Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Karel Nanninga is ook mijn volledige naam. Ik ben op 19 september 1961 geboren in de Philadelfia-kliniek in Appingedam. Mijn eerste twintig levensjaren heb ik vervolgens in Loppersum doorgebracht. Ik was kind nummer twee uit een arbeidersgezin met vijf kinderen. Drie zijn in Loppersum blijven hangen, 1 is naar Winschoten verhuisd en ik woon tegenwoordig in Eenrum. Mijn vader was timmerman en mijn moeder regelde het huishouden. Ze heeft ook nog voor de geboorte van het eerste kind een tijdje notarieel werk verricht.
School en stages hebben mij naar Vledder, Zuid-Oost Drenthe, en ’s Hertogenbosch gebracht. Daarna heb ik nog een tijdje in Bierum, Delfzijl en Appingedam (op drie plekken) gewoond. In 1992 ben ik naar Wehe-den Hoorn verhuisd en in 2001 naar Eenrum aan de Molenstraat. In 2004 hebben we dit huis aan De Akkers in Eenrum laten bouwen. Ik woon hier met veel plezier in een rustige buurt.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben inmiddels al weer twintig jaar getrouwd met Karin Bloem. Haar heb ik in Eenrum leren kennen in de feesttent tijdens Spring. Mijn eigen kinderen Wietze en Baukje zijn uit mijn eerste huwelijk afkomstig. Wietze is 30 jaar en is naar Kloosterburen verhuisd. Hij woont in het begeleid wonen zorginstelling Nijeheem. Baukje is 28 en is in Montfoort, nabij Utrecht, terechtgekomen waar ze als verkoopster werkt.
Daarbij ben ik bonusvader van Nick (32), Sarah (30) en Romy (29). En daardoor ook opa van Joep van 2 en Dani van bijna 2. Dat ‘jonge grut’ brengt vreugde en blijdschap in huis.
Wat is uw voormalig beroep?
De lagere school en de MAVO heb ik in Loppersum doorlopen, daarna vervolgde ik mijn weg op de HAVO aan de Fivelcollege in Delfzijl. Ik had eigenlijk geen flauw idee wat te worden maar was wel goed in scheikunde en biologie. Nadat ik niet werd toegelaten tot de opleiding tot fysiotherapeut, ben ik eerst naar de analistenschool in Groningen-Noord gegaan. Een HBO-opleiding waar ik in de herfstvakantie al weer mee ben gestopt. Het analistenwerk was het niet voor mij.
Ik heb toen eerst drie jaar allerlei baantjes gehad. Zo werd ik veldwerker voor de NAM en ging ik bij een bakkersvereniging aan het werk. Mijn mooiste werkperiode toen beleefde ik echter in Appingedam waar ik van maart tot november drie seizoenen lang plantsoenmedewerker was. Met als gevolg dat ik mij op mijn 20e weer inschreef voor een opleiding.
En wel de opleiding voor het aanleggen en onderhouden van tuinen in Frederiksoord. Ik kon in het tweede jaar instappen dankzij mijn HAVO-diploma en voerde in ’s Hertogenbosch voor de provincie nog een mooi stageonderzoek uit in het kader van de vervolgopleiding Groenvoorziening, Landschapsinrichting en Recreatiegeleiding.
Na mijn diplomering keerde ik eerst weer terug naar Appingedam als plantsoenmedewerker maar in 1987 solliciteerde ik succesvol naar de functie opzichter TD bij de Eewaa. Waarbij Eewaa stond voor Eenrum, Ezinge, Winsum, Aduard en Adorp. Daar deed ik zeer diverse werkzaamheden. Ik maakte tekeningen, was er landmeter, opzichter en rioolmedewerker. Dat duurde tot 1990 en toen kwam de herindeling waaruit de gemeente Winsum ontstond.
