Groningen is normaal gesproken verder weg dan de Italiaanse meren, de Griekse eilanden of de Spaanse Costa’s. Familie en kennissen hebben moeite met de vele kilometers zonder file naar het prachtige Noorden. Ik snap het niet want het Noorden is toch een beetje het Caribisch gebied van Nederland. Lekker rustig, de Groningers zijn heel chill, ‘moak mi de pizze nait laauw…’ en het waait hier ook altijd!
Het nog lang niet volgebouwde Lauwersmeer is prachtig, een echt onaangetast natuurgebied evenals de kwelders en de wadden. Maar de toerist stond niet in de rij. Zeker niet in Kloosterburen. Ik pleit al jaren om een huilende Maria bij ons op de kruising te plaatsen maar zolang zij er nog niet staat zijn wij niet interessant.
Wij noemen toeristen liefkozend ADT’ers. ADT staat voor Al Die Toeristen. Het dorp wijst ons er vaak op dat we open moeten zijn voor Al Die Toeristen want zij staan met BUSSEN voor de deur. Als wij aan het werk zijn in de keuken is de voordeur altijd open. Mits we het niet heel druk hebben met een buffet of iets dergelijks. In werkelijkheid verkoop je dan een paar bakjes koffie, nog nooit een bus gezien.
In Coronatijd werd het ineens anders. Nederland ontdekt Nederland en daar hoort Groningen plotseling bij… In den beginne waren wij de meest Coronaproofe provincie en plotsklaps kwam de vraag waar de toiletten zijn. Keer op keer… In een bedrijfje waar “ons kent ons” heerst is dat een nieuw fenomeen, dus hebben we wat oude tekeningen van zolder gehaald om dat aan te duiden.
Niet dat het helpt, men kijkt naar het plassende poppetje en vraagt dan alsnog waar de toiletten zijn. Leuk detail is dat de kunstwerken waren opgevallen door een oplettende Facebookfan. En dus mag ik schilderijtjes maken om aan te duiden waar de peutertoiletten in het zwembad zijn ergens in het verre westen! BAM! Daar kun je minderwaardig overdoen maar ik voel mij vereerd.
Om inspiratie op te doen, waag ik mij op het internet en toets bij Google de zoekopdracht ‘plassende kinderen’ in. Als ik vervolgens op “enter” druk, spoken er beelden van geloof, jongensschool en foute priesters door mijn hoofd en ik zeg tegen mijn man dat ik zeer waarschijnlijk in de loop van de week word opgepakt.
Maar Google kent mij en levert wat ik zoek. Mijn zoon heeft de meest bruikbare genen van zijn vader, het creatieve heeft hij van mij. Tegenwoordig kun je daar ook gewoon je geld mee verdienen, vroeger werd deze eigenschap vooral als nutteloos gezien. Daarom bak ik pizza’s en pannenkoeken, onder andere voor de toeristen.
Deze bevolkingsgroep heeft meer wonderbaarlijke vragen. Mijn man kon twintig jaar geleden al helemaal uit zijn slof schieten van 1 aangespoelde vegetariër. Hij bromde meestal dat wij die rommel niet verkopen in de hoop dat zij afdruipten naar een ander etablissement. De vegetariër van toen heeft hedendaags net zoveel vertakkingen als de LGBTI beweging. Maar ook de niet-vegan toerist geeft je ongevraagd de bevestiging waarom wij soms iets anders te doen hebben.
De of wij wel ‘echte Italiaanse koffie verkopen’ vraag is al meerdere malen gesteld. Of wij wel een echte pistonautomaat hebben ook. ‘Want anders is het zonde van mijn €2,50!’ Zo heej, reisje Bonaire is in the pocket. Mijn man verwijst deze mensen dan meestal naar een plek 25 kilometer verderop. Grotere kans!
