Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Mijn volledige naam luidt Berend Hoeksema. In mijn jonge jaren was het vaak Bennie Hoeksmoa, maar mijn roepnaam is Ben. Ik ben op 20 september 1953 geboren in Lutjegast. Als telg nummer 2 uit een gezin met vijf kinderen. Mijn broers en zussen wonen in Groningen, Dokkum, Appingedam en Midwolde.
Mijn vader was accountant, ‘boukholder’ zoals ze dat in Groningen zeggen, en had een eigen kantoor. Hij is ook zestien jaar wethouder in de gemeente Grootegast geweest. Mijn moeder regelde het huishouden. Toen haar jongste kind twaalf werd, ging ze bij antiekwinkel Annie Brinkman aan het Zuiderdiep in Groningen als schoonmaakster aan het werk. Dat was niet naar de zin van mijn vader, maar mijn moeder zette door.
Toen ik een half jaar oud was, verhuisde het gezin Hoeksema naar Surhuizum. Daar heb ik tot mijn vijfde gewoond en toen werd het Grootegast. Op mijn negentiende ging ik op kamers in Groningen wonen om daar in dezelfde stad vervolgens samen te gaan wonen. In 1979 zijn we in Leek terechtgekomen om vervolgens dertig jaar geleden voor het laatst te verhuizen. We wonen nu met veel plezier in een vrijstaande woning met veel tuinruimte om het huis aan de Bousemalaan in Tolbert.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben in 1983 getrouwd met de oorspronkelijk uit Velp afkomstige Iet Straatsma na eerst acht jaar te hebben samengewoond. Ik heb haar leren kennen in de Toxbar toen ik na mijn eindexamen met de klassen van de Havo en VWO van het Wessel Gansfortcollege naar Schiermonnikoog ging. Daar viel ze mij op met haar vrolijke uitstraling. Mijn vriend Jaap zag wel wat in haar vriendin. Dat is niets geworden.
We zijn de trotse ouders van twee dochters. Marjolein is in 1984 geboren en woont met haar partner in Soesterberg. Ze hebben twee kinderen gekregen. Kleindochter Sterre is bijna vier en kleinzoon Thijmen is net één jaar geworden. Een jaar na Marjolein kwam Jolien op de wereld. Zij woont in Amsterdam en heeft door haar reislust inmiddels veel van de wereld gezien. Ze gaat met een omgebouwde camperbus een jaar door Europa reizen.
Wat is uw voormalig beroep?
Na de lagere school in Grootegast ging ik in dezelfde plaats naar de MULO, de school die op slechts honderd meter van mijn huis gevestigd was. Ik wist niet precies wat te worden en was qua school een luie leerling. Als ik thuis kwam, werd de schooltas in de hoek gesmeten en ging ik voetballen met mijn vrienden.
Toch heb ik de MULO wel in vier jaar afgerond. Daarna ging ik naar de HBS, het Augustinuscollege in Groningen. Daar vond de conrector na 1 jaar dat ik beter een andere school op kon zoeken. Op de vraag of ik een goede opvoeding had genoten, antwoordde ik dat ik niet mocht klagen; Hij gaf toen als antwoord: “Dan meen ik te mogen constateren, dat de opvoeding niet is aangeslagen! Exit!”
Daarna ging ik naar de HAVO in Leek. Die opleiding zat toen nog in de experimentele pioniersfase. Ik had er met vier talen plus aardrijkskunde en geschiedenis een feestpakket. Vervolgens ging ik naar het Wessel Gansfort College in Groningen voor de atheneum-opleiding om daarna eerst in militaire dienst te gaan. Ik kwam in Seedorf terecht en kreeg daar regelmatig arrest. Ik zag het nut van bepaalde commando’s niet in en vroeg naar het waarom. Dat werd in deze hiërarchische organisatie niet gepruimd. Mond houden was het devies!