Ik werd er Medewerker ontwerp en beheer cultuurtechniek en was bijvoorbeeld verantwoordelijk én contactpersoon voor de gemeentelijke groen-, speelplaats- en sportvoorzieningen. Veel overleg dus, ook met sportbesturen. Bij veel voetbalverenigingen waren de velden geprivatiseerd maar de gemeente had qua onderhoud nog wel een vinger in de pap. Ik vond het leuk werk maar voelde mij een beetje ondergewaardeerd. Want ik hield mij bijvoorbeeld ook bezig met het opstellen van beleid maar werd hiervoor niet betaald.
Voor mij een reden om in 2008 de overstap te maken naar de gemeente Zuidhorn waar ik Technisch beleidsmedewerker groen werd. Weer veel plannen en tekeningen opstellen en ontwerpen dus maar ook weer de nodige overleggen. Het werk werd in de loop der jaren steeds abstracter en de uiteindelijke besluitvorming duurde mij veel te lang. Ter voorkoming dat ik af zou branden, gooide ik het roer helemaal om.
Ik ging namelijk weer aan de studie en zegde mijn vaste baan, inclusief alle zekerheden en een goed salaris, op om vervolgens de opleiding tot Persoonlijk begeleider te gaan volgen. Een MBO-studie waarbij ik in het tweede jaar in 2017 aan het werk kwam bij Werk op Maat in Uithuizen. En dat werk beviel zo goed dat ik er nog steeds als werkbegeleider werkzaam ben en wel op de afdeling Klussendienst.
Ik begeleid hierbij veelal jonge mensen die om uiteenlopende redenen vastgelopen zijn in hun leven en bij Werk op Maat kunnen re-integreren. Dat vereist veel geduld inderdaad maar dat heb ik ook. Zo zijn we bijvoorbeeld alle woensdagen op Verhildersum in Leens te vinden. Het werk is veelomvattend, van perkjes en plantsoenen schoffelen tot bankjes verven en wilgen knotten. Daarnaast kunnen particulieren ons inschakelen voor tuinonderhoud wanneer ze dat zelf niet meer kunnen.
Heel leuk werk om te doen, ik ben er dan ook thuisgekomen en dat geeft rust. Dit werk heb ik overigens via mijn netwerk gevonden. Ik sloot mij in Bedum namelijk aan bij een kerstkoortje en leerde daar Irna Schuurman kennen die mij vertelde dat ze bij Werk op Maat nog een vacature hadden. En zo heb ik deze functie nog tijdens mijn opleiding mogen invullen na eerst natuurlijk een sollicitatieprocedure te hebben doorlopen.
In die tijd richtte ik ook mijn eigen bedrijfje op met als naam KanZoGroen. Elke donderdag en één zaterdag per maand trek ik er met een cliënt op pgb-basis op uit. We maken lange wandelingen en leuke uitstapjes met de trein. Maar ik ontwerp en onderhoud vanuit mijn bedrijf ook nog een aantal tuinen. De combinatie persoonlijk begeleider en groenonderhoud werkt voor mij heel goed. Ik ga alle dagen met veel plezier aan het werk en dat is wel eens anders geweest.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Ik moet nog een aantal jaren en dat vind ik helemaal niet erg. Ook na mijn pensionering zie ik mij nog wel doorwandelen op pgb-basis als mijn gezondheid dat toelaat. Maar ook dan zal ik mij niet vervelen. Ik mag bijvoorbeeld graag zingen en heb onlangs nog meegedaan in het Ripperdakoor op Maarhuizen. Dat vond ik geweldig om te doen.
Ik speel trompet en ben lid van muziekvereniging De Bazuin in Winsum. Ik zit in het dweilorkest maar ga ook steeds meer richting het opleidingsorkest. Men wil mij ook wel in het grote orkest hebben maar dat speelt op een hoog (1e divisie) niveau en daar gaat veel tijd in zitten. Wie weet komt het er nog van.
