storen aan dit stukje dan bied ik bij voorbaat – uit de grond van mijn hart – mijn welgemeende excuses aan. Een oplossing zou kunnen zijn om dit stukje niet te lezen of om er de open haard mee aan te steken.

Blijft nog een laatste aarzeling over. Van iemand van 22 jaar die in de redactie van het clubblad zit zou je toch wat meer dan wat dom gekwalm verwachten aan het eind van het jaar. Maar daar ik toch een omgekeerde ontwikkeling doormaak en mijn adolescentiejaren omstreeks mijn 14e levensjaar beleefde zou je dit als het einde van mijn puberjaren en lange weg naar volwassenheid kunnen beschouwen (?).

Genoeg geplaasd, hier volgt de voorlopige selectie voor de interland tegen “The Elefant Man”-team:

Op het doel, tussen de palen, spelend onder nummer 1 “Vriend” Martin Bulthuis. De man met zijn gemillimeteriseerde kapsel schrikt menig tegenstander af en heeft de naam van zijn grote idool Zenga op zijn trainingsbroek genaaid of laten naaien. Eerlijkheidsshalve dient gezegd te worden dat enig talent hem zeker niet ontbreekt al zouden zijn teamgenoten wensen dat hij één van zijn sterkste punten (z’n bekkie, bekkie) eens wat meer tussen de krijtlijnen zou gaan gebruiken en wat minder erbuiten. Martin gaat in principe voor iedere bal, maar zijn specialiteit is het duiken op ballen die op stoeprandhoogte aankomen hetgeen af en toe tot pijnlijke resultaten leidt…..

De linksachterpositie heb ik gereserveerd voor de man die bekend staat om zijn uitspraken als “Ben je in de war? en “Ga eens uit pappa”s stoel” o.i.d.. Het betreft hier Rudy “in de warre” Stol. Rudy wordt wel eens liefkozend als mijn broer gezien hetgeen voor hem natuurlijk een groot compliment is, maar waarin ik mij nog niet zo 1,2,3 kan vereenzelvigen. Tevens staat Rudy bekend om zijn flying tackle waarmee hij in de meeste gevallen lucht, in een enkel geval een tegenstander en sporadisch een bal raakt. Ziet zichzelf liever als middenvelder maar moet in dit elftal natuurlijk zijn plaats kennen. Kan door zijn perfecte imitaties van Hugo “Komt dat schot, Jongetje, jongetje wat doe je nouuuuuuuu” Walker en collega verslaggevers Jaap “Ongelovelijk” Bax en Henk “Vanuit een zonovergoten Oosterpark” Kok nog altijd onze verslaggever voor Radio Noord worden. Hij dreigt al tot onze nieuwe stadionspeaker uit te groeien. Rudy’s reactie op dit stuk laat zich gemakkelijk raden: Wat een gekte.

Als laatste man posteren wij Pieter Klaver. Witte egel beschikt over een snoeihard schot en een goede traptechniek en mag dan ook de opbouw verzorgen. Daar hij zijn “White power” doorgaans liever voorin etaleert hebben wij achterin een betrouwbaar slot op de deur nodig die de tegenstander’s spits weet uit te schakelen. Persoonlijk zie ik Bert “Koeli” van de Laan hier als meest geschikte man voor. Bert gold als eindverantwoordelijke man van onze nieuwste, maar inmiddels alweer ontbonden attractie binnen de vereniging, te weten het zesde elftal. De geruchten gaan dat Gerrit Koning Bert als uitsmijter in bar- dancing Fame zou willen contracteren maar die (portiers)functie kan hij beter in dit elftal gaan vervullen. Hij is ook de man die met een gerichte vrije trap de tegenstanders muur weet open te breken.

De rechtsachterpositie is voor Jelte “Flip” van de Kooi. Flippie zocht het dit jaar bij de luchtmacht hogerop maar slaagde er uiteindelijk niet in om zijn nieuwe bijnaam “Top gun Flippie” waar te maken. Hij kan allicht proberen om de hoogvlieger van dit elftal te worden edoch dient dan zijn hoofd wat meer bij de bal i.p.v. zijn andere hobby – het vrouwelijk schoon – te houden.

Links (!) op het middenveld zie ik een plaats weggelegd voor Peter de Hek. Talloze geltubes moeten het ontgelden om Peter’s kuif aanschouwelijk te maken wat hem de bijnaam “Elvis” opleverde. Een van Peter’s talenten is het omgaan met computers. De belangrijkste functie zal dan ook voor hem worden om – ala de Noorse bondscoach – op wetenschappelijke wijze de tegenstanders sterke en zwakke punten te ontrafelen en een strijdplan te ontwikkelen die tot succes zou kunnen leiden.

De spelverdelerpositie binnen dit elftal is weggelegd voor het nu al legendarische duo Mitjer en Snitjer. Ronnie “Jantje P” Medema kreeg er afgelopen zomer een paar bijnamen bij. Hij kocht zich een Ford Escort, type Laser, die al gauw werd omgedoopt tot “De Lazerus” daar het wagentje net als zijn baas wel enige druppels lust en ook voldoende brandstof moet hebben om optimaal te kunnen presteren. Onvergetelijk waren Jantje’s acties op het strand van Lauwersoog waar hij met zijn wonderkoffertje (een mini-koelbox) gevuld met wondermedicijnen (blikjes bier) zijn diensten vrijwillig aanbood aan een aantal verbouwereerde voorbijgangers, hetgeen hem de al gauw de bijnaam “Dr. Lazerus” opleverde. Gezien zijn rijstijl kwamen daar na enige tijd nog Ronnie Verstappen en Sjappie Maris bij.