De afgelopen twee zomers hebben we weer een hoop geleerd over zaken waar zij zich buiten Kloosterburen druk om maken. Kijk, we hebben inmiddels wel Chardonnay en Sauvignon in huis! Hoppa, hartstikke bij. Verse muntthee hebben we ook, mits het niet op is, uit de tuin. Maar bij de vraag of wij een zout-en vet arme, volkorenpizza met biologische groente kunnen serveren ga je snuiven als een Schotse Hooglander. Helemaal als zij toch besluiten een portie bitterballen te bestellen.
Een latte Machiato oké maar een espresso Machiato? Hou krieg’n we dai in zo’n klain kopke? ‘Ik eet altijd verse gember op mijn pannenkoek, de slagroom is toch wel zonder suiker?’ (Stukkie verder fietsen, bro.) ‘De kruidenboter is wel wat boterig!’ ‘Mag ik een droge, zoete witte wijn?’ ‘Heeft u ook sojamelk voor mijn cappucino?’ ‘Is de mayonaise Vegan?’ Neeeeeeehh, glutenvrije, lactosevrije, veganistische, biologische pannenkoek!
Er zijn ook werkelijk toeristen die denken dat Groningers niet op school hebben gezeten. ‘Wij komen uit Arnhem, weet je waar dat ligt?’ Of ‘bij ons rijden er natuurlijk trams, ken je dat?’ Nog een leuke, ‘wij hoeven hier zeker niet te reserveren, he?’ Doe maar niet ik hoop dat we ram vol zittten vanavond!
Brutaal zijn ze ook die ADTers. Wij wonen vrij ‘verstopt’, bewust want anders staat elke vertegenwoordiger onuitgenodigd in de tuin. Afgelopen zomer sloegen onze honden aan en hoorde ik gestommel bij ons hek. Er komt een man op wielrenschoenen mijn keuken binnen. Als ik vraag wat hier de bedoeling van is, zegt hij dat hij wel iets wil eten. Onze tuin lijkt totaal niet op een openbaar terras: moeilijk begaanbaar, kip in de tuin, vijvertje, hangstoel, 1 tuinsetje, niet 10 of zo, en hij is ook nog twee blaffende honden gepasseerd.
Maar hij dacht; ik ga de goeie kant op! Op het bord stond: ‘terras achter!’, sommeerde meneer. Klopt ja, het bord stond binnen, aan de voorkant van het pand. De deur was op slot en het ‘achter’ waar hij was beland is voor een onbekende bijna niet te vinden. Wel een doorzetter, dat dan weer wel. Ik zeg; de Bolletjestrui!
Rest ons de Populaire Terraspipo’s, deze mensen denken dat de bediening voor het eerst hun grapjes hoort. De olijke Scaramoches proberen bij hun gezelschap de lachers op de hand te krijgen, vaak ten koste van het arme kind dat hen bediend. ‘Goedemiddag’ ‘Dat maak ik zelf wel uit’ of ‘er is niks goeds aan!’
Zij die na het uitserveren van een biertje onmiddellijk met hun vingers de schuim kraag checken, of zij ff zelf moeten tappen. Zij die hun dochter van acht aanwijzen als er wordt gevraagd voor wie de wijn is… En de cola is voor Frans. Vrolijke Frans zeker? ‘Wilt u de Tournedos Medium?’ ‘Nee, doe maar Large’. ‘Hoe wilt u hem gebakken?’ ‘In de pan natuurlijk.’ Rare jongens, die toeristen…
Het wordt pas helemaal hilarisch waarneer zij bij het ontvangen van de rekening roepen dat zij niet het hele pand hebben gekocht, het niet de pen-pas maar de pinpas is en ja, hij mag er aan de voorkant in. Going Dutch doet zijn eer aan dus hoor je de grappen en grollen ook nog eens meerdere malen. ‘Wilt u het bonnetje mee?’ ‘Alleen als jouw telefoonnummer erop staat…..’ Sapperdeflap, ik kan niet wachten tot volgend jaar!