Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

José Bos – Wilschut, Mooie jij & mensen, de innerlijke reis van tien jaar terug en heden wirwar van José…..

Wederom die eervolle vraag van Bert Koster of ik een gastcolumn wil schrijven en zoals altijd… “oef heb ik wel voldoende inspiratie” en “is het wel interessant genoeg?”. Maar in al mijn opgedane wijsheid zit dan ook de reactie; “geen idee, maar we gaan ervoor”. Dus zodoende zei ik weer ja.

Het is bijzonder om te merken welke processen er dan in werking worden gezet. Zoals een creatieve-stroming door mijn lijf, kriebels om te willen schrijven en ineens op poppende verhalen. De innerlijke schreeuw om gehoor te geven aan mijn creativiteit. Wat zich uit in dankbaarheid voor deze vraag samen met een bewustwording van vaker stilstaan en doen waar je blij van wordt.

Ik moet zeggen dat dit op het moment een behoorlijke uitdaging is. Wij wonen sinds december in een klushuis. Ja.. we hebben eindelijk ons grote-mensen-huis gekocht; ons droomhuis-in-wording in Aising. Op dit moment staat in de bijkeuken een nooddouche en fungeert onze ieniemieniekeuken tevens als wastafel, make-uptafel en stalling.

Ons matras verhuist van de ene kamer naar de andere en we hebben continu klusmensen om ons heen. Het huis schoonhouden is een utopie; zeg maar “dweilen met de kraan open”. De enige kamer die af is, (zoals het hoort) is die van Maan.

Daarmee stip ik meteen nog een heerlijke bron van aandacht aan en voor wie het huis schoon en leefbaar moet zijn. Ons wondertje; heerlijk pittig, lief, mooi, leuk, creatief, grappig en ga zo maar 400 pagina’s door. Helaas moet ik jullie dit onthouden, omdat ik altijd over de maximaal aantal woorden zit.

Maan, waarover ik eerder schreef dat ze slapen ingewikkeld vond, vindt dit nog steeds. Gecombineerd met een man die klust en dit niet heel leuk vindt en mijn twee banen geeft dit toch wat minder creatieve vrijheid en “mijn-momentjes”. Klagen hoor je me echt niet (naja soms wel), piekeren af en toe, dat gaat dan over dat ik bang ben Maan tekort te doen.

Grappig hoe dat moederschap werkt. Ik wil haar graag leren dat lief zijn voor jezelf en zelfzorg nummer één zijn, maar ik laat anders zien. Wat nou, een goed voorbeeld geven? Hierbij de belofte dat ik dit meer zal gaan doen. Wel heb ik mijn korte tweemaal-daagse meditatiemomentjes, het begin is er. Och en die cliché is zo waar; de tijd gaat veel te snel! Ze maakt zoveel ontwikkelingen door en daar wil ik van genieten en haar daarin zoveel mogelijk steunen en begeleiden met veel geduld en liefde.

Maar goed voordat het een column wordt over moederschap, Maan, jezelf te veel wegcijferen, Maan, een klushuis en Maan, zal ik beginnen met het onderwerp. Daarvoor wil ik jullie graag meenemen naar mijn allereerste column uit 2014 ‘mooie-jij & mensen-angst-reis-sport wirwar van José. Daarin schreef ik onder andere over angsten overwinnen. Ik eindigde de column met het boeken van een ticket naar New York en de wens om drie maanden te backpacken door Midden- en Zuid-Amerika.

Dit wilde ik mijzelf gunnen simpelweg omdat dit mij destijds het meeste angst aanjoeg en… “I did it!”. In die tien jaren heb ik nog nooit geschreven over deze avontuurlijke reis (ja een boek schrijven staat nog altijd op mijn bucketlist). Ook maakt dit het cirkeltje een beetje rond omdat het ook alle columns omvat en zo helpen jullie mij een begin te maken aan die bucketlist-wens.

In mijn gastcolumns gaat het om de reis naar jezelf. De reis naar leren vertrouwen op jezelf en handelen vanuit je intuïtie waardoor het eigenlijk alleen maar goed kan zijn. Dus ook vertrouwen op die on-toevalligheden, “kleine” geschenken van het leven en puur zijn in wat je doet. Iets met “wie goed doet, goed ontmoet”.

