Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Ebel Kremer is ook mijn volledige naam. Ik ben op vijf juni 1955 geboren in Uithuizen en vervolgens “groot” geworden in Doodstil. Ik ben de oudste uit een gezin met acht kinderen. Vrijwel al mijn broers en zussen zijn in de provincie blijven wonen. Mijn vader, Ytzen Jacob Kremer, heeft in zijn werkzame leven veel verschillende dingen gedaan. Zo was hij in de ochtenden knecht bij de boer en melkboer en ’s middags en ’s avonds verzekeringsagent.
Ook was hij koster bij de kerk / het verenigingsgebouw en drager bij de uitvaartvereniging. Daar overleed plotseling de voorganger dhr. Dijkens en toen werd mijn vader gevraagd om hem op te volgen. Hij werd meteen in het diepe gegooid om het zo maar te zeggen, want zijn tweede uitvaart in deze functie was de uitvaart van burgemeester Brinkman die plotseling overleed op 31 mei 1968. Hij heeft deze uitvaart in goede banen mogen leiden en dat ging hem prima af.
Toen ik een jaar of 13 was, verhuisden we als gezin terug naar Uithuizen. Op een kort uitstapje naar ´t Harde en Havelte na voor mijn militaire dienstplicht, heb ik verder altijd in Uithuizen gewoond. In 1988 zijn Martha en ik aan de Kwekersweg gaan wonen en dat bevalt nog steeds goed. Destijds waren er nog kwekerijen en stonden er nog allerlei kassen maar die zijn later verdwenen. De kavels waren eigenlijk bestemd voor kwekerijen en daardoor wonen we op een perceel grond met veel ruimte en mogelijkheden. Het is een mooi en rustig plekje.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben eerst getrouwd geweest met de uit Middelstum afkomstige Grietje Koopman. Ik was toen 25 jaar. Hier kwam twee jaar later abrupt een eind aan toen Grietje verongelukte na een ongeval tijdens een dichte mist vlakbij Middelstum waar zij werkte in het Hippolytushoes. Na enkele jaren alleen te hebben gewoond kwam Martha Davids bij mij in de buurt wonen. We spraken af om ’s morgens voor het werk aan te gaan zwemmen in zwembad “De Dinge”.
We konden het heel goed met elkaar vinden en van het een kwam het ander. Niet veel later zijn we in 1987 getrouwd en in 1988 is Arjen geboren. Twee jaar later volgde Corneel. Beiden wonen in Uithuizen. Het is de bedoeling dat Arjen samen met zijn vrouw Iris Uitvaartzorg van Stad tot Wad overneemt. Corneel heeft een leuke baan bij de provincie Groningen.
Wat is uw voormalig beroep?
Na de lagere school in Uithuizen, ging ik in eerste instantie naar de LEAO in Groningen. Ik was toen al van de cijfertjes en daarbij was ik niet in de wieg gelegd voor een technisch beroep en ik had ook geen groene vingers. Na de LEAO heb ik de MAVO in Uithuizermeeden gevolgd om vervolgens naar de HAVO in Groningen te gaan. Na mijn diplomering moest ik eerst in militaire dienst. Ter overbrugging heb ik nog een half jaartje bij boer Rooda in Middelstum in de groentedrogerij gewerkt. Die vele nachtelijke uurtjes leverden mij drie maanden WW-uitkering op. Een uitkering krijgen zonder ervoor te werken, dat waren we van huisuit niet gewend.
Tijdens mijn parate tijd in Havelte werd ik schrijver voor een kapitein. Op een typemachine werkte ik allerlei administratieve dingetjes voor hem uit, ook tijdens de bivak. Na mijn diensttijd ben ik na verloop van tijd administrateur bij de beschermende woonvorm “De Tille” in Uithuizen geworden. Een mooie tijd. Ik ben administratieve cursussen gaan volgen. Dat leidde uiteindelijk tot een HBO-diploma in de boekhouding.
Daarna volgde nog de opleiding post HBO management in de non-profitsector. Hiervoor moest ik twee keer per week naar Leeuwarden. Werk, studie, vrijwilligerswerk als penningmeester bij Stichting Uithuizer Woningbouw en bij de brandweer, een gezin met jonge kinderen, op den duur kwam alles samen. Dat waren best wel tropenjaren vooral ook voor Martha. Ik werkte destijds voor de thuiszorg en ging soms in de weekenden naar kantoor om de salarissen te verwerken.
