Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

Ernst Ottens, Programmadirecteur en expert op het gebied van het sociale domein

Kunt u zich heel kort even voorstellen?

Ernst Ottens is ook mijn volledige naam. Ik ben op 9 december 1960 geboren in Tweede Exloërmond. Gelegen in de Drentse Veenkoloniën maar de inwoners praten er tegenwoordig in de Nedersaksische taal. Mijn ouders hebben vier kinderen gekregen, verspreid over maar liefst negentien jaar. Ik was negen jaar de jongste van het stel maar toen diende nummer vier zich aan. Ik ben de zoon van een kleermaker. Mijn ouders hadden een eigen kledingwinkel, ik noemde deze winkel wel een k(o)lerewinkel. Voordat mijn moeder bijsprong in de winkel, stak ze turf op het veen.

Ik heb tot mijn 18e in Tweede Exloërmond gewoond. Daarna bracht de studie mij naar Groningen. De stad waar ik uiteindelijk tot 2007 gewoond heb na vijf keer verhuisd te zijn. Sinds 2007 wonen we met veel plezier in Sappemeer.

Wat is uw burgerlijke staat?

Ik heb inmiddels al weer 21 jaar vaste verkering met Anneke Scholtens. Ik heb haar leren op het werk, we waren collega’s. Toen we samen gingen wonen, ontstond er een samengesteld gezin met vijf kinderen die nu tussen de 33 en 38 jaar oud zijn. Mijn drie kinderen stammen uit mijn huwelijk die in 2002 eindigde in een scheiding. Zij wonen tegenwoordig in Groningen, Ten Boer, Assen en Sappemeer. Onze negen kleinkinderen zijn tussen de drie en vijftien jaar oud.

Wat is uw voormalig beroep?

Na de lagere school ging ik bijna alle dagen op de fiets naar het ongedeeld VWO in Emmen. Dagelijks fietste ik zo’n veertig kilometer, op mijn conditie viel destijds niets aan te merken. Op mijn 18e haalde ik mijn atheneumdiploma en ik ging in Groningen rechten studeren aan de Rijksuniversiteit. Wat mij betreft een prima keuze want ik leerde er hoofd- van bijzaken onderscheiden en daarbij goed te analyseren. Het was een opleiding waar 4,5 jaar voor stond maar waar ik 6 jaar over gedaan heb omdat ik mijn eerste jaar niet haalde. Daarna ging het wel van een leien dakje.

Ik studeerde in 1985 af om vervolgens eerst een jaar werkloos thuis te moeten zitten. Het was in de tijd dat het qua werkgelegenheid slecht ging in Nederland, veel mensen zaten thuis. Op het arbeidsbureau was een speciale bak voor werkloze academici. Ik geloof dat de stad Groningen in die tijd 150.000 inwoners had waarvan 20.000 in de bijstand zaten.

Van verveling was echter geen sprake. Ik was begin 1985 net vader geworden en deed het nodige vrijwilligerswerk in de Indische Buurt. Ook zat ik in de locale politiek voor de Evangelische Volkspartij en kwam er toen achter dat politiek bedrijven niet voor mij weggelegd was. Uiteindelijk lukte het mij dankzij Start Uitzendbureau bij de gemeente Groningen binnen te komen. Bij de sociale dienst was namelijk een project eenmalige uitkeringen gestart en daarvoor moest ik de binnenkomende aanvragen, zo’n 20.000 op jaarbasis, beoordelen.

In 1987 kwam er nog zo’n eenmalige uitkeringsproject langs waar ik als operationeel projectcoördinator mijn eerste leidinggevende ervaring opdeed. Om vervolgens in 1988 in de projectgroep Uitkeringsbeleid voor het herschrijven van het beleidsinstructieboek te stappen met 1990 bezwaarschriften tot gevolg. In hetzelfde jaar verhuisde ik intern naar de afdeling bezwaarschriften en kwam daardoor steeds dichter bij de baan op het niveau waar ik voor gestudeerd had. Ik werd er klachtenfunctionaris en beoordeelde de binnengekomen klachten van onze klanten versus de behandelaar waarbij ik als een soort van mediator fungeerde wanneer er aanvullend onderzoek vereist was.

