Adriaan, kun je jezelf in het kort even voorstellen?
Adriaan Helmantel is de naam, 41 jaar, getrouwd met Nienke en trotse vader van Ede (8) en Meindert (5). Opgegroeid in Westeremden als kind nummer drie van Henk en Babs Helmantel. Mijn oudste broer Arjan woont in Zweden, Jasper in Nijeberkoop en mijn jongere zusje Alida woont niet ver bij mij vandaan in Een.
Zelf woon ik in Bovensmilde, aan de mooie en rustige kant van het dorp. Van jongs af aan heeft de sport een belangrijke rol in mijn leven gespeeld maar daarover later meer. Ik kijk terug op een mooie jeugd in Westeremden en probeer, ook voor mijn werk, één keer per week deze kant op te komen.
In je jonge jaren enig besef hoe groot je vader was (of zou worden) in de kunstwereld?
Ik ben wel opgegroeid in de wetenschap dat ik de zoon ben van een kunstschilder. De exposities in De Weem begonnen in 1985, toen was ik vier jaar oud. En er at regelmatig iemand mee aan tafel die belangstelling toonde in het werk van mijn vader. Daarbij gingen we tijdens vakanties vaak naar allerlei verschillende musea. Dus qua kunst was ik wel beter onderlegd dan de meeste van mijn leeftijdsgenoten. En ja, ik heb mijn vaders werk altijd mooi gevonden om naar te kijken. Wat dat betreft ben ik een echte liefhebber van zijn schilderskunst.
Zelf stortte je je eerst, en niet onverdienstelijk, op de sport?
Ik was zeven jaar toen ik als voetballer bij De Fivel begon en keek er al lange tijd reikhalzend naar uit. Daar heb ik tot mijn 15e gevoetbald. De voorzitter heeft nog geprobeerd om mij over te halen want ik zou zo door kunnen stromen naar het eerste. Maar ook toen al trok het wielerwereldje. Ik reed regelmatig, net als mijn neef Jilles, hard op de fiets en was daarin behoorlijk fanatiek. Misschien maakte dat de overstap al wel wat makkelijker. In de wielersport ben je zelf verantwoordelijk voor je prestaties en minder afhankelijk van teamgenoten die wat minder gedreven zijn.
Ik werd lid van de Noordelijke Wieler Vereniging Groningen en dat was het begin van een mooie tijd als wielrenner. Ik was net niet goed genoeg voor het echte profpeloton maar werd wel een verdienstelijke semiprof. Dat bracht mij naar vele Europese landen om te koersen maar bijvoorbeeld ook naar China. De winst van de Zesdaagse Noordenveld-Westerkwartier was misschien wel mijn grootste succes als wielrenner. Daarnaast heb ik diverse criteriums gewonnen en ik werd zevende in de Ronde van Drenthe.
Vroeger was ik ook vaak aan het schaatsen en aan het hardlopen. Nog steeds probeer ik twee keer per week op de racefiets of mountainbike te stappen. Maar als dat door de drukke combinatie werk-gezin-coaching een keer niet lukt dan is dat ook geen ramp.
Daarna kwam je in het wielerpeloton terecht, onder ander bij de zeer succesvolle Sunweb-wielerformatie?
Qua studies ging ik eerst naar de ALO. Deze HBO-opleiding heb ik in vier jaar afgerond om vervolgens aan de Rijksuniversiteit Groningen bewegingswetenschappen te gaan studeren. Ik startte daarna een eigen bedrijfje waarin ik voor allerlei verschillende sporters trainingsschema’s opstelde en kwam tot de conclusie dat ik een betere trainer/coach was dan wielrenner.
Ik heb vervolgens eerst twee a drie jaar voor de Koninklijke Nederlandse Wieler Unie gewerkt en ben vervolgens in 2012 trainer en ploegleider geworden van Argos, het latere Sunwebteam dat tegenwoordig DSM heet. In die rol werkte ik nauw samen met grote renners als de sprinter Marcel Kittel, Tom Dumoulin en Wilco Kelderman om maar wat bekende namen te noemen.