Dat overkwam mij trouwens ook vaak op school, want ik was een mondig type. Met een vader in de politiek werd er thuis aan tafel regelmatig gediscussieerd over allerlei onderwerpen. De ene leraar vond mij een brutaaltje, terwijl een ander mijn mondelinge vaardigheden wel kon waarderen. Ik had toen nog niet helemaal door dat “Le ton, qui fait la musique” ook wel belangrijk is. Heb dat in de loop van de jaren wel enigszins geleerd.
Ik verliet dienst drie maanden eerder dan gepland, omdat ik sociologie zou gaan studeren. Maar het werd uiteindelijk in een opwelling de Pedagogische Academie Nijenborg aan de Zuiderkruislaan in Groningen. Mijn vriend Henk Stapert (exact 1 jaar jonger) was al klaar met de opleiding. Het was een waardeloze opleiding. In de praktijk heb ik, mede dankzij de adviezen van o.a. mijn collega Annie Plomp, met vallen en opstaan het vak geleerd. Daardoor ben ik een redelijke leerkracht geworden met goede en minder goede eigenschappen.
Eerder had ik via school al kennis gemaakt met Wolters en Pot uit de omgeving van Middelstum en ik ben daar ook vaak geweest. Ik keek graag naar de gebroeders Jan en Anne Vlieg van de roemruchte tafeltennisclub Midstars. De PA heb ik in drie jaar afgerond en ik was bijna 25 jaar toen ik aan mijn werkzame carrière begon. Ik had natuurlijk al wel allerlei bijbaantjes gehad.
Vakantiewerk Psychiatrische Inrichting Dennenoord Zuidlaren (daar heb ik Henk Stapert ontmoet) en ik heb van mijn 13e tot mijn 22e op de voorouderlijke boerderij gewerkt. Zondagmorgen om 5.00 uur thuiskomen, omkleden en om 5.30 uur melken, waarbij ik wel eens tegen een koe wegsukkelde. Daarna verplicht naar de kerk. Ik ben Rieks en Piet nog eeuwig dankbaar dat ze me overeind hielden als ik in slaap viel.
Het viel in die tijd niet mee om aan de bak te komen, maar ik had geluk dat ik in mocht vallen op de school waar Iet al les gaf. Zij was eerder afgestudeerd dan ik en was voor mij een mooie kruiwagen. Twee maanden invallen werd een heel jaar en daarna kon ik op lagere scholen in Lewenborg, Oosterpark en de Korreweg terecht. Daar kreeg ik eindelijk een vast contract. Ik was toen inmiddels al 7 jaar vader.
Ik durf van mijzelf gerust te zeggen dat ik een autoriteitsprobleem heb en daarbij het hart op de tong. Het is dus enige keren voorgekomen dat ik naar een andere school verkaste, omdat ik in de clinch lag met de directeur. Ik kan niet tegen onrecht en dat benoem ik dan ook (wordt vaak niet gewaardeerd). Mijn vader zei altijd: “Heb respect voor je medemens. Rang en stand maakt niet uit. Per slot van rekening zit de koningin ook met de blote kont op de wc!” Dat gebeurde ook in Vinkhuizen na vijftien dienstjaren, waardoor ik mijn laatste werkende jaren op de lagere school in de wijk Kostverloren, nabij het Hoendiep, heb doorgebracht. En met heel veel plezier.
Ik heb al met al 41 jaar voor de klas gestaan, waarvan 39 jaar met veel plezier. Twee keer heb ik een klas gehad, die qua samenstelling zo lastig was, dat zelfs ik er geen kant mee op kon. Het liefst gaf ik les aan de groepen zeven en acht. Aan mondige kinderen, die begonnen te puberen en regelmatig tegen mij in durfden te gaan.
