Het is zondagmiddag rond kwart over drie op Berkenlaan enkel 3 toen het geloof langzaam maar zeker wegebde. Beun zat al zo’n beetje in zijn mobieltje om de partij van 2e Bundesligaclub HSV te volgen tegen Hansa Rostock. Hij had Max allang opgegeven. Martin nog niet. Ik moest maar even contact zoeken met de opperschepper want dit kwam niet goed. ‘Bidst met mie mit Martin?!’, antwoordde ik nieuwsgierig. Dat heeft hij schijnbaar gedaan. Want drie rondjes later klapte Latifi in de vangrails…..
Chaos troef en we zagen Max wederom de pits induiken, nu voor een setje rood. Maar die safetycar, die zou vast niet meer tijdig van de baan vertrekken en wat doen al die bolides daar tussen Lewis en Max? Maar ineens was daar de mededeling ‘Safetycar ending’. En niet veel later reed Max een fractie voor zijn aartsrivaal. Die ongetwijfeld de schrik om het hart sloeg toen hij voor twee rode bandjes zag zitten. Misschien kon hij toen wel door het vizier van Max kijken en zag hij een duivelse glimlach. Zo dichtbij wereldtitel nummer acht maar verder weg dan ooit.
Zelf schoof ik naar het puntje van mijn stoel. De laatste keer dat ik dat voor een sportwedstrijd deed was in 2016 toen Verstappen in Barcelona won. Ook toen was ik vol ongeloof. Hetzelfde ongeloof dat mij overviel toen de Spurs in de laatste seconden Ajax uit de Champions League finale knalden en Pogacar in de tijdrit de tourambities van Roglic aan gort reed. Maar nu stonden wij aan de goede kant van de score. Even vreesden we nog voor de lijkbleke Jos. Was ie weer de klos? Maar nee, er kwam weer wat kleur op zijn gezicht en het vader-zoon-momentje was vervolgens legendarisch. Jarenlang helse inzet en verwensingen onderling leidde uiteindelijk tot de ultieme beloning. Wat een onvoorstelbaar mooie momenten met eeuwigheidswaarde.
Die nacht kon ik de slaap maar moeilijk vatten. Het hartje klopte onrustig maar op den duur gleed ik toch in een diepe slaap. Om vervolgens weer bij Vast Banket rond te speren. Dat was een week eerder ook al gebeurd toen ik collega Henk, waarmee ik jarenlang lief en leed deelde op het bedrijfsbureau, in het magazijn tegen het lijf liep. Zo te zien had hij de boel als altijd onder controle. In deze droom liep ik echter achterbuurman Henk tegen het lijf die repte over een receptuurwijziging in het Boerencakerecept. Twee componenten waren bijna op en aan mij de taak om die zo snel mogelijk in huis te halen.
Daar was ik tussen vijf en zes uur mee bezig. Verdraaid, aan dat geneuzel kwam dik tien jaar geleden een eind maar nog steeds overvalt het mij af en toe ’s nachts. Ik weet al waar het vandaan kwam. Vorige week liep ik met Dusty een rondje Westerwijtwerd toen de duisternis langzaam maar zeker intrad. Ik besloot Boerdam aan mijn route toe te voegen en opeens was daar de opwelling om even weer bij VB naar binnen te gluren. Geen Vastjes of Koomens immers die mij een strobreed in de weg legden. En dan heb je alleen maar zicht op de cakelijn natuurlijk. Honderden cakes trokken langs mijn blikveld. Een vrachtwagen van Frisian Egg reed net weer weg. Zij hadden ongetwijfeld net weer 17.100 kg vloeibaar ei afgeleverd….
Rond zessen werd ik wakker. Poes Baby had de nacht bij ons op bed doorgebracht en likte al spinnend hartstochtelijk aan mijn neus. Van slapen kwam vervolgens niets meer dus greep ik naar mijn mobiel. Maar vervolgens was mijn blikveld ernstig vertroebeld. Gelukkig raakte ik niet in paniek. Dat gebeurde 25 jaar geleden wel bij kamergenoot Harry tijdens mijn militaire dienstplichtperiode. Die werd op een morgen in paniek wakker omdat hij niets meer zag. Het bleek dat hij de avond ervoor zijn lenzen vergeten was uit te doen met alle gevolgen van dien.
En dat was bij mij ook het geval. Ik had wel de lenzenhouder met nieuw vloeistof gevuld maar verzuimd om mijn lenzen uit mijn ogen te halen. Gelukkig hadden ze nog een uurtje de tijd om zich van alle slaapresten te ontdoen in het houdertje. Hoofdschuddend dook ik nog even weer in bed en blikte terug op de middag ervoor. Sporthistorie had ik gezien en wij waren er integraal bij, thuis voor de buis. ‘Wonderen bestaan’, brulde de verslaggever. En ik was Martin dankbaar voor zijn schietgebedje. Een onverwacht vers flesje Amstel op de goede afloop was zijn deel….