Dat goed doen is dan het handelen vanuit je hart met pure intenties. Dus geen bewijsdrang of denken het te moeten doen voor de ander. Hier mag je naar toe werken door lief te zijn voor jezelf, goed voor jezelf te zorgen en mild te zijn naar je perfecte imperfectie.

Nu ik dit zo schrijf weet ik dat ik wat in herhaling val maar dat symboliseert ook mijn eigen proces; ongeveer dezelfde lessen tegenkomen, maar hier steeds meer een weg in vinden. Mochten jullie er trouwens nog steeds niet van overtuigd zijn dat er geschenken van het universum bestaan en dat wanneer je vanuit je intuïtie handelt je aanvoelt en uitstraalt of iets goed komt ja of de nee? Dan wijs ik jullie graag door naar die gastcolumns. Ik heb het namelijk nog steeds niet over het onderwerp? Of toch ook wel? Zo gaat dat bij mij.

Ik wil jullie graag meenemen in wat ervaringen tijdens die drie maanden backpacken. Dan ga ik het niet hebben over die jazz-huiskamerconcerten in New York waar ik belandde of hoe ik ineens de vijfdaagse Salkanty track naar de Matchu Pitchu deed. Of hoe ik op blote voeten in Nicaragua op een twaalfurig durende infinity-poolpartie terechtkwam.

Of die keer dat ik samen met Sarah uit Canada in quarantaine bij de grens van Costa Rica moest. De grenswachter mat onze temperatuur na drie uur wachten in de hete zon waardoor de meter 41 graden aangaf. “We moesten wel Yellow Fever hebben”. Nee al deze en andere ervaringen niet, wel eentje toen ik nog geen minuut in New York was.

Na zestien uur reizen lande ik om 23:00 uur op JFK Airport. Ik was inmiddels twintig uur wakker, maar ik ben er! Nu naar uptown-Manhatten zien te komen. Dit was nog drie uur reizen met de subways; “dat moet goed komen”. Ik zie een stel met hun zoon staan en lach naar hen. Zij lachen terug en spreken mij aan. Zij gaan naar downtown-Manhatten dus we kunnen deels samen reizen en dit doen we dan ook. Ze betalen zelfs mijn metrokaart.

Bij uptown-Manhatten stap ik uit en bevind me in het donker in een onbekende stad zoekend naar het hostel. Verdwaald zijnde zie ik verderop een vrouw moeite hebben met haar tas en bied mijn hulp aan. Ik til tenslotte nog maar vijf uur lang een dikke backpack op mijn rug met nog een goed gevulde rugzak op mijn buik. Maar toch, het voelde zo, ik moest haar helpen. Zij vraagt mij wat ik hier zo laat nog doe en ik vertel dat ik mijn hostel zoek. O, zegt ze, “loop maar mee, daar woon ik praktisch naast”.

Na ongeveer een maand reizen ging ik met een bus van Rio de Janeiro Brazilië naar de Iguazu falls. Prachtige watervallen grenzend aan Brazilië, Argentinië en Paraguay. Ik zou in Argentinië verblijven en daarna verder trekken door Paraguay. Na een busreis van zesentwintig uur moeten we alleen nog over de grens naar Argentinië en dan een uur rijden.

Ik sta achteraan in de rij en voor mij staat een Australiër. In veel landen hier maken ze het Australiërs extra moeilijk bij de grens en zo geschiedde. Uiteindelijk was ik aan de beurt en… de bus is weg. De chauffeur vond het waarschijnlijk te lang duren. Ik geniet nog even van het landschap en voel het in mijn hele lijf, “ik ga de watervallen zien”.

Dan stopt er een auto naast mij, een man met een lieve glimlach draait zijn raampje open en vraagt of ik naar de watervallen wil. “Nou graag!”. Hij blijkt daar gids te zijn en vertelt mooie verhalen. Maar niets overtreft het schouwspel en natuurwonder wat ik daar dan aantref. Wauw.

Of zoals die keer dat ik een tussenstop in Bogota Columbia maakte. Ik kwam behoorlijk vermoeid aan op het vliegveld, vooral door de flinke vertraging en al vierentwintig uur wakker zijn. Mijn portie positiviteit en zelfvertrouwen was wat uitgedund, ik was toe aan slapen; opladen.

