In de zomer van 2021 bezocht ik mijn oom en tante en gaf mijn oom mij input voor het volgende verhaal. Het geeft een sfeer weer van het tijdsbeeld van toen en van het doen en laten van mensen in voorbijgaande jaren.
Als kind logeerde ik vaak bij mijn opa en oma en dat betekende vaak ‘vechten’ om een speciaal bed. Bij familiebijeenkomsten bleven we soms allemaal bij mijn grootouders slapen die een grote zolder hadden en waar een veelvoud aan bedden stond. Eén bed was favoriet. Die met het verenmatras. Als je daarin lag, zakte je zo heerlijk zacht weg. Pas vorig jaar hoorde ik bij toeval hoe dat matras in dat bed is terechtgekomen. Mijn oom, inmiddels in de tachtig, vertelde het verhaal en hij herinnerde het zich als de dag van gisteren.
Mijn opa en oma hadden een manufacturierswinkel in Ten Boer. Een winkel waar je gordijnen, stoffen, ondergoed, hoeden, enzovoort kon kopen. Het ondernemerschap in de naoorlogse jaren betekende hard werken: overdag in de winkel de klant adviseren en ’s avonds gordijnen naaien. Dat laatste was een taak van mijn oma. Mijn opa ging naast het werk in de winkel ook dagelijks op pad om de klant te bezoeken en te voorzien van gordijnen of andere zaken.
Een goede naam hadden ze, mijn opa en oma, in wijde omtrek. Zo kreeg mijn opa een opdracht van een klant uit Ulrum. Een matras met donsveren, dát moest het worden. Het werd gemaakt van het allerbeste materiaal. Mijn opa deed zijn best. Op het verenkamertje op de bovenverdieping vulde hij het matras met een goeie kwaliteit veren.
Toen het matras in elkaar zat en geschikt was voor een lange reis naar Ulrum vroeg hij zijn zoon (mijn oom) om hem daarbij te assisteren. Het moest namelijk op de fiets gebracht worden. Mijn opa had geen auto en geen rijbewijs. Dit betekende een halve dag fietsen met een heel gevaarte achterop. De teleurstelling in Ulrum was echter groot. Daar aangekomen bleek de klant ineens niet meer zoveel belangstelling voor het matras te hebben.
Aan alle kanten werd het betast en gevoeld en uiteindelijk sprak de klant uit niet tevreden te zijn. Er staken hier en daar wat veren uit en dat was een goede reden om de koop af te zeggen. Woede is een juiste omschrijving van de emotie die mijn opa voelde. Hoe was het mogelijk dat de klant de koop niet door liet gaan? De kwaliteit was echt de beste.
Ik kan me de teleurstelling, de woede van mijn opa over ‘het te kakken zetten’ door de klant goed voorstellen. Helemaal omdat het onterecht was. Dat geeft een gevoel van onmacht. Een dubbele fietstocht van Ten Boer naar Ulrum met een gevaarte achterop, voor niets! Toch heeft mijn opa zijn woede en onmacht weten te beheersen. Altijd respect voor de klant was het motto.
Hoe respectloos de bejegening van de klant naar mijn opa was, daar zat men niet over in. Dit geeft een aardig beeld van verhoudingen toen tussen de ‘gegoede’ en ‘notabele’ klant en de ‘mindere’ ondernemer. Deze klant had het voor het zeggen en als kleine ondernemer was het slikken of stikken.
Het was in de tijd dat mijn oma alleen een koekje bij de thee serveerde als er geen klant in de buurt was. ‘Het koekje komt zeker van mien centen’, was dan de opmerking van de klant. Dit kon zomaar betekenen dat de klant de volgende keer wegbleef. Deze vrijheid konden mijn opa en oma zich niet permitteren.
Met enige ironie bedank ik deze klant uit Ulrum voor het weigeren van het matras. Ik heb er vaak heerlijk op liggen slapen en kan alleen maar zeggen: ‘Wat dom dat je het matras hebt geweigerd, je weet niet wat je hebt gemist.’ In de jaren 80 zijn mijn grootouders verhuisd naar een kleinere woning, nadat de winkel al lang niet meer werd geëxploiteerd. Het matras heeft een onbekende bestemming gekregen.
Tekst: Ineke van Zanten
24 januari 2022