Dit verhaal lag niet in de planning. Eigenlijk wilde ik mij er deze week qua eigen verhalen makkelijk afmaken. Morgen een nieuwe adverteerder lanceren en woensdag veel Sunsation-nieuws. Maar vannacht ging ik maar zo dertig jaar terug in de tijd. Oftewel, ik was weer bij Vast Banket in de bakkerij aan het werk. Het is lang geleden dat dit mij in de nacht van zondag of maandag overkomt. Zo vanzelfsprekend is het dus niet meer dat ik over mijn vroegere werkgever droom. En er was nog iets vreemds aan de hand. Normaal zou ik bij de eierkoeken- en kokoslijn aan het werk zijn, nu stond ik maar zo aan de korstlijn te speren.
En dat kon maar één ding betekenen, collega Pieterman genoot van zijn welverdiende vakantie. Wat inhield dat ik drie weken lang om 09.00 uur moest beginnen en wel onder leiding van Kees of Piet in plaats van onder de vleugels van Jan. Negen uur beginnen had als voordeel dat je in de schoolzomervakantie kon uitslapen tot 07.55 uur. Tegen half negen fietste ik dan naar de fabriek om mij daar in de kleedruimte in een witte overall te hijsen. Na een snelle bak koffie klokte ik dan om 08.57 uur in. Dat ging toen nog ouderwets met zo’n prikklok waarvan je de hendel over moest halen om te klokken.
In de zomervakanties was ik dus productiemedewerker bakkerij bij Vast Banket. Wat betekende dat ik zo’n vijf a zes weken veertig uur per week maakte om mijn buitenlandse vakantietrip te financieren. Ergens was dat ook altijd topsport, als ik er zo op terugkijk. Is het tegenwoordig een uitdaging om dagelijks gemiddeld 10.000 stappen te maken, die had je toen zo te pakken. Ook langs de korstlijn.
Want als productiemedewerker aan deze lijn was je medeverantwoordelijk voor de gedegen kwaliteit van 15.000 broodjes of 9.360 flappen per uur. De af te leggen afstand van waar de deegbewerking over ging naar het spuitgedeelte om vervolgens in de oven te verdwijnen bedroeg ongeveer zo’n vijftig meter. Maar met die route was je ook bijna acht uur per dag mee bezig. Dat kon toen nog makkelijk want ik was destijds zo’n twintig kilogram lichter dan in het heden.
Waar ik mij zoal mee bezighield? Dat zou ik u trachten te schetsen. Allereerst moesten alle producten van struif (eigeel) en suiker worden gezien. Aan mij de taak om te zorgen dat er telkens voldoende voorraad was. Vervuild suiker moest gezeefd worden of ik gebruikte een nieuwe zak van 25 kg. Veel wegen natuurlijk want je wilde niet te veel vulling weggeven. Echter, wanneer de koekjes te licht waren, was het natuurlijk ook niet goed. Regelmatig bijsturen dus. Niet alle koekjes werden altijd recht op de twee productielijnen ‘geschoten’. En dus moest je regelmatig een koekje rechtleggen.
Tussendoor hield je de trechtervulling in de gaten Wanneer de jamkuip bijna leeg was, dan krabde je hem even aan, zette de pomp op handmatig om de trechter flink te vullen en verving je de jamkuip. Dan zorgde je ervoor dat de laatste vulling nog even over geschept werd om vervolgens de kuip met nieuwe vulling te vullen. In het begin zat die vulling in emmers van 25 kg. Met een beetje geluk, schoot de inhoud er in één keer uit. Anders moest je de restanten er uit krabben.
Na ongeveer anderhalf uur had je dan ongeveer 15 lege emmers en werd de wasbak gevuld met warm water en een scheutje zeep. Dan was het tussendoor schoonmaken geblazen. Later werden de emmers ingeruild door grote jamtanks met een inhoud van de rond de 1.000 kg. Daar werd het allemaal al wat makkelijker van. Maar ook uit die grote tanks (dik twee meter hoog) moesten de laatste restanten jam geschept werden. Dan moest je zo’n tank met twee man neerhalen en met een grote schep leeghalen. Vaak zat ik dan zelf onder de jam. De kantineschoonmakers waren dan niet blij met mij wanneer ik zo’n beetje aan de stoelen vast bleef plakken.
Wanneer alles goed liep en een van de bazen aanwezig was om een oogje in het zeil te houden dan verlengde ik het aantal meters door naar de oven- en koelruimte te wandelen. Want wat als nu zo’n transportband het niet meer deed? Dan waren de rapen gaar inderdaad. Ooit ontstond er daardoor eens brand bij de ovenuitgang. En de enorme knal toen een van de ovenbanden knapte, zal ik ook nooit meer vergeten. En niet altijd verliep de deegtoevoer vlekkeloos. Dan werd er dus wel vulling op de band geschoten zonder dat er deeg was. Met een enorme kliederboel tot gevolg.
Man, och man, eigenlijk was het topsport waar je alle dagen mee bezig was. Zowel fysiek als mentaal. Waardoor de dagen voorbijvlogen. Wat dat betreft was het vanmorgen raar wakker worden. Geen productiewerk maar extra schrijfwerk tijdens mijn eerste uur van deze werkweek. En straks mag ik mijn eigen pauzes regelen zonder op aflossing te hoeven wachten…..