Prompt kreeg ik bericht van het hostel; ‘uw boeking is geannuleerd, het inchecken was tot 22:00 uur.’. Het was 22:30 uur en ik belde het hostel, maar no mercy. Daar stond ik dan op een druk onbekend vliegveld en ik voelde me best verloren. Ik was me er bewust van dat ik dit ook uitstraalde en mensen die daar gebruik van wilden maken hier op af kwamen. Ongure types zeiden dat ik wel met hen mee kon en ze wel een hotel wisten.

Dit was dan wel letterlijk elf keer zoveel als wat je normaal betaalde. Ik was te moe om na te denken, maar kon gelukkig nog voelen dat ik dit niet moest doen. Bovendien werd ik direct gewaarschuwd door een medepassagier dat ik echt niet mee moest gaan met hen. Mijn omgeving thuis had al haarfijn uitgelegd dat mensen in Columbia op die manier vrouwelijk reizigers ontvoerden. Dat speelde nog eens op door mijn vermoeidheid.

Uiteindelijk ging ik op zoek naar een informatiepunt maar kon deze nergens vinden. Terwijl de mannen me achterna  liepen, tegenhielden en zelfs bij mijn arm pakten, dacht ik; “ik moet weg hier!”. Zonder na te denken nam ik een roltrap naar boven en in die seconden van rust kon ik ineens weer voelen. Een stem zo sterk en puur in mij riep: “ik heb een engel nodig”.

Ineens voelde ik geen negativiteit en oplichters maar een mooi mens. Ik draaide mij om op de roltrap en keek naar die vervelende plek. Daar zag ik een knappe stralende vrouw van ongeveer 45 jaar staan. Zij keek met een glimlach omhoog en riep “do you need help? I will help you”. Met tranen in mijn ogen riep ik “graag!”. Ik nam de roltrap naar beneden en deed mijn verhaal. Ze zei; “ik haal een vriendin van het vliegveld en jij mag vast bij haar slapen. Loop maar mee”. Ze stelde mij voor aan Claudia en het was geregeld, ik sliep daar.

Welke ervaring mij het meest aangreep begon met het idee om vrijwilligerswerk te gaan doen. Erg nobel van mezelf, maar als ik eerlijk ben, deed ik dit vooral omdat ik dacht dat dit zo hoorde en voor de veiligheid. Want als dat reizen nou ineens niet zo leuk blijkt dan weet ik dat ik een maand bij Nederlands sprekende mensen zit.

Desalniettemin moest ik vanaf het vliegveld zeven uren via onbegaanbare wegen reizen en dan nog drie kilometer lopen om terecht om te komen in de bergen van Bolivia. Maar toch. Het contact met de mensen had ik voor de reis. Ze deden aardig en beloofden dat ik in een prachtig lemen huisje mocht verblijven, in ruil daarvoor moest ik met de locals in de tuinen werken. Prachtige tuinen met biologische bloemen, kruiden, en groenten.

Dit klinkt allemaal goed toch? Het voelde gewoon niet zuiver en goed, maar toch bracht mij iets naar deze bestemming. De locals waren aardig en nederig. Pas toen ik de eigenaren ontmoette werd wat thuis al niet goed voelde werkelijkheid. Ze deden respectloos tegen de locals en hadden geen fijne aura’s (vind ik, maar wie ben ik?).

Alles waar deze mooie plek voor stond droegen zij in ieder geval niet uit. Maar in plaats van weg te gaan dacht ik “ik ga het een week proberen”. Dit kwam denk ik door een combinatie van gevechten met mezelf; “het hoort zo”, “vrijwilligerswerk doen is goed” en die ongezonde druk van “je moet het voor die mensen doen”.

Bizar eigenlijk iets doen wat niet goed voelt voor geen liefdevolle mensen. Dat is wat je strenge-stem of overlever kan doen. Misschien mocht ik wel leren om voor mezelf te mogen kiezen; “ik ga en sta er niet achter hoe jullie met anderen omgaan!”. Al met al gunde ik mijzelf daar een week voor.

Voordat we aankomen bij een zwarte bladzijde met intens verdriet en ook veel kracht, maak ik een kleine tussenstap. Sinds 2012 had ik actief besloten om van mezelf te gaan leren houden en mijn angsten te overwinnen. Sinds die tijd is die liefde enorm gegroeid. Ik was echt gezond verliefd op mezelf, mijn inner-cirkel en het leven.

