In een normale zomer had je het vast meerdere keren voorbij zien komen of iemand horen roepen: “Het is zeker weer komkommertijd?”. Nu hoor ik het al twee zomers niemand meer zeggen. Het lijkt er op dat we doodgegooid worden met nog slechts een aantal nieuwsonderwerpen. Grote wereldproblemen, maar vaak ook wat kleinere. En daar heb ik op zich nog niet zoveel moeite mee. Waar ik steeds meer moeite mee heb is dat iedereen zijn of haar mening steeds meer en luider wil laten horen. En dat men dat ook van jou verwacht dat jij je mening overal over moet geven.
Het is ook niet zo gek dat de term ‘komkommertijd’ al een tijdje niet meer voorbij komt. Want in een zomer waarin normaliter half Nederland met z’n kont op het strand zit of elders vakantie viert, zullen de nieuwsberichten niet voor het oprapen liggen. Sinds de vorige zomer ligt dit ietwat anders, hebben we allemaal gemerkt.
Komkommertijd. Ondanks dat ik in het verleden de term ook regelmatig gebruikte, vroeg ik me af waarom een periode met weinig nieuws zo wordt genoemd. En ik denk velen met mij. Volgens Genootschap Onze Taal komt de term van het komkommerseizoen, dat voorheen altijd in de zomer viel. Kwekers hadden het heel druk, maar in andere vakgebieden was het juist ontzettend rustig. Omdat die rustige periode samenviel met het komkommerseizoen, begon men dat steeds vaker met elkaar te associëren. De ‘komkommertijd’ werd langzaam maar zeker een synoniem voor een rustige periode, zonder activiteiten en nieuws. Weer wat geleerd.
Laatst dacht ik: was het maar komkommertijd. Het achtuurjournaal gaat dagelijks over hetzelfde, op Twitter en andere sociale media staat steeds hetzelfde. Iedereen voelt zich genoodzaakt om maar van alles te roepen. Voorheen had je hier en daar een rubriek ‘Komkommernieuws’. Heerlijk lijkt me dat. Even geen nieuws over Corona en de hele discussie over wel of niet vaccineren, het klimaat, Zwarte Piet of ander ‘nieuws’ van een groep mensen die nu weer door het één of ander gekwetst wordt.
Waar is de tijd gebleven dat we nog lazen dat de mantelbavianen in Wildlands zich een week hysterisch gedroegen? Of dat uit onderzoek is gebleken dat een hond met z’n baasje mee gaapt uit empathie. Of dat door het uitbrengen van het boek Vijftig Tinten Grijs de Londense brandweer steeds vaker mensen uit de handboeien moest komen bevrijden. Dit soort nieuwsberichten zullen er vast nog zijn, maar raken door onze wereldproblemen ondergesneeuwd. Ik heb nog hoop dat zulke berichten ooit weer voorpaginanieuws worden.
En ik weet ook wel dat Corona en de hele discussie omtrent wel of niet vaccineren nu eenmaal groot belicht moet worden. Het journaal begint er bijna dagelijks mee. Daar heb ik niet zo veel moeite mee. Net als de vele klimaatmarsen die worden georganiseerd. Allemaal prima om daarover te berichten. We moeten immers op de hoogte gehouden worden waar ons land zich zo druk over maakt. Maar daar blijft het niet bij. Want als je vervolgens ergens komt word je bijna gedwongen om overal, maar dan ook overal, je mening over te geven. In de supermarkt, op de sportclub en op je werk, overal.
Waar is de samenhang gebleven die aan het begin van de pandemie ontstond? Davina Michelle en Snelle brachten het nummer ’17 miljoen mensen’ uit, als opvolger van ’15 miljoen mensen’. Het lied omschreef het gevoel dat bij vele mensen heerste. Even een stukje uit de tekst van dit nummer:
En ik denk aan alle zorg om gezondheid en banen
Op televisie is nu alles zo beladen
Ik denk aan grootmoeders en vaders
Maar gek genoeg brengt het ons samen
Dat was inderdaad gek genoeg, want het duurde ook maar even. Beladen is het nog, maar die samenhang is er niet meer. Je ontkomt er niet meer aan dat een collega of buurman jou van z’n gelijk wil overtuigen. Ik word er doodmoe van. En probeer tegenwoordig de hele discussie over corona, het kabinetsbeleid en over het wel of niet vaccineren te ontlopen. Iedereen mag er wat van vinden maar val mij er niet langer lastig mee.
Maar het lijkt alsof je niet alleen over corona tegenwoordig je mening moet geven. De discussie over ons klimaat word je nu ook zo’n beetje door de strot geduwd. “Jij wilt toch ook dat je kinderen gezond kunnen opgroeien?” Ja natuurlijk wil ik dat, wie wil dat niet? En ik snap dat er mensen zijn die zich daarvoor hard maken. Maar ik snap ook dat er mensen zijn die dat niet doen. Laat elkaar lekker.
Ik loop toch ook niet naar mijn buurman, die tijdens elke verkiezing zijn ramen vol plakt met Groen Links posters, dat het dan wel tijd wordt om zijn oude diesel eens van de hand te gaan doen? Ik stuur ook geen Twitterberichtje naar alle inzittenden van de 400 privévliegtuigen die naar de klimaattop in Glasgow vlogen dat ze wel heel hypocriet bezig zijn. Ik verbaas me er wel over, dat dan weer wel.
Net als het nieuwsbericht dat een paar weken geleden voorbij kwam. Ik twijfelde even of het onder de categorie Komkommertijd zou kunnen vallen. Maar gezien de reacties even later werd al snel duidelijk dat het meer in de categorie “Gekwetsen” hoorde. Wat was het geval? De A is niet alleen meer van Anton. De A is nu ook van Ali in het nieuwe spelalfabet. Iemand moet dat bedacht hebben. En ja hoor, iedereen moest daar weer iets van vinden. Wat kan mij het schelen of iemand de A van Anton óf de A van Ali noemt als de telefoniste vraagt, “Kunt u dat even spellen?” Maar kijk even rond op socialmedia en dan merk je dat die mening niet overal wordt gedeeld.
Nog zo’n voorbeeld: ik belandde laatst ongewenst in een discussie over het feit dat steeds meer scholieren op een elektrische fiets naar school gaan. Dat was toch wel zo slecht. Tenminste, dat wilde men mij doen geloven. “Vroeger gingen we door weer en wind zonder versnellings.” Bij dat soort opmerkingen haak ik al af. Ik snap ook best dat het beter voor je is om zonder hulpmiddel je tweewieler vooruit te trappen. Maar gemak dient ook de mens. En ze hadden ook de bus kunnen pakken toch? Laat die kinderen lekker, ze krijgen tenminste nog een beetje beweging.
We leven in een vrij land dus we mogen onze mening geven. Ja tuurlijk. Vrijheid van meningsuiting is een groot goed. En ik betrap me er zelf ook echt wel op dat ik soms iets te snel en ongefundeerd iets roeptoeter. Discussies lijken tegenwoordig onderdeel van een bezoek aan waar dan ook, dat lijkt me niet echt nodig. Het spreekwoord spreken is zilver, zwijgen is goud is niet voor niets bedacht toch?
Ik verlang naar de komkommertijd. Hopelijk zorgt dat er voor dat we wat minder meningen te horen krijgen. Ik heb ‘m niet zelf bedacht, maar sluit er graag mee af: De wereld verandert door jouw voorbeeld, niet door jouw mening.