Ik gaf ze de nodige vrijheid, maar was wel heel consequent op het feit dat afspraak ook afspraak was. Kinderen benoemden mij vaak als streng, maar zoals een student (ze had haar beoordeling al van mij gekregen) ooit zei: “Je geeft ze vrijheid en bent consequent. Zij noemen het echter streng.” Ik durf gerust te stellen dat mijn manier van werken vaak goede leerprestaties op heeft geleverd.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Uiteindelijk ben ik door omstandigheden één jaar eerder gestopt met werken, maar ik had mijn tijd tot mijn officiële pensionering best vol willen maken. Inmiddels zit ik al weer vier jaar bij huis zonder mij ook maar een moment te vervelen. Dat heb ik overigens door mijn sportieve inslag nooit gedaan. Ik heb vroeger op gymnastiek, voetbal, judo en volleybal gezeten en heb ook nog een tijdje aan squash en tennis gedaan.
Uiteindelijk ben ik vooral heel actief in het volleybalwereldje geweest. Ik heb van mijn 18e tot mijn 68e gevolleybald. Precies 50 jaar gevolleybald tot een slepende knieblessure hier uiteindelijk een streep doorzette. Ik ben 40 jaar volleybaltrainer bij diverse clubs geweest, zowel van heren- als damesteams. Ook ben ik 17 jaar bestuurslid geweest bij de volleybalvereniging Impala in Leek. Verder 15 jaar lang het straatvolleybaltoernooi in Leek georganiseerd en 39 x een oliebollentoernooi georganiseerd. Tegenwoordig ben ik bestuurslid in Doezum, waar ik onder andere de materialen beheer en het herenteam train en coach.
Nu kan ik qua fysiek alleen nog tafeltennissen. Elke woensdagmorgen (55+) en donderdagavond, met mede fanatieke tafeltennissers op leeftijd ben ik aan het tafeltennissen bij tafeltennisclub Talero. Ik ben een fervent lezer en qua tuinwerk is het grove maai- en snoeiwerk mijn taak. We gaan regelmatig op vakantie, in Nederland is Terschelling onze favoriete Waddeneiland, waar we een paar keer per jaar heengaan. En zo vliegen de dagen voorbij.
Wat zijn de hoogte- en dieptepunten uit uw leven?
Alvorens deze vraag te beantwoorden even iets over mijn medische achtergrond. Door allerlei blessures ben ik regelmatig aan mijn benen (knie en enkel bijvoorbeeld) geopereerd. Op termijn verwacht ik een kunstknie nodig te hebben. Van een andere orde was de tumor die in 2017 in mijn hoofd geconstateerd werd. Na deze melding trok mijn hele leven in flitsen aan mij voorbij. Gelukkig hebben ze deze tumor kunnen verwijderen en in 2018 was alles weer goed.
Mijn vader mocht slechts 56 jaar worden. Hij is aan een aneurysma overleden. Zo’n verwijding is ook bij mij geconstateerd en op termijn wacht mij waarschijnlijk een openhartoperatie. Qua dieptepunten mag ook een voorval in Peru niet ontbreken. Iet en ik waren vroeger gewend om in de zomerschoolvakanties lange reizen te maken. Zo hebben we bijvoorbeeld een aantal keren zes weken door Griekenland en Portugal gezworven. Peru was van een andere orde, want daar werden we met messen bedreigd én beroofd. Daardoor zijn we al onze bezittingen kwijt geraakt en het heeft lang geduurd voordat we weer naar huis terug konden reizen. Mijn eega heeft daar wel een trauma van opgelopen.
Onder de hoogtepunten vallen natuurlijk de geboorte en ontwikkeling van onze dochters. De geboorte van onze kleinkinderen leidt tot een herbeleving van deze mooie tijd. De verhalen, die ik vroeger aan mijn dochters vertelde, (over Elfie, een meisje met een raket in de tuin en Joris de kabouter, die onder ons huis woonde), doen het nu hartstikke goed bij mijn kleindochter. Daarbij heb ik ook hele mooie vakantiereizen mogen maken, waarbij de bergen altijd trekken. De Dolomieten in Italië zijn de favoriete vakantiebestemming. En voeg daarbij natuurlijk de jaarlijkse uitstapjes naar Terschelling.