Ik ben mee geweest naar zowel de Tour de France als de Giro en de Vuelta. Ook bij diverse WK’s heb ik de coachrol vervuld. Mijn grootste persoonlijke succes als coach was tijden de WK-ploegentijdrit in Noorwegen waar ik aan het roer stond en het Sunwebteam bestaande uit onder andere Dumoulin, Kelderman, Oomen en Matthews goud won. Dat was in 2017. Ik kijk terug op een prachtige wielertijd in het profpeloton.
Inmiddels ben je bondscoach bij de wielerbond?
Daarna vond ik in de coachrol bij de KNWU een nieuwe uitdaging. Zeker in de wetenschap dat ik toe mocht werken naar de Olympische Spelen in Tokyo. Het absolute hoogtepunt daar was de bronzen medaille voor Kirsten Wild bij het baanwielrennen. Daarnaast was ik coach van het beloftenteam op de weg.
Tegenwoordig heb ik een stapje teruggedaan uit de veeleisende topsport met alle druk van dien maar ook als bondscoach van de junioren doe ik aan talentontwikkeling en het overdragen van alle kennis en ervaring die ik in al die jaren opgedaan heb. Dat geeft ook veel voldoening. Ik kan jonge wielrenners het nodige bijbrengen en doe dat met veel plezier. Maar ik sluit een terugkeer in de topsport niet uit. Momenteel ben ik vier dagen in de week voor de KNWU bezig en dat zorgt voor een goede balans.
Lang nagedacht over de beslissing om voor één dag in de week directeur van Museum Helmantel te worden?
Zoals eerder aangegeven is bezig zijn met topsport druk en veeleisend. Ik zit nu dus sinds januari bij de junioren en de beloftes en dat is toch iets rustiger. Ik ben over mijn toekomst na gaan denken met daarbij de wetenschap dat mijn ouders een dagje ouder worden en wel wat hulp kunnen gebruiken.
Toen ik opperde om in eerste instantie voor één dag in de week bij te springen waren pa en moe aangenaam verrast. Ook mijn broers en zusje reageerden enthousiast. Ik ben vervolgens in gesprek gegaan met de KNWU hoe zij deze combinatie zagen en of ik vier dagen kon werken per week in plaats van vijf. Daar was wel een mouw aan te passen. De ene week besteed ik meer tijd aan het coachwerk om dat daarna weer bij het Museum te compenseren. Zo heb ik net een week in Zwitserland gezeten maar ook daar kun je ’s avonds mails versturen natuurlijk.
Hoe bevalt dat in de eerste maanden?
Het gaat prima en levert van beide kanten energie op. De werkzaamheden vloeien mooi in elkaar over en ik krijg van mijn ouders de vrijheid om die dingen te doen die ik graag doe en om her en der wat veranderingen in de bedrijfsvoering door te voeren. Ik ben dan wel geen kunstenaar maar wel heel creatief en kan in dit werk heel goed mijn ei kwijt.
Sowieso probeer ik hier één dag per week te zijn. Aan het eind van het jaar zullen we een en ander evalueren en dan kunnen er knopen doorgehakt worden. Het kan zijn dat het toch niets voor mij is en dan stop ik gewoon. Maar het kan ook zijn dat ik meer uren voor Museum Helmantel ga maken.
Wat zijn zoal je werkzaamheden?
Het werk bestaat uit drie pijlers. Allereerst haal ik wat praktische zaken bij mijn moeder vandaan. Denk dan bijvoorbeeld aan de mailafhandeling maar ook aan het opstellen van een persbericht. Ten tweede ben ik druk bezig om meer publiciteit te genereren. Dit doe ik onder andere door gebruik te maken van de sociale media in de vorm van Facebook, Twitter en Instagram. Daarbij heb ik een folder ontwikkeld over de tentoonstelling die hier van april tot en met oktober loopt.
En de derde pijler is dat ik meedenk over de toekomst van het museum. Hoe kan het museum en het werk van mijn vader levensvatbaar zijn wanneer ze hier niet meer wonen of ‘oet tied komm’n’. We zijn bezig met een officiële museumregistratie maar richten ons ook op meer of een ander type bezoeker. Zo organiseren we dit seizoen vijftien keer een rondleiding door het hele gebouw, dus ook door het woongedeelte. Per keer kunnen zo’n vijftien tot twintig personen mee. Dat slaat aan want ze zijn inmiddels bijna allemaal volgeboekt.