Der Bomber Arian “Bombarda Jeugdsoos” Snijder is na Martin, Jelte en Peter de vierde participant die zijn kunsten ook bij “The Rising Sun” etaleert. Het lijkt er dan ook sterk op dat deze organisatie hun medewerkers op lelijkheid selecteren al moet ik bekennen dat ook hier de uitzonderingen rondlopen die doorgaans de regel bevestigen. Bij de naam Schneidermeister denkt ondergetekende direct aan zijn befaamde hakjes, Heineken sokken, gigantische kwalmerij, chikkies en een herríebak waar meerdere soosleden patent op hebben en die je zo af en toe je trommelvliezen kosten.

Op rechtshalf natuurlijk de nieuwe spelverdeler van het vierde elftal, befaamd om zijn gigantisch loopvermogen, de altijd op de verkeerde momenten en plaatsen diepgaande “Mr. Bob Dobbellina Johan de Hek”. Voorwaar alweer een lid van de “de Hek- clan”, Cor en Gre kunnen trots zijn op hun kroost. Johan werd op een vakantie in Valkenburg omgedoopt tot Alkie, op Rhodos tot Zwalkie alwaar onze Vlekkie bijna brak zijn nekkie over een loszittend hekkie. Terug op vakantie in Valkenburg werd het “Le Provoceur” zodat er nu bij het meisjesteam een Proffeseur en Provoceur rondlopen. Soms bekruipt mij toch het gevoel dat ik Johan onderschat want iemand die als coach van het damesteam moeiteloos 18 vrouwen onder zijn hoede houdt moet toch over de nodige charmes beschikken.

De voorhoede moet uit drie “flitsende” spelers bestaan die elkaar goed aanvoelen en waar continu dreiging vanuit gaat.

Voor de rechterflank had ik Ronald Brontsema in gedachten maar hij groeide dit jaar uit tot één van de grootste pechvogels binnen de vereniging toen zijn been als springplank werd gebruikt. Wij hopen onze Middelstumse Jari Litmanen toch gauw weer binnen de beruchte krijtlijnen te kunnen aanschouwen. Als mogelijke stand-in zou een ongeschoren en met lange nekharen getooide Ralf “Johnny-Tattoo Sütter” Brouwer ook niet te versmaden zijn.

Over de invulling van de spitspositie heb ik lang geaarzeld edoch na rijp beraad is de keuze toch op de zichzelf al tot Loverboy omgedoopte Raymond van Houten gevallen. Iemand die zelfs de meest onschuldige maagd tot een “Femme Fatale” weet om te toveren kun je toch moeilijk als lelijk beschouwen. De enige logische verklaring die ik voor dit feit heb kunnen vinden is dat Raymond net iets minder lelijk is dan de rest.

De linksvoorpositie is zonder concurrentie weggelegd voor Arnold “Hans Kazan” Hazeveld. Deze speler is De Attractie van het elftal. Het is soms onvoorstelbaar wat deze goochelaar op de vierkante meter met een bal kan. Je zou denken dat zo’n speler moeiteloos in het eerste mee zou kunnen draaien maar vooralsnog komt de man met zijn gekrulde nekharen nog niet verder dan het vijfde. Tovert soms in het veld ook met andere dingen dan de wedstrijdbal hetgeen wel eens een aanzienlijke toename (of afname) van het aantal vrouwelijke toeschouwers kan betekenen.

Rond dit wonderlijke gezelschap dient natuurlijk een gedegen begeleidingsteam opgebouwd te worden. Voor de technische en tactische onderbouwing komt de verloren gewaande, maar weer op het oude, vertrouwde nest teruggevlogen zoon Jan Jaap Zijlstra in aanmerking. De organisatorische aspecten zouden natuurlijk in uitstekende handen zijn van Marcel van Dijken die zich temidden van zijn soms geschedelde vrienden Martin en Jelte als een vis in het water zou voelen. Maar Marcel moet binnenkort naar het voormalig Joegoslavië en wij wensen hem natuurlijk een geslaagde missie toe. Voor een tijdelijke vervanger zal binnenkort een advertentie in het clubblad geplaatst worden.

Als vlaggenist komt natuurlijk onze “Vallende Ster” Wim “Professor Zonnebloem” Blanken, met snor, VGH-kapsel en laserogen in aanmerking. Stijntje Bosman zal benaderd worden als masseuse annex waterdraagster, dit om het niveau nog wat op te krikken. Als mascotte zal varken Sp(vl)ekkie (met of zonder baas?) gecontracteerd worden. Bij een eventueel kampioenschap zijn wij dan bij voorbaat van rollade (eventueel gehaktballen) verzekerd. Mocht u denken dat het spelen voor dit team louter om de sportieve eer gaat dan hebt u het goed mis. De geruchten gaan dat onze razendknappe(?) Bix in een vertrouwelijk gesprek op de late zaterdagmiddag met de sponsorcommissie uit hoofde van zijn vrouw alle spelers een Peugot van de hoofdsponsor “Peugotdealer Mulder-Steendam” heeft aangeboden. Wij wachten natuurlijk gespannen af.

De Public Relations man van dit team Bert “zelf ook niet moeders mooiste” Koster. (Die namens de redactie één ieder prettige kerstdagen en een gelukkig, sportief, blessurevrij maar bovenal gezond 1995 toewenst).

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69