Sportieve hoogtepunten: Met mijn oude volleybalteam MAC uit Grootegast gaan we nog altijd (34 x) naar een openlucht volleybaltoernooi op Ameland, waarbij we bijna als enigen nog kamperen in onze eigen tent. En de sfeer is direct weer als vanouds. Met mijn andere volleybalteam van Impala uit Leek, organiseren we regelmatig een avondje boerenbridge en we zijn afgelopen winter voor de 26e keer met elkaar op wintersport geweest. De persoonlijke ontboezemingen, die er soms geuit worden, blijven in de sneeuw achter. Dat is best apart voor een mannengroep. Zo lang met 2 teams contact blijven houden is voor mij nog steeds een sportief hoogtepunt.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Mooi zijn ze niet altijd, maar ik heb door mijn onderwijscarrière in bijvoorbeeld Lewenborg genoeg bijzondere dingen meegemaakt. Zo was ik getuige dat een man met een pistool zijn vrouw doodschoot. Ik heb hem destijds zelf het pistool uit handen getrokken, maar toen was het helaas al te laat. Mijn collega Peter had de stervende vrouw in zijn armen. Dat had veel impact op ons. Ook ben ik getuige geweest van een steekpartij. Toen ik daar aangifte van deed bij de politie werd ik zelf ook bedreigd door de familie van de dader. Maar ik vond dat ik, dat wat ik altijd verkondigde in mijn klas, ook moest waarmaken. Anders kon ik mezelf niet meer in de spiegel aankijken.
Daar staan natuurlijk prachtige herinneringen tegenover. Tijdens mijn schooltijd in Vinkhuizen gingen we op vrijdagavond regelmatig met collega’s de stad in. Die gezelligheid vond ik ook bij de volleybalclub, waardoor het zelfs voor kon komen dat ik, nadat ik alle leerlingen aan het werk had gezet, zelf voor de klas in slaap ben gevallen. Tijdens de tweede keer heeft dit zelf een uur geduurd, waardoor ook mijn collega’s hier getuige van waren. Iedereen kwam langs. Het ging als een lopend vuurtje door de hele school.
Maar ik heb door mijn manier van werken ook hele mooie resultaten behaald. Zo heb ik een jongen uit het speciaal onderwijs kunnen integreren in de klas, waardoor hij zich geweldig ontwikkeld heeft. Hetzelfde geldt voor een jongen met mentale problemen en leerlingen van buitenlandse komaf die aanvankelijk een taalachterstand hadden. Dat maakte het vak van leraar zo mooi en bijzonder.
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Ik zou nog graag een keer een reis naar Azië willen maken. Bijvoorbeeld naar Thailand of Sri Lanka. Maar of dat er door mijn knieproblemen nog van komt, weet ik niet.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Ik had vroeger de neiging om bepaalde zaken veel te lang door te drammen. Dat gold bijvoorbeeld ook voor bepaalde grapjes richting mijn familie of mijn kinderen. Soms wist ik niet wanneer te stoppen. Gelukkig zijn die scherpe kantjes er nu wel vanaf. Achteraf heb ik van mijn dochters wel te horen gekregen dat volleybal altijd voorging. Ze hadden het gevoel dat zij te weinig aandacht kregen. Dat had terugkijkend inderdaad beter gemoeten.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Ik ervaar heel veel positieve dingen en ga voor een negen. Met de min-dingen in het leven moet je leren dealen. Vooruit kijken is belangrijker dan blijven hangen in het verleden, zoals veel mensen doen. Kortom: Carpe diem!
Wilt u verder nog iets kwijt?
Vroeger probeerde ik iedereen in mijn directe omgeving van mijn gelijk te overtuigen, maar daarin ben ik milder geworden. Maar er is niets mis mee hoor om positief kritisch te blijven en op die manier proberen mee te denken!