Die administratieve werkzaamheden bij de thuiszorg, na tal van fusies en reorganisaties heet deze instantie nu TSN, combineerde ik met de administratieve werkzaamheden voor de uitvaartverzorging van mijn vader. Tijdens vakanties en bij ziekte verving ik hem en zo kreeg ik steeds meer affiniteit met de uitvaartwerkzaamheden. Maar dat werd steeds lastiger te combineren met mijn werk voor de thuiszorg. Want als ik gebeld werd dan moest ik ook direct weg. Toen men mij vroeg om het hele BHV-gebeuren op poten te zetten en vervolgens hoofd van het BHV- en crisisteam werd, eerst bij Thuiszorg Groningen en later bij TSN Thuiszorg, kon ik de verschillende werkzaamheden beter combineren.
Die combinatie duurde tot ongeveer acht jaar geleden. Toen huurden we eerst, en later kochten we, een bedrijfsruimte op Edema en hebben we de bedrijfsnaam gewijzigd van E. Kremer Uitvaartverzorger naar Uitvaartzorg van Stad tot Wad. De bij mijn vader opgedane ervaring in de uitvaartzorg kon ik hiervoor goed gebruiken. Ieder dorp had eigenlijk wel zijn eigen uitvaartvereniging en daardoor ook vaak een eigen uitvaartverzorger en Uithuizen was eigenlijk te klein om een boterham te kunnen verdienen. Vandaar dat we ons met Van Stad tot Wad richten op het werkgebied dat ligt in de driehoek Zoutkamp-Groningen-Delfzijl. Alle drie de plaatsen liggen op ongeveer dertig kilometer van het in dit geval centraal gelegen Uithuizen en daardoor is dagelijks contact met nabestaanden goed mogelijk.
In de loop der jaren hebben we de bedrijfsruimte opgeknapt (onder andere door de nodige energiebesparende maatregelen door te voeren) en we behaalden het keurmerk Uitvaartzorg. Daarnaast sloten we ons aan bij landelijke (werkgevers)organisaties in de uitvaartbranche. Martha richt zich met haar onderneming “Wiegekindje” op jonge en te vroeg geboren baby’s die zijn komen te overlijden. Gemiddeld verzorgen we wekelijks in ons werkgebied drie uitvaarten. Geen situatie is daarbij gelijk en dat geldt ook voor de families en de mensen waar je mee te maken hebt. Van mijn vader hebben we geleerd dat je bij elke begrafenis weer op nul moet beginnen, dat houdt ons scherp.
Je hebt in verhouding kort maar ook heel intensief contact met nabestaanden, die overigens vaak veel opener zijn dan normaal. We proberen er alles aan te doen dat de nabestaanden met een goed gevoel op de periode na het overlijden en de uitvaartplechtigheid terugkijken. Dat geldt ook voor de kleine kinderen die er bij betrokken zijn. Ik vind dat we goede mensen om ons heen verzameld hebben en zijn dan ook trots op ons team en de onderlinge samenwerking. Daardoor lukt het ons altijd om iets goeds en moois neer te zetten.
Arjen en Fieneke (zij is ook uitvaartverzorger bij Uitvaartzorg van Stad tot Wad) zijn momenteel druk bezig met de opleiding tot register uitvaartverzorger. Zij bouwen thuis bij hun nieuwe woning hun garage om tot kantoorruimte. Met als gevolg dat wij, Martha en ikzelf, het aan het eind van het jaar mogelijk rustiger aan kunnen doen en het stokje over kunnen dragen. Waarbij we natuurlijk wel inspringen op het moment dat er een beroep op ons wordt gedaan. De “opa van zolder”, om het zo maar te noemen.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Ik moet zeggen dat het best wel confronterend was toen ik vorig jaar oktober mijn eerste AOW- en pensioenuitkering kreeg. ´Nu is het dus echt zo ver´, dacht ik destijds. Maar van het definitief stoppen met werken is voorlopig dus geen sprake. Martha gaat aan het eind van dit jaar met pensioen en dan zien we wel weer verder. Van een zwart gat zal vast geen sprake zijn.
Ik heb vroeger saxofoon gespeeld en wil dit graag weer oppakken. Daarbij hebben we een grote tuin waar we tot dusver te weinig tijd aan konden besteden. De laatste negen jaar zijn we eigenlijk niet op vakantie geweest. Soms kwam het voor dat we even weg wilden gaan en dat vervolgens de telefoon ging en daarom thuis bleven.
Een weekendje weg naar Borkum was wat dat betreft bijna al een hoogtepunt. We gingen met de trein van Uithuizen naar de Eemshaven om vervolgens op Borkum de nodige wandelkilometers te maken. Hemelsbreed waren we bij wijze van maar tien kilometer van huis maar het voelde echt als er even uit zijn. Met als escape de mogelijkheid om snel weer thuis te kunnen zijn met een RIB-boot.