Halverwege de jaren negentig werd ik vervolgens projectleider Verhaal en later Belastingvergelijking. Een beste klus waarbij beide afdelingen van de grond af aan moesten worden opgebouwd tot de uiteindelijke afdeling met zo’n twintig medewerkers. Ik werd destijds weleens gekscherend de ‘snelst rijzende ster’ binnen de afdeling sociale zaken genoemd maar stelde later zelf vast dat dit licht ook heel snel doofde toen er een nieuwe directie kwam.

Er kwam namelijk steeds meer onvrede op de afdeling, en later in de hele organisatie bestaande uit 500 medewerkers, en ik ging voor het bedrijfsbureau werken waar ik mij onder andere bezig ging houden met het opstellen van nieuw beleid. Tevens stelde ik mij beschikbaar voor de ondernemingsraad en ik werd verkozen en uiteindelijk tot secretaris benoemd.

Een drukke tijd brak aan, zeker toen de voltallige directie na een overleg op het stadshuis met het bestuur, bonden, directie en ondernemersraad, waar ook de twee betrokken wethouders bij aanwezig waren, kon vertrekken. Het leidde tot lange werkweken waarbij ik de bedrijfsbureauwerkzaamheden, zoals het opstellen van beleid voor de Groninger Kredietbank, combineerde met alles wat op het bordje van de OR terechtkwam. En dat was veel. Maar ik heb er in korte tijd ook heel veel geleerd.

In 2001 werd ik echter door een oud-collega gevraagd of ik voor Deloitte wilde gaan werken en ik stemde daarmee in. Vanuit de overheid stapte ik het bedrijfsleven in met targets halen en leaseauto rijden tot gevolg. Zij detacheerden mij vervolgens voor twintig uur in de week als interim-directeur bij de gemeente Hoogezand-Sappemeer waar ik voor Stichting Baanvak directeur werd van het re-integratiebedrijf.

Ik dacht het na enige turbulente jaren wat rustiger aan te kunnen doen maar toen besloot staatssecretaris Mark Rutte om te gaan bezuinigen op de gesubsidieerde arbeid waardoor er weer veel onrust ontstond en tientallen banen op de tocht kwamen te staan. Tot en met 2008 was ik vervolgens bezig om al die bezuinigingen in goede banen te leiden en nieuwe werkgelegenheid te ontwikkelen.

Toen ik er begon, werkten er zo’n vijftien medewerkers maar dat breidde zich in de jaren erna uit tot zo’n zestig. Ook al omdat het werkgebied steeds groter werd en andere gemeenten mee participeerden in deze nieuwe arbeidsstructuren. Parallel hieraan was daar de uitdaging om zelf een eigen bedrijf op te starten. Dit vond in 2007 plaats.

Ik kreeg direct een mooie klus bij de gemeente Groningen en vervolgens huurde het bestuur van Baanvak mij voor de overige uren in. Daarna had ik mooie opdrachten voor het Werkplein Veendam, ik werd interim-directeur bij de Volkskredietbank in Appingedam en deed opdrachten voor een bedrijf in Utrecht waar ik onder andere cursussen gaf. Door al deze verschillende banen en opdrachtgevers heb ik alle beleidsaspecten en facetten van welzijn en sociale zaken wel meegepikt. Zeer veel variatie inderdaad.

Ik had inmiddels de hele provincie voor mijn werk wel gezien met uitzondering van het Hogeland. Dat veranderde in 2011 toen de gemeente Winsum mij inhuurde voor een klus die aanvankelijk een half jaar zou duren. Maar ik werk er nog steeds maar nu in vaste dienst met als kanttekening dat het inmiddels om de gemeente Het Hogeland gaat. Er lag zo’n mooie en langdurige uitdaging in het verschiet dat ik de werkzaamheden voor mijn eigen bedrijf opgezegd heb.

