Silvio Belga en Wilhelm Dijk van Dijk & Belga Bedum komen regelmatig bij klanten die ze op prachtige verhalen trakteren. ‘Daar moeten we wat mee doen’, zeiden ze tegen elkaar in de auto na weer bijzondere anekdotes aangehoord te hebben. De reeks ‘Klant in Beeld’ werd geboren. Dit keer geen persoon die al jarenlang klant is. Want Ineke Derks mag dan wel afscheid nemen als juf voor de klas, als klant van Dijk & Belga is ze een groentje. Wel een tevreden groentje overigens, vol met bijzondere kindverhalen….
Vaak verhuisd
Ineke Derks werd 65 jaar geleden geboren in Amsterdam. En wat heeft ze door de ‘carrièredrift’ van haar vader, die voor tal van gemeentes gewerkt heeft, in haar jonge jaren toch een omzwervingen gemaakt. Maar door het werk van haar toenmalige man, die bij de KPN werkte, kwam ze in 1987 thuis in Bedum. Eerst aan de Kastanje en sinds 1998 woont ze met veel plezier aan de Bosuil.
Ineke: ‘Mijn oudste zoon is nog in Gorinchem geboren, de jongste kinderen in Bedum. Rob (36) woont in Voorburg en Joep (31) in Den Haag. Voor hun banen, bij de Gasunie en het Ministerie van Onderwijs, zijn ze naar het westen verhuisd. Mijn dochter Eline (34) maakt het nog bonter. Zij woont in Trier in Zuid-Duitsland want haar man is piloot voor een vliegtuigmaatschappij in Luxemburg. In Trier woont ook mijn allergrootste liefde, mijn kleinzoon Teun (4). Ik vind dat ik het getroffen heb met mijn kinderen maar ook met mijn schoonkinderen!’
Verpleegster worden, of toch het onderwijs in?
‘Na de lagere school, ging ik naar de MAVO. Ik twijfelde tussen een loopbaan als verpleegster of het onderwijs in. Het werd het laatste en dagelijks reisde ik drie jaar lang van mijn woonplaats Gorkum naar Dordrecht waar de KLOS-opleiding zat. Oftewel de KleuterLeidster Opleiding School. Tegenwoordig zou deze opleiding onder de PABO vallen maar ik leerde er drie jaar lang van alles over kleuters. Een fijne opleiding, echt mijn ding.’
Ineke was negentien jaar toen ze aan het werk ging. Ze stond voor de klas in Kedichem, een plaatsje vlakbij Leerdam. Daarna volgde een school in Giessenburg en vervolgens werd ze hoofdleidster in Arkel. Om vervolgens in Bedum aan de Togtemaarschool te gaan werken. Over haar jufjaren in het westen, heeft ze nog wel een bijzondere anekdote. ‘Mijn baan in Giessenburg ging letterlijk en figuurlijk in rook op toen twee jongetjes van vijf jaar de school in brand staken. Ze hadden een pakje lucifers gevonden en die combinatie met wat oude kranten maakte dat er daarna in dit dorpje geen school meer was.’
In Bedum stond ze vervolgens dik twintig jaar voor de klas. Eerst als invalster in groep 1 t/m 8. Later als vaste kracht was ze actief in de onderbouw en dan vooral in groep 1 en 2. Ze zag honderden leerlingen langskomen en beleefde er een fantastische tijd. ‘Helaas viel mijn afscheid in 2018 wel in het water. Ik had namelijk net een operatie aan mijn knie moeten ondergaan en dat was nog behoorlijk pijnlijk. Maar deze maand gaan we in de herkansing hoor maar nu kunnen mijn kinderen er om uiteenlopende redenen niet bij zijn.’
Kindcentrum De Rietpluim in Delfzijl
Dik 35 jaar stond ze voor de klas om les te geven aan vooral Nederlandse kinderen. Maar zo rond haar zestigste begon het toch te kriebelen. Zou ze nog één keer een andere richting op willen slaan? Haar oud-collega Anneke van der Laan uit Loppersum had eerder al de overstap gemaakt naar het Kindcentrum De Rietpluim in Delfzijl om daar les te gaan geven aan kinderen uit asielzoekerscentra. Toen Anneke haar tipte dat er een vacature vrijkwam, hakte ze de knoop door en na een prettig sollicitatiegesprek maakte ze de overstap. ‘En daar heb ik geen seconde spijt van gehad. Ik werd direct opgenomen in een groot en leuk team.’