Ik heb al met al 33 jaar bij de vrijwillige brandweer gezeten als brandweerman, instructeur en bevelvoerder. Dat slokte ook wel veel van mijn tijd op. Arjen heeft mij een jaar of 5 geleden als bevelvoerder opgevolgd. Ik ga ervan uit dat de overdracht naar Arjen en Iris met een goed gevoel gepaard gaat.
Wat ik bij onze werkzaamheden verder nog kwijt wil is dat we als Uitvaartzorg van Stad tot Wad ook gemeentelijke (basis)uitvaarten verzorgen. Altijd bijzondere situaties. En in het verleden hebben we ook het politievervoer erbij gedaan. Daarvoor had je aangepaste kleding en materiaal nodig, denk bijvoorbeeld aan een ongevallenbak/brancard. Voor deze regio werden we dan ingeschakeld bij dodelijke ongevallen.
Wat zijn de hoogte- en dieptepunten?
Het overlijden van Grietje op zo´n jonge leeftijd was natuurlijk een heftige periode. Maar je bent dan zelf nog jong en daardoor misschien wel zo veerkrachtig dat je het leven weer op kunt pakken. Omdat je al dat verdriet zelf gevoeld hebt, kan ik mij nu goed inleven in het verdriet van de families die op ons pad komen. Vergeten zal ik die periode echter nooit en toen Martha, dat was zeker een hoogtepunt, op mijn pad kwam, had ik zelfs zomaar twee schoonfamilies.
De geboorte van onze kinderen mag bij deze vraag niet vergeten worden en het feit dat we de onderneming op een nette manier aan onze oudste zoon en zijn vrouw Iris over mogen dragen geeft een goed gevoel. Ik was heel trots toen Martha met haar Wiegekindje de International Funeral Award won. Ook ben ik trots op de ontwikkeling van ons bedrijf. Door het keurmerk moeten we aan klantonderzoek doen en dat leidt in ons geval gelukkig tot hele mooie waarderingscijfers van de nabestaanden.
Wat bij deze vraag ook niet mag ontbreken, zijn de marathons die ik heb gelopen. Dat zijn er zo´n vijf geweest, in de periode 2000-2005, waaronder die van Rotterdam en de Berenloop op Terschelling. Tijdens die laatste marathon ben ik na de finish zo onderkoeld geraakt dat ik er een longontsteking aan over heb gehouden. Dat luidde min of meer het eind van de lange runs in. Hoe lang ik over een marathon deed? Gemiddeld zo´n 4,5 uur.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Op mijn zeventiende, werd ik de jongste gediplomeerde uitvaartverzorger van Nederland. Dat was in de tijd dat mijn vader door de drukte van meerdere banen eerder niet was geslaagd voor het examen uitvaartverzorger. Ik heb hem toen geholpen met de administratie, naast het boekhouden en het vak Nederlands, en bereidde hem voor op dit onderdeel van het examen. Met als gevolg dat hij er voor gezorgd heeft dat ik zelf ook examen mocht doen.
Zo vertelde hij mij over soorten hout, verschillende rituelen, bloemenkleuren, ook weer passend bij rituelen enz., enz.. Ik zie ons nog in pa zijn lelijk eendje naar de jaarbeurshallen in Utrecht rijden. Tijdens het examen kreeg ik mijn eerste biertje aangeboden door de examinator die zelf ook van een biertje genoot. Dat kon toen nog. Aan het eind van die dag waren we beiden een diploma rijker!
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Alles wat we nog kunnen doen is mooi meegenomen. Een caravan of camper hebben we niet. Zou dat er nog van komen?
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Daar moet ik lang over nadenken en dat is vast een goed teken. Geen uitvaart is uit de hand gelopen en ik heb geen spijt van de keuzes die ik gemaakt heb. Maar de combinatie baan-studie-kinderen-vrijwilligerswerk was soms wel wat veel. Zeker in de periode dat Martha met hernia´s bedrust moest houden. Dat ´akkedaaide´ lang niet altijd even goed.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Per saldo ga ik, rekening houdend met alle ups en downs, voor een negen. Het gaat mooi en we hebben niets te klagen. Kijk naar de situatie in de Oekraïne en hoe het er daar aan toegaat…..
Wilt u verder nog iets kwijt?
Ik hoop dat we met elkaar als gezin nog vele gezonde jaren voor de boeg hebben. Vanuit mijn werk heb ik natuurlijk de nodige schrijnende gevallen meegemaakt. Ik ken genoeg leeftijdsgenoten die in een verzorgingstehuis zitten en van de wereld weinig tot niets meekrijgen.
Gezond oud worden, daar ga ik voor en dat wens ik ook de lezers van dit interview. Bedankt Bert.