Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

Romke Visser, NIJ BEGUN

Soms beland je ineens in een gezelschap waarvoor je jezelf niet zo gauw had uitgenodigd. Zo mocht ik laatst aansluiten bij een “expertmeeting” in het kader van het project Nij Begun. Henk Nijboer en de zijnen hebben veel van dit soort bijeenkomsten belegd. Dat kon je aan Henk ook wel zien, want hij zag er erg getekend uit.

Henk neemt zijn taken altijd serieus, weet ik uit ervaring, maar deze opgave gaat hem als oer-Groninger en pure sociaaldemocraat extra aan het hart. En ik was uitgenodigd om mee te denken over de mogelijkheden om “zelfbewustzijn, trots en regionale identiteit” te versterken.

Eerlijk gezegd, vroeg ik me af of dat nu écht zo nodig is, en of het niet een kwestie is van het aanleren van een andere communicatiestijl. Groningers lijden namelijk niet aan wat ik vrij naar Kees van Kooten “Woordzwelg” zou noemen: de voortdurende behoefte om je met veel omhaal van woorden steeds in de kijker te spelen.

In mijn jaren in de Provinciale Staten genoot ik het meest van mijn collega’s, ongeacht hun partijpolitieke achtergrond, als zij zich in het Gronings uitten. Dat gebeurde dan in de Statenvergadering tijdens “Meertmoand dialectmoand”. En wat een verademing, politiek in het Gronings.

Oorspronkelijk, oprecht en overtuigend, zonder al te veel verbale franje rechtuit schaatsend in plaats van al die omtrekkende krullendraaierij met stadhuiswoorden van een cent. Zeggen waar het op staat, direct in de kritiek en de repliek, kort en bondig, zo spreekt de Groninger. Misschien is men wat te karig met woorden van waardering, maar als het “kon minder” wordt uitgesproken, weet je zeker dat je goed zit. En afspraak is afspraak. Wat ben ik dat als import-Groninger gaan waarderen.

Een van mijn ooms was directeur van de DOMO en kwam vaak in aanraking met de leden van de aangesloten coöperaties. Hij kwam dan in de vreemdste uithoeken van Drenthe, Friesland en Groningen, kon dus met enig recht iets zeggen over de mentaliteitsverschillen in het Noorden. Hij kon er met een sigaar in de hand smakelijk over vertellen. Drenten, beerde hij, zaten in de zaal braaf te knikken bij zijn toespraak, maar lieten het achterste van hun tong nooit zien. God hoorde hen brommen. De Friezen en Groningers waren anders, directer en steviger in de omgang.

Friezen, verzuchtte hij, waren net zo confronterend als de Groningers, maar werden tijdens de vergadering steevast sentimenteel en gingen als de voorzittershamer gevallen was, ook bij de borrel stevig met vergaderen door. Mateloos. Groningers hielden hun gevoelens meer voor zich, zeiden wel keihard waar het op stond, maar waren de zaken eenmaal gedaan, dan was het ook klaar. Tijdens de borrel geen gemier.

Hij had als Fries een voorliefde voor de Groninger in dit drieluik, kwam graag in Bedum en Winsum, waar de naam DOMO ook nog even op de lokale melkfabriek geprijkt heeft. Hij constateerde volgens mij terecht dat de veronderstelde animositeit tussen de Groningers en Friezen overdreven was. Die was er een in de categorie van “was sich liebt das neckt sich”.

Als Friestalige Nijmegenaar, sinds 1986 import-Groninger, is het me vaak opgevallen hoe de trots op mijn “memmetaal” vaak omgekeerd evenredig lijkt aan de waardering die Groningers voor hun Nedersaksische taal hebben. Omdat ik met mijn kinderen openlijk Fries sprak in de publieke ruimte, riep ik op straat en in de winkels in Winsum veel reacties op.

Dat begon vaak met wat stekeligheden en plaagstootjes. Maar al te vaak school daar een spijt achter, omdat men zelf als Groningssprekende de kinderen niet met die taal had opgevoed. Men sprak het als ouders wel onderling, met familie en bekenden, maar niet met de kinderen, uit angst dat ze hierdoor op achterstand zouden komen. Onbedoeld draagt men zelf dan aan een gevoel van minderwaardigheid bij.

Meertaligheid is een bewezen pre in de ontwikkeling van kinderen en door zelf voor je moedertaal te gaan staan, naast het ABN, ontwikkel je zelfbewuste mensen die het niet erg vinden dat die moedertaal doorklinkt in het ABN. Dat is het zout in de pap van de taalbrij die steeds meer op een eenheidsworst gaat lijken.

En het Gronings kan dansen en zingen, vergis u niet. Ede Staal heeft bewezen wat het Gronings aan gevoel kan uitdrukken. En een dichter als Hans Elema verdient alleen al vanwege deze strofe een plek in de ereloge der letteren van de Lage Landen:

Dr is gain vree! Mit wenst ien ’t bloud

Strikt vlucht van gaanzn veurbie.

Aiwge drift ien ’t zaik gemoud:

Gain stee van rust veur mie!

Ik pleit daarom voor een “nij begun” voor het Gronings, voor heruitgave van dit soort dichtwerk, Groninger zangbundels, meer (vertaalde) kinderboeken in het Gronings en de opvoeringen van de toneelstukken van, bijvoorbeeld, Benjamin “Poere” Broekema. Waark verdient net zoveel steun als de Friese evenknie Tryater dat in elk dorpshuis Ibsen in het Fries op de planken brengt.

De Verhalen van Groningen moeten blijvend worden doorverteld, ook in het “plat”, want wat zijn de regionale cultuur en geschiedenis rijk en van onschatbare waarde geweest voor menige ontwikkeling buiten onze regio. Zonder Groningen geen Noordelijk humanisme, geen gereformeerden, communisten, sociaaldemocraten en échte liberalen, om het maar even kort te houden. En als geheelonthouder roep ik u op Hooghoudt in ere te houden, als er dan toch gedronken moet worden.

Daarmee ga je echt niet meer voor elkaar krijgen dat het Gronings weer overal op de schoolpleinen klinkt. Maar je houdt een trots erfgoed in ere en daarmee kweek je identiteit én eigenwaarde. Laten we dat “nij begun” niet te zwaar maken. Marlene Bakker of Sanne Meijer is bepaald niet de enige die vol zelfbewustzijn staat te trappelen om het Gronings en de regionale identiteit trots te tonen.

Maar één ding, Grunnegers: houdt op de import te ontmoedigen als ze proberen wat in “joen taol” te zeggen en spreek dan royaal in het “plat” terug. Want alleen dan komt het hart op de tong en maak er dan ook geen moordkuil van.“Gjin gesûs”, zoals wij Friezen zeggen. Nait soezen! En, Henk, deurbroezen!

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69