Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Mijn volledige naam luidt Arend Knot, roepnaam Arie. Ik ben op 15 september 1960 geboren in Doodstil. Ik heb twee broers en twee zussen en ben zelf kind nummer vier. Mijn jongste broer Menno, slager in Winsum, is veertien jaar jonger dan ik. Al mijn broers en zussen wonen in de buurt: twee in Roodeschool, één ‘Op Meij’ en één in Appingedam. Mijn vader is begonnen als bakkersknecht en werd later kruidenier in Roodeschool. Destijds was er veel klandizie vanuit de Eemshaven. Hij is helaas veel te vroeg overleden. Moeder ondersteunde hem waar ze kon en regelde het huishouden.
Toen mijn ouders in 1964 met de kruidenierswinkel begonnen, verhuisden we naar Roodeschool. Ik ben er vervolgens altijd blijven wonen. Eerst aan de Bauwemalaan, vanaf 1982 aan de Westerdijkstraat en inmiddels wonen we al weer bijna dertig jaar met veel plezier aan de Ubbegalaan. Ik zie ons niet zo snel uit Roodeschool vertrekken.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben in september 1982 getrouwd met de ook uit Roodeschool afkomstige Emmie Uil. Ik kende haar natuurlijk al veel langer maar toen ik op 18-jarige leeftijd eens thuis kwam van een cursus, liep ik haar toevallig op straat tegen het lijf toen ze de hond uitliet en raakten we aan de praat. Toen is de vonk overgeslagen en inmiddels zijn we al weer 42 jaar gelukkig getrouwd.
Dit huwelijk heeft ons zes zoons geschonken. In 1983 kwam Patriek op de wereld en twee jaar later volgde Geert. Weer twee jaar later gevolgd door Rob en in 1990 werd Steffan geboren. Daarna begonnen we aan ons ‘tweede toomke’ want Sven diende zich in 1997 aan en Joran tot slot in 2000. Vier van de zes jongens wonen in Roodeschool en één in Oosternieland. De jongste heeft net een huis in Doodstil gekocht. We zijn de trotse opa en oma van twaalf kleinkinderen, waarvan drie bonuskleinkinderen, in leeftijd variërend van anderhalf tot veertien jaar oud.
Wat is uw voormalig beroep?
Na de lagere school in Uithuizermeeden, ging ik aanvankelijk eerst naar de MAVO in de stad. Ik had niets met scholen, naar school gaan was voor mij echt een straf. Ook de switch naar de LTS werd geen succes. Ik hoor de directeur van die school nog tegen mij zeggen dat hij zich zorgen maakte of ik wel werk zou kunnen vinden. Gelukkig kon ik hem melden dat ik al een baan gevonden had.
Ik was namelijk al jong gewend om mijn handen uit de mouwen te steken. Dat gaat vanzelf wanneer je ouders een winkel hebben, na schooltijd was er altijd wel wat te doen. Ook was ik vaak bij Harrie Jonker te vinden die samen met zijn broer Jan werkzaam was bij transportbedrijf Jonker, het bedrijf dat hun vader had opgericht. Ik werd bijrijder bij Harrie en haalde op 18-jarige leeftijd alle benodigde rijbewijzen bij Van der Leest-Bakker. Het was in de tijd dat stro nog in kleine baaltjes vervoerd werden wat arbeidsintensief werk was. Het laden en lossen werd met de hand gedaan.
Toen Harrie suikerziekte kreeg, mocht hij van de één op de andere dag niet meer rijden en ben ik versneld vrachtwagenchauffeur geworden. Ik reed veel op Gelderland en Overijssel en was ook vaak in Noord-Holland te vinden, richting de bollenvelden. Dit werk heb ik tot 1984 met veel plezier gedaan. Het werk veranderde wel in de loop der jaren en de te vervoeren balen stro werden steeds groter. Dat kwam door de automatisering. Daardoor nam de concurrentie ook toe.
In 1984 kwam mijn vader te overlijden, dat was een hard gelag. Mijn broer nam aanvankelijk de winkel in zijn eentje over en in oktober van dat jaar kwam ik hem in de slagerij versterken. Slagerservaring hadden we niet maar mijn broer zijn schoonpa, opa Van der Laan, heeft ons het slagersvak met een waar engelengeduld bijgebracht. Op den duur kreeg ik de slag te pakken en ik had er ook lol in.
Door de toenemende concurrentie van grotere ondernemers in de buurt, kwam onze winkel onder druk te staan. Mijn broer en ik maakten de afspraak dat de eerste die het snelst een andere baan kon vinden, die kans zou grijpen. Binnen een week kon ik vervolgens al weer als chauffeur aan de slag. Eerst bij Van Gend & Loos waar ik een baangarantie had maar na een overname kwam hier na een half jaar een eind aan. Geen probleem want ik kon in het oude Bodecentrum in Groningen bij het expeditiecentrum terecht, later werd dit GLS.
Daar zat ik als chauffeur in de stukgoed en reed door Groningen en Friesland. Al met al heb ik 31 jaar voor dit bedrijf gereden. Ondanks lange werkdagen, twaalf uur werken op een dag was heel gewoon, kijk ik ook hier met veel werkplezier op terug. Ooit had ik meer dan 75 collega’s met een vast dienstverband maar op het eind was ik nog de enige. De rest van de werkzaamheden ging over naar koeriersdiensten. Op den duur was er sprake van dat het bedrijf naar Drachten zou verhuizen en mijn zoons, die een eigen bedrijf hebben en Sennema in Winsum overnamen, kwamen steeds vaker een mannetje tekort.