De kinderen die ze les geeft komen letterlijk en figuurlijk van heinde en ver. Veelal uit Syrië en Afghanistan maar ook uit bijvoorbeeld Sierra Leone, Curaçao, Columbia, El Salvador en Venezuela. ‘Het zijn allemaal kinderen in de leeftijd van vier tot twaalf jaar oud waarbij Anneke en ik ons vooral op de leeftijdscategorie vier tot acht jaar richten. Sommige kinderen komen blanco op school, oftewel, ze hebben nog nooit onderwijs gehad. Daarbij beheersen ze onze taal niet. Dat is dan ook onze belangrijkste prioriteit, dat ze zo snel mogelijk de Nederlandse taal onder de knie krijgen. Daarna komt de rest wel.’
Om dit de kinderen bij te brengen, gebruikt ze de nodige foefjes. Ze werkt veel met grote platen om dingen aan te wijzen. Daarbij is het een kwestie van duidelijk praten inclusief de nodige gebaren waarbij de gezichtsmimiek heel belangrijk is. En veel zingen natuurlijk, de hele dag door. Binnen een maand zijn zo de eerste woordjes aangeleerd. En ze leert haar kinderen van links naar rechts schrijven want de meesten schrijven juist andersom en beginnen aan de rechterkant.
Bijzondere verhalen
Ze maakt het nodige mee in de klas. Werken met getraumatiseerde kinderen bijvoorbeeld. Zo had ze een jongetje, Jamen genaamd, uit Syrië die zich soms heel moe tegen haar aan drukte en dan in slaap viel. Hij was met zijn ouders op een bootje gevlucht naar Italië en toen het bootje omsloeg heeft hij mensen zien verdrinken. Met als gevolg allerlei nachtmerries. Toen hij zich net een beetje veilig begon te voelen, moest het gezin verhuizen naar Limburg.
Daar begon het wennen weer opnieuw. ‘Ik noem dat steeds verplaatsen van gezinnen het ontmoedigingsbeleid van de regering. Een vreemde maatregel met grote gevolgen voor de kinderen. Trauma’s worden juist erger op die manier. Vanuit Limburg kwam een telefoontje of Jamen bij ons ook altijd zo verdrietig was. Dat was hij zeker, maar hij begon zich steeds beter op zijn gemak te voelen en dat vinden wij heel belangrijk. Pas dan is de tijd rijp voor de volgende stap.’
‘We hebben vaak twee gezamenlijke eetmomenten op school. En als je ziet en ruikt wat er uit de broodtrommeltjes komt….. Want koude, droge patat op brood dat is niet echt mijn ding. Ook was er een jongetje die altijd een grote bak met rijst meenam, hij at alles keurig op en gebruikte hiervoor geen bestek maar zijn handen. Dan zijn er nog kinderen die weinig tot niets meekrijgen van huis. Daarom neem ik zelf altijd genoeg te eten mee en we hebben daar ook altijd brood in het vriesvakje liggen.’
‘Ook de kleding is wel een dingetje. In de zomer een winterjas dragen bijvoorbeeld of wanneer het buiten koud is met een t-shirt aan komen zetten. Of schoenen dragen waarbij het voorste stuk afgesneden is omdat ze anders niet meer passen. Want reken maar dat er bij die gezinnen sprake is van armoede. We hebben hier gelukkig veel kleding liggen dat ze gratis mee mogen nemen maar sommige ouders hebben moeite om dit soort liefdadigheid te accepteren.’
‘De kinderen waar ik les aan geef, hebben liefde nodig, veel liefde. En die probeer ik ze te geven. Liefde en warmte door een arm om hem of haar heen te slaan. Vaak ontdooien ze hierdoor langzaam maar zeker. Ik zal dit soort momenten zeker gaan missen wanneer ik volgende maand met pensioen ga. Maar dit pensioen biedt ook meer tijd voor mijn gezin en om mijn moeder van negentig vaker te bezoeken. En ik ga als vrijwilliger aan de slag bij Humanitas waar ik volwassenen de Nederlandse taal ga leren.’
Dijk & Belga
Door een scheiding kwam Ineke haar leven op de kop te staan. Veel financiële zaken moesten opnieuw geregeld worden. Gelukkig was er een straatgenoot die haar tipte om hiervoor Dijk & Belga in te schakelen.
‘Wilhelm kende ik wel want zijn dochter Kirsten heeft nog bij mij in de klas gezeten. Hij heeft er voor gezorgd dat mijn verzekeringen weer tip top in orde zijn en alles bij één verzekeringsmaatschappij ondergebracht. Zijn collega Richard Ahlers heeft mij geholpen met mijn hypotheekoversluiting en diverse pensioenvraagstukken. Alles keurig geregeld, echt geweldig. Je kunt zo bij ze binnenlopen en ze helpen je vriendelijk en accuraat. Super geregeld allemaal. En daar is niets aan gelogen want ik lieg nooit!’