De leukste opleiding die ik ooit deed was de Lentis Leefstijl-opleiding. Inmiddels ben ik vier jaar verder. Wat is er blijven hangen van destijds? Niet alles, wel veel. En juist datgene dat werkbaar bleek. Ik ging eerst met mijn eigen leefstijl aan de slag, daarna met die van mijn cliënt. Immers wat goed is voor jezelf, is vaak ook goed voor de ander. Alles wat bijdraagt aan goed leven, dat is leefstijl.
Een aantal items, soort mantra’s zijn het geworden, heb ik me zo eigen gemaakt dat ze mogelijk niet meer opvallen. Tijd om deze middels dit stukje op te poetsen.
De eerste vraag is: Waar ben je tevreden over, wat wil je behouden? Dat zorgt voor een fijnere mindset dan: Wat wil je veranderen? Bovendien geeft het een andere uitkomst. Eerst de kracht, dan de klacht. En flink inzoomen op die kracht.
Plezier voorop. Zonder plezier houdt niemand goede voornemens vol en blijft het worstelen. Kies wat bij je past, wat voor jou werkt. Ik mag graag tennissen, maar hou ook van chips. Kapstok is de 80/20 regel: 80 procent vul je gezond in, die overige laat je lekker vrij. En gebruik geen woorden als: Ik heb gezondigd bij het nemen van taart. Ze vallen onder die 20 procent, dus zorg dat je ervan geniet. Genieten is immers gezond.Kom maar door met die bitterballen!
Kleine stapjes. Deze manier van denken en iets aanpakken, is toepasbaar op vrijwel alles. Het vergroot de kans op positieve ervaringen. Lukt iets niet? Maak het stapje kleiner en leuker. Minder koffie willen drinken? Begin met een iets kleiner kopje, hou dat een tijdje vol. Als ik een indicatie moet schrijven waar ik tegenaan hik: de taak in stukjes hakken, drie keer twintig minuten ermee bezig gaan en voilà: klaar. Je richten op de zaadjes, niet op de oogst, valt hier ook onder. De uitkomst daar hebben we geen directe invloed op, wel op de kleine tussenstapjes die leiden tot iets goeds.
Mildheid. Verandering aanbrengen of een goede gewoonte behouden is lastig, dat geldt voor ons allemaal. En dat is weer geruststellend. Bij stress of ongemak zorgt ons oerbrein dat we teruggrijpen naar oude patronen, naar snelle suikers. Het mooie is: ons brein blijkt trainbaar, we kunnen nieuw gedrag aanleren en dit behouden. Lukt het niet? De volgende dag gewoon opnieuw proberen. En nog zo’n fraaie: beloon jezelf als het wel lukt. Dat hoeft niet groots, maar wel gemeend: jezelf een compliment geven of een mini-wellness-moment.
Onderdeel van de training was aan de slag met gezond koken. Zoals het bereiden van een vegetarische maaltijd of drie kleuren groente gebruiken. We deelden tips uit over gezonde hapjes. Hoe je sluipenderwijs op zaterdagavond snoeptomaatjes op de borrelplank kunt introduceren.
Tijdens de training was ik streng in de leer. Het ontlokte bij de man in huis de terugkerende grappig bedoelde vraag: ‘Hoelang duurt die training Ursula?’ Geen paniek bij mij. Een onderdeel van de training was immers: hoe ga je om met weerstand uit je omgeving. Ik zette derhalve rustig door met de kleine positieve stapjes. Wat je doet is veel belangrijker dan wat je zegt, dat leerde ik ook. Ik had plezier in de opdrachten, de wandelcontacten met de jongeren, het enthousiasme uit de groep.
Groot was echter de verrassing toen de man in huis, tevens verpleegkundige op een jongerenafdeling bij Lentis, vorig jaar thuiskwam met de mededeling dat hij zich opgegeven had voor de Leefstijl-opleiding. Had ik toch een zaadje geplant?
Hij had er zowaar aardigheid in. Maar er was ook verzet constateerde ik. Ik zag hem zuchten boven het werkboek en bladzijdes snel omslaan. Een onderdeel bestempelde hij als ‘zweverig’ en ‘meer iets voor jou Ursula’. Hij vroeg hoe ik de opdracht destijds had gedaan met gefermenteerde voeding. Ik negeerde dit en gaf hem als tip: haal eruit wat voor jou werkt. Dat bleek een schot in de roos. Ik zei dat hij goed bezig was. Groningse mannen doen het goed op complimentjes, maar niet te opzichtig, anders denken ze dat ze voor de gek worden gehouden.
Waar ik mijn plan en pitch aan het einde van de training had gericht op wandelcontacten met de jongeren startte hij een hardloopgroepje door het Noorderplantsoen. Soms met één jongere, een andere keer met vier. In december bleek er budget om na het loopje samen een gezond drankje te doen. Een beloning. Een goed stapje zetten op het ene terrein stimuleert het zetten van een ander stapje. Wekelijks haalt hij ongezouten noten van de markt, gaat hij naar de sportschool nu het voetballen over is en verving hij vleeswaren op brood voor appelstroop.
Het allermooist vind ik wanneer ik op de kalender kijk, daar trouw genoteerd wordt ‘hardloopgroepje’ en hij in de vroege ochtend met een sporttas richting werk gaat.