En ik probeer het wat breder te maken door het dorp en de mooie omgeving erbij te betrekken. Het moet een soort van totaalbeleving worden waarbij bijvoorbeeld ook de kerk hiernaast betrokken wordt.
Zelf een groot fan van je vaders werk?
Mijn vader maakt prachtige schilderwerken maar eigenlijk ga ik voor het totaalplaatje. Deze plek met zijn lange geschiedenis. Het mooie dorpje Westeremden, wat gelegen is in het prachtige Groninger Hogelandgebied. Mensen uit heel Nederland komen hierheen en zijn stuk voor stuk bijzonder enthousiast. ‘Wat is het hier mooi en wat een rust ook. Alles lijkt hier wel in harmonie te zijn.’ Dat soort reacties hoor ik graag en daar krijg ik zelf ook weer energie van.
Wat zijn de hoogte- en dieptepunten uit je werkzame (wieler)leven tot dusver?
Ik heb zoveel mooie dingen mee mogen maken. Dumoulin die de Giro wint, Kittel die op de eerste dag van de Tour na een gewonnen sprint de gele trui pakt en de wereldtitel in de ploegentijdrit in Noorwegen waar ik al eerder aan gerefereerd heb. En daar hoort natuurlijk de bronzen medaille van Kirsten Wild vorig jaar in Tokyo ook bij.
Dieptepunten vind ik lastiger om te benoemen. Valpartijen op beslissende momenten in de koers bijvoorbeeld maar dat heeft bij mij niet tot langdurige blessures geleid. Een gebroken elleboog en wat gescheurde banden in mijn schouder, dat was het wel.
Heb je toevallig nog bijzondere wieler- of kunstanekdotes?
Niet alle facetten van de wielersport zijn altijd even leuk. Het wereldje kan ook zwaar en hard zijn. Maar ik voel mij bevoorrecht dat ik overal op de wereld ben geweest als sporter maar ook als coach. Ik heb zoveel mooie plekken en landen mogen zien. Alleen Zuid-Amerika en de Noord- en Zuidpool heb ik nog niet aangedaan.
Waar mogen ze je ’s nachts voor wakker maken?
Ik ben een echte liefhebber van het rijden op natuurijs. Dat is misschien nog wel mooier dan fietsen, ook al omdat de strenge winters steeds schaarser worden. In 1997 heb ik meegedaan aan de Noorderrondritten, toen schaatste ik 85 kilometer. Die van 150 kilometer heb ik dus nog nooit geschaatst. Wel heb ik in 2012 de officieuze Elfstedentocht gereden. Ik ben inmiddels lid van de Friese Elfsteden. Wat zou het mooi zijn wanneer ik deze tocht nog een keer mag rijden.
Waar staat Adriaan Helmantel over 10 jaar?
Het kan alle kanten op. Ofwel meer in de sport of toch meer de kunstrichting in. Of nog iets totaal anders gaan doen. Het komt zoals het komt. Een levensles van mijn ouders heb ik in mijn oren geknoopt en dat is ‘probeer dat te doen waar je enthousiast van wordt!’ Dat heb ik van huis uit meegekregen en dat is ook aardig gelukt.
Wil je verder nog iets kwijt?
Neem gerust de linkjes naar de website (www.helmantel.nl) en Facebook op (https://www.facebook.com/museumhelmantel). Ik hoop dat veel nieuwe mensen ontdekken hoe mooi het hier wel niet is. En dat lijkt te lukken want je kunt nu zelf zien hoe druk het is vanmiddag. Na een aarzelend begin in april, trekken we nu regelmatig middagen waar honderd bezoekers op af komen. Wat dat betreft zitten we bijna, in tegenstelling tot ander musea, weer op het niveau van voor corona. En na het museumbezoek snel door naar Zus Enzo natuurlijk, de kunst- en cadeauwinkel van mijn nicht Ageeth.
En misschien is het ook nog leuk om te benoemen dat op vrijdagavond 1 juli een tweegesprek plaatsvindt tussen mijn vader en mij waarin we beiden ingaan op allerlei facetten van ons vak. Ook weer een manier om ‘nieuwe’ mensen naar Museum Helmantel te trekken inderdaad….