Winsum werkte al samen met de gemeente De Marne en daarna werd de gemeente Bedum erbij betrokken. Ook legde ik op sociaal gebied lijntjes naar de gemeente Eemsmond. Winsum had het Werkplein om mensen aan een baan te helpen en in Uithuizen zit Ability waar ik van 2019 tot 2022 directeur was. En zo was ik de afgelopen jaren nauw betrokken bij vijf reorganisaties tussen vier voormalige gemeenten en het Werkplein Ability. Nog steeds is de gemeente Hogeland mijn werkgever maar ik ben gedetacheerd bij de provincie Groningen waar ik sinds juli 2022 Programmadirecteur Arbeidsregio en Vakland Het Hogeland ben.

Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?

Deze nieuwe functie, die nog helemaal uitgerold moet worden, gaf mij de kans om deel te nemen aan het generatiepact waardoor ik nu vier dagen per week werk. Daardoor kan ik mij op mijn vrije woensdag op het gezin en het vrijwilligerswerk richten. Zo ben ik inmiddels tien jaar secretaris van de Stichting Urgente Noden in Groningen en Drenthe. Dezelfde rol als secretaris vervul ik voor de Gebiedscoöperatie Het Hogeland met als doelstelling om dit gebied nog verder te ontwikkelen.

En ik zit in het bestuur van Stichting Kunstcentrum De Ploeg in Wehe-den Hoorn. Vanuit mijn liefde voor de muziek en vanuit Vakland ben ik betrokken geraakt bij de voorstelling Ripperda die in augustus op de Enne Jans Heerd in Maarhuizen gespeeld wordt en waar ik met de fanfare waar ik lid van ben aan mee mag doen. Met trots kan ik melden dat we vijfhonderd kaarten hebben weten te bemachtigen voor die mensen die wel heen willen maar hiervoor niet de financiële middelen hebben. Deze 500 kaarten zijn via het Hazewinkelfonds beschikbaar gesteld.

Ook in mijn vrije tijd zit ik niet stil inderdaad. En dat wil ik zolang mijn gezondheid en die van mijn naasten het toelaat, graag zo houden. Mijn vader bijvoorbeeld was 74 jaar toen hij uiteindelijk stopte met werken.

Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?

Dat ik Anneke heb leren kennen, de geboorte van mijn kinderen en kleinkinderen en de kansen die ik gekregen heb in mijn leven. Als je mij vraagt van wie ik het meest geleerd heb in al die jaren dan ga ik voor mijn ouders en mijn vader in het bijzonder. Zeker hij heeft mij geleerd om optimistisch en hoopvol in het leven te staan.

Ook de liefde voor de muziek – ik ben al meer dan 50 jaar muzikant en dat deel ik met Anneke en de kinderen, zowel actief als passief – mag bij deze vraag niet ontbreken. Hetzelfde geldt voor het programma Vakland, dat we dat op Het Hogeland in samenwerking met alle betrokkenen voor elkaar hebben gekregen.

En de dieptepunten?

Dan ga ik voor mijn scheiding. En op werkgebied de tijd voordat ik bij de sociale dienst van de gemeente Groningen in de ondernemersraad zat. Toen ik eenmal in de OR zat, had ik het idee en het gevoel dat er wat veranderd kon worden. Een periode waarin allerlei (politieke) machtsspelletjes gespeeld werden die het slechtste in de mens bovenhaalde. Maar het was wel een periode waarin ik enorm veel geleerd heb. 

Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?

Een bezoek brengen aan het prachtige IJsland. Ook Ierland staat nog op mijn bücketlijst en ik verheug me op onze vakantie in Noorwegen deze zomer.

Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?

Ik heb mijn scheiding als een van mijn dieptepunten in het leven genoemd. Maar ik heb geen spijt van mijn huwelijk en geniet nu van mijn eigen kinderen en hoe ze in het leven staan. Het leven gaat gepaard met ups en downs. Je ontwikkelt je je hele leven lang en dat vind ik een van de primaire levensbehoeftes.

Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?

Een tien is het nooit en het wisselt af en toe maar als mijn omgeving en ikzelf gezond blijven dan zou ik zeggen, noteer maar een 8,5. Ik ben een bevoorrecht mens.

Wilt u verder nog iets kwijt?

We moeten blijven streven naar noaberschap, naastenliefde en solidariteit met liefde en aandacht als belangrijkste instrumenten!

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69