Ik ben jarenlang jeugdleider en trainer geweest bij de vv Eenrum. Begonnen bij de F-jes en meegegroeid met de verschillende teams. Uiteindelijk ben ik ook nog jeugdleider bij het meidenteam geweest. Ik was zeven jaar bestuurslid bij de tennisclub en heb in de Hemelvaartcommissie gezeten die de Hemelvaartmarkt in Eenrum voorbereidde. Nog steeds ben ik een aantal zaterdagen per jaar gastheer bij vv Eenrum.
Ik zie wel wat er op mijn pad komt. Muziek is een grote hobby van mij maar ik zie mij ook nog wel vrijwilliger in de zorg worden of dat ik iets op natuurgebied ga doen. Sowieso treed ik toe tot de onderhoudsploeg van vv Eenrum. Daar hebben ze mij al voor gecharterd.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Dat ik mijn rust gevonden heb in zowel mijn werk als in mijn relatie. En natuurlijk de geboorte van de kinderen en de kleinkinderen.
En de dieptepunten?
Bij mijn broertje ontwikkelde zich op zijn 20e een schizofrenieziektebeeld. Dat was ook voor mij een heftig iets want hij was toch wel een beetje een zielsverwant van mij. Een getalenteerd orgelspeler ook. Hij woont nu in een begeleidwonen-tehuis in Winschoten en het gaat goed met hem. Maar dat hij zijn talenten niet verder heeft kunnen ontwikkelen dat is wel een gemis. Ook mijn scheiding en alles wat hier bij kwam kijken, beschouw ik als een dieptepunt.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Ik heb ooit eens een werkuitje georganiseerd waarbij we cocktails mochten maken én proeven. Tijdens het eten volgden ook nog enige alcoholische versnaperingen en daarna ben ik met wat mannelijke collega’s nog even naar De Drie Gezusters geweest. Met als gevolg dat ik in de bus terug zo nodig moest plassen dat ik maar in Adorp ben uitgestapt. Het was daar zo donker dat ik mijn enkel ook nog eens verzwikte.
Het duurde lang voordat de volgende bus zou komen en dus ben ik eerst maar gaan lopen. Ik moest weer voor een plasbeurt uit de broek en kreeg ergens tussen Adorp en Sauwerd gezelschap van een man die ook moest plassen. Ik ben toen zo brutaal geweest dat ik hem gevraagd heb of hij mij naar huis wilde rijden. Na overleg met zijn vrouw heeft hij dit ook gedaan. Dat gaf mij de kans om eens in een Tesla (mee) te rijden.
En toen ik mij in Winsum nog met het groenbeheer bezighield, was ik een van de initiatiefnemers die in het centrum enige perenbomen liet plaatsen. Dit leverde stoffeerder Hijlkema destijds veel rommel in de winkel op en ook nog eens wespenoverlast. Hij zat samen met mij in de muziekvereniging dus dat heb ik regelmatig van hem aan moeten horen. Toen ik naar Zuidhorn verkaste, kwam er in Winsum al snel een eind aan dit experiment en was Hijlkema van de overlast verlost. Dat kreeg ik natuurlijk ook nog even van hem te horen, haha.
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
We zijn niet van de verre vakanties dus daar staat de bücketlist niet mee vol. Wel zou ik nog eens op keyboardles willen gaan. Ik heb de oude keyboard van mijn moeder geërfd en die staat hier boven op zolder. Of les krijgen op zo’n mooie Hammond-orgel, dat lijkt mij ook nog wel wat.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Zoals eerder aangegeven ben ik blij dat ik zowel in mijn werk als in mijn relatie de rust gevonden heb. Wat dat betreft is het leven een leerproces. Door uitdagingen aan te gaan leer je vanzelf wat het beste bij je past.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Wel een acht hoor!
Wilt u verder nog iets kwijt?
Blijf dicht bij jezelf en ga uit van eigen kracht. En wees niet te snel met het geven van allerlei oordelen. Ik merk op het werk zelf ook dat het beeld wat ik in eerste instantie van iemand had vaak helemaal niet blijkt te kloppen.