Dit maakte mijn vertrouwen dan ook groot genoeg om deze reis aan te gaan. Omdat mijn hart zo openstond waren de mensen die ik nog thuis ontmoette mooi en goed voor mij. Er kwamen een aantal personen recht in mijn hart waarvan één in het bijzonder. Ik genoot enorm van die liefde die verbonden was met mijn zelfliefde en de liefde voor het leven.

Op dag vier in Bolivia kreeg ik in de middle of nowhere te horen dat juist die persoon verongelukt was. Dit brak mijn hart en ik was intens verdrietig. Steun van de eigenaren bestond uit; “werken zorgt voor afleiding en ’s avond hebben we ook een klus voor je”.

De locals waren hartverwarmend. Tijdens het verwerken van de groentes zat er ineens een grote gifgroene sprinkhaan op tafel. De locals pakten mijn handen en vouwden de sprinkhaan erin. Ze zeiden “in ons geloof brengt deze geluk en troost, hij is hier voor jou”.

Er verbleef ook een stel op het terrein welke ik trof en zij namen mij liefdevol in hun armen. Ik vertelde in tranen dat ik nooit op tijd terug kon zijn voor het afscheid. Zei zeiden dat zij thuis rouwbegeleiding geven en dan specifiek gericht op afscheidsrituelen. Zij zouden mij begeleiden.

Een nacht amper slapen van verdriet brachten mij tot een wandeling naar El Fuerte waar sporen van de Inca’s te vinden zijn. 14 kilometer een berg op zonder een flesje water, maar het kwam goed. Een verkeerde lift, en goede en weer mooie ervaringen. Maar gezien het aantal woorden kort ik dit even in.

Op die magische berg kreeg ik een inzicht; “vanavond slaap ik niet meer op die onprettige plek. Ik zal met en voor die persoon verder reizen en mij niet door gedachten of angst laten weerhouden”. Zo gezegd zo gedaan. Om de mannelijke eigenaar dit te kunnen zeggen moest ik een berg opklimmen en mocht ik tegen hem spreken waarbij hij op zijn eigengemaakte troon zat… Tja.

Hij probeerde me nog te stoppen en sloot af met “je hebt nergens om naar toe te gaan en het is zo donker”. Ik pakte mijn spullen, nam intens afscheid van de locals en het stel en liep drie kilometer naar een dorpje. Daar ging ik een cafeetje in; “ik heb inderdaad geen idee wat ik nu moet, maar ik ben daar weg. Ik geloof in iets moois, dat weet ik zeker”.

Ik laat wat tranen gaan, adem diep in en uit en sla mijn handen om mijn kop thee. Dan loopt er een mooie blonde vrouw van 65 jaar naar mij toe. Zij vraagt mij; “mag ik je wat zeggen?”, “Natuurlijk”, zeg ik. Zij zegt, “ik zie iemand bij jou, die nog maar net overleden is. Hij wil dat je verder gaat reizen en de wereld gaat zien. Hij wil met jou mee. Ik zie je verdriet.

Ik heb een bed&breakfast en je mag met me mee. Ik heb een fijne boom waar je tegenaan mag zitten en daarna wachten er nog warme thee en een zacht bed op je. Dat is mijn voorstel en ik hoop dat je ja zegt”. Ik ga mee en heb een bijzondere ervaring. Daarna reis ik verder en zie en ervaar zoveel meer.

Hiermee eindigt ook deze column, want meer woorden kan ik Bert niet aan doen. Ik had nog zoveel meer en minder kunnen schrijven, maar voor nu sluit ik af met dat ik het iedereen gun om van zichzelf te mogen houden en handelen vanuit liefde. Geef angsten, spanningen en storende gedachten geen aandacht, besteed die aandacht aan iets fijns.

Gun jezelf de ruimte om te mogen leren, hier heb je je hele leven voor. Dan wel met vallen en opstaan en misschien wel eerst zachter leren vallen. “Leren maakt je leven levend”. Dat lachen en huilen er mogen zijn. Lachen is de taal van je ziel en tranen zijn het water van het leven dat door een open hart omhoog komt. “Namesté en hol van die zulf”.

Wederom veel liefs vanuit Frankrijk aan de waterkant.

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69