Viraal gaan. “De term ‘viraal gaan’ slaat op het moment dat een stukje inhoud, vaak een afbeelding of video, zich als een inktvlek over het internet verspreidt. Om viraal te gaan, moet iets een hoge deelbaarheid hebben. Met andere woorden, het moet iets zijn dat je graag met anderen deelt via digitale media.”
De afgelopen weken was ik de gelukkige(?!) die daaraan mocht meewerken. Bertil Sietsema van het gelijknamig aannemersbedrijf in Uithuizen stuurde mij op een zondagavond een appje met daarin een wervende tekst voor een nieuwe medewerker. Het is dat ik zelf twee linker handen heb, want de opties die hij noemde spraken me wel aan.
Zijn vraag was, kun je er wat mee? Ik heb de afgelopen jaren vaker ludieke advertenties voor hem gemaakt en ook in deze tekst zag ik wel mogelijkheden. De volgende dag aan de slag gegaan, tekst wat aangepast, het geheel vormgegeven en in de dagen erna enkele ontwerpen/voorbeeldjes heen en weer gestuurd. Net voor de deadline kon ik de definitieve advertentie naar de Ommelander Courant mailen.
En toen ging het los. Een paar uur nadat het donderdags in de krant stond, had een vriend van Bertil de advertentie gedeeld op LinkedIn. Vol trots wees Bertil mij op het feit dat het veel bekeken en gedeeld werd en dat veel op werd gereageerd.
De volgende dag belde een medewerker van Bertil me. Hij moest even weten of de advertentie deze keer alleen in de Ommelander had gestaan of ook nog in andere regionale kranten. Hij was namelijk gebeld door een verslaggever van het Dagblad van het Noorden die hadden gezien hoe de advertentie “als een malle” rondging op de socialmedia-kanalen.
Vrijdagavond verscheen er al een artikel op de site van het Dagblad en in de dagen daarna volgden RTV Noord (Bertil kwam nog live in de uitzending), de sites van Geen Stijl, Linda en De Ondernemer.
Ondertussen werd de lijst van reacties onder het gedeelde bericht op LinkedIn langer en langer. Tal van experts, HR managers, reclamebureaus, stratenmakers, chauffeurs en andere zelfbenoemde mediagoeroes buitelden over elkaar heen en moesten er hun plasje over plegen.
Zo nu en dan behoorlijke ‘woke’ reacties of je nog wel van timmerman en timmervrouw kon spreken. Maar Bertil antwoordde dan op zijn eigen, geheel bij de stijl van de advertentie passende manier en zo bleven de reacties luchtig en hilarisch.
Persoonlijk vond ik de reactie van een meneer wel leuk die zich afvroeg waarom deze advertentie nou zo bijzonder was. Volgens deze expert kwam het niet door de tekst, de vormgeving of het logo van het bedrijf. Misschien moest Bertil voor een volgende advertentie dan maar een vormgever/ontwerper in de arm nemen om tot een betere advertentie te komen (au!)?
Het maakt me dan nieuwsgierig wat zijn bedrijf er van gemaakt zou hebben. Dat het qua vormgeving niet de meest spraakmakende advertentie is kan ik beamen, maar je moet roeien met de riemen (grootte van advertentie en hoeveelheid tekst) die je hebt. Of moet Bertil het logo, waarmee hij zelf content is, veranderen en dat dan op al zijn busjes, briefpapier, website etc. aanpassen?
Mijn punt is, waar gaat het allemaal over? Afgelopen zondag bleek de advertentie wederom op LinkedIn gedeeld. Werd ruim 1,4 miljoen keer bekeken, kreeg ruim 16.000 likes en ruim 500 commentaren die varieerden van “waardering van zo’n positieve benadering die je tegenwoordig bijna nergens treft” tot “wacht maar af tot je daar werkt en het allemaal niet zo rooskleurig is als het er staat”. Wantrouwend en oordelend door mensen die het bedrijf noch Bertil kennen. Jammer, want zoals het in de advertentie is beschreven, zo staat hij er echt in.
Uiteindelijk gaat het er toch om hoeveel timmermannen/timmervrouwen er reageren? Frappant genoeg is dat zeer gering. Ligt het nou aan de advertentie, of aan de krapte op de arbeidsmarkt? Maar als dat één goed timmermens oplevert dan is dat toch genoeg? Wie het weet mag het zeggen.
Maar Shakespeare zei/schreef het al: “Much ado about nothing”.