Het is nog redelijk ver voor achten op deze maandagmorgen wanneer ik aan dit verhaaltje begin. Redelijk goed gehumeurd ook nog wel en dat wordt versterkt wanneer ik op Noord hoor dat vandaag officieel de lente in is gegaan. Dat is een veel leukere mededeling dan het bericht dat weerman Piet Paulusma overleden is. Veel te jong, 65 jaar, en daarbij was hij al langdurig ziek maar dat besloot hij om voor zich te houden. Nooit meer ‘oant moarn’ dus. Met terugwerkende kracht is het dan heel raar om hem dat donderdag jl. nog te horen zeggen….
Het is trouwens niet alleen mijn verdienste dat ik ver voor achten al achter de PC zit. De wekker van de vrouw stond namelijk om 06.30 uur en een uurtje later zat ze in de auto voor een paar schooluurtjes in Veendam om er vervolgens nog een paar werkuurtjes in Stadskanaal aan toe te voegen. Zoveel dure kilometers hoef ik vandaag gelukkig niet te maken. Het BmB-interview voor deze week vindt hemelsbreed driehonderd meter verderop plaats, dat is lopend te doen.
Terug naar het wekkertje want toen die ging was ik al een klein uurtje wakker. Vaak slaap ik sowieso van zondag op maandag niet al te goed. Door het klaverjassen met de kaartclub kom ik vaak laat op bed en lukt het niet direct om de slaap te pakken. En vaak ben ik ook al weer vroeg wakker waarbij regelmatig de druk van de werkweek gevoeld wordt. Deze morgen werd ik overigens wakker omdat ik vroeg moest wateren. De drie beco-tje’s ter ere van overbuurman’s 50e verjaardag waren daar ongetwijfeld debet aan. Als laatste uit onze ‘corona-club-van-50-groep’ zag hij Abraham en dat moest uiteraard nog even gevierd worden.
Die beco’s zorgden er overigens wel voor dat ik rond middernacht als een blok in slaap viel. Hoe anders was dat in de nacht van vrijdag op zaterdag. Normaal is de vrijdagnacht een nacht die qua nachtrust goed verteerd wordt maar nu was ik door het vrijwilligerswerk stokvergreld. En dat kwam door de brief die ik vrijdagmiddag in de brievenbus vond met daarin de mededeling dat ik de UBO-aanvraag voor verenigingen niet goed gedaan had. Met als gevolg dat ik alles weer opnieuw moest doen. En daar was ik dus een groot gedeelte van de late vrijdagmiddag en de zaterdagmorgen mee bezig. In de hoop dat het nu wel goed gegaan is. Anders vlieg ik binnenkort vast door het plafond. En dat allemaal voor ‘wat administratief overheidsvrijwilligerswerk’.
Waarschijnlijk zat een gedeelte van die stresshormonen zaterdagmiddag nog in het bloed want ik speelde voor mijn doen een aardige wedstrijd uit bij Corenos. Waarbij de beentjes voor de verandering eens een keer weer goed aanvoelden en ik met gemak de nodige sprintjes, of iets wat daar voor de buitenwacht voor door moet gaan, kon trekken. Helaas stonden we toen ik er in de pauze inkwam reeds met 4-0 achter maar toen na negentig minuten de kruitdampen waren opgetrokken, gaf het scorebord 4-3 aan. En in de dying-second had onze spelverdeler de 4-4 op de schoen maar helaas. Die wonderbaarlijke wederopstanding kwam uiteraard niet door mij maar toch kan ik enigszins vergenoegd melden dat ik die middag in Roodeschool met 3-0 had gewonnen.
Wie de zondagmiddag niet als overwinnaar te voorschijn kwam was onze Max. En misschien ook wel de kijkers van Viaplay die duidelijk nog even moesten wennen aan nieuwe commentatoren. Dat zowel Max als zijn kompaan Pérez uitviel, zal ons chauvinistisch humeur vast ook geen goed gedaan hebben. Maar wat doe je er aan? Aankomend weekend beter, zal ik maar schrijven. Het weekend dat bij de VV het kaarten en sjoelen weer begint na een break van een half jaar. Als er nu maar genoeg prijzen zijn, bedenk ik mij, en ik zit even weer in het vrijwilligerswerk zonder dat ik dit zelf hoef te regelen overigens.
En zo geeft mijn PC-klokje inmiddels al weer 08.00 uur aan. De hoogste tijd om het pensionainterview van vrijdag nog even van een laatste check te voorzien en de gastcolumn van deze ochtend op te maken. De morgenstond heeft goud in de mond, of zoiets. En in dit geval lacht een lentezonnetje mij toe. Sommige bomen staan al weer prachtig in bloei. Zolang ik daar nog oog voor heb, gaat alles goed met mij. ‘Ik heb de banden vol met lucht, dus ik heb ja niets te klagen.’ Nu alleen nog een titel verzinnen, daar gaat voor dit verhaal de meeste tijd in zitten….
(Foto’s: Wim Blanken)