Met als gevolg dat ik de laatste twee werkjaren voor Sennema Totaal Wonen, Gebroeders Knot ben gaan werken. Ik ging voor het eerst met een laadbak met een eigen kraan op pad om de stenen in- en uit te laden dus dat was best wel even wennen. Nog niet eens zo lang geleden stelde een van de jongens de vraag: ‘Pa, zou je het niet wat rustiger aan willen doen?’ Dat heeft ons wel aan het denken gezet, ook al omdat ik vrijwilligerswerk belangrijk vind om te doen. Na enig wikken en wegen ben ik sinds kort, na 46 jaar aan het werk te zijn geweest zonder ook maar een dag werkloos thuis te hebben gezeten, gestopt met werken. Maar de jongens mogen bij grote drukte altijd een beroep op mij doen.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Eigenlijk heel goed, de druk van het aan het werk moeten is verdwenen. Van verveling is echter absoluut geen sprake. Emmie is overigens nog steeds aan het werk, bij Scherer als schoonmaakster en ze werkt ook nog een dag mee in de slagerij van Patriek in Uithuizen. Beiden verrichten we veel hand- en spandiensten bij vv Corenos, de club waar ik zelf tot mijn 22e gevoetbald heb en waar twee van mijn zoons in het eerste spelen.
Tweewekelijks draaien Emmie en ik kantinediensten en dan zijn we de hele dag op het voetbalveld te vinden. En op de maandagmorgen maken we, samen met Frico Meeuwes, het complex schoon. Hier zijn we vaak wel een uurtje of vier zoet mee. Vroeger ging ik elke zaterdag als jeugdleider met de kinderen mee wanneer ze moesten voetballen en ik ben nog vier jaar trainer van de jongste geweest in zijn latere jeugdjaren.
Ook op kerkelijk gebied ben ik actief. In mijn jongere jaren ben ik vijf periodes lang ouderling geweest en tegenwoordig coördineer ik de inzameling van het oud papier en zorg ervoor dat dit allemaal netjes verloopt. Emmie en ik hebben nog een gezamenlijke passie want we zingen beiden in een gemengd koor in Ten Boer. Naast de wekelijkse repetities, treden we regelmatig op. En in en om het huis is natuurlijk ook altijd wel wat te doen en zo vliegen de dagen voorbij.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
De familiezaken zijn hierbij het belangrijkst. Onze trouwdag bijvoorbeeld maar ook dat we nu nog steeds gelukkig getrouwd én gezond zijn. Ook de geboorte van de kinderen en kleinkinderen mag bij deze vraag niet ontbreken. Ik ben trots op al mijn zoons en hun aanhang en wat ze als ondernemer of bij hun werkgever bereikt hebben.
En de dieptepunten?
Mijn vader is op zijn 51e aan kanker overleden, dat is allemaal heel snel gegaan. Ook mijn moeder mocht slechts 65 jaar worden. Mijn schoonmoeder kreeg al op vrij jonge leeftijd dementie en is 73 jaar geworden. Allemaal dierbare mensen waarmee ik het goed kon vinden. Emmie haar vader leeft gelukkig nog wel en is 85 jaar. Ik neem ‘opa Geert’ altijd mee naar de uitwedstrijden van Corenos 1.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Ik heb natuurlijk de nodige leuke en grappige dingen meegemaakt maar er schiet mij op dit moment geen concreet verhaal te binnen. Misschien is het nog wel leuk om te vermelden dat het hier elke vrijdagmiddag een zoete inval is. Vaak komen meerdere zoons plus aanhang en de kleinkinderen tegen het eind van de middag bij ons het weekend inluiden en dat is altijd gezellig. Emmie heeft dan bijvoorbeeld een pan snert gekookt en iedereen kan, zonder verplichting uiteraard want daar is iedereen vrij in, mee-eten.
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Een echte bücketlist heb ik eigenlijk niet, gewoon lekker zo doorgaan. Wel staat Ierland qua vakantie op ons verlanglijstje maar de plannen hiervoor staan nog in de kinderschoenen. We zijn bijvoorbeeld al wel naar Canada geweest en toen onze jongste zoon Joran stage liep op Bonaire, zijn we elf dagen die kant op gegaan.
Dat was een geweldige trip waarbij we ook nog een wedstrijd van de plaatselijke voetbalclub SV Vitesse, waar Joran voetbalde, meepikten. Wat maakten de toeschouwers een kabaal zeg, maar wel heel leuk om die sfeer mee te pikken.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
‘Wat is spiet?’ Achteraf hadden we na ons trouwen direct een huis moeten kopen in plaats van huren. Gelukkig deed die kans zich later wel voor toen we ons huurhuis konden kopen.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Dat moet een dikke voldoende zijn, noteer maar een acht hoor.
Wilt u verder nog iets kwijt?
De belangrijkste zaken zijn wel benoemd toch? Niet alleen voor jezelf leven, dat is mijn motto. Ik probeer er voor een ander te zijn en geniet van het vrijwilligerswerk wat we doen. Een beetje omzien naar elkaar dus, er is al genoeg ellende in de wereld toch?!